VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek. Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Xevenste jaar. Zaterdag 16" April 1892. N umni er 16. De Heilige Inquisitie in Spanje. De kerk is een winkel. Hoe de vrees alles verwart. STADSNIEUWS. Ab ■rane'nentsprijs voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 ft*. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechte i"ke eerherstellingen- 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen psr nummer. Afzonderlijke nummers voor arlikels, enz. 8 fr. per 100. Alle if icht"u van verkoopingen of andere beke udmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen Joor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. (2® Vervolg.) De paus Paulus IV gedoogde en gaf aan moediging aan al die barbaarsche mishan delingen. In het getal slachtoffers van dien tijd re kent men, aartsbisschoppen, bisschoppen, kanunniken, priesters en paters, de oversten der jesuiten, vele kloosterlingen, eene groote menigte joden en morianen, bijna al de ge leerde en waarachtig godvreezende men- schen die de strengheid der inquisitie niet goedkeurden. Zoo ziet men dat de papen hunne eigene christenen vervolgden die het moorden, ver branden, radbraken, enz., niet als eene goe de godvruchtige daad aanschouwden. Gansche familiën kwamen om op de brand stapels en geen jaar ging voorbij op hetwelk eiken inquisiteur niet met pracht een of twee algemeene auto-da-fé's vierde zonder de uitvoeringen en de bemiddelingen te rekenen welke op bepaalde tijden plaats grepen Philip hield zich ook bezig met de ameri- kaansche Inquisitie, vestigde op drie het ge tal rechtbanken van dit deel derspansche allenheerschappij, en beschenk daarmede de steden Lima, Mexico en Cartage. Die rechtbanken waren onderdanig aan de rechtsmacht des hoofd-inquisiteurs van Spanje. De eerste auto-da-fé gevierd te Mexico, nam plaats hetzelfde jaar dat Fernand Cortez stierf, den veroveraar van dat uitgestrekt keizerrijk men verbrande er een fransch- man en een engelschman, en meer dan 80 personen wierden tot verscheidene straffen veroordeeld. Valdès oefende gedurende meer dan 20 ja ren de bediening van hoofd-inquisiteur van Spanje. Hij deed 2,400 lieden persoonlijk le vend verbranden, 1,200 in verbeeltenis en 16,000 opsluiten of naar de galeien sturen, allen met berooving hunner goederen. Na den achtsten hoofd-inquisiteur Valdès te hebben uitgebrand, Philip II gaf daarvan de bedieningen aan kardinaal D. Diègue Es- pinosa, bisschop van Siguenza en voorzitter des raads van Castilië. Espinosa stierf in ballingschap der 5 Sep tember 1572, nazes jaren oefening, en na de veroordeeling van 720 personen te hebben toegelaten welke levend werden verbrand. Daarbij waren er nog 360 in verbeeltenis verbrand en 3,600 eindigden hun akelig le ven in de galeien, in 't gevang of in de schan de der armoede. Na de dood van Espinosa, de plaats als hoofd-inquisiteur van Spanje werd toegestaan aan D. Hédre Ponce de Léon, bisschop van Plasencia. Zijn verheven zegel van bevestiging werd hem door den paus toegestuurd den 29 De cember 1572. Maar de dood van dien tienden hoofd-in quisiteur kwam zoo gauw, dat hij den tijd niet had zich naar Madrid te begeven om er zijne bedieningen uit te oefenen. De kardinaal Gaspar de Quiroga, aartsbis schop van Taléda, was den elfsten hoofd- inquisiteur van Spanje: hij was de navolger van Poncius Léon in 't begin van het jaar 1573. H\j stierf den 20 November 1594. 't Is onnoodig te herhalen dat op de ver scheidene punten van Spanje, waar er een rechtbank den Heiligen Kerkdiensts bestond, auto-da-fés plaats hadden. Het getal slachtoffers welke gedurende het ministerie van dien aartsbisschop veroor deeld waren, bedroeg 2,816 personen als levend verbrand, 1,408 in verbeeltenis en 14,080 moesten verscheidene pijnen onder staan. Volksman. (Te vervolgen). Van in de vroegste tijden hebben de gees telijken alleenlijk voor hunne eigene beurs gezorgd en altijd de onwetendheid van het volk zich ten nutte gemaakt. Een verlichte paus heeft zich nochtans daartegen verzet: hij beoogde slechts het welzijn van het volk en volgde daarin trouw de leer van Christus. En onze tegenwoordige priesters, wat doen zij nu? In 1252 vaardigde paus Innocentius IV eene bul uit aan den abt en het kapitel der S4 Martinuskerk te Yperen, alsmede aan al de geestelijken van deze stad en van Morinie Nieuport maahle deel van het bisdom Morinie, wiens zetel te Terouanen geves tigd was) waarin hij zijn verontwaardiging uitdrukte, omdat men zekere sommen geld eischtevoor de kerkgangen, de huwelijken, de lijkdiensten enz.Cette manière de faire zegt de bul, est une exaction dés- honnêteel inlolérable. Deze handelwijze is oneerlijk en onverdraagbaarDe paus verbood streng voortaan nog iets te ont vangen, uitgenomen hetgeen de geloovigen uit eigen belang gaven. Hetzelfde jaar hernieuwde paus Innocen tius zijn verbod en gehood aan den bisschop van Morinie niet te dulden dat de schepenen of burgers van Yperen voor deze maatrege len zouden gekweld worden door de geeste lijken. Hij zette hem zelfs aan de priesters overtreders in den kerkban te slaan. Hoopte de goede innocentius IV wel op recht den handel der kerkceremoniën te doen staken, die reeds toen in den tempel gods was binnengeslopen? Wat zou deze paus zeggen indien hij voor een oogenblik tusschen ons kon wederkomen om te bestatigen hoe de geestelijken over eengekomen zijn om den tarief van gebeden, sacramenten, inzegeningen en van de andere kerkgebruiken uit te breiden en te verdub belen. Wat zou hij zeggen indien hij zag dat er tegenwoordig vaandels, kazuifels, kaarsen, tapijten, gewijd water en kniebui gingen bestaan voor iedere graad van rijk dom; dat alles gesteld is aan eenen vasten tarief, zooals in alle winkelsdat de reke ning van eene begrafenis eene lijst is van artikels; dat die zwarte raven weigeren het geringste oremusje uit te stamelen wanneer er geen klinkende munt voorop kan afge- dopt worden???! In 1349 heerschte de zwarte pest over Europa; in Vlaanderen ook bracht zij schrik kelijke verwoestingen teweeg. De geestelij ken maakten het volk wijs dat het een tee- ken was der goddelijke gramschap. De vrees en de gedachte door openbare boeten gods toorn te bedaren deed eene fanatieke sekte ontslaan, die der geeselaars. Deze sekte had eigenaardige gebruiken: de leden zwegen altijd, sliepen niet in hun bed, baden 5 malen voor eten en ranselden zich af 's morgens en 's avonds gedurende 33 dagen. Gekleed met lange mantels en een kruis dragende doorliepen zij steden en dor pen en deden menigvuldige bedevaarten. Het was voorzeker een allerdomst en hei ligschendend gevoel den opperheer te be tichten de schuld te zijn dezer voortdurende wraaknemingen. Geen ongeluk gebeurde of de geestelijken verklaarden dat het de vin ger gods was. Maar in deze oogenblikken van ontzetting verrijkten de kerken en kloosters zich ras. In den geldbuidel der priesters regende het goudstukken als boeting en daarmede stil de immer de goddelijke toorn en den geld dorst der priesters. Tegenwoordig is het nog zoo 1 Hebben wij niet gezien over eenige maanden dat mits geld en andere offeranden aan zekeren heili gen, men van de influenza bevrijd zou zijn? Heeft men ooit zulke ongerijmdheden ge hoord Opgepast, lezers? Laat u niet om den tuin leiden door zulke mannen. Het is Pa- schen en nu ook trachten zij, door list u zooveel geld mogelijk af te persen, geeft niets san de langgerokten, die meteenen valschen glimlach op hunne tronie zeggen als men hun een geldstuk geeft: god zaVt u loonen, maar eigentlijk denken Wij hebben hem beetscheert ze maar. Hoe nader de tijd komt dat de politieke beweging zijne uitwerksels zal doen gevoe len, hoe grooter de vrees wordt der kaloten, die maar al te wel begrijpen dat de dagen van het ministerie Pourbaix geteld zijn en dat de mouchards partij zal af te rekenen hebben met de eerlijke kiezers van 't land. Om de eenvoudige lezers hunner pondpa piertjes benauwd temaken en langs hunnen kant te trekken, schrijven de gebenedijde leugenaars tegen socialisten en anarchisten op eene wijze dat men 't een uit 't ander niet meer kennen zou. Alwie liberaal is, zegt het Nieuwsblad, is socialist alwie socialist is, is natuurlijk anarchist en dynamietard. De katholieken alleen zijn in staat het vaderland te redden, den godsdienst te beschermen, de samenle ving van alle verval te behoeden, want zij zouden het niet wagen de dienaars des Idee- ren, de vertegenwoordigers van God in hun ne godvruchtige sermoenen te onderbreken, gelijk de socialisten en anarchisten van Pa rijs het onlangs gedaan hebben. Welnu, wij willen een oogenblik bij dit punt stil blijven en zien of het waarlijk een zoo groot schelmstuk is soms de politieke he- meldragonders op heeter daad van laster te betrappen en hen uit te dagen hunne leugens te staven. Zoohaast eene politieke beweging zich voordoet, zoohaast eene kiezing moet plaats hebben, worden de kerken in clubzaien en de preekstoelen in politieke tribunen herscha pen. Men gaat niet meer naar het huis des Heeren om te bidden, om zijne plichten van christenmensch te kwijten, om het Evange lie te hooren verkonden, maar om de politieke priesters te hooren uitvallen tegen de libera len, tegen het helsch gebroed dat kerk en godsdienst ten gronde helpt en de priesters vervolgt. Wat de hemeldragonders al doen om hun doel te bereiken is ons allen bekend, ook zij hebben het gemakkelijk, want zij mogen alles zeggen en niemand mag hen tegenspre- sprekenzij lasteren straffeloos de vreed zaamste, de treffelijkste burgers eener stad en men heeft het recht niet hen te zeggen dat zij liegeD. Zij hitsen openbaarlijk de menschen op tot ongehoorzaamheid tegen de wetten, zij bedreigen met de helsche straffen alwie zich niet onderwerpt aan hunnen wil en zij roepen de wraak des hemels op dezen die hun juk niet willen aannemen. Wat hebben wij niet hooren uitkramen in de kerken tijdens den schooloorlog van 1879? Hoe dikwijls hebben wij de onderwijzers, de ouders, ja zelfs de kinderen niet hooren ver doemen en vermaledijden door de fanatieke zwartgerokte koewachters die zich den titel van dienaar des Heeren toeëigenen? Men herinnert zich nog het schietgebedeken dat op den predikstoel aan de menigte geleerd werd Van scholen zonder God, van meesters zonder geloof, verlos ons, Heer. En ofschoon wij wisten dat dit alles niets dan loutere leugens en laster waren, moes ten wij stilzwijgend die driftige aanvallen aanhooren, de wet verbood ons te antwoor- en d';n hemeldragonder te doen doorgaan voor hetgeen hij eigentlijk is, een lasteraar en een lafaard, die misbruik maakt van zijne bediening, van zijne kerk en van den gods dienst, om de eenvoudige menschen op te hitsen tegen hunne wettelijke overheid. Waarom komen die welsprekende leuge naars niet naar onze voordrachten, naar onze meetingen, waar iedereen het woord vrij heeft Waarom komen zij onze redenaars niet tegenspreken en bewijzen dat zij het volk den slechten weg aanwijzen Ja, maar daarvan zullen zij zich wel wach ten in eene zaal waar liet woord vrij is zullen zij mondje dicht blijven, maar in hunne kerk, waar niemand mag spreken buiten hen, daar durven zij alles zeggen en liegen dat er de stukken van afvliegen. Is het te verwonderen dat de menschen dien staat van zaken moede worden, dat zij den lasteraar onderbreken en tegenspreken Het Nieuwsblad vindt het ongodsdienstig, en wij vinden het volkomen billijk. De kerk is door de priesters zelf van hare bestemming afgebroken; het is niet meer eene plaats waar men God aanbidt, het is een politieke winkel, waar men de kiezingen voorbereidt. God is op het achterplan geschoven en de politiek speelt er de groote rol; alles, tot de tooneelschikking too, is coinedie, en verdient slechts do verachting der weldenkende lie den. En indien wij nu, omdat wij liberaal zijn, voor anarchisten en dynamietards moeten doorgaan, daar kunnen w ij niets aan doen wij laten bei Nieuwsblad en zijne schrijvers met hunne geveinsde eerlijkheid en wij dur ven zeggen dat de ware bedriegers deze niet zijn die het Nieuwsblad zou willen aanwij zen. Z. Z. STEbXJ"IDI=,ElSriSTi3Sra-. HET WEEKBLAD Tot dat ik. burger worde in mijn land derfik weekelijks twee pintjes. 0.20 Vier volksgezinde jassers. 0.40 Het is niet te verwonderen dat de héér nota lis D. zoo gauw lieeft kunnen op het snel twee wielpeerdrijden vermits hij tot Ant werpen heeft leeren te peerd rijden en dat li ij zoogoed don harmonium speelt. 0.10 C. P. F. Je crois que ie moment est arrivé. 0.10

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1892 | | pagina 1