Examen.
De Onvermoeibaren.
Het standbeeld
Alph. Vandenpeereboom.
Brand.
Maatschappij Burgerwacht
Koersen.
Burgerstand der stad Poperinglie.
Beninghelst.
West-Kieuwkerke.
meer hunne waar kunnen bestellen, In een
woord, de gebraden kiekens gingen iedereen
In den mond vallen.
Het de zou gulden tijd zijn in Yperen's be
staan en armoede en ellende gingen bier al
gauw tot de geschiedenis behooren.Ener zijn
onnoozele snullen geweest, die zich zulke
ooren lieten aannaaien en uie in dat valsch
lokaas beten tot over hunnen neus. Doch te
gauw hebben zij ondervonden dat men hun
zure appelen voor citroenen opgehangen had
en dat al die zeemzoete beloften niet anders
waren Jan rotte appelen. Geen enkel fabriek
kwam tot stand; het kantwerken gaat veel
slechter dan ooithet werk ligt allerwege
stil en onze arbeiders zijn meer dan ooit ver
plicht naar den vreemde te togen om eene
korst brood te verdienen.
In het hart van den zomer, eenige weken
voor de Tuindag kermis, bij honderden am
bachtslieden, die onder 't liberaal bestuur in
dit jaargetijde de handen vol werk hadden
en geld bij hoopen wonnen, loopen nu zon
der een slag werk en vergaan bijna van
honger en gebrek. Ook gaan langs alle kan
ten verwenschingen on tegen de godzalige
volksbedriegers die zoo eerloos iedereen in
't zetelken wisten te zetten. Vuisten worden
gebald tegen hen, die den werkers beloofden
ze voor goed uit den nood te helpen en die
nu hunnen godgewijde hielen vagen aan hen
wien zij weelde en schatten beloofden,
Gewis moeten de ooren onzer veelb'lovers
nu tuiten en ruischen om er duizelig van te
worden bij het hooren van al dat zuchten,
klagen en vermaledijden bij onze gefopte
werkers. Mogen deze les te baat nemen en
niet te ras vergeten, hoe men hen in de doek
jes wist te winden en ons een handje bij
steken om die bedriegers kort en goed, zonder
ditjes en datjes van 't stadhuis te kegelen.
Wij zijn enkel nog twee weken van
Tuindag af en er is nog geen enkel feestje
gekend, dat gegeven zal zijn om wat volk
naar onze kermis te lokken. Het program
ma is nog niet verschenen. Het schijnt zelfs
dat onze rijkemakers/zich deerlijk achter de
ooren krabben om iet of wat te vinden dat
der moeite weerd is Er is sprake van eeni
ge duizenden ballekens, legt ze mij daar
lasten betalers, te besteden om een muziek
feest in te lichten, waarop men het muziek
der Gidsen van Brussel tegen zooveel bank
briefjes uitnoodigen zou, benevens eenige
vermaarde 111! muzieken, echte boereblazers
uit Wervik, Langemark, Voormezeele en
andere Zoutenaaien. Voeg daarbij de twee
stedelijke korpsen: Stadsharmonie en Natte
Kazakken alias rapeblazers en men zal moe
ten bekennen dat het muziek der Gidsen
hier schoon figuur maken zal te minden al
dat ketelmuziek, dat minstens uitmuntend
geschikt zal zijn om al de honden onzer stad
te doen huilen en aide vreemdelingen, die
het oorvlies niet al te hard hebben op een
loopje te zetten.
't Ziet er hier lief uit met onze aanstaande
gemeentefeesten.
Binnen acht dagen zu'len wij de schoone
programma der tuindagfeesten eens volledig
ontleenen.
De heer Pieter Nolf, die slechts over twee
jaren ons stadskollegie verliet om de hooge-
school binnen te trekken, komt met de
grootste onderscheiding voor de jury van
Luik zijn eerste examen van kandidatuur in
gen3es-, heel- en vroedkunde af te leggen.
De heer Jozef Bossaert, oud-leerling van
ons stadskollegie, komt met groote onder
scheiding voor dezelfde jury zijn eerste
examen van kandidatuur in natuurlijke we
tenschappen af te leggen.
De heer Josef Justice, oud-leerling van
hetzelfde gesticht komt, met onderscheiding
voor de jury van Gent, zijn eerste examen
af te leggen van doctoraat in genees-, heel
en vroedkunde.
De heer Georges Soenen, oud-leerling van
hetzelfde gBsticht, komt met goeden uitslag
voor de jury van Luik zijn tweede examen
van kandidatuur in wijsbegeerte en letteren
af te leggen,
De heer Karel Justice, oud-leerling van
hetzelfde gesticht, komt met goeden uitslag
voor de jury van Gent zijn tweede examen
van klassieke taalkennis af te leggen.
Al deze uitslagen, die wij met genoe^e
mededeelen, strekken onze jonge stadsge-
nooten tot eere en bewijzen dat de Ypersche
jeugd, in ons uitmuntend gesticht van mid
delbaar onderwijs, zich tot alle vakken kan
voorbereiden, zonder daarom de stad te moe
ten verlaten.
Wij bieden hen onze rechtzinnigste ge-
lukwenschen.
Sinds ongeveer een jaar kwam er hier,
onder de leerlingen van ons stadskollegie
eene maatschappij van Gymnastiek tot stand
voor titel dragende De Onvermoeibaren.
Verleden Donderdag hebben die jonge kna
pen hun eerste feest geven dat, onder alle
opzichten, wel van stapel geloopen is en dat
nog al talrijke toeschouwers uitgelokt heeft.
Ook kwamen er op 't programma, dat heel
lief geteekend was door een der jonge leden,
een zestal nummers, die echt belang ople
verden.Noemen wij eens eventjes eene groote
reeks buigingen en uitstrekkingen, onder
het bestuur van Fr. Hoflack, sprongen, en
samenwerkingen onder 't bestuur van den
zelfden, gezamentlijke oefeningen onder 't
bestuur van Mor. Vergracht; boxe, geza
mentlijke oefeningen onder 't geleide van
Kar. Boeraeve. Schermpartij met den degen
door Kar. en Htor. Boeraeve, en tot slot eene
gezamentlijke oefeningen met den Konink
lijken stok onder 't geleide van K. Boeraeve,
Daaruit blijkt reeds voldoende dat die jonge
schermers hunne leus getrouw blijven en
oprecht onvermoeibaar zijn. Na dat welge-
lukt feestje en om den nagel op den kop te
slaan een wandelingske naar het vrije, opene
veld om zich dan met te meer lust aan eene
tafel te plaatsen, waar een smakelijk eet
maal de Onvermoeibaren wachtte.
Het was een echt puik feestje, dat den
inrichters, hoe jong ook tot eere strekt. Ho
pen wij dat de Onvermoeibaren de kiem is,
waaruit eene maatschappij van Gymnastiek
ontstaan zal waaraan Yperen zooveel be
hoefte heeft.
Het zal er toch van komen. Het standbeeld,
door het liberale Yperen aan wijlen Alph.
Vandenpeereboom, oud-burgemeester, oud-
volksvertegenwoordiger, gewezen minister
en staatsminister, schrijver der Ypriana,
opgericht, zal eerlang geplaatst woorden
in den hof te midden de Vandepeereboom-
plaats. Men is reeds volop aan het metsen
der grondvesten en alles doet voorzien dat
het beeld in September eerstkomende zal
kunnen onthuld worden. Het beeld zal uit
wit marmer gebouwen zijn en is het werk
van den kundigen beeldhouwer Fiers, die
reeds zooveel mooie en grootsche beelden
voor ons stadhuis heeft gebhteld. Men mag
zich dus aan iets heel .nooi en werkwaardigs
verwachten. Nu 't is 1 eter laat dan nooit.
Een gul en driedubbel bravo! voor de hee-
ren van den oprichtingsraad.
'Op een 3 tal kilom. onzer stad, op 't ge
hucht Pilkem, is er maandag nacht een he
vige brand uitgeborsten ter bakkerij, herberg
en boerderij St. trispijn. De stallen enbe-
lroorige gebouwen zijn totaal afgebrand.
Alleen de herberg is overgebleven. Eene koe
en het paard zijn gered; twee andere koeien
en de zwijus kwamen in het vuur om. De
schade is zeer aanzienlijk. Men kent de oor
zaak dier ramp niet.
De weduwe Dewachter die daar met hare
twee zonen woonde was doodziek en zij
moest bewaakt worden, men heeft het onge
lukkig mensch op de straat gevlucht en zij
is daar vier uren blijven liggen onder den
blooten hemel. Wij vernemen dat zij reeds
overleden is.
Men verzekert dat de kwaadwilligheid
niet vreemd is aan deze ramp.
Alles is verzekerd.
Schieting van Maandag 18
Juli.
Vermeulen Henri 3
1 9
7
8
28
Justice Jean 1
7 9
4
5
26
Vandermeersch E. 3
3 10
7
1
24
Butaye Arthur 5
5 6
2
4
22
Bogaert Alph. 4
3 7
7
1
22
Ter gelegenheid der feesten aan de Poly-
gone zal er 's namiddags om 1 1/2 ure eenen
omnibus vetrekken uit de afspanning Het
Zilveren Hoofd Gaan en keeren 75 cent.
BURGERSTAND.
van den 15 tot den 22 Juli 1892
Mannelijk geslacht 4. Vrouwelijk id, 4.
Baekelandt Sophia, 40 jaar, herbergier
ster, weduwe van Josephus Timmerman en
echtgenoot van Justinus Roffiaen, Boterstr.
Turpin Maria, 78 jaar, zonder beroep, we
duwe van Clinckemaille Josepbus, Rijselstr.
Claeis Eugenie, 80 jaar, zonder beroep,
weduwe van Josien Laurent en van Courdain
Alexandre, S'-Jans Hospitaalstraat.
Siindcren beneden de jaar-
Mannelijk geslacht 1. Vrouwelijk id. 0.
van den 14 tot den 21 dezer maand
HUWELIJKSAANKONDIGINGEN
Jules Derycke, bijzonderen, en Louise
Quaghebeur, bijzondere, beide te Poperinghe.
Petrus Quaghebeur koopman te Watoe en
Leonie Proot herbergierster te Poperinghe.
Achille Dequidt, smidsgast, en Romanie
Debyser kantwerkster, beide te Poperinhe.
René Dedecker, maalder, en Eugenie Rap-
pelet, bijzondere, beide te Poperinghe.
Henri Catteeuw, dienstbode, en Romanie
Sergier, dienstmeid, beide te Poperinghe.
GEBOORTEN
Mannelijk. 5 Vrouwelijk. 2
HUWELIJKEN.
Charles Maton, werkman te W&tou, en
Juliana Labaere, werkster te Poperinghe.
STERFGEVALLEN.
Bonal Philippus, oul 70 jzonder beroep,
wed. van Amelia Debyser, Boescheepstraat.
Kinderen beneden de 7 )aar.
Mannelijk. 0 Vrouwelijk. 1
Bij naamgeving van de straat.
Maas pannekoek Beminde parochia
nen, onze straat die wij bewonen is eene van do
treffelijkste straten van geheel het dorp. Zij heeft
tegenwoordig drie namen: de le de Patersstraat, de
2C de Siafferstraat en de 3° de kommerestraat. Zij
blinkt wonder schoon in de zuiverheid en ook won
derbaar in hare beplanting langs de beide kanten.
Meest alle de hoogste koppen van de gemeente zijn
daar langst te vinden. Vele komieke, dankbare,
zuivere heiligen zijn er, die bijkans bereid zijn om
rechte naar den hemel te vliegen. Vele jeugdige,
jonge, knoddige, katoenen snelhartekens groeien
in de plautatie, wien men zouden stelen om hare
schoonheid en in eene kweekerij van nog veel an
dere soorten: dikke katoentjes die draaien naar
alle winden. Backus alleszins den wilden boom,
snuifdoosboom, scherpe testamenten, panderdra
gers, japneu.kop en beerleider die een hoedje
d.aagt met drie pinnen en eene kobbe, commeeren
en lange tongen, keerkak mannen, ariequins, kreul-
kopfjes, grooten gazettelezer die 't altijd al weet en
klapt, kasroldragers, gewezen processie nonneke,
een gekeerde veste, drager en drageres, een van de
schoonste roozentjes die nergens op geene hoornen
te vinden en zijn. Zoo om alle hare wonder deug
den en schoone gedane daden geef ik de naam van
de Flinktloeterstraat en ik geloof wel dat zij waar
dig is deze naam te dragen.
In ons dorp woont een boer met name L.
Leuridan, een japneus van de onbeschoftste
soort, die meent dat 's keizers kat van zijne
familie is en die de mensciien, als ze van
zijn gedacht niet zijn, aankijkt alsof hij ze
met huid en haar oppeuzelen gaat. Sinds
eenigen tijd loopt de verkooper van 't Week
blad dien gebenedijden keersesnuiter deer
lijk in den weg en daarom zoekt dien flam-
beeuwlekker van alle hout pijlen te maken
om een vreedzamen liberalen gazetverkoo-
per de keel uit te hangen, te tergen en uit
te dagen.
Over eenige weken was die onbeschofte
rik in eene herberg, waar de verkooper
zijne waar aan den man bracht en daar
iedereen het Weekblad opsnakte en onze
verkooper dus heel goede zaakjes maakte,
kon de pilaaarkrabber dat door de maag niet
krijgen en sprong eensklaps op en zette allen
aan geene slechte gazet te koopen. Jamaar
de Nieuwkerknaars zijn ook precies van
geen twee oude wijven gemaakt en laten
zich niet zoo gedwee ooren aannaaien. Zien
de dat men zich om zijn la wijt zooveel be
kommerde als een leeuw om een tetting,
ging hij haast zichzelven de keel afbijten
van kolerie. Hij sloeg zelfs de gazetten uit
de handen der koopers en verkooper.
Geboorten.
Ovei-li.jtlens.
1 «»ec tl-xs-cOag-g-—-
Ziehier, beminde lezers, de litanie welke Jan
Straal opgesteld heeft ter eere voor de nieuwe
naam van de straat. Laat ons allen de hulp en bij
stand vragen aan de heiligen van beide geslachten,
om door alle de moeilijkheden te kruipen.
H. Augustinus, bid voor onzen driestekker, dat
hij niet en zoude moeten schudden en beven, wan
neer hij zal verschijnen voor den grooten man van
hierboven, omdat hij een druppelke wijn weigerde
aan tie om het brandende hert van haren stervende
man te laven.
H. Antonius, patroon tegen het verloren goed,
bid voor Lui Chimiek den grooten vriend van baas
pannekoek, omdat den verloren heiligen Jacobus
weer op zijne plaatse zoude mogen gesteld worden.
H. Aplonia, wie haar gesneden voet weggenomen
is, bid voor de heilige familiie, wien hier op de
aarde zulk een schoon levenkea hebben en de
millioenen verzamelen met het zweet van den werk
man, omdat zij hiernamaals niet en zouden moeten
branden.
H. Laber, patroon en voorspreker by onzen
vader baas den smeerbuik, bid God om genade,
voor al de wilde pianten die bedroefd zijn door de
liefde pijn, voor alle hunne schoone gedane kre-
weikens een waarde beiooning zouden mogen be
komen. bij den heer, van op eenen hooger zetel te
mogen zitten in den hemel.
H. Cecilia met d'harpe in d'hand patroones van
den dans, vraagt kloekte, en sterkte aan onzen
vader die in den hemel is voor de bazen, omdat
hunne ziel niet verdoemd zouden worden, degene
die op onze kermis eenen goeien flikker zullen
laten doen.
H. Komelius, bid voor onzen beenhouder omdat
hij zoude mogen volherden in zijn nieuw leren.
H. Sefa, smeekt den heer omdat hij oude willen
een oogje slaan op de krulie, lieveling van ons
baaske, omdat zij vroeger geene leute hadde, en
nu, sedert zij in de kongrecatie is vaa de gelapte
koussen, niemand meer en kan zien lachen.
H. Monika, ontferm ons bleek-zwart roozenrje
bij den heer, die vroeger den koeipoester in de
gazette heeft doen zetten, omdat hij het jeugdig
leliebloemke van bij den bossenboom een paar gaf
en later hem vergiffenis vroeg toen zij te biechten
ging en zei: Eerwaarden vader ik beklagen het
dat ik u in de gazette heeft doen zetten.
H. Koba, bid voor de lichtzinnige menschen om
dat zij zouden mogen verkloeken. Ja-ja klein wuif-
ke die zeidetijdens dat baas op zoek was achter
de heiligen, moeste men een beetje van een vinden
dat zoude veel zondaren doen bekeeren. Och heer
wat is het toch van kwezelinnen, zij zijn zoo flauw
dat zij den balk niet bemerken welke zij in hunne
oogen dragen; dat is de gang van de dibben altijd
spreken van andere en het hunne laten zij zitten.
Zij en letten niet op het duivelen in den Zondaghof
tot op den hoogdag van Sinxen. Ziet onzen vader
dat nief die in den hemel is, ik geloove wel van
ja? H. Koba doet ook een klein woordeken ten
besten voor Jan, dat hij zijn hoofd ook mag dragen
onder de soutane van de schouwvagers. Als men
onder dat dak kunnen geraken, men mag ons reken
in den hemel voor men dood is.
H. Rodin, smeekt den heer met uwe kameraden
voor de verdooldheid van het klein ventje den
brandigen kom ys en Madam van bij den tuin, die
hunne vesten gedraaid hebben. Omdat zij, ze zou
den mogen weeromkeeren op hunne rechtere zijde,
amen.
Gebed.
Eerzame lezers en lezeressen van Reninghelst en
Westouter, die wij ze alle twee wel gekend hebben.
In dienen tijd had er ons iemand moeten zeggen,
wij zullen het nog zien, dan die twee komparanten
hunne vesten gingen keeren, wie hadde dat kun
nen gelooven Bij zoo verre hadden wij eene kerke
durven bouwen op hunne vastheid.
Jan heeft het u alreeds doen opmerken, dat het
zoo moeielijk is, om den grond te verstaan, wat het
is van domme menschen. Jan zoude daar nog over
kunnen, dat het eenen werkman ware die dat doet,
om zijn dagelijks stukje brood te verzekeren, voor
zijne arme vrouw en kinderen, dit doende en niet
mand moeten inzien. Dat is een beetje te straf? Gij
moogt liet voorwaar gelooven, moest ik eenen dag
zulk een gevoel krijgen, dat ik zonder uitstel een
vuurwapen zoude koopen en mijnen kop door
branden, liever dan mijne veste te draaien met 't
volle verstand en zonder reden. Dat is deugdelijk
gesproken.
Baas pannekoek, Jan de litanie en het gebed
is zeer wel opgezet. Wij zullen nu eindigen voor
vandaag. Ik ben nu gedoopt en de straat heeft ook
hare nieuwe naam ontvangen en er blijft nu nog
de wijding <n de inhulding over, wanneer peist gij
dat gij zoude kunnen tijd hebben om eene Cortege
te formeeren voor de installatie te doen.
Jan; baas ik kom daarjuist eenen brief te ont
vangen waarbij mijn oud lief mijne welwillendheid
vraagt omdat ik bij haar een bezoek zoude willen
afleggen do toekomende week, en eenige dagen bij
haar verblijven. Mijnen geest en kan dat niet wei
geren, het hemdeko hangt nader als het rokje
zeggen de katoentjes. Dat is waar dat de eerste
liefde de hertelijkste is cn langst in het geheugen
blijft Maar zoohaast dat ik zal 't huis komen zal ik
zonder uitstel aan 't werk vallen cn de Cortege
formeeren voor Zondag 21en Juli. Al bravo roe
pende gaan wij allen uiteen tot binnen acht dagen.
Bij manier van spreken, indien C. de Mollen-
lippe, Binche driebeen en Mantjekuk moesten alle
drie in eeneu zak zitten, met de muile toegebon
den, wien van uw beminde lezers van Reninghelst
zou durven de kans aangaan, om een van die drie
komparanten uit te schudden voor den boosten.
Lost dit vraagstuk op onder u Jan Straal.