De Tentoonstelling van Strijd
naar Lauweren.
Maatschappij der Oude Pompiers.
Sterfgeval.
Enregistrement eu Domeinen.
Schijfschieting en bimienroeping
der klassen.
Fraeys. Dat sommige onzer vrienden
liet wat te bont hebben gemaakt in hunne
zending. Gedurende den prijskamp der wiel
rijders heb ik bitter hooren klagen over de
handelwijze van sommige commissarissen.
Dobbelen Rosten. Brouwers, steek dat
in uwen zak, dat is voor u.
Brouwers. Neen, 't is voor u, want
met uwe ruwe manieren en uwe onbeschoft
heid hebt gij vele menschen getergd.
Fraeys. Verre van mij iemand in 't bij
zonder te willen aanduiden; ik wil slechts
doen opmerken dat men steeds met veel om
zichtigheid met het publiek moet omgaan.
Brouwers. 't Is onmogelijk voor ieder
een wel te doen.
Colaert. Mijnheeren, wat onze vriend
Fraeys daar komt te zeggen is geene beschul
diging, het is slechts eene bemerking waar
van gij in 't vervolg moet rekening houden.
Doch hij voegde er zooeven bij dat het
schepencollegie ook te weinig takt heeft ge
kloond. Ik bid hem zich te willen verklaren.
Fraeys. Volgaarne Ik heb gedacht,
Mijnheeren, dat het schepencollegie, zou
gezorgd hebben om eenige welopgevoede
jongelingen aan te duiden om de heeren mu
zikanten der Gidsen te onthalen, te vergezel
len gedurende hun verblijf in onze stad en
hen onze prachtige gebouwen, onze muzëums
en onze schoone geschilderde zalen te doen
bezoeken. Het griefde mij die heeren te zien
rondwandelen gelijk dwaalgeesten en door
niemand te worden aangesproken. Men
maakt alle soorten van ontwerpen, men stelt
zich voor dit en dat te verrichten, in iar als
het er op aankomt, wordt er niets gedaan en
de Ypersche gastvrijheid wordt grootdijks
verdacht.
Colaert Men had besloten die heeren
met het stadsmuziek naar de statie te gaan
afhalen, maar het muziek was op dienst voor
de koersen en Henrietje weigerde de mede
werking zijner muzikanten.
Henrietje. Ja maar wees rechtzinnig,
als 't u belieft. Gij hebt mij op het laatste
oogenblik gevraagd om de medewerking der
fanfaren te hebben, voor de koersen, zeggen
de dat het stadsmuziek de gidsen moest in
halen. Het was te laat om mijne mannen te
vermanen en op tijd en stond gereed te zijn.
Daarenboven ik vind het niet billijk dat mijne
muzikanten eenen geheelen namiddag zouden
gaan draaien in de brandende zon, zonder de
minste vergelding terwijl uw muziek betaald
wordt en de gemakkelijkste diensten zou
verrichten.
Fraeys. Zoo is het, 't eene misverstand
brengt het .andere bij en alzoo valt alles in
't water.
Colaert. Die heeren kunnen zich toch
niet beklagenwij hebben hen den eerewijn
aangeboden, hen verwelkomt en, na het
eerste concert heb ik den muziekoverste gaan
gelukwenschen over de kundige uitvoering.
Henrietje. Ja, ge zijt zeer hoffelijk ge
weest, ik moet het bekennen. Maar had nu
de muziekoverste moeten vragen of gij eeni
ge muzikale kennissen bezat, wat zoudt gij
geantwoord hebben
ten martelen mij af, knagen aan mijn hert en
geweten, zoo zij mij niet verhooren wil, dan
zal ik onder het lijden bezwijken.
Kom, volg mij, sprak de schoone Her-
mance koel ik zal u bij Eleonora brengen.
Hij volgde haar en hij werd in eene kamer
geleid, waar een kristusbeeld tusschen twee
waskeersen stond bij dat zicht perelde het
koud zweet hem op het voorhoofd.
Hermance schoof een bedgordijn weg, en
zij toonde denverleider het lijk van Eleonora,
zijn slachtoffer.
Een ijselijke kreet ontsprong zijne borst,
en lang duurde het, eer hij uitbrengen kon
Ach heb toch medelijden met mij 1
Wend u tot God, sprak de schoone
Hermance, en smeek hem medelijden en
genade voor den verleider der onschuld af.
Maar mijn kind, o geef mij toch mijn
kind, bad hij, ik heb behoefte aan lief
de ik zal het beminnen, er van bemind wor
den en zoo zal ik nog kunnen leven.
De moeder heeft het mij toevertrouwd:
ik heb plechtig beloofd het op te brengen in
eer en deugd: het is nu mijn kind geworden.
O God wat kunt gij wreed straffen,
riep de verleider uit, en ontvluchtte het
huis.
Drij maanden later had er zich iemand in
zinneloosheid om het leven gebracht het
was mijnheer Adolf.
EINDE.
Colaert. Ik zou ootmoediglijk mijne
onbevoegdheid hebben bekend, maar ik zou
er bijgevoegd hebben dat ik de tolk was van
al de toehoorders.
Henrietje. En gij zoudt getoond hebben
dat gij er over ooideeldet gelijk een blinde
over de kleuren. In plaats van overal te wil
len toonen wie ge zijt, moest gij mij, die
muzikant ben, met deze taak laten gelasten.
Ik zou een bewijs hebben gegeven van mijne
menigvuldige wetenschappen en van mijne
muzikale kennissen. Maar neen 't moest gij
zijn, en overal waar gij verschijnt moet een
ander zich achteruit trekken.
Colaert. Het is zeker daarom dat gij
uwe fanfaren niet hebt willen laten spelen
gedurende de koersen. Maar gij begrijpt wel
dat ik, eerste schepen, u in mijne plaats niet
kon laten optreden.
Henrietje. Ik heb mijn muziek niet ge
weigerd, maar ik herhaal u dat ik te laat
ben verwittigd geweest. Ten andere ik kon
niet vermoeden wat gij later gingt doen.
Fraeys. Mijnheeren, waarom elkander
in den haard bijten?
Colaert. - Maar 't is uwe schuld 1
Fraeys. Mijne schuld hoe zoo 1
Colaert. Gij hebt gezegd dat wij geen
takt hebben.
Fraeys. Inderdaad, ik beken het. Maar
ik raag u nogmaals waarom gij niemand
hebt aangewezen om de eer der gastvrijheid
"tegenover vreemdelingen te bewijzen Gij
verstaat dat onze vijanden de geuzen dit zul-
l:n bemerkt hebben en dat zij er niet weinig
over zullen zwansen
Colaert. Maar wie zou zich met dat
werk willen gelasten
Fraeys. De eerste de beste, die eenige
opvoeding bezit; het ontbreekt ons aan geene
welopgevoede vrienden Maar beken rechtuit
dat gij er niet aan gedacht hebt.
Dobbelen Rosten. Kss Kss Kss
Brouwers, De poppen gaan aan 't dan
sen
Fraeys. Ik heb ook bemerkt dat onze
yrienden, die in den Boe ver.etaderd waren,
geschreeuwd en getierd hebbw gelijk beze
tenen, binst het concert en dit bewijst niets
ten hunnen voordeele,
Brouwers. 't Was't effekt van de cham
pagne.
Fraeys. Die houding is onverschoon
baar, mijnheeren, en het ware te wenschen
dat zulks niet meer gebeurde.
Colaert, Waarde vriend, indien onze
leverige medewerkers gemist hebben mag
men het hen niet euvel opnemen, hun iever
was te groot en zij hebben maar gefaald door
un excès de zèle. Onze feesten hebben ten
volle gelukt, ik herhaal het, en ik dank u
nogmaals voor den dienst die gij ons bewezen
hebt. De zitting is gesloten.
sxRxJiDFEisraNri^ra-.
Wij hebben met veel genoegen de 3e ten
toonstelling van v Strijd naar Lauweren
bezocht, omdat wij er vaststellen kennen
dat die jonge kunst beoefenaren er zich immer
met meer en meer vlijt, moed en volharding
op toeleggen. Niet dat wij zeggen gaan dat
alles daar naar de volmaaktheid ruikt en wij
er niets dan meesterstukken te zien kregen,
bijlange niet. Er waren veel knoeierijen,
veel onbeduidende nietigheden op kunstge
bied, maar wij weten dat ars tonga de
kunst lang is. Het is niet ad valorem naar
de waarde dat wij hier ons oordeel strijken,
het is integendeel naar den voortgang dat wij
uitspraak doen. Ab uno disce omnes, naar
een beoordeelt al de andere, want allen hebben
veel taaien wil moeten aan den dag leggen
om meer en beter dan de vorige jaren voort
te brengen, vooral wanneer men weet hoe
veel moeilijkheden, ontmoediging en tegen
werking die jonge kunstenaren ontmoeten
van hem, die hen het meest zou hoeven aan
te wakkeren en mo.d in te spreken. Het is
reeds zeer schoon dat zij in die voorwaarden
nog moed gonoeu heziilen om ad honores
voor de eer le blijven voort werken. Deo
juvdhte, God IHpen le zullen zij het verre
brengen spiffs a'le tegenkanting, allen brood
nijd en alle ikzuent. Honos alil artes de eer
voedt de schoone kunsten, dat weten die moe
dige jongelingen en daarom wedijveren zij
zonder ijverzucht onder elkander voort. Dat
is schoon, dat is edel en dat verdient aan
moediging.
Wij zullen hier elks verdiensten niet uit
pluizen en ook niet zitten te vitten op de ge
breken, op het mislukte. Echter zagen wij
onder de schilderijen menig heel mooi en
kunstig geborst' ld stukje van de heeren Jor.
Coftyn, Gust. Lahousse, Kar. Dechièvre, Jul.
Vuylsteke, Declein, Haverland en anderen
nog. Onder de aquarellen, teekeningen en
pastellen dienen de volgende heeren vermeld
te worden: Jor. Coffyn, Val. Tremery, G.
Lahousse, J. Vuylsteke, C. Souxdorf, Aug.
Leroy. Daar waren puike dingetjes onder.
Voor wat de bouwkunst aangaat eene heel
bijzondere melding voor Arth. Maegerman,
Is. Werrebrottck, Cam. Souxdorf, Edm. Loos-
berg en meer anderen,
In de beeldhouwkunst hebben L. Keste-
leyn, J, Clement, H. Wouts, Edm. Loosberg,
Aug. Goethals, Cam. Cornillie en anderen
zich zeer onderscheiden.
Ook de sieraadsehilderiug liet niet te wen
schen. Noemen wij maar de werken van de
heeren Jor. Coffyn, Em. Haverland, H. De-
puydt, Al. Depuydt, J. Vuylsteke.
Het was in een woord eene heel mooie
tentoonstelling, waarover vele grooiere ste
den jaioersch mogen zijn. Een wenk echter
willen wij aan Strijd naar Lauweren
geven. Het is van bij eene naaste gelegen
heid een jury te benoemen, die onder de aan
gebodene werken eene keus doet en al er
uit verwijdert, dat enkel dienen kan om de
tentoonstelling te ontsieren en om de mooiste
stukjes van hunne waarde te doen verliezen.
Die keuring is njet gemakkelijk hoe opus
hie labor est, daar is de struikelsteen, ff(e
moeilijkheid, dat weten wij, maar met wat
takt en goeden wil zal dat de plano, gemak
kelijk gaan. Et nunc erudimini en nu
W.ee§t onderricht, strijders.
Tot slot een driedubbel goedheil! een har
telijk bravo voor die talentvoffe en qigedir
ge kunstbeoefenaars. Dat zij te naasten jare
nog eens bewijzen dat zij op den weg der
kunst niet stil blijven, maar immer en altijd
vooruitgaan
Hieronder de winnende nrs der tombola.
1904 Paysage, peinture.
1026 Lithographie.
1538 Lithographje.
1579 Marine, peinture.
1544 Lithographie
1944 Tète d'enfant, bas relief.
1295 Lithograhhie.
1533 Lion, sculpture.
1945 Marine, peinture.
1423 Lithographie.
1169 La vie de M. Alph. Van den Peere
boom (Livre).
1518 Le musicien ambulant, peintnre.
1788 Fin d'hiver, peinture.
1344 Roses,
1034 Paysage,
1589 Paysage, sculpture.
1502 La malle de Douvres, peinture.
1267 Buste. (Don de M. G. Lapiere).
tentoonstelling 2
De personen welke een of meer der uitge
trokken nummers bezitten, mogen ze gaan
eischen in liet lokaal der maatschappij her
berg De Sterre. buiten de Statiepoort, be
woond door Mad. We Magerman.
Wij lezen in 't Laatste Nieuws
In de marmiet. Een barakman, die het
spel speelde van den heiligen Antonius met
zijnen ketel (van zoo een spel-kennen wij
niets, Red), heeft zijne klieken en klakken,
zijne poppen en zijne marmiet moeten afge
ven, waarna hij zelf, in het kostuum van den
heilige, met zijne helpers en helpsters, allen
beijigen, in den ketel...., pardon, in den
amigo werd gedraaid, omdat 'zijn spel als
heiligschennis werd aanzien!)
Wanneer er geene andere reden zijn tot
het iubeslagnemen van zijn goed, raden wij
den heiligen Antonius aan een proces in te
spannen tegen deroovers van zijn eigendom.
En dit proces zal St-Atonius, met of zon
der verken, hoogop winnen, daar de politie
het recht niet heeft zulke dwangmiddelen
uit te oefenen en de censuur in... de barak
ken in te voeren.
'T zal nog al beteren! wacht maar.
ANTWERPEN. Aanbevelingswaar
dig is het hotel-restaurant De Gouden Roos,
Tor/brug, 3, tusschen Kaasrui en Hoofd
kerk, gehouden door Em. Devos, boekhou
der gekende Stokerij J. Meêus.
Middagmalen. Bifstukken. Logement.
(Adres goed noteeren of uitsnijden).
REIS NAAR BLANKENBERGHE
op 21n Augusti 1892.
Inlichtingen voor de 280 leden welke aan
dit uitstapje deel nemen.
Vergadering ten 7 ure in het Hof van
Commerce Hondstraat.
Vertrek uit Yperen ten 7.46.
Aankomst te Blankenberghe. 10.14.
Noenmaal in het groot hotel Victoria op
den dijk ten 11.45 juist.
Nadien Muziekfeest op den dijk, waarvan
hieronder het programma.
Vertrek van Blankenberghe 6.03.
Aankomst in Yperen 8 06.
Prijs van gaan en keeren is, 4 fr. 24® klas,
en 2.65 derde klas,
1. Les Anciens pompiers, allegro
militaire. P. Deliège.
2. Le Conquérant, ouverture, A. Govaert,
3. Aïda, hymne-marche-danse, Verdi.
4. Menuet,
5. La Poupée de Nuremberg,
ouverture, Adam.
6. Le grand Mogol, fantaisie, Audran.
7. Souvenier d'Ostende, ma
zurka, p. Justinus
Eene der achtbaarste familiën onzer stad
komt in den grootsten rouw gedompeld te
worden. De beer Ernest Stoffel, kapitein bij
het 3de regiment lanciers, te Gent, en zoon
van onzen stadsgenoot den he,er Karei §tqffe|,
is Donderdag na eene kortstondige ziekte
overleden, in den jeugdigen ouderdom van
35 jaren.
De onverbiddelijke dood stelt alzoo een
einde aan eene roemrijke en veelbelovende
loopbaan; het is algemeen gekend dat de
heer Stoffel een zeer verdienstelijk officier
was en dat de grootste onderscheidingen
hem te vachten stond.
Wij deelen grootelijks in het verlies dezer
achtbare familie.
M, Minnaert, ontvanger te Beveren Is in
dezelfde hoedanigheid te Yperen benoemd, in
vervanging van den heer Bogaert.
BURGERSTAND.
van den 12 tot den 19 Oogst 1892
Geboorten.
Mannelijk geslacht 7. Vrouwelijk id, 3.
Huwelijken.
Doornaert Henri, meubelmaker, et Verle
dens Maria, herbergierster.
Doutreluingne AlphQnse, ffiengtknepht, en
Vulcke Euphenia, dienstmeid.
Overlij <Ien*,.
Dondeyne Theophile, 53 jaar, metser, echt
genoot van Waterblei Amelia, S'-Jacobs-
buiten.
Moerman Martinus, 78 jaar, zonder beroep
weduwaar van Westrand Matbilde en echt
genoot van Yervisch Maria, Rijselstraat
Vandenberghe Nathalia, 74 jaar, zonder
beroep ongehuwd, Rijselstraat.
Hinderen beneden de J jaar
Mannelijk geslacht 5. Vrouwelijk id. 7.
De aanduidigings tabelle der verschillige
tijdperkken voor 't voetvolk komt gansche
veranderd te zijn.
Van 29 Augusti tot 10 September het 3»
peg1 Jagers te voet en de grenadiers.
Terwijl wij aan het jassen waren gezeten
hebben wij den strijdpenning niet vergeten. 0.70
Totdat ik burger worde in mijn land derf ik
weeltelijks twee pinijes. 0,20
Omdat tjaake zoowel de bollen kan inzeepen
in de tra der bascule tegen dat Leroy ze
moet scheeren. Ze schuimden. 0.20
Voor de schoone receptie der kaloten bij de
Gidsen 0,25
Er waren wel 25 commissarissen of délégué?
te kort om aan de gidsen, alles wat
merkmaardig is te laten zien 0,25
Zij hebben er een handje van voor wat de con-
venentiën aangaat o,25
Gansch don dag liepen zij ais verloren 0,05
Was Collaert die den spich deed, voor wat
de muzie.kale aanging! Oh oh 1 jCoL.y.
Ooi.... quel toupet) kent hij daar iets van? 0,25
Voor de bataille, welke de jongens van Sint
Aloïsius school sloegen, vrijdag laatst ii*
de rijselstraat al in rang zijnde en nog in
tegenwoordigheid der meesters 0,50
Ze civiliseeren ze, gelijk in den Congo 0,25