Examen. Tentoonstelling. Poperinghe. Burgerstand der stad Poperinghe Beninghelst. Driejaarlijksche tentoonstelling van Schoone kunsten, te Gent. dus geen enkel spoor om de schelmen in de gariool te krijgen. M. Léonard Pauwels, gewezen leerling van ons stadskollegie, zoon van den bestuur der onzer knechtjens wezenschool, komt met onderscheiding zijn uitgangsexaam af te leg gen, voor de normale school van Gent. Hij bekwam de 3de plaats. Wij wenschen hem proficiat. Volgens wij vernemen zal er Zondag 25 September in de blauwe zaal van het Stad huis twee meubels, ware kunst gewrochten, door den heerEmile Cofïyn Coutrez, ten toon gesteld geworden. Een in ébènen hout met inlegging, gra- vuur, en beeldsnijding in ivoor, het ander in écaille en koper. De tentoonstelling is open van 9 ure 's mor gens tot 1 ure namiddag. BURGERSTAND. van den 16 tot den 23 September 1892 Geboorten. Mannelijk geslacht 4. Vrouwelijk id, 1. Vancappel Louis, klakkenmaker, en Bru- neel Elodie, dienstmeid. Van Den Eynde Regnier, bediende bij de accijzen, en Weckesser Alice, zonder beroep. O verlij (lens. Geldhof Pieter, rondleurder, 56 jaar, echt genoot van Reynhout, Lange Thouroutstr. Durnez Maria, 84 jaar, zonder beroep, we duwe van Warlop Pieter, S' Jacobsstraat. Maes Maria, 37 jaar, zonder beroep, echt genoot van Delbrouck Josef, Oude Hout marktstraat. Clarysse Gérard, 87 jaar, zonder beroep, weduwaar van Knockaert Sophia, Rijsel- straat. Carlier Adolf, 28 jaar, smid, echtgenoot van Verminck Clemence, Aardestraat. Kinderen beneden de 7 jaar Mannelijk geslacht 2. Vrouwelijk id. 1. Het standbeeld Alph. Vandenpeëreboom te Yperen. Heden Zondag middag wordt te Yper het standbeeld van den beroemden staatsminis ter Alph. Vandenpeereboom plechtig inge huldigd.Plechtig voor zooveel, want de kollectie kattekoppen die nu ook op het altijd liberaal stadhuis van Yper meester spelen, hebben alles op touw gezet om deze plechtigheid zooveel mogelijk te verminde ren. Als tristes sires dat ze zijn schijnen zij nog de schaduw van den grooten staats man te vreezen die bun en hunne jammer lijke politiek zulke bijtende slagen en neer lagen toebracht. Ja, het reuzenwerk door Vandenpeereboom als burgemeester, volks vertegenwoordiger en minister verricht doet hun over de nietige mannen blozen die de dompers heden aan Yperen en het arrondis sement hebben opgelegd; immers wie zou durven eenen Surmont of anderen Colaert aan den beroemden held vergelijken welke zijne tegenstrevers zelfs heden verplicht zijn te vieren 1 Zij gevoelen hunne domperspartij onbekwaam mannen zooals Vandenpeere boom op te leveren, daarom ook vreezen zij zijnen roem en nagedachtenis te moeten vereeuwigen. Ah! indien de liberale staatsman die zooveel voor Yper deed, zijn standbeeld van bet tegenwoordig kaddoddersbestuur moest verwachten, dan zou het nog lang misschien altijd te komen blijven, maar zijne ontel bare bewonderaars niet alleenlijk uit Yperen en het arrondissement, maar uit het gansche land hebben voor dezen plicht gezorgtbij middel van inschrijving werden overal gel den ingezameld en eindelijk prijkt te Yperen het standbeeld van dezen die door zijn eigen roem tot roem der stad en het arrondisse ment strekt. Talrijke Poperingnaars hebben in deze in schrijving het hunne bijgebracht, want ner gens meer dan in onze stad treft men vrien den en vereerders van den betreurden minis ter. De ontelbare diensten die hij gedu rende lange jaren als volksvertegenwoordiger aan onze streek bewees zijn nog ia het ge heugen van iedereenin menig huis alhier wordt zijne beeltenis op de eereplaats be waart als dit van eenen weldoener aan wie men dank verschuldigd is. Weinige jaren zijn verloopen sedert het afsterven van den volksgeliefden represen tant, en hoe is de toestand niet reeds ver andert. Om maar alleenlijk het heden- daagsche Yperen te vergelijken met hetgeen het onder zijn bestuur was, zien wij dat de weelde en den handel die dan heerschte nu bijna verdwenen is, dat het prachtig garni zoen van eertijds dit sieraad en die bron van neering voor Yperen sedert lang haar ont nomen is, dat Yperen niets meer van eene vervallende en verkwezelde stad te kort heeft. Daar gelijk elders zijn de dompers baas, en zoolang zij Yperen onder het juk hebben kan den toestand maar verslechten. Mannen zooals Alph. Vandenpeereboom zal zulke partij nooit leveren, zijnen naam behoort reeds tot de geschiedenis en zal altijd tot eer der liberale partij alleen strek ken die hem tot het politiek leven heeft gebracht. De uur der inhuldiging (12 uren 's mid dags) is slecht gekozen omdat vele Popering naars ze zouden kunnen bijwonen, maar alwie liberaal is en het hart op de ware plaats draagt zal deze laatste hulde aan den volksman toegebracht met vreugde verne men en van de eerste gelegenheid gebruik maken om dit gedenkteeken te groeten. Nog 'ne nieuwe square Ons heer zegde tegen zijn apostelengaat vermenigvuldigt I en onze Poperingsche stads bestuurders brengen dit woord ten uitvoer met de lusthoven anders genaamd squares. Over eenige jaren hadden wij geene squares nog geen boulevards, maar wij hadden schoo- ne breede marktplaatsen die op de markt en jaarfeesten nog bijna te klein waren om de boertjes en kooplieden te bevatten die er uit alle kanten naartoe kwamen. Nu zijn ze in lusthovetjes herschapen, is het een goed wij twijfelen er aan. Vraagt liever aan de inwoners van de peerdenmarkt of zij niet liever hunne oude marktplaats bewaard had den wel verstaande opnieuw gekasseid, dan het nieuwe bloemenplein. Wie zal dit be wandelen, en waar zal men de paardenfees'- ten voortaan inrichten indien ze ooit in Po peringhe herleven Vroeger kwam nog van tijd tot tijd n'en cirk op de paardenmarkt, te inwoners en bijzonderlijk de herbergiers van den hoek hadden dan eenige dagen vah goede neering, maar voortaan mogen zij daaraan ook vaarwel zeggen. De zeldzame koppeltjes die misschien soms des nachts in den speelhof zullen warreeren. zullen hun niet het minste profijt bij brengen. P. S. Wij vernemen dat men nog 'nen lusthof van de kaasmarkt zal maken en dat met een fontein in 't midden. Welke ver- fraaïng voor dit geweste Twee maten. Velen vinden het zonderling dat ons stads bestuur, nu dat overal besmettelijke ziekten heerschen en tijdens deze wreede zomerda gen nu toelaat de lijken tot vier volle dagen in huis te houden voor de begraving zooals het hier verledene week tweemaal het geval was. Voorzeker kan dit tegenwoordig veel gevaar voor de openbare gezondheid inboezemen. Men weet nogtans hoe dit zelfde bestuur in andere tijden, in vollen winter zelfs en toen er niet het minste ge vaar heersche, dezelfde toelating aan anderen weigerde; Maar misschien waren dit liberalen Uit een Brussels dagblad geknipt. Het kalotenbestuur van Poperinghe verkwist nutteloos het geld der lastenbetalers door het aanleggen van lusthoven op de Koei- markt en Paardenmarkt terwijl de trottoirs der Statiestraat echte halsbrekerijen zijn. 't Is sedert den lstsn Mei dat de voetpaden openliggen en 1.1. zaterdag is een reiziger er zoo deerlijk gevallen dat hij den knie ont wrichtte en twee dagen alhier moest te bed blijven liggen. Ook wat licht zoude hier goed van pas komen. van den 14 tot den 22 September HUWELIJKSAANKONDIGINGEN Hector Desmyter, landbouwer te Poperin ghe, en Emma Deschuytter, landbouwster te Watou. Alphonse Yaneeno, werkman te Staden, en Lucie Boutez, kantwerkster te Poperin ghe. Henri Verbeke, werkman, en Leonie Adriaen, dienstmeid, heide te Poperinghe. Petrus Laheye, werkman, en Elodie Van- dooren, dienstmeid, beide te Poperinghe. GEBOORTEN Mannelijk. 1 Vrouwelijk 3 HUWELIJK Dewancker Julianus, landgebruiker, erf Rosalie Huyghe. dienstmeid, beide te Pope ringhe. STERFGEVALLEN. Salomé Pieter, oud 87 jaren, zonder beroep weduwe van Barbara Lefever, Boescheep- straat. Liefooghe Achille, ongehuwd, oud 26 ja ren, hoefsmid. Berat Adelaide, oud 91 jaren, zonder be roep, weduwe van Felix Kiecken, Potte- straat. Top Livinus, oud 74 jaren, echtgenoot van Rosalie Verbouwe. Wijk J. Kinderen beneden de 7 jaar. Mannelijk. 0 Vrouwelijk. 0 (Vervolg) Ik liet de Bazen te Merckem en zette mij ne reize voort naar Charleroi. Daar gekomen zijnde stond ik te kijken gelijk eenen uil op eene zieke koe. Ik doorliep de stad eD ook den omtrek. Ik was er waarlijk van getrof fen toen ik|al die wonder gestichten van de socialisten zag. Bakkerijen, beenhouwerijen en brouwerijen enz, en dan de werkrnen- schen zoo verbroederd met de neeringdoe- ners en de burgerij, en te zamen werken om een goedkoop beetje eten te beschikken. Na eenige dagen verblijvens keerde ik al sukke len naar huis. Toen ik in mijn logement kwam was baas Gusten zoo blij, peizende. ik ga veel nieuws weten, maar ik legde eene kortelette op den rooster en half gebraden speelde ze ik binnen, vermoeid zijnde van rei zen trok ik algauw naar mijn bed en ik maakte eene goeie nacht in plaats van te ver tellen. 's Anderdaags Zondag, trok ik op naar de eerste mis om eene doobzonde te ontgaan. Baas die komt op al saffelen in 't bloot hoofd met het haar in krullen gelegd en hangende gelijk een pond kersen. Trekt de leer op, en kruipt tot over de kop ia de kuip en zette een geestig vertellingske uiteen waarmede er veel gelachen werd. Hij begint. Deze woorden zijn getrokken uit het H. Evangelie volgens Matheus 3e hoofdstuk XIV Cappittel, XV verze. Beminde parochianen, Jantje den dooper die werd gevangen geno men en gedood, omdat hij te dichte geloo- i pen had van de vrouwe Herodias. Kort g tijd daarna, op den geboortedag van Hero dias danste de dochter van Herodias van blijdschap in het midden van een schrik van volk. Den avond die kwam aan. Pe en zijne kameraden zeiden: meester wij zullen moe ten al het volk naar de dorpen zenden om hun eten te koopen. De meester antwoordde hen, wat peist ge dan, hebt gij geen geloof meer? Neemt, zegde Jesus, die vijf brooden en die twee visschen en spijst al het volk. Pe deed wat hij van zijn meester gecomman deerd was. Vijfduizend mannen behalve de vrouwen en kinderen waren gespijsd en kwa men nog twaalf korven over van de brokke lingen. Is dat niet een wonder mirakel dat onzen lieven heer gedaan heeft, zegde ons baasken, preus gelijk eene kat die eene dar- me inslikt, en moedigde de welhebbende menschen aan dit voorbeeld te volgen mei den armen. Hewel Reninghelstnaren, dat is nu nog deze eersten keer, sedert baaske onzen vader is, dat hij een woordeke ten besten doet voor de arme menschen. Wat denkt gij daarvan. Jan die peist dat het eene leierij is van baas die ons een koptje zoude willen zetten. Wat wilt men dan, het en is nog maar twee of drie weken geleden, dat zij onze beurzen ge- luist hebben voor de vetieggers van den Con go. Zij peizen zeker dat onze zakken water bronnen zijn en die altijd spruiten dag en nacht, maar wilt gij het weten heeren lezers, waarom dat baaske hem zoo vriendelijk be gint te dragen met de armen, omdat men be zig is met de klok te gieten die allicht het uur zoude slagen van het algemeen stemrecht en alle eerlijke menschen zouden op vrije voeten gesteld worden en dat zij dan hunnne boontjes zoowel niet meer en zouden kunnen te weeken leggen. (De wilden opeters knn- nen gemakkelijk de armoede prediken).. Luistert naar Jan, gij menschen, neering" doeners en kleine burgers, als gij uwen rech ten zult hebben, raad ik uw aan van u nie- meer te laten leiden in den poel der onnoozet heid van die slimme schouwvagere en hunne partij. Ja, gij broertjes, die u sedert meer dan dertig jaar hebt laten geleiden en bin den met alle slach van domme ketenen, zoo als deze van 1884. Ik herhaal het indien gij in het bezit zijt van verstand, tracht het te ge bruiken ten voordeele van iedereen. Dat en is niet van dom te zijn en geweest te hebben, maar het blijven is tristig. Gij van uwen kant arme menschen, die se dert zoolang uitgestrekt op den pijnbank ligt, wie men nog alle dagen de ketenen meer en meer toesnoert, hebt nog een weinig geduld, gij en zult niet lang meer moeten weenen en gebonden blijven. Ik heb het gezien en ik mag het u voorwaar zeggen, dat de vooruit uwen verlosser op gang is om voor u een goedkoop beetje eeten te bezorgen, welk ik u allen, meen ik, niet beter wenschen en kan. Jan Straal. 5- Huwelï.j leen. a» i in »i,i» w ii» m> m* (1® Vervolg) Frantz Charlet (Oostende) heeft 3 stukken ingezon den, waarvan zijn Zondag, (geen gelukkige bena ming voor 't tafereel) gansch blauw is. Ziehier Em. Claus (Astene), een luminist, een der meesters, onder onze Vlaamsehe landschapschil ders en wiens Vlaswiedsters wij daags te voren, in 't nieuw museum te Antwerpen bewonderd hebben. Dees jaar won hij nog de eerste medailje op de tentoonstelling te München. Zijne Najaarszon, met eene koei in de weide, waardoor eene rivier kronkelt, schijnt ons bij vuurwerklicht gezien en brengt aldus een onnatuurlijk lichteffect mede, vooral het riet langs het water. Ook zijn Valavond des winters is te blauw. Zijn Octobermorgen, waar zich eene vrouw met twee kinderen op de glooiing eens waters bevinden, is veel natuurlijker van kleur. Is het niet te bejammeren dat de zoogenoemde plain- airs zoodanig overdreven worden, derwijze dat er van al het fonkelnieuwe, welk sedert eenige jaren onder dien naam voortgebracht werd, niets méér be sproken werd dan deszelfs excentriciteit? Indrukwekkend is de reusachtige grijsschildering van A.Cluysenaer (S' Giiies-Hrussel)Ds vier ruiters van den Apocalgpsisdie allerwegen dood en ver nieling zaaien. Houding van menschen en rossen is stout dramatisch: vooral de ruiter, met de zeis ge wapend, is aangrijpend van uitdrukking. Vóór het portret van Baron 'tKint de Roodenbeke, voorzitter van den Senaat,insgelijks door Cluysenaer gemaakt, blijven veel kijkers stil. Leo Comerre (Parijs) stelt het Portret, ten voeten uit. eener mooie dame ten toon. Aantrekkelijke vleeschkleur. De vijvers van Robiano, te Tervuren, door J. Th. Coosemans (Brussel), zijn prachtig, 't Is een heerlij ke herfstnamiddag, die de bladeren der eeuwen oude linden en eiken verguldt, terwijl zwaantjes in den vijver wemmen; kortom een oogvleiend land schap. Gustaaf Courtois (Neuilly) stelt Eene gelukzalige ten toon: In de doedenkamer ligt eene ontslapene maagd,gansch in't wit gekleed, met witte leliën op het bed. De doodskleur van 't gelaat is meester lijk nagebootst. Zijn Portret van Mevr. Gantrau lokt veel aanschouwers, omdat die vrouw bloedrood haar schijnt te hebben, dat te meer eene blanke huid, als met glazuur bestreken, doet uitkomen. Te Parijs gaat Mevr. Gantreau door als eene beauté jawel de schoonste vrouw der stad te zijn. Vermelden wij van Aug. Dael (Gent), twee zeer opgemerkte stukken: een versierend paneel, Ver zwonden droom en een binnenstuk, Droomster. Een gemoedelijk tafereel is De weeze van Mej. S. DeBourtzoff (Brussel). Men voelt medelijden met dit arm meisje, gansch in 't zwart gekleed, dat voor vader en moeder zijnen rozenkrans bidt. Heel schoon is C. Decock's (Gent) Appelboomgaard in Normandië. "W. Degouve de Nuncques (S'Pie- ters Jette) stelt 2 schilderijtjes voor, welke hij Mijn tuin betitelt; doch ons dunkt dat de blade ren der boomen in nr 207 van witgroen zijdepapier gemaakt zijn. Gewichtiger is de inzending van Mej. Lud. Dehem (Yperen): Drie doeken en twee pastels, deze laatste het eigendom van den Hr Surmont de Volsberghe. Haar Portret van den heer Ridder Hyn- derick, eerevoorzitter van het Verbrekingshof, in de scharlaken toga van magistraat, wordt door alle bezoekers zeer opgemerkt en verdient het ook ten volle, want 't is een flink stuk. D. Dekeghel (Gent) munt sinds jaren uit in het bloemsehilderen; 't is een onderwerp dat hij met voorliefde behandelt. Hij stelt hier, nogmaals met zijnen gewonen bijval, Bloemen en bijwerk en Jas mijnen ten toon. K. Dekesel's (Gent) Portret van den D' Burggraeve emeritus der Gentsche hoogeschool, is naar het le ven gemaald. Evenzoo is het Portret van wijlen den Staatsminister V. Tesch, door graaf J. de Lalaing (Brussel) een mooi stuk, alhoewel eenigszins in den ouden trant opgevat. Alfr. DeRichemont (Parijs) brengt in zijne Opof fering een zonderling lichteffekt door eene lamp te weeg. 'tls noch wit, noch rood, noch geel; maar zoo wat van dat alles dooreen. H. Desmeth (Antwerpen) komt met een paar genre- stukken voor: Op zwier is een tooneeltje in een kroegje, waar men waarschijnlijk aan Venus offert terwijl hij in zijn Belangrijk nieuws een licht be komt, dat wij niet begrijpen en voor onmogelijk houden: twee vrouwen lezen eenen brief in eene ka mer, waar hetjlicht van achter roode gordijnen doordringt en de ongewoonste schakeering bewerkt. J. Dewette (Gent) houdt van onderwerpen, waar hij gansche menschengroepen aan 't werk mag zetten. Zóó zijn eenigszins treurige Winders hommersin een klooster, waar de oudjes spoelen winden en zijn veel opgewekter Bewaarschool ('s middags), waar de kleinen hartelijk aan 't smullen zitten bij lange tafels. O. Dierickx (Brussel) exposeert eene decora tieve schildering, Graangewassen, voor de handels beurs van Brussel bestemd, 't Is de allegorie van den Oogst, die echter wat donker uitgevoerd is. A. Dillens' (Elsene) Weerspannig model ia prettig. Papa wil het portret van zijnen jongen schilderen; maar het kereltje kan niet gerust zitten en de meid heeft er heel wat spel mede om den knaap rustig te houden De Tweedracht van K. Doudelet (Gent) is zeer decoratief, terwijl de schoonzuster van L. Doyen (Parys) tevens eene schoone zuster mag heeten I E. Ducatillion (Brussel) is in de geschiedenis der Oudheid gaan snuffelen, om zijne Offerande aan de schimmen der afgestorvenen te vinden. Vooral de oflferaarster .heeft eene plechtige plasti sche houding. De Weg naar Mariakerke a. Z. van Du Ry van Steelant (Gent) is goed en baadt in volle licht. Een grappig tafereel is dit van C. Duvent (Parijs), waarin hij den gekenden Coquelin den jongste in de rol van Moliere's ingebeelden zieke voorstelt. Mej. Eeckermans' (Antwerpen) Zondag namiddag laat zich ook met welgevallen bewonderen: Een ouderling leest in den Bijbel of in een gebedenboek en overweegt het gelezene, terwijl hij een posje zijne brilglazen zit te reinigen. De gelaatsuitdruk king bewijst ernstig nadenken. Met Des vijands wraak herinnert Otto Erdmann (Münich) eene episode uit het schrikbewind, waar de gewapende macht eene adellijke familie komt gevangen nemen. De groepeering is goed. Zeer gelukt heeten wij De Duinen van de Panne bij onstuimig weder, door Alexis Ermel (Genval). Veel kijkers en vooral kenners blijven voor het stukje stil. Aan de Jabelleer ontleende Fantin-Latour (Parijs) zijne Helena. De kunstcriticus Firmin Lavel liep er hoog mede op in eene Fransche kunst revue maar ons bevalt het minder, omdat het tafereeltje te duister, niet duidelijk genoeg is: half licht schaadt aan zulke dingetjes. Er is overvloedig licht, integendeel, in A. Ferra ri»' (Parijs) Mich-Mich of De geleerde aap. Het too-

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1892 | | pagina 2