Bijv oegsel aan liet Weekblad van 2 October 1892. VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. INHULDIGING VANDENPEEREBOOM. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 ft*. 75. Annoneen: 15 cent. per drukregel. Rechte liike eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere beke udmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoneen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office de Puilicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamd» artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. VAN HET GEDENKSTUK Zondag 11. heeft de plechtige inhuldi ging van het standbeeld van Alfons Van- denpeereboom plaats gehad en duizenden menschen verdrongen zich op de plaats die zijnen naam draagt om de plechtigheid bij te wonen. Van 7 1/2 ure 's morgens reeds zond ons klokkenspel zijne blijde tonen van het Ypersch lied over de stad en herinnerdeal de inwoners dat allen kinderen van de zelfde moeder zijn en dat allen haren op roep moeten beantwoorden wanneer deze hen uitnoodigt om de gedachtenis van een harer doorluchtigste telgen te vieren. Weldra waren de gevels van bijna al de huizen bevlagd; zoowel dat de stad eindig de met in hare voornaamste straten een uit zicht van feest te geven dat wij zelden ge zien hebben. 't Is 's middags dat de plechtigheid plaats heeft gehad. Twee treden waren bij het gedenkstuk opgeslagen geweest. Op de eerste,recht over het standbeeld, namen opvolgenllijk plaats de leden der Inrichtings-commissie, de heer Burge meester, vergezeld van zijne twee schepe nen, de leden van den Gemeenteraad, de heer Arrondissemenls-Commissaris, de h' Deken Boone, de Pastoors der kerken van St. Jacob en St. Pieler en, in het alge meen, afgevaardigden van al de burger lijke en militaire overheden der stad. Op d'andere trede bevond zich de Stads- Harmonie, die de plechtigheid opende met het muziekstuk Tfpriana gecom poneerd door eenen Yperschen kunste naar, den heefe K. Dewulf. Ds heer Advokaat BOSSAERT, Voorzit ter der Inrichtings-commissie, sprak de volgende redevoering uit, die wij, zoo trouw mogelijk uit het fransch vertaald hebben opdat al onze stadsgenoolen, die in de fransche taal niet bedreven zijn, er zouden kennis van nemen Mijnheeren, Het zal weldra negen jaren geleden zijn dat wij, in een heugelijk feest, de verschij ning van het zevende en laatste boekdeel der Ypriana vierden. "Het was,gij herinnert hetu,eene aandoen- ijke betooging van samenneiging, van dank baarheid en van eerbied; eene ongemeene ovatie, waaraan al de inwoners der stad, welke hun rang en politieke denkwijze ook waren, deel namen. De eerwaardige schrijver had alsdan de een-en-zeventig jaren overschreden; hij was veel verouderd bij de werken der laatste ja ren, en het was voor allen zichtbaar gewor den dat de dood weldra zou zegepralen over die eertijds zoo levendige en zoo kloeke natuur. Inderdaad, het noodlottig uur vertoefde niet te slagen, en, lieden, rust de uitmun tende man,die in 1883 zoo zeer toegejuicht werd, sinds acht jaren in den vrede des grafs. Zijne begrafenis, gelijk zijn leven, is eenvoudig geweest. Geene praal heeft haar vergezeld, en geene redevoering heeft, om er den tekst van uitersten lof van te maken, den arbeid van dit zoo wel vervuld leven en de gewichtige diensten die hij aan de open bare zaak bewezen had herinnerd. Alzoo had het de overledene, overigens, uitdrukkelijk bevolen; het zij hij gehoor kebbe gegeven aan een gevoel van zedigheid, die den grond van zijnen aard uitmaakte hetzij hij, ijverige en rechtzinnige chris ten, niet gewild hebbe dat, op liet uiterste oogenblik van den overgang zijner ziel van deze wereld tot de andere, her, oordeel der menschen zich kwam mengen met het oor deel van God. Maar zijne talrijke vrienden, die alzoo tot een bedroevend stilzwijgen gedwongen werd, hebben gemeend hunne verkleefd heid aan zijne nagedachtenis te moeten uit drukken door een nieuw gedenkteeken dat, aan de opmerkzaamheid van het publiek te pronk gesteld, onophoudelijk aan de toeko mende geslachten, met de dankbaarheid der tijdgenooten, al de verdiensten van den over leden grooten burger en al zijne titels aan de erkentenis van het nageslacht herinnerde. ij De steden, zoowel als de volkeren, ver eeren zich met de nagedachtenis te vereeren van dezen die hen grootmoediglijk gediend en verheerlijkt hebben. Rechtvaardige belooning voor die ver dwenen uitgelezene mannen, het is tevens voor dezen die achter hen komen, eene be stendige aanbeveling om hun voorbeeld te volgenhunne dienstvaardigheid na te bootsen en hunne plaats te nemen in den strijd voor het goede. En wie, Mijnheeren, was waardiger dan Aleons VANDENPEEREBOOM van die hulde, van die nagela-tene eer Niemand zal ontkennen dat hij een dei- merkwaardigste en der verdienstelijkste kinderen geweest zij onder al dezen die de stad Yperen heeft zien ter wereld komen. En voor ons, die de bestendige getuigen zijn geweest van zijn leven, 't is nauwelijks noodig de groote en talrijke titels te herin neren die hij verworven heeft aan de dank baarheid en aan de hoogachting van al de Yperlingen. jj Geboren in 1800 twaalf, VANDEN PEEREBOOM was achttien jaar oud toen onze omwenteling uitborst. Hij ging zijne jongelingsjaren ingaan wanneer het land zijne onafhankelijkheid intrad en, vatbare ziel voor al de edele gevoelens, hij bewaarde onuitwischbaar en levendig den indruk der gedachten van vrijneid, van verdraagzaam heid en van eendracht die, op dit heugelijk tijdstip, de geesten en de harten ontvlamden. Geplaatst in voorwaarden van fortuin en van vrijheid die hem zouden toegelaten hebben zich volgens zijn welbehagen een aangenaam en gemakkelijk bestaan te be zorgen; niets dan de genoegen en de verma ken des levens te nemen, heeft Aleons VANDENPEEREBOOM verkozen, van het eerste oogenblik af, om zoo te zeggen aan zich zelve te verzaken en zich op den las- tigen weg des plichts, geheel en gansch aan de belangen en aan den dienst zijner mede burgers toe te wijden. 't Is dat, boven de kostbaarste gaven des geestes, God hem een edelmoedig hart had geschonken, welk van de grootste liefde voor zijne moederstad blaakte. Het vaderland en, bijzonderlijk, de ge boortestad beminnen, is zeker niet zeldzaam onder de menschen. Maar, men moet het zeggen, dit gevoel is bij het grootste gedeel te maar ingesloten om zich slechts te open baren in de groote omstandigheden op de dagen van rouw op de oogenblikken van gevaar; op de uren van zegepraal. Bij VANDENPEEREBOOM was het standvastig waakzaam en maakte de bijzon derste zoo niet de eenige drijfveer van zijne onophoudende werkzaamheid uit. Gelijk hij het zelf gezegd heeft in die zielroerende aanspraak van 30 September 1883: de stad Yperen verheerlijken, die hij altijd als eene moeder aanzien en be- mind had en zich voor liet geluk zijner stadsgenooten opofferen, zijn de bestendi- ge bezigheid en de heerschende bezorgd- heid zijns levens geweest, v Nauwelijks had hij grondige studiën in de hoogescholen van Parijs, Bologne en Leu ven geëindigdhet diploma van docter in de rechten veroverd en, in het ministerie dat liij later besturen moest, eene bestuurlijke stagie gedaan, of VANDENPEEREBOOM kwam in zijne duurbare stad Yperen terug en begon, met eenen vurigen ijver, onze oude archiven te doorsnuiffelen en zich te onder richten in alles wat hem aan den oorsprong, aan de geschiedenis en aan den roem dei- stad kon vasthechten. Ofschoon zijne opvoeding ganscli op zijn fransch was geweest, volgens de mode of de neiging van den tijd, had VANDENPEERE BOOM, die Vlaming geboren was, den stem pel van zijn geslacht behouden. Zijn karakter wasvlaamsch; zijn geest ook: het eene openhartig, rechtschapen, ge meenzaam, edelmoedig het andere, kalm, bedacht, gewogen, bevredigend en recht vaardig. Ofschoon hij van zijnen tijd was, be minde hij zooveel mogelijk de dingen van 't verledene: onze oude zeden, onze oude ge bruiken,de oude kunst, onze oude gebouwen. Hij beminde niet min de oude moedertaal. Burgervau hooge afkomst, kon hij met al de rangen omgaanvan de hoogste tot de nederigste, met de grooten als met zijns ge lijken gaande, zich met de kleinen mengende zonder zich ooit te vernederen, noch langs geenen kant eene eenvoudige en beminnelijke waardigheid in gevaar te brengen, die, bij hem, ook eene ingeborene begaafdheid was. Hij liad, overigens, zijn zedelijken in vloed en hechte zich rechtstreeks aan die kloekmoedige en koene magistraten, vrien den der vrijheid, die, in de eeuwen waar van hij de geschiedenis beschreven heeft, zoo dapper de rechten verdedigden en den roem der gemeente Yperen zoo hoog verhieven. Zulkdanig mensch, mag men zeggen, was zelf magistraat geboren, voorbeschikt om tot de hoogste eerambten te klimmen en den eersten rang te bekleeden. Ook bedrogen zijne stadsgenooten 'er zich niet aan. Welhaast zijne bekwaamheid en zijne verdiensten onderscheidende, zon den zij hem in den stadsraad zetelen, waar hij, hetzelfde jaar nog, met de bediening- van eersten schepen bekleed werd. Eenige jaren later werd hijmet de bijna eenparigheid van stemmen van het arron dissement, volksvertegenwoordiger gekozen. Op het oogenblik dat hij in den Raad trad, was er, zoowel in den stoffelijken als in den zedelijken toestandvele en groote dingen te doen. De nieuwe magistraat werd bijna aan stonds de ziel van liet Bestuur. Overal sloeg hij de hand aan het werk en verwezenlijkte spoedig merkelijke verbeteringen in al de takken der verschillende diensten. Niets van alles wat kon bijdragen tot den voorspoed en de eer der stad bleef vreemd aan zijne levendige en diepe bezorgd heid. Maar wat hem het meest ter harte lag, was van de eene zijde het volksonderwijs en, van de andere zijde, de herstelling en de versiering onzer oude praalgebouwen. Gelijk al de waarlijk edelmoedige men schen, beminde VANDENPEEREBOOM het volk; niet met die geveinsde en gemaakte liefde die zich uitlaat in klinkende en hoog dravende woorden maar met die rechtzin nige, ware, diepe genegenheid, die zich verklaart door daden van verwekelijke,zicht bare en gestadige dienstwilligheid. Alzoo vertoonden zich die dienstwilligheid en die liefde namelijk gedurende de rampspoedige jaren van 1845 tot 1848, waar de vurige liefdadigheid van den afgezonderden man en de vooruitziende ijver van den magistraat het eens waren om onze werkende klas te behoeden tegen de schrikkelijke eetwaren- krisis die op dien tijd woedde. En hoe, ook, zou hij het volk niet be mind hebben, hij, die zich niet verontwaar digd heeft er uit gesproten te zijn Die zelfs i eenige voldoening, zoo niet eenigen hoog moed, getrokken heeft een der kindskinds zonen te zijn van dien meester koperslager die, in 1692, den nieuwen draak maakte voor het belfort der Halle? Karaktertrek, Mijnheeren, die geschikt is om bij te zetten aan de verdienste van den mensch en aan onze bewondering voor hem.. Het volk beminnende, moest VANDEN PEEREBOOM zijne verheffing willen door het onderwijs. Sedert den dag dat ik in het openbaar leven getreden ben, zegde hij in zijne merkwaardige redevoering in de zit- tingen der Kamer van 26 en 27 Maart 1868, heb ik altijd de kwestie van het volksonderwijs als de belangrijkste der zonder vertoeven op te lossene kwestiën aanzien. De nederigen onderwijzen is geen klein en gemeen werk. Het is niet alleenlijk hen leeren lezen, schrijven en rekenen: 't is hunne opvoeding maken in den waren en toepassenden zin des woords 't is hen opvoeden in begrip pen van orde, gespaarzaamheid en vooral van zedelijkheidhen het gevoel inboezemen hunner plichten, overeenkomende met de rechten der anderen; hen vormen,oin alles te zeggen, tot eene ernstige en noodige levens- tucht, zonder dewelke het onderwijs, voor de armen gelijk voor de rijken, slechts een schadelijker dan nuttig werktuig en, einde lijk, een gevaarlijk eu rampzalig geschenk is. Alzoo verstond het de nieuwe schepen al zijne pogingen strekten tot dien uitslag en, dank aan zijne aandrijving, werd onze oude Looye eene der beste scholen des lands, school waaruit tallooze geachte ambachts lieden gesproten zijü eu die, voor vele volks kinderen, een vertrekpunt geweest is naar verhevener standen. Eene dergelijke bezordheid beschermde, gelijk men weet, het Koninklijk Gesticht van Meesen, waarvan onze gewezen ma gistraat gedurende bijna het vierde eener eeuw de vaderlijke en welbeminde Voorzit ter was. En, merken wij het in 't voorbijgaan, het was grootendeeis aan die edelmoedige bezorgdheid van volksopvoeding en verzede- lijkin# dat hij die rechtzinnige volksgunst te danken heeft,die hem gedurende zijn gansche leven omringde en zich nog aan zijne nage dachtenis hecht. Nevens de herstelling van het onderwijs in alle graden, vervolgde VANDENPEERE BOOM met eenen gelijken ijver en standvas tigheid, de herstelling en de versiering onzer praalgebouwen voor welke liij een waren eerbied had, eerbied half verdeeld tusschen de vurige liefde voor de kunst en de vurige liefde voor den roem der stad. Alles is, ongetwijfeld, niet gedaan in die orde van opperste belaug en, ongelukkiglijk, er is meer dan één aanzienlijk werk te her beginnen. Maar de onvolmaaktheden en de misre keningen waaraan de gewezen magistraat meer dan iemand geleden heeft, kunnen hem,voor hoe klein deel het zij,niet ten laste gelegd worden De volle verantwoordelijkheid der te leurstellingen gaat naar anderen over. Aan hem alleen komt al de eer toe der onderne ming en de schitterende uitslagen die hij be komen heeft. Deze van het huidige geslacht, die slechts die uitslagen zien waaraan zicli het gezicht gewent, beelden zich niet in, kunnen zich niet inoeelden, hoeveel aanhoudenden wil er is moeten gebruikt worden, hoeveel dienstwilligheid er moest zijn, hoeveel per soonlijken invloed eu talent men heeft moe ten in :t werk leggen, om er toe te komen die herstellingen en versieringen te verwe zenlijken die de kunstfaam onzer stad verre verspreid hebben. Inderdaad, het was niet genoeg met de goede gevoelens van den Gemeenteraad om er in te gelukken. Werken Yan zulke ge- HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1892 | | pagina 5