Groote Luchtbal-Koersen. ZONDAG 23 OCTOBER Examen. Cor-Club. Ylaamsclie Ster. Fransch Tooneel. la Licoitr^E, Burgerstand der stad Poperinghe De moord van Komen. Driejaarlij ksche tentoonstellicg van Schoone kunsten, te Gent. VERSCHILLENDE TIJDINGEN. Jan. Enfin zoo ge wilt d. d. burge meester. Sophie. Goed ik zal M. de d. d. burge meester roepen Jan. Goedendag M. de schepen. Rene. d. d. burgemeester. Jan. Verschooning, ver van dienst te doen van burgemeester doe ik tegenwoordig geen dienst, het is uit die reden dat ik u kom spreken M. de schepen. René. d. d. burgemeester Jan. (Ter zijde) ik geloof dat ze hier allemaal een slag hebben. (Luid.) Ik kwam u herinneren M. de scnepen. René. (Ongeduldig) d. d. burgemeester zeg ik u Jan. Dat gij ons, werklieden, ten tijde van de kiezing beloofd had, dat wij met u aan het hoofd hier altijd werk zouden gehad hebben M. den advokaat. René. (Kwaad wordende) d. d. burge meester zeg ik u Jan. En het heeft integendeel nooit zoo slecht gegaan M. de schepen. René. (Woedend). Hebt ge mij nu nog niet verstaan d. d. burgemeester zeg ik u Jan. Ja, ja, maar ik vraag niet om d. d. burgemeester te zijn M. de schepen. René. (Ten uiterste) d. d. burgemeester zeg ik u maar wat voor een harde kop zijt ge toch Jan. Toch geen ootmoedige keiekop d. d. burgemeester. René. Ach gij durft de d. d. burgemees ter beleedigen, ik zal Jan. Ah ik versta u nu, verschooning 't is gij d. d burgemeester, maar gij moet het zeggen. René. Maar ik heb het u zeven keeren gezeid. Jan. (Spottend). En 17 keeren in den k. k. is 24. Salut d. d. burgemeester. Mijnheer Albert Bossaert, oud-leerling van het Stadskollegie van Yperen, heefc met succes, vóór de Jury van Luik zijn eerste examen van Doctoor in de rechten afge legd. Mijnheer Georges Van Daele, oud-leerling van het Stadskollegie van Yperen, heeft met succes, vóór de Jury van Gent zijne eerste proef afgelegd van kandidatuur en genees-, heel- en vroedkunde. Morgen, Zondag 23 October, om 2 1/2 ure namiddag, op de Groote Markt Het feest zal opgeluisterd worden door eenige mooie muziekstukken. om 5 1/2 ure 's avonds eerste vertoüning van het tooneeljaar 1892-1893, ZIELEKETENS, EEN LIEDJE VAN MOEDER, De personen die begeren zich te laten in schrijven 't voor persoonlijke of familiekaar- ten, begeven zich bij den lieer K. Deweerdt, ontvanger der Maatschappij, alwaar de lijs ten van inschrijving berustende zijn. Maandag 3 November aanstaande eenige en luisterlijke vertooning gegeven door Mad. THÉNARD. Men moet zich nog de smaakvolle avond stonden herinneren welke Madame Thénard ons vroeger heeft doen genieten en waarvan men met zooveel kunstverdiensten gesproken lieeft; ook durven wij hopen dat de zaal nog eens eivol zal zijn u!s vroeger, want zulke vertoóningen zijn wel der moeite waard en zelden hebben wij het geluk ervan te genie ten. Zoo dus, liefhebbers, wilt gij eene goede plaats, wees op uwe hoede, om 8 ure zal de vertooning beginnen. Ziehier het programma LA MODE, (les idéés, les habits, les mots et l'art, l'in- fiuence de la mode sur le gout. Conférence par Mad. Thénard. comédie en 1 acte. LES BANCS DE LA PROMENADE dit par M. De Mey. diilais a Doiivres, dit par l'auteur Mad. Thénard. Bourrasque, comédie en 1 acte. Prix des placesPremières, 2 francs Secondes, 1 fr.Troisièmes, 40 cent. BURGERSTAND. van den 14 tot den 21 Oeober 1892 Geboorten. Mannelijk geslacht 6. Vrouwelijk id. 4. HUWELIJKEN. Descan Henri, daglooner en Santy Euphra- sie, kantwerkster. Overlijden». Defieu Charles, 64 jaren, kleermaker, echtgenoot van Nolf Rosalie, Oude Hout- marktstraaat. Dehaene Emérence, 73 jaren, kantwerk ster, echtgenoot van Devos Jan, St Jacob- straat. Huyghe Léepold, 20 jaren, fabriekwerker, ongehuwd, Meenestraat. Deleu Mane, 72 jaren, kantwerkster, we duwe van Deraedt Charles, Meenestraat. Desmits Angeline, 77 jaren, zonder beroep, ongehuwd, ThouroutStraat. Braem Camille, 20 jaren, molenaarsknecht ongehuwd, St Pieterstraat, Yper buiten. Santorum Alphonie, 71 jaren, kantwerk ster, echtgenoot van Mieroo Amand, Boter- straat. Kinderen beneden de 7 jaar Mannelijk geslacht 2. Vrouwelijk id. 2. van den 13 tot den 19 dezer maand HUWELIJKSAANKONDIGINGEN Emiel Rappelet, werkman, en Louise D'hondt, naaister, beide te Poperinghe. GEBOORTEN Mannelijk. 4 Vrouwelijk. 3 HUWELIJKEN. Henri Senechal, werkman te Westoutre, en Mathilde Goemaere, dienstmeid te Pope ringhe. STERFGEVALLEN. Pety Adrienne, oud 9 1/2 jaar, Wijk L. Kinders beneden de 7 jaren. Mannelijk geslacht 3. Vrouwelijk id, 0. De Echo du Nord zegt dat de vermoede moordenaars van Mevrouw Vandenbusscbe aangehouden zijn. Da plichtigste schijnt een inwoner te zijn van het gehucht de Gavre, op het grondge bied van Linselles, wiens huis slechts een hondertal meters verwijderd is van het huis van het slachtoffer. Het is nu bewezen dat Mevr. Vandenbus scbe aangevallen is geweest op het oogenblik dat zij op eenen stoel stond, waarop zij ge klommen was om iets van eene bank te ne men. Een der aanvallers had haar omgeworpen en doodgeslagen, terwijl de twee andere de meubels doorzochten en den weg bespiedden. De moordenaar heeft van kleederen veran derd, zoohaast hij zijne misdaad voltrokken had. Hij heeft het fiuweelen kostuum, dat hij toen aan had, verwisseld tegen eenen wit ten broek en een blauwen kiel. Die verande ring van kleeren kwam aardig voor bij zeke re geburen, die zich verhaast hebben hunne vermoedens aan het gerecht mede te|deelen. Re verdachte werd ondervraagt; hij ant woordde dat hij andere kleeren aangetrok ken had om de tolbeambten der grens op een valsch spoor te brengen, want er moest in den loop van den dag eene lading tabak binnen gesmokkeld worden,- die uitleggin gen hadden voor gevolg de aanhouding van dien man te verhaasten, er werd eene huis zoeking gedaan te Linselles en men vond de met bloed gevlekte fiuweelen kleederen in den grond eener kas verborgen. Hij werd daarenboven herkend door ge- buren die hem den dag der misdaad rond het huis van het slachtoffer hadden zien loeren. De twee andere medeplichtigen zijn insgelijks aangehouden. Het zijn twee smok kelaars, die te Rijsel wonen. Wordt voortgezet. Tooneelen en lotgevallen op zee. Ware geschiedenis. Een eenige zoon gered en aan zijne moeder terug geschonken. De edelmoedige daad van een vreemdeling redt een menschenleven. Een oud-Consul der Vereenigde Staten in Frankrijk verhaalt de volgende gebeurtenissenOp mijne laatste reis naar de Vereenigde Staten, op eene der stoombooten van de Transatlantische Maat schappij, waren reeds twee of drie dagen verloopen toen ik op het dak een jongeling bemerkte die ondersteund was door kruk ken, en die met veel moeite en pijn zich scheen te kunnen verroerenhij was wel aangekleed en zijn gelaat van bemerkens- waardige schoonheidmaar zijne lidmaten waren vermagerd, en zijne bleeke trekken verrieden maar al te wel de groote folterin gen die hij uitstond. Mijns dunkens was bij alleen, en koesterde mij weldra belangstel ling in hij aanschouwde het bruisend pad dat het schip na zich liet. Ik naderde, en na hem zachtjes op den schouder getikt te heb ben, zegde: verschoon mij, mijn jonge vriend, gij schijnt zoo zwak te wezen, en ternauwernoods in staat alleen die lange reis te ondernemenmaar zoo gij hulp be hoeft, zal ik mij zeer gelukkig achten u te kunnen verplichten. Gij zijt wel goed antwoordde hij mij op zwakken toon, maar buiten mijne krukken die mij helpen om van mijne kajuit tot op het dak te geraken om de zen en den koelen wind te genieten,heb ik geenen bijstand noodig. Gij hebt waarschijnlijk \eel geleden, en ik vermoed dat gij van rhu natism aangedaan zijt, waar van het getal aanvallen in Amerika en Europa van dag tot dag op eene verbazende wijze schijnt aan te groeien. Het is zoo met de medewerking van drie juffers, liefhebsters. Het programma bestaat uit de stukken 'S AVONDS IN DE MANE, Blijspel met zang in één bedrijf door H. Van Peene. Tooneelspel in één bedrijf door Nestor de Tière. Blijspel met zang in één bedrijf door Jan Roeland. 3° Vbrvols). Er is licht en leven in De borduurles in het be gijnhof te Gent,van L. Tytgadt, (Gent). De drie be gijnen in de kloosterkamer, waarvan de eene aan de twee andere de noodige aanwijzingen over het borduurwerk geeft, zijn van de natuur afgekeken. Wat rust het oog met welgevallen op het gemoe delijk tafereel van H. Valkenburg (Amsterdam)l Zijn Middag is het intérieur eener arme, doch zin delijke woning, waar de vader met den kleine speelt, terwijl moeder inderhaast het vuur aanwakkert, om den noen vaardig te krijgen. De catalogus heeft hier twee goede stukken ver geten te melden: De appelplukster door Vallet en Menschenlijden door Leo Van Aken. Y ij meenen dit laatste in eene illustratie der Vlaamsche school reeds ontmoet te hebben. E. Van Acker (Brugge) exposeert het Portret van den Heer L. Ensor., kap. bevelhebber der Jagers- Verkenners van Brugge. Al wie den Hr Ensor per soonlijk kent, zal van gedacht zijn dat hij op dit portret tejong afgebeeld staat en dat het conterfeit- sel dus gevleid is. G. Van Aise (S' Gilles-Brussel) heeft maar ééne schilderij gezonden, doch 't is iets van belang. Aan zijn Jacob van Artevelde (toegejuicht, vermoord, verheerlijkt) heeft^hij verscheidene jaren gewerkt. Dit reuzendoek is negen meters lang en tien hoog. Hij heeft het opgevat naar een paar teksen van Nap de Pauw en Julius Vuylsteke, waaruit blijkt dat de Ruwaard, met Breidel en andere gildedekens, den Vlaamschen Lande doorliep, om het volk tot den Graaf terug te brengen en zoo den vrede te behou den. Het voornaamste deel des tafereels stelt dus de seéne voor, waar De Wijze man tot de Vlamin gen spreekt en hun reden doet verstaan. Alhoewel te paard, schijnt hij gedeeltelijk verdrongen door de reuzengestalte van Jan Breidel, die op den voor grond staat. Het bovendeel des werks is seg- mentvormig en vertoont Artevelde's verlaten lijk, waarboven het Genie des Vaderlands zweeft, den grooten Man verheerlijkende met het geschiedenis boek in de hand. Hopen wij dat de stad Gent deze prachtige geschiedkundige schilderij uit hare mu ren niet meer zal laten vertrekken en haar eene plaats in het gemeentemuseum zal voorbehouden! J, Van Biesbroeck (senior,) van Gent, heeft veel gemoedelijkheid gelegd in zijn decoratief paneel, De Vrede. Wanneer geen oorlog woedt, bloeit de landbouw. Dit heeft de schilder allegorisch voor gesteld in den vader die spit, de moeder die haar kindje zoogt en haar kroost gadeslaat, het meisje dat op eene veldluit speelt, den jongen met den loo- vertak. Het geheel is aandoenlijk en wel gegroe peerd. Merkwaardiger is echter de toezending van J. Van Biesbroeck (junior) ook van Gent. Onder zijne zes werken vermelden wij de vier groote: Oudste tijden (door den Catalogus niet opgegeven); Vader en zoon komen van de jacht terug en slepen eenen gedooden tijger in de spelonk, waar eene vrouw, mitsgaders hare drie kleinen en een ouderling, hunne tehuiskomst verbeiden. Al deze personen zijn naakt. Evenzoo zijn Het vanstapelloopen van den Arago en Propatria studiën naar het naakt mo del. In deze is er iets dramatisch; in gene veel be weging. leven, bedrijvigheid. Deze hoedanigheden heeft de kunstenaar ook in zijncWalkyriën gelegd. Fr. Vanden Eeckhoudt (Brussel) vraagt zijne on derwerpen aan de zee. Van hem zien wij hier het niet onaardig Zeegat (havengeul) te Nieuport, 's nachts. H. Vander Hecht (Brussel) waagt zich integen deel aan het landschap: Onder zijne vier doeken vermelden wijDinant en de Grof van Lourdes. Of beide reklamen zijn, door höteliers besteld, durven wij niet verzekeren! Een der veteranen onzer moderne Vlaamsche Kunst is P. Vander Oudera (Antwerpen). Er is le ven en beweging, doch vooral veel licht en kleuren pracht in zijne voorstelling van het Juweelpand ge durende de vrije jaarmarkt van Antwerpentijdens de eerste helft der 16» eeuw. De edelman met zijne jonkvrouw, de marskramers, het meisje op de bank met haar parelsnoer, de jongeling, dit alles is zorg vuldig op zijne plaats om een harmonisch geheel te vormen. De studiekop. Jonge Jodin, van Prof. Vander Waay (Amsterdam) is eene kennis, die wij voor 't eerstin Elsevier's Maandschrift zagen. Wat 'n drukte heerscht er in de Veesten op de Schelde voor Hoboken den 12" Januari 1891. door Jos. Van Genegen (Antwerpen). Hoe het er toeging hebben de nieuwsbladen ons destijds verteld: de schilder heeft het misschien de visu opgenomen: in elk geval zijn die vermakelijkheden op het ijs knap teruggegeven. Graag vermelden wij Een schoone Aprildag in de Kempen door Corn. Van Leemputten (Schaar beek), waar eene vrouw de kudde leidt naar de hei. Daar is licht, eri wel natuurlijk licht, over het land schap. Frans van Leemputten (Antwerpen) is meer gekend. Wie ooit zijn Valmenzondag in de Kem- pen zag, zal dadelijk begrijpen in welken trant hj de hier tentoongestelde Verwachting; Terugkeer van bedevaarders in de Kempen heeft opgevat en uitgevoerd: men vindt er vrouwen in, die gerust op de beide tafereelen konden post vatten. Het hier be sprokene is heel verlicht en dus eene echte volle- lichtstudie. Wat'n kracht van uitdrukking heeft Joz. Van- severendorrek, de Brusselsche professor, in zijne Poging tot welslagen gelegd't Is een winterland schap, eenzaam en treurig. Op eenen tamelijk snel klimmenden heuvel moeteen zware boom gesleept worden, waartoe twee breedgeschofte paarden nauwelijks voldoende zijn, nog aangehitst door ge roep en zweepslag van den voerman, als door het blaffen van den hond. Merkwaardig stuk als dier- schildering naar de natuur. Piet Verhaert, de flinke Antwerpsche kunste naar, bekomt veel bijval met het testament van Chr. Colombus: De groote reiziger ligt op zijn sterfbed en houdt den brevier, welken hij van Paus Alexan der VI ten geschenke gekregen had, om er zijn tes tament in te schrijven. Een oude dienaar, de laat- ten deelgenoot van Colombu's reizen, zit bij het smartbed en houdt den inktkoker, terwijl hij zij nen meester medelijdend in het aangezicht blikt. In de Timmerwerf te Burght, waar eene schuit in opbouw aan den Scheldekant ligt, heeft Verhaert bewezen, dat hij zich ook aan marines wagen durft. Mej. M. Verhas van Brussel een naam die ver plicht heeft goed de Omstreken van Heyst terug gegeven. Is. Verheyden (Brussel) munt uit in hoornen en landschapschilderen. Onder zijne vier doeken komt er echter een genrestuk voor, Broodoven, waar eene boerenmeid voor den brandenden oven op het vuur past; de andere drie zijn in volle natuur ge borsteld: Eente, Duinen van Den Haan (zeer ge lukt) en Op het strand, waar 6 kinderen iets op 't zand des strands staan te heramen en dat voor de tombola van 't Salon aangekocht werd. In Theo Verstraete (Antwerpen) begroeten wj eenen anderen onzer beste landschapschilders. De lezers der Vlaamsche School hebben al meermalen zijne werken in de revue zien ontleden, zelfs heb ben er al eens schetsen en potloodteekeningen zij ner hard aangetroffen. Zijn tafereel, Doodenbewa- hing in de kempen, vindt veel bewonderaars, om de natuurlijkheid waarmede het winter«:hap, de in de doodenkamer tredende arme lui, en het langs deur en vensterreten buitendringend licht weerge geven zijn. Zijn marinestukje, Baren, eene zee, zonder schuit of watervogels, bevalt ons nochtans minder. Onze beste dierenmaler is stellig Alfr. Verwee (Schaarbeek). Zijne flinke Koeien in de Weide dra gen weeral zijnen Klauw Mogen wij doen op merken, tegen den Catalogus in dat die Koeien op het papier wel degelijk ossen zijn op het doek? Als mooie historieschildering kan Torquemada vóór Ferdinand en Isabella, door Fr. Vinck (Ant werpen) ineêtellen. Ziehier wat de schilder ver beeldt: Na de inneming van Grenada, namen Fer dinand en Isabella het besluit de Joden, die groote rijkdommen bezaten, uit het land te drijven. De Joden trachtten den slag te keeren en boden 30,000 ducaten voor de oorlogskosten. Koning en koningin waren geneigd dit voorstel aan te nemen, als de Groot-Inkwisiteui' Torquemada met een kruisbeeld in de hand voor hun verscheen en hun zegde: Ju das verkocht Onzen Heer voor 30 zilverlingen. Zou den uwo hoogheden hem thans opnieuw willen ver- koopen voor dertigduizend ducaten? In het midden des tafereels staat de magere Tor quemada, met zijuo grijnzende, afzichtelijke tronie, op eenen stok geleund, in 't bijwezen van drie pa ters. Voor hem liggen de 30,000 ducaten in een kof fer opeengestapeld, terwijl de laffe Ferdinand van op zijnen troon, beschaamd ten gronde blikt nevens zijne geknielde en even vreesachtige wederhelft. De groepeering is zeer gelukt en de kleêrdracht van dien tijd uitmuntend nagebootst.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1892 | | pagina 2