Nationale Betooging.
OPROEP
$te Cecilia bij de Oud-Pompiers.
Fransch Tooneel.
Vlaamsche Ster.
Een Gaban in de klem.
Willemsfonds-Afdeeling Ieperen.
Aanranding.
Nazicht der soldaten.
Opgehangen.
Op hol.
Overreden.
Paardenkeuring.
Eene nationale betooging zal plaats heb
ban te Brussel zoodra de gekozenen van het
klein hoopje cijnskiezers zullen het recht van
burger aan elk eerlijken meerderjarigen
Belg niet zullen toegestaan hebben.
aan alle voorstaanders van het algemeen
stemrecht tot welke partij en tot welken
stand ze ook mogen behooren
Aan alle burgers, landbouwers, werklie
den, kiezers en niet kiezers die het wel mee-
nen met de rust, de voorspoed en de voor
uitgang van het vaderland
Waar onrecht heersch, kan geen vrede,
geen geluk bestaan
Om ter dier gelegenheid eene reis naar
Brussel te doen is er eene spaarkas gesticht.
Men kan zich laten inschrijven eiken Zon
dag van twaalf tot één ure in Het Zilveren
Hoofd, Pijselstraat, Yperen.
Zondag 11. hebben de Oud-Pompiers, ter
gelegenheid van het St Cecilia-feest, 's mid
dags een uitstapje gedaan, gevolgd van meer
dan vijfhonderd menschen.
Het is immers gekend dat elk uitstapje
van dit uitmuntend muziek eene tallooze
menigte uitlokt, die het vergezeld in zijne
wandeling en de uitgelezene stukken gretig
aanhoort en toejuicht.
Dinsdag avond had een luisterlijk concert
plaats, gevolgd van een dansfeest, waar
meer dan acht honderd personen aanwezig
waren.
Het concert begon met de vaderlandsche
tonen der Brabangonne, waarna de heer
voorzitter Brunfaut zich tot den muziekmees
ter M. De Liége wendde en hem in den naam
der Maatschappij eenen prachtigen bloemtuil
en een schoon geschenk aanbood. Ik ben
gelukkig, sprak de heer voorzitter, u dezen
bloemtuil en dit geschenk aan te bieden als
een bewijs van dankbaarheid voor al bet
's geflG gij voor de liberale Harmonie gedaan
hebt. 't Is dank aan uwe edelmoedigheid,
aan uwe volharding, aan uwe bezorgdheid
en aan uw talent dat onze Maatschappij de
hoogte bereikt he >ft waar zij thans is
aanvaard dan de hulde die wij u heden be-
wijzen willen en geloof dat onze genegen-
heid en onze erkentenis nog veel grooter
is dan het geschenk dat wij u aanbieden.
De heer De Liége had zijne plaats van
muziekmeester verlaten om de rede van den
voorzitter te aanhooren en hem over deze
blijken van genegenheid te bedanken. Intus-
schen had den heer Igodt deze plaats inge
nomen en eensklaps vereerde men den mu
ziekmeester met het fransche nationaal lied
der Marseillaise.
De geestdrift die alsdan heersch te is onbe
schrijfelijk, de mannen zwaaiden hunnen
hoed, de dames en de juffers wuifden met
hunne zakdoeken en het was een hoerah en
een bravogeroep dat hooren en zien verging.
Daarna ving het concert aan. De zeven
stukken die het programma uitmaakten wer
den meesterlijk uitgevoerd en bekwamen
veel bijval, maar het stuk La belle Yproise,
door den heer De Liège gekomponeerd en
aan de Maatschappij der Oud-Pompiers op
gedragen, werd nog warmer dan al de an
dere toegejuicht en het geroep BisBis! nam
maar een einde wanneer dit schoon stuk
voor de tweede maal gespeeld werd.
Ofschoon de stukken van het programma
uiterst wel hrvallen hadden, wilde men als
naar gewoonte de algemeene vraag der leden
voldoen met het lied van Reusje te spelen
dat altijd zooveel bijval vindt bij de ware li
berale Yperlingen. Het lied van Reusje,
dat weleer door Surmont verboden werd,
omdat het al de vr ij'.innige harten van geest
drift, doet trillen, 't, lied van Reusje, dat zal
dienen om de indringers van het stadhuis te
borstelen. Want het is onder den invloed van
die blijde akkoorden dat de liberalen zich
rond het blauwe vaandel zullen scharen en
als één man zullen optrekken om zich te
wreken over de schaamtelooze zeuraars van
P Februari 1891.
Na het concert ruimde men de zaal, in een
oogwenk was alles klaar en het bal begon
met eene levendigheid zonder weêrga.
Wij houden er aan te zeggen dat het feest
ten volie gelukt heeft en dat de grootste
vriendschap, het grootste vermaak, de groot
ste gulhartigheid onder al de leden heersch-
ten en dat, wanneer het ten 1 ure eindigde,
iedereen welgemoed het lokaal verliet, met
den wensch weldra nog een zoo schoon
avondfeest te mogen bijwonen.
Wij vernemen met genoegen dat de troep
onder het bestuur van d'heer Fontenelle,
Woensdag aanstaande 30 November het aan
gekondigd stuk komen opvoeren, getijteld:
LA. BOULE,
comédie.
Zeker zal de zaal als naar gewoonte eivol
zijn. Men zal beginnen om 7 1/2 ure.
Zondag 11. gaf onze dappere maatschappij
de Vlaamsche Ster hare tweede vertooning
van het abonnement. Het programma was
samengesteld uit twee blijspelen: De Baas
uit den rooden ezel. in twee bedrijven, en
de Visschers van Blankenberghe, in één
bedrijf, en een tooneelspel: Het blinde kind
in één bedrijf. Ofschoon de opening der zaal
maar aangekondigd was om 5 ure, verdrong
zich eene ontelbare menigte van 41/2 ure
voor de poort en wachtte met geduld de ope
ning af Onnoodig te zeggen dat de zaal pro-
pensvol was en dat men genoodzaakt werd
de laatstkomenden henen te zenden, bij ge-
bres. aan plaats.
De baas uit den rooden ezel, is een zeer
schoon tooneelstuk, waarin de heer Gt. Mail-
liard, en Mej. Isa Ameel het karakter der
ikzuchtige en gevoellooze heden deden uit
schijnen, welke slechts aan geld en rijkdom
denken en niet een edel gevoel in hun hart
vinden voor dezen die hunne hebzucht niet
kunnen voldoen.
De heeren Delmotte, E. Deweerdt, K. De-
weerdt, en Alida Cuvelier, en tegendeel be
wezen wat de vriendschap vermag op edele
harten en welke wonderen zij verrichten
kan.
Deze heeren en juffers waren ten volle op
de hoogte hunner rol, en menigmaal werden
zij op handgeklap en luidruchtige toejuichin
gen onthaald en de bijrol vervuld door den
heer A. Declercq werd ook op eene kundige
wijze gegeven.
Het blinde Kind, een tooneelspel in één
bedrijf, door Vrouw Slimbroek-Depeuter, in
tegendeel is een heel puik stukje dat vol re
delijke wenken steekt, en doorweven is met
gemoedelijke, dieproerende toestanden. De
spelers waren hier goed op de hoogte hunner
rollen, en zij hebben ook meesterlijk ges
peeld
Mej. Louisa Greus, die de moederrol ver
vulde heeft menigeen de tranen uit de oogen
gerukt, wanneer zij, vol angst en kommer
op het bezoek van den geneesheer wachtte,
die haar kind het gezicht moest geven. Haar
spel was natuurlijk, hare gebaren niet over
dreven en hare uitspraak zeer zuiver. Ook
werd zij dikwerf en warm toegejuicht.
In een woord, met zulke talentvolle spe
lers, moest het stukje, reeds heel mooi uit
zijn eigen, een ongehoorden bijval genieten,
ook dreunde de zaal van de daverende toe
juichingen.
De heer G. Mailliard. in de rol van trou
wen en verkleefden dienstknecht, den ver
trouweling der ongelukkige moeder, die nie
mand anders tot steun heeft dan hem, om haar
doel te bereiken, wist zoodanig den moed
der diepbeproefde moeder op te beuren, het
blinde dochtertje zijner meesters met zooveel
zorg te omringen, dat hij niet weinig bij
droeg om het stuk te verheffen en de belang
stelling der aanschouwers te prikkelen.
De heer K. Deweerdt, toonde ons hoe een
braaf en liefderijk echtgenoot soms kan mis
leid worden door valsche tijdingen en laster,
en hoe hij er toe gebracht wordt eene deugd
zame en edelmoedige echtgenoote te ver
denken, en te doen lijden door zijne onver
schilligheid.
In den heer P. Aernout vonden wij den
man die de afwezigtieid des gemaals waar
neemt om, onder den schijn der vriendschap,
eene vrouw tot den val te helpen. Hij was
de valsche vriend die den man tegen
zijne gade opmaakte en zich niet schaamde
de vrouw van dezen vriend door zijne snoode
voorstellen te honen. Gelukkiglijk werd hij
ontmaskerd en bekwam hij het loon zijner
trouweloosheid.
En wanneer het Blinde kind, de jonge
juffer Maria Creus, verscheen, met eenen
driedubbelen blinddoek voor hare oogen,
kende de ontroering van het publiek geene
palen meer. De naïeve vragen die het kind in
zijne onwetendheid tot zijne moeder enden
trouwen dienaar richtte, de kinderlijke liefde
die in al zijne woorden uitstraalde, waren
alleen bekwaam om deversteendste harten te
bewegen. Daarbij deze rol was zoo kundig
gespeeld dat eene oudere tooneeliste het niet
beter zou gedaan hebben.
En eindelijk verscheen de oogmeester, de
heer H. Creus, die, na de moeder getroost en
gerustgesteld te hebben, één voor één de
blinddoeken van het kind v egnam en er in
gelukt was het daglicht aan de blindgeborene
te schenken. De vreugde der ouders, de aan
doening van den ouden dienstknecht, de
dankbaarheid van het kind en de schaamte
van den verleider schenen uit in dit tooneel,
en de geneesheer, gelukkig in zijne onderne
ming geslaagd te hebben, zei dat alle goed
van God komt en dat men aan God alleen
dankbaarheid verschuldigd was.
De Visschers van Blankenberghe, blij
spel met zang in een bedrijf, door Sleeckx,
mag ook een pareltje heeten.
Het krioelt van zedelessen en geestige
zetten en moet diepen indruk maken op het
zedelijke van alwie het vertolken ziet op eene
wijze zooals onze dappere Sterrelingen het
Zondag 11. deden.
Daarin komen mooie koorzangen en heel
lieve zielfroerende tafereelen in voor. die op
eene onbeknibbelbare manier uitgevoerd en
voorgesteld werden.
De figuratie en de tooneelschikkingen wa
ren uitmuntend't ware te wenschen dat de
Sterrelingen 't zelfde stuk nog eens ten too-
neele voerden, want velen om niet te zeg
gen elkeen, wenschen dit stuk nog eens te
komen toejuichen.
Onder de spelers verdienen een heel bij
zondere melding de heeren E. Deweerdt, met
de rol van ouden visscher, A. Delmotte met
die van verliefde, en P. Aernout, met die
van rijken medevrijer. De Jufvrouwen Isa
Ameel en Alida Cuvelier, wederzijdsch met de
rollen van pleegmoeder en pleegdochter heb
ben even als in het eerste stukje, zich opper
best van hunne taak gekweten. Het is klaar
te zien dat zij beide veel aanleg voor de
kunst hebben, en immer meer en meer op
het tooneel te huis behooren. Zij hebben veej
en herhaalde bravo's ingeoogst en zij hebben
ze volop verdiend.
De puike muziekstukken, door het uitge
lezen orkest onder het kundig bestuur des
heeren Tasseel uitgevoerd, werden levendig
toegejuicht. De heer Tasseel en zijne goede
muzikanten halen eere van hunne kunst.
Toen zij Reusje aanhieven was de begeeste
ring in de zaal met geene pen te beschrij
ven. Kortom het feest heeft veel bijval ver
worven, de tooneelisten in het algemeen
hebben zeer wel gespeeld en de Juffers heb
ben zich zeiven overtroffen.
Wij danken de moedige Slerrelingen voor
den aangenamen avond dien zij ons verschaft
hebben, wij bieden de juffers liefhebsters,
die hare welwillende medewerking aan deze
vertooning hebben verleend, onze hartelijk
ste gelukwenschen en onzen innigsten dank
aan. Want dit feest was het bevalligste en
het leerrijkste dat de Sterrelingen ons ooit
verschaften.
Indien wij mogen geloof geven aan 't geen
wij komen te vernemen zullen de Sterrelin
gen twee dagen naeen spelen. Den Zondag
voor 't publiek en den Maandag uitsluitelijk
voor de ahonnenten, bravo dat is een goed
gedacht. Zoo ten minste zal eenieder wat
meer op zijn gemak zijn, en als abonnent niet
moeten naar liuis terugkeeren met zijne
kaart in de hand bij gebrek aan plaats.
Zondag hadden de Blauwe Kousen voor
de eerste maal hun brusselschen Caban
aangetrokken en de mannen waren zoo fier
over hunnen nieuwen mantel dat zij er ge
heel den dag en laat in den avond mêe pronk
ten.
Doch aangezien de kap van dezen mantel
volkomen geschikt is om de gelaatstrekken
van dezen die hem dragen te verbergen, heb
ben wij al zonderlinge gevalletjes hooren
vertellen, die van de zedelijkheid van som
mige mannen getuigen.
Rond 5 1/2 ure's avonds kwam een per
soon in de nieuwe Houtmarktstraat aan en
stond niet weinig verwonderd een Caban in
druk gesprek te-vinden met eene jonge deer
ne, die wat wederspannig scheen en maar
niet naar de voorstellen van den cabandra
ger wilde luisteren.
Die persoon trad nader om te zien of er
soms een geschil plaatshad, dat hij door zij
ne tegenwoordigheid kon doen eindigen,
maar eensklaps nam de Juffer de vlucht en
Caban wist niet meer wat uitbrengen om zij
ne schaamte te verbergen.Het is toch
wel toegelaten en oogenblikje te vreien,
sprak hij, ik doe immers geen kwaad.
Vreien is niet verboden, sprak de voorbijgan
ger, maar gij hoefdet de zeden meer te eer
biedigen en geene verergernis op de straat
te geven. De Caban ging al leeken weg en
wenschte den voorbijganger wel duizend
maal naar de maan.
Den Zondag, 27 November, zal in onze
Afdeeling eene Concert-Voordracht gehou
den worden, waarin de Heer Julius Mac
Leod, leeraar aan de Gentsche Hoogeschool,
optreden en spreken zal over den Microscoop.
De spreker weet dat onderwerp, ondanks
zijn wetenschappelijken aard, uiterst boeiend
belangwekkend er> leerzaam te maken voor
zijn publiek, zoodat de leden op iets puik,
mogen rekenen.
Zondag mis:e zekere D... bier den laatsten
trein en toog te voet naar R<~ubaix, waar
hij woont. Nabij Gheluvelt werd hij door
vier rakkers aangerand, zijn geld afgenomen
en zijne kleederen tot op zijn hemd uitge-
stroopt. Dan kozen de schelmen het hazen
pad met den buit en de uitgestroopte mocht
in zijn hemd naar IJperen terugkeeren om
er zich nieuwe kleederen aan te schaffen.
Dinsdag was het hier nazicht der soldaten
in onbepaald verlof. De oud-landsverdedigers
namen die gelegenheid te baat om zich eens
goed de keel te verfrisschen. Die gezworen
kameraden echter hingen elkander wat de
keel uit in eene kroeg op den Potijze en
eindigde met elkander ferm het vel uit te
kloppen en het herberggerief kort en klein
te maken. Zij hebben het er zeer vuil laten
liggen en die wederzijdsche trommelingen
zou hun duur kunnen te staan komen.
De genaamde T. een heerenknecht, kreeg
het hier maar moeilijk gedeeld, met zijn
liefje. Bij de deerne heelt hij het nog al bont
gemaakt en de sukkelaar heeft zich ten
slotte Maandag avond in den stal der afspan
ning De Drie Koningen opgehangen. Toen
men hem daar ontdekte was hij reeds een lijk.
Zijn lijk werd naar 't gasthuis overgebracht.
Woensdag namiddag kwam een oppasser
met het paard zijns officiers in de Mondstraat,
toen de felle klepper eensklaps op hol ging.
In de Boterstraat sprong het verschrikt dier
dwars door de vitrien der beenhouwerij J.
Decaestecker, sprong in den winkel toon
bank en kapblok omver, trapte er alles kort
en klein en wipte dan door dezelfde opening
terug naar buiten,
Het paard bad gansch den kop en de horst
open en vol glasscherven.
Volgens wij vernomen hebben, zal het beest
door de veearts der rijschool nog kunnen
genezen worden. De schade in de slachterij
is zeer groot. Gelukkiglijk zijn er geen ver
dere ongelukken te betreuren.
Zaterdag kwam de Marktwagen van Hoog-
staede tusschen Brielen en IJperen aangere
den, toen de voerman Capelaere, die wat te
diep in 't glas gekeken had, nabij den Molen,
over 't Hoekje, uit zijnen wagen viel met
het ongelukkig gevolg dat de wielen hem
over t lijf liepen. Hij werd in een zeer zorg-
wekkenden toestand opgeraapt en in het
molenhuis binnengedragen, waar hij de H.
Olie ontving. Later werd hij naar 't gast
huis alhier overgebracht, waar hij verpleegd
wordt.
Zaterdag was het hier paardenkeuring.
Vele en schoone paarden waren daar om
naar de prijzen te dingen. Een paar liefheb
bers kregen er ruzie om een mooi dier en
vochten in het gevangenisstraatje, dat 't stof
in de geburea vloog. De policiecommissaris
Ja, den nagelbak kan zoowel den Jan spelen,
hij verlaat in eens R. en vertrek bij A. H.
Oh die kerel. 0.10
Omdat de drij, M. den peerdenmarchand, P.
den Nagelbak en Loke zooveel niet meer
zouden om karamellen gaan op de Boter
markt ofÖ.ÏO
Omdat G. D. zich nog eens eenen achtsten
deelen zou. 0.10
Omdat de jocqey ongcduldigjaloersch is naar
hetgeen zij nooit zal krijgen. 0.10
Ja, krommen Loewy van Niekerke en zijn
oudste meisen zoen wel. par ockaezie, mey
nulder niew peireke, menschen vervoeren
tot aen Poperinghe, mae ze moën ton een
huerfoeture neemen voor ach fran om weer
huyswaers te keeren, omdan er te veel
koelsysteenen verzonken zijn op de niewe
roete van Westouter0.10