EEN SPELER, SCHRIK VAN SOLDATEN, Zoo is de duivel, zoo betrouwt liij zijn volk. Eene zonderlinge werkstaking. Werk of brood. BERICHT. Werkerslier. Carnaval. Vlaamsche Ster. Stad Poperinghe. Lichting van 1893. o.jo o.Jo De slimme en geleerde (!?l) opsteller van het Journal d' Ypres, schijnt te mogen twij felen aan de rechtzinnigheid der voorstan ders van het Algemeen stemrecht. Om dien twijfel te doen gelden steunt hij zich op den omzendbrief van den Grooten Oosten van België, dien wij in ons blad hebben opgeno men, en in onze eerste bladzijde hebben ge- lijfd. Hieruit besluit de opsteller van het pa- pendweiltie dat het de vrijmetselaars zijn, die in 't donker het algemeen stemrecht be werken en dat men niet de minste trouw moet hebben in eene partij die met vrijmet selaars omgaat. De opsteller van het Journal schijnt ver geten te hebben dat het nog zoolang niet ge leden is dat een vrijmetselaar hier voorzit ter was van de katholieke associatie, en dat hij en zijne kollega's niet aarzelden den lof van dien man te zingen en hem bij zijn af sterven bijna heilig te verklaren! De argwaan dien de schrijver nopens het algemeen stem recht wil doen ontstaan, is dus ongegrond, en het volk zou meer reden hebben zich te mistrouwen, indien priesters en paters de beweging aanraadden; want het zou mogen zeker zijn, dat er iets huichelachtigs schuilt achter de medewerking der zwarten en bloot- voeters, dat tegenstrijdig zou zijn met de belangen van het volk. Het is algemeen gekend dat al wat van de langgerokte politiekers komt, onverbeterlijk is, en dat al wat zij afkeuren of niet in hun eigen belang gedaan wordt, moet verworpen worden. Wij hebben reeds te veel voorbeel den gezien van hunne sluiksche handelwijze, en wij kunnen niet verstaan dat men nog mannen vindt gelijk de sleppedragers van Journal, Nieuwsblad en andere wijwater- kwispels, die het volk willen misleiden ten voordeele van mannen die alles onder hun nen hiel willen pletteren en alles willen overheerschen. Zij weten dat het algemeen stemrecht hunne heerschappij zou vermin deren en daarom trachten zij het door alle middels tegen te werken. Maar zij zullen in hunne pogingen mislukken, wat er de schrij ver van het Journal ook van zegge. Onze burgervaders, die het zoo wel mee- nen met de werklieden en de kleine bedien den, dat zij hen het brood uit den mond zouden nemen, hebben nogmaals een bewijs gegeven van hunne bezorgdheid voor hunne onderhoorigen. De lijkbidders (krijschersj, die sinds ettelijke jaren reeds eenen tarief hebben die hun loon vaststelt, zagen tot groote verwondering dit loon van twee der den verminderd, zonder dat men hen verwit tigd had. Onze stad telt tien lijkbidders en de dienst wordt verricht bij beurt. Al wat hen betaald wordt voor uitvaarden van le, 2e. 3e, 4e of 58 klasse, moet in tien verdeeld worden en alle drie maanden trekken zij hun geld. Nu dat er eene besmettelijke ziekte in onze stad woelt, zijn de lijkbidders verplicht de slachtoffers dezer ziekte naar het kerkhof te dragen en te begraven. Het gebeurt soms dat er twee of drie op eenen dag zijn. er zijn ook dagen dat er zich geene gevallen voordoen. Welnu, het karig loon dat men daarvoor geven wil (20 centiemen per man), heeft de nederige bedienden aangespoord naar het stadhuis te gaan om tegen die onrechtvaar digheid te reklameeren en hunne rechten te doen gelden. Daar werden zij ontvangen door eene soort van Vliegend paard, geen Pégase nochtans die hen botweg toe snauwde geeft uwe demissie, 't Is te zeggen wilt gij het niet hebben, laat het liggen, een ander zal er blijde om zijn. Inderdaad, onder de tien bedienden van de lijkstatie zijn er drie of vier ouderlingen, die sedert jaren dit ambt uitoefenen de andere, de jongelingen, zijn niet in geur van heilig heid bij onze burgervaders, omdat zij niet tot de katholieke wacht behooren, naar grene congregatiën gaan en den naam hebben min of meer liberaal te zijn. Welnu, om zich van hen te ontmaken, om hunne troetelkinders der katholieke wacht in hunne plaats te stel len, aarzelen de stadhuisbazen niet hun loon te verminderen in de hoop dat zij hun zullen moede maken en zij denken er niet eens aan dat zij eene wraakroepende zonde bedrijven, die harde kristenen, met het loon van den werkman achter te houden. 't Is alzoo dat die jezuietische pijpekoppen handelen met alwie van hunne denkwijze niet is en dat zij volkomen aan de belofte die zij vroeger deden, al de Yperlingen zonder onderscheid op eene vaderlijke wijze te be handelen. Zeggen wij nochtans dat niets van hun nentwege ons nog kan verwonderen, want die kerels zijn tot alles bekwaam. Donderdag 11. zijn de werkloozen van Yperen naar het stadhuis gegaaan om aan Burgemeester en sctiepenen de verwezen lijking te vragen der beloften die zij voor den koopdag van ln Februari 1891 aan de Yperlingen deden, namelijk van werk te verschaffen aan alwie werk wilde, fabrieken te stichten en al de werklieden in staat te stellen op eene eerlijke wijze hun bestaan te vinden Doch daar deze beloften gelijk vele andere, in 't water gevallen zijn, en dat er noch nooit meer menschen zonder werk waren als heden, besloten die ongelukkigen, ten getalle van minstens 150, hunnen ellendigen toestand aan de burgervaders bekend le ma ken en onderstand af tesmeeken. Het was schepen Berghman die hen ont ving. De Burgmeester was afwezig, en hij trachtte hen met een zoete toontje af te schepen en stelde ze uit tot 's anderendaags morgens, Vrijdag dus, op gestelde uur be gaven zich de werkloozen, nogmaals naar het stadhuis, maar men zei hun dat de Bur gemeester nog niet te huis was, dat men niet beter vroeg dan hen te mogen voldoen, maar in de afwezigheid van den eersten ma gistraat, was het onmogelijk een stellig ant woord te geven. Deze verklaring werd met algemeen ge mor onthaald, de ongelukkigen zegden dat zij zich toch met hunne kinderen niet konden laten vergaan dat zij verzochten eenigen on derstand te bekomen Werk of Brood, zeiden zij, wij moeten leven Schepen Berghman, ziende dat hij hun zoo gemakkelijk niet zou weg krijgen, als daags te voren, beloofde ten hunne voordee le te spreken en raadde hen aan den zaterdag naar de zitting van den gemeenteraad te ko men, waar er zeker wel eene beslissing ten hunnen voordeele zou genomen worden. Nu zijn wij nieuwsgierig te weten hoe on ze burgervaders zich uit den slag zullen trek ken. Ten hunnen koste zullen zij ondervin den dat, indien zij de beloften hebben verge ten die zij over twee jaar deden, de werklie den van Yperen die niet vergeten hebben en dat de tijd gekomen is om niet met woorden maar met daden te handelen. Nog nooit, zoolang de liberalen op het stadhuis gezeteld hebben, heeft men derger- lijke betooging gezien en dit bewijst eens te meer dat de Yperlingen geen reden hebben om zich over hunne meesters te verheugen. Morgen Zondag 12 Februari, van 's middags tot 1 ure, zal het muziek der Oud-Pompiers een Concert geven in de zaal der Haüe ten voordeele der slacht offers van de overstroomingen van den Noyoux. Eene schaal zal aan den ingang der zaal geplaatst worden en eene omhaling zal gedaan worden gedurende het Concert. Jl. Zondag avond bood de Koorzangmaat schappij De Werkerslier hare eereleden en hun huisgezin een heel mooi feestje aan. Twee koorzangen werden er onder het be stuur van den heer Balmaekers uitgevoerd op eene zeer voldoende wijze. De leden heb ben getoond dat willen kunnen is. Een har telijk bravo voor hen. De heeren zangers en muziekanten Leon Tancré, de jonge gebroeders Walckers, Mo- reau, Praet, Ordies en Wilde, hebben een buitengewonen bijval genoten. Een stuk voor klarinet was door den heer Balmaekers uitgevoerd, het is ons onmoge lijk daarvan eene ontleeding te geven daar het van heden niet is, dat wij menigmaal de heer Balmakers toegejuicht hebben, het is gekend van verre en naar dat hij een uitmun tend artiest is, en velen, jonger dan hij, zou den terugschrikken zulke moeilijkheden aan te nemen, ook heeft hij door handgeklap en geroep terug geroepen geweest. De kluchtliederen door den h. E. Deweerdt gezongen, hebben wel doen lachen, bijzon derlijk het kluchtlied Als grootmoeder trouwde ook heeft hij gebisseerd geweest. Het was, in een woord, een der genotvol ste feestjes, die lang in 't geheugen blijven zal. En de danspartij, die er op volgde, ken merkte zich nog eens door de echte vriend schap en gulste broederlijkheid. Lang nog zal men de stonden herdenken die daar genoeglijk henenvlogen en veel te gauw verdwenen waren. Eer en dank voor de heeren der kom missie voor al het genot dat wij daar be leefden. D. Weerom zijn die dagen van zotte leute na kend, waarop het aan oud en jong, rijk en arm toegelaten is een ander kleedsel dan dat door zijnen staat gevergd, aan te trekken. Geen verschil van rang nog fortuin op die dagen, maar allen springen vroolijk en jeug dig rond, zingen of fluiten, en brengen te ring, neeringen leven, ja vooral leven, in de steedjes waar zooals in ons Yperen Carnaval deftig gevierd wordt. Het maskeren is door het volk verre boven eene kermis verkoren, daarom ook wedijvert men telken jare om iets nieuws voor den dag te brengen, om de bevolking der omliggende gemeenten stedewaarts te trekken. Waarom ook zou zich het volk niet mo gen verzetten; wat kwaad bestaat erin met een mombakkes voor 't aangezicht te loopen, er zijn er zoovelen welke een gansch jaar maskeren en bedriegen en den jesuit uithan gen, ofschoon het dezulke vooral zijn welke de afschaffing van Carnaval vragen of trachten te bewerkstelligen. Op dan maskertjes, de beenen gesmout, de keel verfrischt en lustig gesprongen en ge zongen van: Het is morgen Zondag 12° Februari, om 6 ure 's avonds, dat De Vlaamsche Ster hare vierde vertooning van 'tabonnement 1892-93 geeft met de medewerking van Mevr. Parys van Brussel en de Juffers Isa Ameel en Louisa Creus, liefhebsters. De stukken welke zullen opgevoerd worden zijn Drama in 3 bedrijven door P.-A. Matton en Blijspel met zang in één bedrijf door Kints, Men zal juist beginnen om 6 ure. De Heeren en Dames abonnenten zullen zich herinneren dat, om alle ontevredenheid van hunnent wege te vermijden, het bestuur der maatschappij besloten heeft een bijzon deren ingang voor te behouden, langs de Yandenpeereboomplaats, in de poort rechts, 3ae deur, waar niemand dan zij toegang zul len hebben. Deze ingang zal nog eens aangeduid wor den door eenen plakbrief, in deze voege ge drukt: Bijzondere ingang voor de Abonnenten. Reninghelst. Westoutre. 0.10 0,10 0.10 0.10 0.10 Dat zal hem leeren per naaste de brave men- schen gerust te laten, hij heeft wat hij verdient. 0.1Q Hij zou beter doen wat meer op zijn chris- pijntje te zitten dan langs de straat te loo pen en alle soorten van scheldwoorden te roepen achter menschen die hem nie tvragen 0.25 Maar pas op! eens is wel, maar eene tweede maal zult gij met moeder Justitie te reke nen hebben. Ik voorzeg het u. 0.25 Omdat O. M. 2 fr. gereclameerd heeft voor den kinkée die zij 35 c. betaald heeft. Omdat O. wat geluk enz. Omdat Paul dien slimmerik enz. Omdat men in M. hutsepot enz. Weet gij niet in dien hutsepot enz. Omdat D. en D. eerlijk wilt zijn. Kan men dien hutsepot enz. 't Was aardig om zien bij de menschen in den Bok op de Markt. Den baas was aan 't zin gen in S' Jacobs en zijne vrouw moest aan de officieren zeggen dat zij geen bier kon trekken, had Karei den lieven HeerenJul- tje daar nog geweest, zij hadden eens te meer Mad. eenen dienst kunnen bewijzen. 0.25 Omdat een jongeling eene jonge juffer trouwt beminnelijk en schoon in zijne oogen alleen er is liefde by0.20 Voor het triomphaal vertrek van K. 0.10 Omdat Marietje altijd leest omdat haar kind enz. 0.10 Parceque M. aime tant 4 s'habiller le soir dans le comptoir. Attention X vous a vu en promenade avec M. R. 0.10 Omdat M. R. geen zoo wijd meer zou loopen enz. 0.10 Quelle chance pour Melle A.Monsieur Ch... W... lui a donné un verre de bierre pour qu'elle a fait sa demande de ne plus fumer la cigarette. 0.10 Omdat dikke L. en dikke M. enz. 0.10 Wat is S. Joseph een heiligen man, hij zal nu krokmort passeereu, dat zal hem toen gaan, zijn stiel zal toen bestaan met ge- heele dagen op straat te gaan. 0.15 Omdat den Boucher de Ypersche taal zou spreken als hij gaat een halve beest koo- pen. 0.10 Keer u eens om, Reusje, Reusje, Keer u eens om, Reuze komt. 1. Bafcop René 2. Baelde Marcel 3. Bail Gustave 4. Ballyn René 5. Bamelis Isidore 6. Benoot Einile 7. Berat Julien 8. Berghof Julien 9. Beuns Emile 10. Bonduelle Oyr. 11. Boutez Louis 12. Boutton Alouise 13. Bruynoogbe H. 14. Caenen Henri 15. Camerlynck Arthur 16. Cappelaere Achilla 17. Cai'oen Edmond 18. Carron Emile 19. Carron Julien 20. Chaerle Achille 21. Clabau Ferdinand 22. Cordenier Achille 23. Oouwet Gregoire 24. Crispiel Leon 25. Dalleyne Cyrilie 26. Deboone Jules 27. Debruyne Arthur 28. Debusscher Camille 29. Dedrie Leon 30. Dehouck René 31. Dekewel Achille 32. Delbaere Henri 33. Delbey Julien 34. Delepierre Achille 35. Delfosse Hector 36. Demeester Napoleon 37. Denut Camille 38. Denut Prosper 39. Depoorter Henri 40. Deschodt Achille 41. Desegher Henri 42. Desmedt Camille 43. Desmyter Camille 44. Devos Achille Camille 45. Devos Achille-Oorneille 46. Devos Auguste 47. Devos Camille 48. Devos Emile. 49. Duftou Michel 50. Dupont Elie 51. Gadeyne René 52. Garnier Julien 53. George René 54. Iiaelewyn Camille 55. Helleboudt Philippe 56. Hennaert Cyrilie 174 57. Kesteman Camille 58 190 58. Laconte Camille 45 91 59. Laconte Jules 60 189 60. Lahaye Nestor 179 94 61. Lamond Henri 101 68 62. Larou Louis 122 141 63. Laurens Marcel 65 164 64. Laurie Camille 89 80 65. Lauwers Emile 57 121 66. Lefever Achille 130 79 67. Legrand Jules 67 128 68. Lequien Julien 110 114 69. Leimytte Julien 38 183 70. Lietaert Elie 154 158 71. Loncke Emile 106 117 72. Maddelein Achille 39 162 73. Maesen Arthur 66 78 74. Malbrancke Achille 151 107 75. Matthys Arthur 186 139 76. Milleville Camille 81 150 77. Minne René 172 175 78. Neuville Gustave 112 124 79. Noppe Jerome 145 87 80. Ooghe Theophile 93 160 81. Pittellioen Cyrilie 188 90 82. Pittelioen Oscar 86 129 83. Plaetevoet René 138 99 84. Polley Julien 115 49 85. Pyck Achille 54 192 86. Quaghebeur Charles 153 163 87. Rabau Georges 69 50 88. Recour Emile 55 80 89. Riem Henri 62 53 90. Ryckewaert Achille 135 111 91. Schaballie Arthur 125 84 92. Schmidt Florent 82 52 93. Silvert Leon 109 108 94. Struye Jules 71 146 95. Suffys Pierre 96 119 96. Techel Joseph 75 167 97. Temeur René 196 185 98. Vancentwerpen Odile 127 152 99. Vancayseele Hilaire 95 47 100. Vandamuoe Emile 64 57 101. Vandecasteele Ildeph. 187 155 102. Vandenameele Emiie 88 70 103. Vandenberghe Felix 59 77 104. Vanderheyde Achille 140 113 !05. Vandewynckel Theoph. 97 184 106. Vanhove Julien 168 51 107. Vanmol Frangois 176 132 108. Vanrenynghe Guill. 120 147 109. Vanspranghe Joseph 103 193 110. vanspranghe René-Ben. 41 178 111. Vanspranghe Uené-H. 142 40 112. Verannemau Louis 46 113. Vergeele Jules 180 114. Verhaeghe Camille 195 115. Verlynde Achille 171 116. Verwaerde Camille 137 117. Wallyn Alphonse 182 118. Watteyne Arthur 74 119. Wulleman Theophile 157 120. Wyckaert Hypolite 53 1. Arnout Constantin 104 2. Baelen Camille 105 3. Baert Cyrilie 134 4. Baron Achille 131 5. Capoen Cyrilie 43 6. Chaerle Henri 42 7. Clarysse Henri 144 8. Deceuninck Auguste 61 9. Denolf Theophile 198 10. Derck René 126 11. Dujardin Remi 123 12. Gontier Gerard 165 13. Houvenaeghel Henri 133 14. Lahousse Henri lie 15. Mahieu Arthur 156 16. Minne Charles 161 17. Mouresse Aloïse 159 18. Note Constantin 73 19. Nyst Jerome 102 20. Oreel Remi 194 21. Saelen Henri 98 22. Vandermarliere Emile 118 23. Verbeke Fideel 149 24. Vanhille Henri 72 25. Verwarde Aloise 191 1. Bourgeois Charles 181 2. Bouwet Henri 148 3. Buseyne Camille 48 4. Constenobel Arthur 76 5. Declercq Remi 56 6. Dehouck Camille 197 7. Delhaye Henri 143 8. Fache Elie 83 9. Fauvercq Constantin 136 10. Goudenhooft Jules 169 11. Heze Arthur 92 12. Ingelaere Charles 85 13. Knockaert Julien 166 14. Maes Hector 177 15. Muyllaert Camille 44 16. Thebaut Constantin 170 11. Waterbley Ferdinand 173

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1893 | | pagina 2