VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Achtste jaar. Zaterdag 8n April 1893. Nummer 15. Maatschappij O ad-Pompiers Gal en Edik. Abonnementsprijs voorop betaalbaar! 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annonceni 15 cent. per drukregel. Rechte lyke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamds artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteek end toe te zenden. Artikelen on ge teekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. DER STAD YPEREN. M.VA\OA<; 3 APRIL 1893, Inhuldiging van het Vaandel. Gelukkige dag voor de liberale partij Dag van heil voor de jonge maatschappij (Voor het doodgeboren kind, zou het Jour nal d'Ypres zeggen). Dag van blijdschap, dag van feest, dag van vreugde voor al de Yperlingen Lang reeds vóór het uur van het uitstapje moest plaats hebben, brabbelde de inging der Hondstraat van volk. Op de Groote Markt, in de Boterstraat, overal was de be weging groot. Die toegestroomde en syrnpa- thiesche menigte ging het liberale muziek, de liberale partij zelfs op hunnen doortocht toejuichen! 't Was een ware zomerdag, eene glinsterende zon, (de zon der geuzen) kwam nog het feest opluisteren, dat een waar zegefeest mag genoemd worden. Om 3 1/2 ure verliet het muziek zijn lo kaal, uitgedoscht in zijne nieuwe kleeding, voorafgegaan van een dertigtal jonge kna pen, de kweekerij van het muziek allen met den blauwen strik aan het knops- gat en gevolgd van eene ontelbare menigte, om zich bij Mevr. de Beaucourt te begeven, waar het vaandel berustende was. De kleeding is bekoorlijk en vol goeden smaak. Men vindt er geene ijdele praal noch iets dat in het oog springt. Het uniform is schoon, eenvoudig en gemakkelijkhet be staat slechts uit eenen dolman. Het bestuur der Maatschappij heeft wel gedaan de muzi kanten niet in arlekins en vastenavondzot ten te verkleeden. Terwijl het muziek vóór het huis van Mevr. de Beepcourt eenige muziekstukken speelde ontving deze feet bestuur der Maat schappij, omringd van Mej. Charlotte Roze, van verscheidene dames der stad, en van eenige leden harer familie, ten zij drukte zich uit als volgt: - Heer Voorzitter en heeren Leden van hel Bestuur, Als tolk der gevoelens van de dames be- schermsters, ben ik gelukkig u mijne vuri- ge gelukwenschen te kunnen toesturen ten opzichte der inrichting dezer schoone maat- - schappij. Gij hebt vele moeilijkheden moe- ten overwinnen en veie hinderpalen moeten verbrijzelen, maar een schitterend succes ;s uw loon geweest. Deze maatschappij is cd vaste grondvesten gebouwd. De sym- ptthie en de mildadigheid van allen zijn n et het ontegensprekelijk bewijs van De eendracht zal hare macht uitmaken, ver- getm wij het nooit De heer Aug. Brunfaut bedankt en biedt, in dei. naam der Maatschappij twee prach tige bltemruikers aan, de eene aan Mev. de Beaucoirt, de andere aan Mej. Roze, als een bewijs van achting en erkentenis voor al de dienstwilligheid die zij jegens de Oud- Pompiers getoond hebben. Zich alsdan tot M. Deliège wendende, stuurt Mev. de Beaucourt hem de volgende woorden toe Heer Muziekoversle, De harmonie der Maatschappij is uw werk. Door uwe ondervinding, hebt gij het vertrouwen dezer muzikale schaar weten te verwervenik zou zelfs mogen zeggen dat gij ze betooverd hebt, want zulken uitslag op een zoo korten tijd be- komen, mag een wonder geheeten wor- den! Gelief, Mijnheer de muziekoverste, in den naam der dames, de uitdrukking onzer dankbaarheid en onzer bewondering te aanvaarden. De heer Deliège bedankt, belooft zich over den goeden wil van al zijne muzikanten en acht zich gelukkig de vleiende waardeering van de Dames der stad te hooren. Hij is tot eenen uitslag gekomen, maar hij belooft nog beter en altijd beter te doen. Het vaandel, met eenen sluier omwonden, was in den hof geplaatst. De kleinheid van den hof had slechts de muzikanten en de Oud-Pompiers toegelaten er in te dringen. Toen de sluier neêrviel, heeft een onmetelijk gejuich een driedubbel hourah! onze bannier begroet. Wij mogen zeggen onze bannier, want zij is inderdaad het zinnebeeld van het liberalisme. Mev. de Beaucourt heeft het vaandel onder de volgende woorden aan de Maatschappij overhandigd Mijnheer en, Namens de Dames beschermsters der Maatschappij Oud-Pompiers, kom ik u dit prachtig vaandel aanbieden. Een vaandel is een herkenningsteeken, een oproep tot de broederlijkheid!!! Onder zijne plooien zal uw muziekoverste u tot onbetwistbare ze- - gepralen leiden; het vertrouwen dat gij hem «toont bewijst het op eene óntegeilSpreke- lijke wijze. Die kroonen, die boven aan den stok zijn, zuilen de bewijzen uwer zegepralen dragen en gij zult fier zijn de- zelve te aanschouwenBlijft dus vereenigd ".en zweert trouw aan dit vaandel. Dit ware al onze wenschen beantwoorden. Nu, Mijnheeren, roepen wij eenstemmig uit: Leve de Voorzitter! Leve de muziek- overste Leve de Maatschappij der Oud- Pompiers Levendige toejuichingen begroeten die manhaftige woorden. De heer Voorzitter Brunfaut, bedankt de Dames en den heer Jules Creton-Feys voor het initiatief dat zij genomen hebben een zoo prachtig vaandel- aan de Maatschappij der Oud-Pompiers aan te bieden. Dit vaandel, zegt hij, verbeeldt het liberalismus. Scharen wij ons onder zijne plooien; het zal ons lei den tot de herovering van het stadhuis, dat op eene zoo snoode wijze ingenomen is ge weest door de middelen die eidereen kent. Zweeren wij het nimmer te verlaten i Een driedubbel hoer'ah en een ontzagge lijk gejuich beantwoorden de krachtige woorden van M. Brunfaut. De heer Juies Greton noodigt al de libe ralen uit zich onder het vaandel der Oud- Pompiers te scharen. En alsdan hechten Mev. de Beaucourt en Mej. Roze, aan de kronen die boven den stok van het vaandel zijn, de eermetalen welke de harmonie te Blankenberghe en te Duinkerque ontvangen heeft, alsook eene herinneringsmedailje der inhuldiging. Dit vaandel is een oprecht wonder, de teekening er van is gemaakt geweest door den heer Arthur Maegerman, [muzikant der Oud-Pompiers. Het is in blauwe zijde, met dubbelen kant. In het midden van een der zijden bevinden zich de wapens der stad met het opschrift: 1891, Harmonie der Oud- Pompiers van de stad Yperen beneden een helm en twee bijlenop de drie andere hoeken, borduurwerkin het midden van den anderen kant, een met linten belegden palmtak met het opschriftaangeboden door de Dames. Boven op den nickelen steel be vinden zich eene lier en drie kronen. De ver vaardiging van het vaandel is toevertrouwd geweest aan M. E. Renert, te Brussel. Wanneer het vaandel op den dorpel ver scheen, begroetten de toejuichingen en het vreugdegeroep der menigte, die zich op de straatdammen verdringt, zijne verschijning. Allen bewonderen dit liberaal vaandelHet muziek en de tamboers heffen den Vaandel- groet aan, door onzen uitmuntenden mu ziekmeester M. Deliège gekomponeerd. Het heeft een oprecht heldhaftig voorkomen Het zicht is overheerlijk Het vaandel plaatst zich achter het mu ziek de vijf gewezen wachtmeesters, de hee- ren. Louis Rabau, Arthur Gryffon, Amand Vlaemynck, Edouard Degroote en Willem Declein, maken de eerewacht uit. Op geheel den doortocht juicht de opeen- gepropte menigte toe. De nationale vlag wapperde aan het bureel van het Progres om de liberale banier te begroeten. Op de Vandenpeereboomplaats houdt de kolom stil vóór het standbeeld van den Oud- Kommandant der Pompiers; iedereen ont dekt zich met eene eerbiedige aandoening en de harmonie heft het Ypersch tuindaglied aan. De 3000 aanwezige personen hebben door hunne toejuichingen bewezen dat zij niet onverschillig waren aan deze betooging der Oud-Pompiers tegenover hunnen ge wezen Kommandant. Het muziek, altijd door dezelfde menigte gevolgd, doorloopt de bijzonderste straten der stad en houdt eindelijk stil vóór het huis van den heer Voorzitter Brunfaut. Daar had eene nieuwe plechtigheid plaatsde over handiging van een diploma aan den heer EJ. D'groote, gewezen wachtmeester der Pompiers, voor 30 jaren dienst, en van een diploma aan den heer Pieter Fache, oud muzikant der Pompiers, voor 20 jaren dienst. De teekening van het diploma is een meester stuk van onzen vriend Engel Van Eeckhout. Een concert vóór het huis des voorzitters gegeven, heeft het offlciëele feest gesloten. 'S avonds werden de Oud-Pompiers op een lekker avondmaal onthaald, dat hen in hun lokaal, Café de -Commerce, door de leden van het Bestuur werd aangeboden. Het avondmaal door Mevr. Dehollander bereid, was uitmuntend goed en opperbest gedient. De 120 leden hebben de tafel ver laten, met het gedacht weldra nog eens zulk feest te herbeginnen. Kortom, het was een schitterend feest, eene grootsche betooging, een schoone en groote dag De inhuldiging van het vaandel der Oud- Pompiers, waarvan wij hooger de beschrij ving geven, weegt zoodanig op de maag van Carcasson, dat hij bij geheele zwalpen gal en edik uitspuwt tegen die grootsche betoo ging en tegen dezen die er deel aannamen Hij noemt het liberale muziek eene fransch- republikaansche harmonie, die het blauwe vaandel geheven heeft legen de katholie ken, en hij heeft dit kunnen bemerken aan de ineengedrongen menigte liberalen die den stoet vergezeldenofschoon hij verder zegt dat het bijzonderlijk katholieken waren die er deel aannamen. Moet men niet ezeldom zijn om alzoo te rëdeneeren 1 Hij kan niet verkroppen dat de Maat schappij der Oud-Pompiers hulde gebracht heeft aan haren gewezen Kommandant, Alf. Vandenpeerebom, met voor zijn stand beeld stil te houden en het Ypersch lied te zijner eer aan te heffen. j Ea dit alles, zegt hij, ter gelegenheid der j vervanging eener vod door een aanbiedens- waardig vaandel. Hier schijnt de vaderlandsliefde van den gebochelden filosoof uit: de vod waarvan hij spreken wil, is de nationale vlag en het aanbiedensioaardig vaandel de nieuwe bannier der Oud-Pompiers! Salueert, Bel gen, Carcasson heeft gesproken. Hij bekent verder dat het vaandel niet alleenlijk aanbiedenswaardig maar zelfs zeer betamelijk was; en zulke oordeelvelling van wege Carcasson pleit ten voordeele van het geschenk door de Dames der stad aange boden. Hoort eens hoe hij raaskaltdie kerel is zot of de koning is niet meer edel De groote eer die men dit vaandel be- bewees strijdt geweldig met de overschil- - ligbeid en het misprijzen dat de liberalen tconen voor de Te Deum's en andere va- - derlandsche plechtigheden, die onder de plooien van het nationale vaandel gevierd worden. En daar zooeven komt hij de nationale vlag, waarover de Maatschappij der Oud- Pompiers fier was, voor eene vod uit te geven. Maar wat men ook gedaan hebbe, zegt Carcasson, is men er niet in gelakt vaan- dels te doen uitsteken. Noch geld, noch - aandringingen, npch ongehoorde propa- ganda. Zelfs in de scholenniets heeft er toe geholpen Zou die gebochelde leugenaar ons Willen zeggen waar men geld aangeboden heeft, waar men is gaan schoone spreken, in ivelke scholen men propaganda is gaan maken Hij zal niet kunnen, want hij weet wel dat dit alles 't werk der liberalen niet is en dat zij zich tot zulke middels niet zouden ver lagen. Wij laten dit voor zijne vrienden en voor hen, die door de macht van 't geld alles willen overrompelen, die gaan bedelen voor eene arme stem zelfs bij dezen die zij nu krapuul noemen, en die in hunne scho len de kinderen ophitsen om treffelijke lieden aan' te vallen en te beschimpen, gelijk wij het meer dan eens ondervonden hebben. Nauwelijks staken er vier vaandels uit, zegt hij. VVij bekennen het volgaarne, ook zullen wij niet doen gelijk de leugenaars van het Nieuwsblad en van het Journal dYpres, die durfdeD zeggen dat al de huizen bevlagd waren ter gelegenheid der aankomst van de leden van het syndikaat, toen het ontzagge lijk getal van vijf vreemdelingen, waaronder een langgerokte commis-voyageur onze stad binnentrad om deel te nemen aan het monsterbanket van 175 coeverten voor een 25tal personen Maar wat over zijn hout gaat is dat de venijnige zeeveraar zich veroorloft aan twee eerlijke dames benamingen te geven, die gansch tegenstrijdig zijn met welvoeglijk heid en goede opvoeding. Dat hij tegen de liberale maatschappij en haar vaandel uit- valle, dit nemen wij aan, en wij denken dat de spijt dezer grootsche betooging hem be dwelmt; maar zinspelen op de familienamen van eerlijke personen, en vooral vrouws personen, daarvoor moet men meer dan krajjuul zijn, men moet lafaard zijn. Ook, waren wij lid der familie van die dames, wij zouden dien gemisten en mis bakken pater eens het stof uit zijnen kazak kloppen m t hem de sterren bij klaren dage te doen zien Hij zal misschien niet verliezen met te wachten. Wij komen op deze zaak tertm. HET WEEKBLAD t

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1893 | | pagina 1