Burgerstand der stad Poperinghe Limburgsche Sagen. VERSCHILLENDE TIJDINGEN. CORRESPONDENTIEN in cSe inas BURGERSTAND. van den 21 tot den 28 April 1893 Gehoorten. Mannelijk geslacht 5. Vrouwelijk id. 2 Huwelijken, Dekeerle Karei, tapitsier, en Dondeyne Valentine, zonder beroep. O verïüj (lens. Vereeckcn Maria, 29 jaar, huisvrouw, echtgenoote van De Backer Karei, S( Nico- laas-buiten. Pollin Clemence, 61 jaar, zonder beroep, weduwe van Pascal Emile, Boterstraat. Cu veile Maria, 17 jaar, kantwerkster, ongehuwd, Plateelstraat. Monney Maria, 95 jaar, zonder beroep, weduwe van Vandevyver Philipe, Boter straat. Seminet Maria, 32 jaar, kantwerkster, ongehuwd, Meenenstraat. Victoor Mathilde, 51 jaar, zonder beroep, echtgenoote van Vandevyver, S' Jacobs- buiten. Moncarey Benoit, 70 jaar, zonder beroep, weduwaar van Caenen Coleta, Groote Markt. van den 2ö tot den 27 dezer maand HUWELIJKSAANKONDIGINGEN. Henri Hauspie, landbouwer, en Louise Dondeyne, kantwerkster, beide te Poperin ghe. Jules Lamond, dienstknecht te Po peringhe, en Leonie Blanckaert, dienstmeid te Vlamertinghe. Henri Debyser, wagen maker te Poperinghe, en Louise Dehouck, landbouwster te Crombeke. GEBOORTEN. Mannelijk 2 Vrouwelijk 2 HUWELIJKEN. Henri Dewitte, landbouwer, en Eveline D'hondt, dienstmeid, beide te Poperinghe. Elie Lietaert, rondleurder en Elisa Vanhou- cke, zonder beroep, beide te Poperinghe. Henri Loncke, werkman, en Eugenie Haus pie, kantwerkster, beide te Pope dnghe. STERFGEVALLEN. Henri Vanzeebrouck, oud 43 jaren, werk man, echtgenoot van Louise Verhaeghe, Wijk L. Lucie Gombert, oud 43 jaren, landbouwster, echtgenoote van Jules Ver- meersch, Wijk K. Kinder s beneden de 7 jaren. Mannelijk 2. Vrouwelijk 2. Hoe men de cholera bestrijdt. MIJNHEER AIMÉ LAMARCHE, te Bour gheroulde (Eure), schrijft: Ik Tind veel genoegen in het veropenbaren der verzach ting die ik gevonden heb door het gebruik der St. Jacobs Olie. Ik had veel geleden en alle geneesmiddels aangewend in de hoop de pijnen te kunnen stillen, maar allen waren zonder uitwerksel. Eindelijk heb ik mijnen toevlucht genomen tot de St. Jacobs Olie die mij aanstonds genezen heeft. (41) Men beweert dat de kanker in het aange zicht ongeneesbaar is. Wij ontvangen eenen brief die het tegenovergestelde bewijst: Sedert twee jaren leed ik aan kanker der lip. Vruchteloos had ik mij aan verscheidene geneesheeren vertrouwd: mijn toestand ver slechtte. En nochtans was eene maand be handeling in het gesticht Windelincx, 122, Gallaitstraat, te Brussel, voldoende om mij ten volle te genezen. Deze merkwaardige genezing is tot heden in goeden stand ge- bbeven. Alle ziekten die het gevolg zijn van bloed- be lerf, worden er met bijval behandeld, zooals klieren in den hals, gezwellen, won den van allen aard, huidziekten, enz. Wageneer, Landbouwingenieur 55, Vanderlindenstraat, Schaerbeek. De raadgevingen hebben plaats in het ge- ticht, van 11 tot 1 uur, dijnsdag en vrijdag uitgezonderd. Briefwisseling. Wij ontvangen den volgenden brief, waar voor wij volgaarne eene plaats in onze ko- lonnen behouden. Mijnheer de bestuurder, Op raadgeving van eenen vriend die mij dikwijls van de geneesmiddels Martin Toms sprak, heb ik zijnen borstbalsem en elek tnsche zalf beproefd, en ik ben verheugd u te mogen melden dat zij mij van eene sterke bronchiet, vergezeld van bevangenheid, ge nezen hebben. Ik had vele geneeemiddelen beproefd, ik houd er aan de werkdadigheid bekend te maken der weldoende voorbereidingen van M. Toms. Ik verzoek u dit mijn schrijven te laten verschijnen; het zal een getuigschrift meer zijn, te voegen bij de reeds ingestuurde, ge tuigschrift door erkentelijkheid opgegeven. Aanvaardt, Mijnheer de bestuurder, mijne oprechte groeten. A. Rednich. Bestuurder der Koormaatschappij Roya Gezien voor de wettigheid van het hier- bovenstaand handteeken van M. A Redlich. Brugge, Vr de Burge meester, Amé- dée Visart. De Schepen, Voortaan zullen de duiven, verzonden met het tarief der bagage en met tarief Nr 1, aanvaard worden op de reizigerstreinen. Verzonden met tarief Nr 2, zullen zij ver voerd worden door de koopwarentreinen. Op voorwaarde dat het gewicht van elke mand geene 50 kilob overtreffe, zullen zij nogthans met tarief Nl' 2 worden aangeno men, op een der eerste reizigerstreinen van den dag, alsook op de reizigerstreinen in de ministerieele onderrichtingen aangeduid. Voor de verzendingen naar Frankrijk, langs Quiévrain en Quévy, zal een bijzondere trein, tusschen Antwerpen-Oost en Quié vrain, al de statiën bedienen op zijne baan, en insgelijks in de statiën van Antwerpen- Oost, Contich-Oost, Mechelen, Schaarbeek, Laken, Brussel-West, Brussel-Zuid, Hal, 's Gravenbrakel, Tweebeek, Bergen en St- Ghislain de kevien opnemen, voortkomende van de andere statiën. Deze ministerieele onderrichting duidt ook de statiën aan waar de verzendingen mogen gedaan worden voor Bergen, langs Quévy, s zaterdags en daags vóór de feestdagen. Hetzelfde geldt de verzendingen langs Moesereen, Le Touquet, Longwy, Bléaries, Rumes de Blondain. De soldaten der klassen van 1890 die binnengeroepen waren, zijn naar huis gezon en, ter uitzondering dergenen van 16 ,6,9®, 10e en 11® linie en der drie eerste bataljons van de carabiniers, die aan- sion s hunne schietoefeningen zullen be ginnen. ra Omdat L. D. zoo goed geleerd is op het ge- klank zijner sabel 0.10 Pourque M. O. n'aille plus a la rencontre des infatigables le soir a 9 heures. 0.05 Elle aime tant a jouer le piano, chanter et danser le soir dans son café 0.05 Omdat de Polka als hij spreekt van de Markt- haantjes niet meer zou zeggen: Lejeude coqs est unjeu d'hasard 0.10 Omdat hij 25 jaar Haanemelker is zal hij de naaste keer mede brengen 0.10 Le pédant Gaga, qui a trouvé insipide la com- mère qui avait fait en chemin de fer le compte fantaisiste des modistes, ferait bon ne chose en se regardant dans un miroir, il y verrait la trogne d'un Rodin parfait (ne pas lire gredin) ne valant pas mèrne un mauvais sou0.10 Voor het schoon boukeetje van Alintje. 'T wareh muggetjes. Oh la la? 0.1 Maar P. waarom in godsnaam daar altijd wandelen, 't is toch geen spek voor uwen bek. 0.10 Voor de schoone manceuvers van onze dappere pompiers in 't arsenaal. Pompen, darmen, lancen, alles voor de kl Rn dat onder 't commande van den grooten langen commandant. 0.10 Burgemeester Surmont zal het wel betalen (met 't geld der Yperlingen). 0.10 't Is maar dat bij de reste. 0.10 Ik heb hooren zeggen, ik weet niet of 't waar is, nadat carcasson uit de stemmingzaal, der burgerwacht is gedonderd geweest,dat hij nadien, met ztjn trapwiel een gansch muziek omvergeloopen heeft in een onzer naburige gemeenten, daar 't Journal d'Ypres spreekt van sauce fricassé of fra- cassé a la cöte Carcasson, wat duivel mag er daar gebeurt zijn. Wij zullen eens gaan zien. 0.20 Eene goede borsteling op zijn overschot voor dessert ware niet te veel. 0.10 Kinderen beneden de 9 jaar. Mannelijk geslacht 0. Vrouwelijk id. 1. 1O. L. Vrouw houdt processie. In den ouden tijd bezat de Maastrichter O.-L.-V.-kerk uiterma te schoone en kostelijke vaandels. Om deze kunst stukken niet te bederven op zekeren processiedag toen het geweldig regende, had de ommegang geen plaats. O.-L.-V. was hierover verontwaardigd en ging 's nachts alleen rond den processieweg. Toen ze van dit wandelingske terugkwam, was haar wit kleed tot aan de knieën beslijkt, hetgeen heden nog zichtbaar is. De geloovigen trokken partij voor O.-L.-V. tegen de priesters, die op eigen stoutheid de processie uitgesteld hadden, en als eene scha deloosstelling of verontschuldiging voor de bedre- vene onbeleefdheid jegens de moeder Gods, heeft nu telken jare de processie van half-oogst met ongemeenen luister plaats. De O.-L.-V.-kerk te Tongeren, bezit eene zooge naamde zwarte Maagd, waarover verscheidene sa gen bekend zijn a) Daar het beeld uit notelarenhout gesneden is, zijn. door den ouderdom, de handen en het aange zicht, die waarschijnlijk niet beschilderd werden, zwart-bruin geworden. Deze lichaamsdeelen, zegt men, kunnen dan ook noch wit gewasschen noch geverfd worden. Een schilder zou dit laatste op ze keren dag beproefd hebben, maar 's anderdaags waren aangezicht en handen weder zwart bruin ge worden als vroeger. b) Op zekeren processiedag werd de zwarte O.- L.-V. te huis gelaten. Des nachts daalde zij van haar eergestoelte af en deed den ommegang te voet. Van daar het aanklevend slijk op den boord van haar kleed. Hetzelfde gebeurde te Hasseltook te Maastricht, zooals hierboven vermeld wordt. c) Toen in 1814 de Kozakken in Tongeren lagen, hadden zij op zekeren dag met de zwarte O.-L.-V. gespot en haar eene pijp in den mond gestoken. Terwijl de soldaten nu 's nachts alleji rustig slie pen in de gangen van 't Romaanoch klooster, dat aan de hoofdkerk paalt, werden ze op eens wakker door eenen kaakslag, hun op eene onzichtbare wijze toegediend, 't Was de Zwarte Maagd die zich ge wroken had d) Zeker ziek kind had lust naar eene druif en zulks op een tijdstip des jaars waarop deze vruch ten niet rijp zijn. De verlegene moeder liep voor het vermaard O.-L.-V. beeld knielen en smeekte om hulp. Op eens kwam eene dikke rijpe druif voor de moeder rollen 't Was een losgeraakte beier van den tros, welken het beeld in de rechterhand hoedt. Dit is ook de reden waarom er heden eene bes aan dien tros ontbreekt. Nooit, zegt men, heeft men deze bes kunnen terug in den tros plaatsen, en ook nooit heeft men het getal beiers van de zen druiventak kunnen tellen (Nota van den Verzamelaar). De ontbrekende bes aan den tros van O.-L.-V. houdt Deezeken in de linkerhand, tusschen wijsvinger en duim. Het feit, waarin de eenvoudige lieden een mirakel wil den zien, is dus enkel eene gril des kunstenaars, die het beeld voortbracht. De Belgique illustrée, door Eug. Van Bemmel, geeft, eerste uitgaaf 2° deel, bladz. 459, eene teeke- kening van dit beeld door E. Puttaert, alsmede eene korte beschrijving door Eug. Gens. Vroeger verborg eene soort van poppenkleed gansch de vormen des beelds, dat als een zeldzaam staal van middeleeuwsche beeldhouwkunst aange schreven staat. De Koninklijke Commissie der Monumenten, te recht deze handelwijze lakende, eischte vóór eenige jaren dat het beeld van zijn kleed ontdaan werd, opdat de kunstvormen niet voor den aanschouwer verborgen bleven. Eenige brave zielen wien het aan kunstzin ontbrak, zagen dien witten zijden hoepelrok ongaarne ver dwijnen en trachtten het, maar te vergeefs, te be letten. Nu krijgt het beeld maar tweemaal 's jaars zijn kleed terug: gedurende heel de Meimaand en op den processiedag van Tongeren-kermis (2U Zon dag van September). Eene kleine gravuur, het beeld voorstellende met het kleed waarvan hierboven spraak is, vindt men op enkele plaatsen, in huizen, scholen, kapel len. Boven het beeld leest men Causa nostrae laetitiae ora pro nobis. En langs onder In ecclesid tungrensiprmd Cis alpis B. M. V. consecratd Miraculis clara invocatur. Wie de teekenaar is dezer gravuur, welke tame lijk oud schijnt te zijn, weet ik niet. 2. Het kapelleken van Offelken. Vroeger werd er besloten een kapelleken te bouwen langs den Luiker steenweg, op de plaats waar thans de pachthoeve Langenaeken gelegen is, tusschen Ton geren en Freeren. De bouwstoffen waren reeds ter plaats, toen ze op zekeren morgen verdwenen wa ren en eenige boogscheuten verder teruggevonden werden. Men dacht aan kwaadwilligheid en haalde de materialen weder naar de plaats, waar men ze gebruiken wilde; doch ze werden verscheidene malen door eene onzichtbare hand naar dezelfde plaats, thans de boerderij van Offelken, gedragen. Zelfs stonden op zekeren morgen acht kleine palen in den grond geslagen en vereenigd door een rood zijden draadje. Dit achthoekje (zulken vorm heeft inderdaad het kapelleken), toonde stellig de plaats waar de hoogere macht het kapelleken wilde gebouwd zien. De kleine bidplaats werd dus in de weide van Offelken opgericht en St-Huibrecht toe gewijd, waar men hem vereert ter bevrijding der razernij. De legende wil zelfs zóó werd het mij ten minste door eene oude vrouw van Offelken verzekerd dat daar de wijd bekende ontmoeting zou plaats gehad hebben tusschen St-Huibrecht en een hert met het kruisbeeld in 't gewei. 3. Het Kapelleken van St-Lambreoht bij Maas tricht. Toen St-Lambrecht, verhaalde mij eene oude vrouw, te Luik den marteldood stierf, werd zijn lichaam in eenen zak genaaid en in de Maas gesmeten. Het lijk dreef voort op den stroom in de richting van Maastricht. De Maastrichte naren zagen nu op den toren hunner O.-L.-V.- kerkeenen engel staan, die in de richting der Maas wees. De bevolking liep naar de aangewezen plaats en zag er iets op 't water drijven. Twee bootslieden gingen den vond halen en wilden hem te St-Pieter aan wal brengen; doch hun bootje weigerde den dijk te raken en bleef, ondanks alle inspanning, als geankerd te midden des vloeds liggen. Dit j mirakel begrijpende, lieten de schippers hun schuitje in godsnaam dobberen, en het ging van zelf, zonder iemands hulp, eenige minuten verder aan wal. De overheden van Maastricht besloten daar een kapelleken te bouweDom er St-Lambrechts overblijfselen te begraven, halverwege tusschen de stad en Slavante. den lusthof bij den St-Pietersberg. 4. De Zwarte Christus van Maastricht. Een man van Riempst (dorp ten Z.-W. van Maastricht, op den steenweg die van deze stad naar Tongeren leidt) kwam op zekeren dag van eene reis terug en had voor zijne kinderen 't een en ander medege bracht. Het jongste kind kwam ook zijn deel vra gen, toen de vader schier alles uitgedeeld en maar eene enkele dikke noot meer over had. Het kind kreeg dus deze vrucht, maar at ze niet ophet plantte ze integendeel in den tuin, ging alle dagen op die plaats bidden en had welhaast het genoegen daar een boompje te zien opschieten.... Naderhand werd het een boom, die open spleet en uit wiens holte een gekruiste Zwarte Christus te voor schijn kwam. Nota van den Verzamelaar. Het beeld, onder dien naam gekend, berust thans in de parochie kerk van Wijk, voorstad van Maastricht. Den bezoeker worden in de kerk twee santjes overhandigd. Het eerste, op wit papier, met een oud uitzicht, draagt deze woorden Oecy est le vray pourtrait du Crucifix miraculeux chez les Religieuses dames blanches a Mastricht lequel 'i est crue d'une noix a la hauteur de six pieds Het tweede beeldje, wat grooter, op rooskleurig papier, draagt het woord aangeraakt hetgeen mij laat veronderstellen, dat men inet het santje den Zwarten Christus >i heeft aangeraakt, vooraleer het in den handel te brengen. Daaronder staat Ware afbeeldsel van het wonderbaar Christus- beeld ter hoogte van zes voeten uit eene noot gewassen en berustende in de Parochiale Kerk van S' Martinus te Wijk-Maastricht Lith. van Leiter-Nijpels. Alhoewel de twee santjes wederzijds le vray pourtrait en het Ware afbeeldsel heeten, zijn beide teekeningen zeer verschillig, ja, op verre na niet gelijkend 1 Vooraleer in de kerk van Wijk overgebracht te worden, berustte het beeld gedurende lange jaren in het thans verdwenen klooster der Witte Nonnen, dat op het Vrijthof, openbare plaats van Maas tricht, gelegen was. M. Verkest. Het beste middel is van u goed warm te houden daarom van zoo dat gij de onsteltenis in uwen buik gevoelt, krampe of afgang krijgt, duffelt u warm in uw bedde. Doet niet gelijk velen, die in zulk geval achter niets en kijken, die voort ioopen en de ziekte laten broeien en toenemen. Die onvoor zichtigheid moeten zij doorgaans duur bekoopen want dikwijls gebeurt het dat zij, 't huis komende, schier plotselings bezwijken. Ik herhaal het, legt u seffens te bedde en doet onmiddelijk den geneesheer halen. Intusschen tracht u te verwarmengelijk hoe met warmen drank te nemen, met het lichaam te vrijven; met warme doeken, tegels, strijkijzers, pullen water enz. enz., op of rond u te leggen. Tijdens de cholera in 1866 warmden de bakkers, in hunnen oven zand en meelzakken om op de zie ken te leggen. Daarmee hebben zij aan menigeen het leven gered, 't Is immers eene groote zaak van de noodige warmte te behouden in het lichaam, dat door de cholera als ijs verkoud wordt. Ook nog, wanneer men de eerste werkingen van de ziekte gevoelt, kan het goed zijn naar den eersten den gereedsten apotheker te zenden achter eene flessche tegen de buikpijn en den afgang. U verder uiteendoen welke andere middelen er in 't werk kunnen gesteld worden om de ziekte tegen te werken, ware overbodig. De geneesheer zal beter kunnen oordeelen dan gij wat er past of niet en past in den toestand waarin gij u bevindt. Daarom stelt het niet uit hem bij u te roepen, en volgt stiptelijk zijne voorschriften. Ik hoop dat ge nu klaar verstaan hebt dat gy de cholera kunt betrappen, welke voorzorgen gij moet nemen om ze niet te krijgen, en eindelijk wat er te doen staat in geval dat gij of een uwer huisgenooten door de cholera wordt aangetast. Het ware te wenschen dat iedereen daarover goed ingelicht zij; men zou dan zoo benauwd en be vreesd niet moeten zijn voor de ziekte, die toch zoo danig besmettelijk niet is, en mits goede voorzorgen, kan vermeden worden. Verdrijft dien nutteloozen schrik, 't ls wel waar dat de benauwd heid u de cholera niet kan gevenmaar toch indien gij, ten gevolge van den angst die u pakt, uwe mage ontstelt, den eetlust verliest en uw lichaam ver flauwt, gij zult daardoor grooter gevaar loopen de choleraziekte te krijgen van zoo gij cholerastof inneemt. Het is immers bewezen dat hoe gezonder, hoe kloeker en sterker men is hoe gemakkelijker ook men de ziekte ontgaat. Zelfs onder deze die er reeds van aangedaan zijn, zullen de kloekste meer kanse vinden er van door te komen, dan anderen die flauw en ziekelijk zijn, of die hunne gezondheid door overdaad ondermijnd hebben. Weest dus op uwe hoedevermijdt alle ontstelte nis, leeft matig, weest zuiver en net, stelt verder in het werk de behoedmiddelen die ik u kom aan te wijzen, en met Gods hulpe gij moogt verhopen bevrijd te zijn van de Cholera.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1893 | | pagina 2