VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
De deur van het torentje.
Achtste jaar.
Zaterdag
10" Juni 1893.
Nummer 24.
Wat zullen wij doen
Verachting voor de herbergiers.
Klimmende vermogenbelasfcifig
Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 ft*. 75. Anaoncens 15 cent. per drukregel. Rechte
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiomaa per nummer. Afzonderlijke nummers voor ariikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Deannoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen loor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamd» artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vry en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnalite:ten bevattende worden niet ogenomen.
Et mainienant Iravaillons....!
(August.)
Het land is wederom kalm ons
volk heeft gedeeltelijk, voldoening
verkregen en met dat volk zal voor
taan moeten afgerekend worden.
Op politiek gebied bijzonderlijk, zal
de wil van den werkman zwaar door
wegen en van zijne houding, zal
meer dan eens de zegepraal van deze
of gene partij afhangen.
Dat verstonden de clericalen, op
het oogenblik zelve der geboorte van
het nieuwe kiesstelselzij gaven het
ordewoorden en aanstonds zetten zij
zich naarstig aan 't werk.
Maar, wat doen de liberalen....?
Denken zij wellicht in 't Luilekker
land te wonen, waar de leeuwe
rikken U gebraden in den mond
vallen....? of zijn ze door eenen god-
delijken atchi bedwelmd
Is het zóó, dat ze spoedig ontwaken
en de handen aan 't werk slaan
Voert het woord, strijdmakers, en
hanteert de pen! Brengt het volk
der steden samen in feesten en voor
drachten en zegt hem, wat ge wilt:
uw programma is schoon en verhe
ven en moed wordt bekroond.
Doch, gaat bijzonderlijk tot de bui
tenlieden, want zij vooral kiezers
van morgen moeten weten wat
wij willen.
Dat het proverbiaal fanatisme der
boeren U niet afschrikkein die door
de zon verbrande schedels schuilt
eerst en vooral praktijkgeest.
De buiten was voortijds liberaal,
hij zal het nog worden, wij hebben
het slechts te willen! Maar, wat
staat ons te doen, om ons doel te
bereiken
Op zekeren fraaien, kalmen avond in den
nazomer, wandelde ik, als naar gewoonte,
door de oude stad. Toevallig liep mijn weg
voorbij de oude kathedraal en de stifle en
eenzaamheid daarbinnen trokken mij zoo
machtig aan, dat ik het hek doorging en het
voorplein betrad.
De kraaien zochten juist in de olmen, wel
ke het gebouw beschaduwden, eene rust
plaats voor den nacht. De groote, grijze
torens, welke zich hoog in de lucht verhie
ven, werden door de laatste stralen der
ondergaande zon met purper en goud over
goten. Terwijl ik mij langzaam over liet
voorplein naar de steenen treden gaf, die
zich in de schaduw van de breede kerkdeur
verloren, bereikten de geluiden der stad
slechts flauw en bij tusschenpoozen mijn oor.
Toen ik aan de groote deur van de kathe
draal kwam, vond ik die gesloten. Maar
het kleine deurtje in het paneel stond open
en een gezelschap vreemdelingen zocht juist
Dringt Arm Vlaanderen, So
phie, De hoer der Schranse en andere
degelijke werken meer, op de hoeve
en in de hut.
Stichting en uitbreiding der Volks
bibliotheken dus
Gaat ook tot den landbouwer,
en na dat hij 's zondags eene voor
dracht uit den mond van den politie
leen priester vernomen heeft, zegt
hem dan eens wat wij willen, zegt
het hem herhaaldelijk zonder rust
Voordrachten dus
Onderwijst den buitenmensch
bij middel der pers, en geeft hem
onder ander uwe dagbladen in twee
de lectuur.
Allons, aan 't werk Liberalen, de
armen uit de mouwen, vrienden
Sticht overal liberale kringen die
werk zullen verrichtendat was
immer zijn droom
Het algemeen stemrecht is nog niet
in voege, en reeds denken de kleri-
kalen dat zij niemand meer te vree
zen hebben dan God en... den groo-
ten vaak.
Men weet hoe zij niet lang geleden
de herbergiers en drankslijters fleem
den en streelden, opdat zij toch voor
de klerikalen zouden stemmen.
Nu alleman kiezer is, denken de
klerikalen de herbergiers en drank-
slijters niet meer noodig te hebben
en hun met walg en verachting over
boord te kunnen smijten.
Leest, drankslijters, hoe beleefd en
genegen de Patrie, het bisschoppe
lijk blad van Brugge, over u schrijft
Nu men het kiesweihoek, welke ons in de
toekomst zal beheeren, in gereedheid brengt,
begint MEN zich af te vragen welke burgers
den ouden pedel te overtuigen, dat het nog
niet te laat was, om het kerkgebouw van
binnen te bezichtigen. Juist toen ik het
groepje bereikte, waar zijne aarzeling over
wonnen en keerde hij zich om, ten einde
hun den weg te wijzen.
De heeren en dames volgden hem en ik ook.
Daarbinnen was de stilte hoorbaar: de
lichtste voetstap weergalmde door de holle
gewelven. Het avondlicht, dat door de ge
schilderde glazen naar binnen viel, bescheen
tooveraclitig het donkere houtsnijwerk der
banken, de groote pijnen van het orgel en
de opschriften op de marmeren beelden van
priesters en koningen. De stilte van het
oude gebouw, het gekleurde schemerlicht
door de geschilderde glazen, de hooge oud
heid, die hier uit alles sprak, overweldigden
mij geheel. Ik was de kathedraal alleen uit
nieuwsgierigheid binnengegaan en verwacht
te niets anders dan de gewone eigenaardig
heden van zulk een bezoek. Geen sterveling
ter wereld was minder voorbereid op een
avontuur. Hoe kon ik ook gedroomd heb
ben, dat den vreemde en allerzonderlingste
door de wet zullen BEROOFD worden van
het stemrecht, om reden van hunne maat
schappelijke voorgaanden, of van het bedrijf
of den stiel dien zij uitoefenen.
GANSCH NATUURLIJK en IN EERSTE
LIJN denkt MEN aan de... HERBERGIERS,
want MEN hoopt het wel, nu men er de
gelegenheid toe heeft dat de verkoopers
van jenever niet meer zullen toegelaten
loorden in het kiezerskorps, dan mits
zekere streng vastgestelde voorwaarden.
Wij weten het, al de herbergiers zijn
noodwendiglijk geene verkoopers van dron
kenschap en daar door zelf een soort plaag
der samenleving, maar, het moet gezegd,
tusschen hen bevindt zich eene menigte han
delaars zonder schaamte en die uit het kie
zerskorps moeten geweerd worden. In dit
leger bevindt zich eene massa ker ls die
onwaardig zijn, en het oogenblik is geko
men om in dien zin te handelen.
Begrepen, herbergiers en drank
slijters
Gij zijt kerels zonder schaamte,
onwaardig kiezers te zijn en het
oogenblik is gekomen, om u het stem
recht af te nemen.
Gij wordt gelijk gesteld, op dezelf
de lijn, met de houders van ontucht -
huizenonwaardiger verklaard dan
dieven en landloopers
Ziedaar de hoon, de smaad en de
verachting die u toegesmeten wor
den door degenen, die een jaar ge
leden nog bij u kwamen smeeken en
bedelen naar uwe sfem
Dat is nu uw belooning
in Nederland.
In een vorig nummer noemden wij, onder
de punten die, naar onze meening, in het
liberaal programma dienen opgenomen te
worden, eene herziening op van het belas
tingstelsel, bijvoorbeeld door eene progres
sieve belasting op het inkomen. Dit brengt
er ons toe ditmaal, in eenige hoofdlijnen,
de bepalingen op te nemen van de wet op
ontmoeting mijn deel zou worden, eer ik
weder deze oude, grijze muren verlaten had
En toch, zoo was het. Tal van personen
kunnen de waarheid van dit zonderlinge
verhaal bevestigen. Men kan dus mijne
waarheiJslieide gemakkelijk aan hunne ge
tuigenis loeisen. Ziebier wat er gebeurde
Het gezelschap, waarbij ik mij had aan
gesloten, had juist onder geleide van den
kerkbewaarder de gewone ronde gedaan
door het oude gebouw en stond gereed het
te verlaten. Ik was een oogenblik achter
gebleven, ten einde een fraai belangwekkend
houtsnijwerk te bezichtigen, dat den gehee-
len muur bedekte, waarbij ik stond. Wel
kon ik op de plek, waar ik mij bevond, de
hoofddeur van de kathedraal niet zien, maar
hoorde toch duidelijk hun stemmen om den
hoek van den muur. Ik merkte wel, dat ik
niet langer dralen moest, indien ik niet voor
dien nacht opgesloten wensckte te worden.
Ik wierp dus nog een laatsten blik op de
rijke lijnen van het houtsnijwerk en wilde
juist met tegenzin heengaan.
Plotseling werd mijn oog geboeid door
de klimmende vermogenbelasting, die sedert
lste Mei jl. in Noord-Nederland in werking
is getreden.
Wjj nemen deze aigemeene trekken enkel
en alleen op ten titel van inlichting. Moesten
wij daaromtrent in beschouwingen treden,
dan zouden wij in de eerste plaats onze voor
keur uitspreken voor eene belasting op het
inkomen, iets wat stellig rationeeler is dan
eene taks op het vermogen. Doch beschou
wingen zullen naderhand aan de orde komen.
Voor heden alleen eenige dorre bepalingen,
en eenige voorbeelden als toelichting.
Belastingplichtig is ieder, die binnen het
Rijk woont of komt wonen, wanneer de
waarde van zijn vermogen, door hem zei-
ven aan te geven, minstens 13000 gulden
bedraagt.
De bezittingen van gehuwde vrouwen wor
den in den regel den man toegerekend.
Ook wordt de man aangeslagen voor de vier
vijf van de waarde der goederen (ook 't ver
mogen van minderjarige kinderen) waarvan
hij het vruchtgebruik heeft.
Worden niet als vermogen begrepen
a) meubelen, klaeren, levensmiddelen,
voorwerpen van kunst en wetenschap, goud
en zilverwerk, paai lep-en edelgesteenten,
wel te verstaan, mits zij geen handelsvoor
raad zijn (dus worden meubelen in 't maga
zijn van den meubelmaker, kostbaarheden in
dat van den goudsmid niet vrijgesteld)
b) polissen van nog loopende levensver
zekering
c) het recht op lijirenten en pensioenen;
d) goederen, waarvan anderen het vrucht
genot hebbenonroerend goed wordt geacht
vermogen te zijrt van hem, die daarop recht
van opstal of erfpacht uitoefent en het in
dusgenaamde vaste huur of pacht bezit
e) nog niet vorderbare termijnen van
renten, uitkeeringen, bezoldigingen en andere
inkomsten.
Hoe moet men zijn vermogen schatten?
Onroerende goederen schat men, met de
belastbare opbrengst, die zij volgens liet ka
daster hebben, te vermenigvuldigen, voor-
ioopig met 15, naderhand, (na aigemeene
herziening van de kadastrale leggers) met
een gedeelte van het werk, dat eenigszins
in relief scheen vooruit te springen. Ik legde
mijn hand op het hoofd van den apostel
Petrus. Tot mijn verbazing opende zich
plotseling een deur in het schijnwerk, die
toegang gaf tot een donkere gang. Ik boog
mij voorover om er in te zien. Juist sloeg
de deur die zeer zwaar en dik was en we
gens den hellenden stand der scharnieren
door haar eigen zwaarte zich sloot, zoo
hard tegen mij aan, dat ik in de donkere
ruimte werd geworpen en de deur achter
mij dicht viel.
Het plotselinge van dit ongeval en de tast
bare duisternis, waarvan ik mij bevond,
verschrikten mij en deden mij een oogenblik
mijn tegenwoordigheid van geest verliezen.
Toen gevoelde ik nog geen bepaalden angst.
Ik beproefde dadelijk de deur open te stoo-
ten, maar tot inijue verbazing bewoog zij
zien niet. Ik duwde al harder en harder
ik spande al mijne krachten in, maar er was
geen ver wikken aan.
[Wordt Voortgezet.)
1
f h
r
i.»-' AES_t
KET WEEKBLAD
i i
J -1
'M
J i