TAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. PolitiekNieuws-, Handels- en Annoncenblad. De deur van liet torentje. Achtste jaar. Zaterdag 8" Juli 1893. Nummer 28. Eene vergelijking. 'T heeft er gestoven. Abonnementsprijs voorop betaalbaar; 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: I fr. 75. Annoncent 15 cent. per drukregel. Rechte lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekt udmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Deannoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen loor den Office de Publidté, Magdalenastraat, Brussel.Men wordt verzocht.alle hoegenaamds artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij ea onderteek end toe te zenden. Artikelen öivgeieekend of persohnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Lang zat ik in gepeins verzonken en be rekende hoeveel uren er nog voor mijn mo gelijke bevrijding moesten verloopen. De kathedraal zou den volgenden morgen hoogst waarschijnlijk niet voor 9 of 10 uur worden opengezet. Mij bleven dus 15 uren over, waarin ik mijn geduld kon oefenen en die ik maar zoo goed mogelijk moest trachten door te komen. Wat kroop de tijd voorbij Welk een •euwigheid scheen het te duren eer de klok het volgende kwartier sloeg; een, twee, drie, vier en toen het uur 7. Nauwelijks was de laatste slag weggestorven, ol daar begon't klokkenspel. De tonen bereikten mij even duidelijk als ik het uur had hooren slaan, zij speelden het avondlied. Plotseling deed eene zeer zonderlinge ge dachte mij de oogen naar de zoldering op slaan. Zooals ik nu zat, kon ia juist de liauwe lichtschemering daar in de hoogte bespeuren tusscben de zoldering en de wan den maar de zoldering zelve was geheel in de duisternis verborgen. In zijn verslag aan den Gemeenteraad, M. Surmönt zegt dat de scholen god- deiooze of ongodsdienstige scholen zijn. Jongelingen en dochters die in de Gemeentegestichten uwe leering ont vangen hebt, wat antwoord Gij Het is geen waar Ouders, wat antwoordt Gij Het is geen waar! M. Colaert, schepen van het on derwijs, wat antwoordt Gij? Het is geen waar M. Surmont heeft nog gezegd dat de afschaffing der bewaarscholen een profijt voor de stadskas zoude mede brengen van 5,400 fr. Het is geen waar! Hij heeft nog gezeid dat de leer lingen der bewaarschool in de Rij- selstraat kinders zijn van arme ou ders die zouden moeten in de koste- looze bewaarschool geleid worden. Het is geen waar! 't zijn kinders van ouders die geen fortuin hebben groot genoeg om op de senators liste ingeschreven te zijn, maar die noch tans allen stoffelijke ambachslieden zijn, die geern en willen eenig school geld betalen omdat hunne kleine kin deren niet zouden gemengeld zijn met deze der geheel arme klas, en bijzonderlijk, omdat zij hen aan non- nehanden niet willen toevertrouwen; M. Surmont heeft verzwegen dat alle die ouders eene som van omtrent duizend franken betaald hebben in 1892. Waarom heeft hij dit verdoken? Omdat hij valschelijk beweert dat het arme kinders zijn (2* Vervolg). M. Surmont heeft nog gezegd dat er op 33 leerlingen van het Collegie, 14 vreemdelingen te tellen zijn. Wat noemt hij vreemdelingen? Kinders die in Yper niet geboren zijn, niettegenstaande dat hunne ou ders, officieren, ambtenaar of rente niers, in Yper wonen en in Yperen hunne jaarwedde of inkomsten ver teeren Waarom zouden deze kinderen in het Collegie niet mogen aanveerd zijn? Is M. Surmont in Yper geboren? Is hij dan ook een vreemdeling? en ware het niet beter voor de Yperlin- gen dat die vreemdeling te Vorme- zeele of te Gent zoude verbleven hebben? Waarom alzoo de waarheid kwet sen? nu den eenen, dan den anderen, zelfs den Gemeenteraad en eindelijk het publiek in dwaling brengen? Hoor, Surmont, indien bij de maat schappij van kleine burgers, een lid alzoo zoude te werk gaan, wij mogen verzekeren dat hij welhaast voor de deur zoude gezet worden. Is het misschien toegelaten aan Senators van de waarheid te zeggen en do eerlijkheid te doen bestaan in boosaardige slimmigheid? M. de Stuers heeft deze handelwijze met twee woorden gebrandmerkt; Sluwheid is eene zwakke grondlaag Toen kei liberaal gouvernement ia 1878 het bewind in kanden nam, sprak onze Ko ning, bij de opening der Wetgevende Kamers, Ik stond nu langzaam op en mijn vermoe de bleek juist te zijn. Zooais ik verwachtte kon ik niet langer rechtop staan; mijn hoofd stiet nu tegen de zoldering. De volle waar heid openbaarde zicli plotseling aan mijn geest. Nu zag ik duidelijk de verklaring van hetgeen mij vroeger verwonderd had en in verwarring bracht. Ik zag waarom de zol dering de wanden niet aanraakte en waarom ze van stevig ijzer was gemaakt. Ze zakte langzaam naar beneden. Ja ze zakte. Gedurende het uur, dat ik hier gezeten had, was ze volle vierduim ge zakt. Maar de ontdekking, die ik au deed, wel verre van bij mij eemge verbazing te wekken, openbaarde plotseling bet gelieele geheim mijner gavangnis. Ik bemerkte nu, dat de zwarte massa, welke ik voor de zondering had aangezien, inderdaad niets anders was dan het massieve en reusachtige gewicht van de groote klok. Ik zat opgesloten onder in de schacht, waar in het gewicht daalde. Het zware blok van massief metaal zakte met een snelheid van vier duim per uur. In minder tijd dan ik noodig heb, om dit neer te schrijven, vloog mij dit alles door bet hoofd. In vijftien uur doorliep het gewicht een ruimte van vijf voet. Lang voordat ik op hulp kon hopen, had het reusachtig gewicht mij bereikt en eene zeer merkwaardige redevoering uit. Hij zegde onder andere: In den huidigen tijd is de voorspoed eener Natie innig verbonden met de verstan delijke ontwikkeling des volks. Het liberaal gouvernement zicii sterk voe lende door die vorstelijke woorden, richtte het Staatsonderwijs in op eenen breeden voet. Nieuwe schoolgebouwen rezen ten allen kante uit den grond op, verscheidene nieuwe kweekscholen voor onderwijzers en onderwijzeressen werden gesticht, ofliciëele meesters werden tot op de kleinste gemeen ten aangesteld, adultenscholen werden niet alleen in steden en groote gemeenten maar zelfs op elk gehucht tot stand gebracht. Het onderwijs nam aldus in korten tijd eene on gehoorde uitbreiding. De werklieden vooral hadden het middel ter hand om zich, na den dagelijkschen ar beid, in de adultenscholen te gaan oefenen, en kennissen en wetenschappen optegaren. Het woord des Konings was niet in de woestijn uitgesproken: de verstandelijke ontwikkeling des volks werd op eene groote schaal beoefendook verhief zich deszelfs peil in eene evenredigheid die echt verbazend was. Niet zoohaast had hetclericaal gouverne ment, in 1884, het roer des Staats in handen genomen, of eene nieuwe schoolwet werd ingevoerd, de ofliciëele scholen werden af geschaft, de normaalscholen versmolten als de sneeuw, aan de leergangen voor adultea w erd een einde gesteld, de bekwame oflici ëele onderwijzers en onderwijzeressen wer den op wachtgeld gezet of wandelen ge zonden en vervangen door meesters en mees teressen die er doorgaans niet veel meer van wisten dan de leerlingen; in een woord gansch het onderwijs, dat zoowel iagericht was, werd ontredderd. Dadelijk moest ook het peil der verstande lijke vermogens van het volk dalen en zeker is het dat men weldra het noodlottig gevolg er zal van ondervinden. De werkende klas vooral trok voordeel uit mij tegen het steenen plaveisel imjuer ccd verpletterd. Ik zal niet beproeven te beschrijven, wat er bij deze ontdekking in mij omging. Dik wijls zeer dikwijls heb ik in een loop van mijn leven gelegenheid gehad om op te mer ken, hoe waar het gezegde isTalloos en vreemd zijn de paden, die ons naar de vallei des doode brengen. Weinig dacht ik, dat ook in eenmaal een nieuw bewijs voor deze waarheid zou leveren. Hoe afschuwelijk, niet waar? Daar hing dat zware gewicht boven mij. Langzaam maar zeker daalde het. En in de duisternis en in de stilte van den nacht zou het blijven zakken totdat.... En daarenboven in den zacbten glans der onder gaande zon speelde het klokkenspel nog steeds het avondlied. Tot hier had slechts de snelheid, waar mede alles was geschied, indruk op mij ge maakt. Het avontuur was wel onaangenaam, maar had op zich zelve niets onheilspellends. Wat was echter de onaangenaamheid van mijn nachtverblijf, vergeleken bij den afschu welijken dood, die mij wachtte. Eenige minuten lang bleef ik beweging loos en trachtte mij te vergeefs vertrouwd te maken met het zonderlinge, maar doodelijke gevaar, dat mij bedreigde. Ik weet niet meer, hoe lang het wel duurde eer ik het den zakentoestaiid onder het liberaal bestuur. Een socialistisch dagblad Le Peuple zegt zelf: Het is onbetwistbaar dat er een groote - vooruitgang in de gedachten gemaakt is het volksonderwijs heeft zich uitgebreid en de werklieden hebben er, op eene breede schaal, voordeel uit getrokken. Het blad spreekt natuurlijk van de liberale adultenscholen, want deze bestaan niet meer sedert de opkomst der clericalen. Het zal eene bestendige eer voor bet libe ralism, blijven, het onderwijs op zoo goeden voet ingericht te hebben, Die partij draagt daarom zelfs de loftuigingen weg der socia listische schrijvers, mits zij zeggen: De werklieden hebben er, op eene breede schaal, voordej1 uit getrokken. Ten allen tijde is het liberalism, voorstan der geweest van een degelijk onderwijs en heeft het gewerkt aan de verstandelijke ont wikkeling des volks, Nu nog volhardt het in die baan Zelfs is het verplichtend onderwijs het voorwerp zijner betrachting en maakt dit punt deel van zijn programma. Want het liberalism gedenkt zich het woord des Konings); het weet dat de voor uitgang der Natie, zonder een degelijk on derwijs onmogelijk is. Het clericalism integendeel heeft schrik van de verstandsontwikkeling der volksklas; hoo lager het peil dier ontwikkeling daalt, hoe gemakkelijker de clericaie hunne over- heersching behouden; het is gsvolgelijk te verstaan hoe bezorgd deze geweest zijn om de volksscholen in hunne macht te krijgen en het onderwijs in handen te geven van hunne creaturen Het schijnt dat de broederlijkheid niet vol komen heerscht in den k. k. en dat de leden zich dikwijls in het haar vliegen en het maar moeilijk gedeeld krijgen. zondag, was het groote vergadering, ter gebruik mijner vermogens in zooverre terug kreeg, dan ik weder denken kon. Eindelijk deed ik mij zeiven geweld aan en begon te onderzoeken, welke weg tot redding mij nog open stond. Ik wydde al mijne oplettendheid aan de ruimte tusschen het gewicht en den muurmaar deze was veel te nauw om een doortocht aan mijn lichaam te verschaffen. Toen tot zulke uitersten drijft de wan hoop hare slachtoffers dacht ik er een oogenblik aan het gewicht tegen te houden, door mijn stok er onder te zetten. Ik had evengoed kunnen beproeven een sneeuwval te stuiten. Toen viel mij, als een straal van hoop, eene gedachte te binnen. Ik meende, dat het wel mogelijk zou zijn, wanneer Ik aan het gewicht ging hangen, om daaraan eene slin gerende beweging te geven. Wanneer deze voortduurde, zou dit eindelijk de zware mas sa in aanraking met de deur brengen en deze misschien open doen spriDgen. Ik ging dus •weder overeind staan en spande al mijne kracht in en ja, het gelukte mij werkelijk eene schommelende beweging aan het ge wicht te geven. Langzamerhand werden de schommelingen wijder en, zonder eene om standigheid, die ik niet doen vooruitzien, was mijn plan misschien geslaagd. Wordt Voortgezet.] HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1893 | | pagina 1