VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
PolitiekNieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Achtste jaar.
Zaterdag 2n September 1893.
Nummer 36.
M. Georges Lorand
Vlaamsche volksraad.
Het engelsch kopergeld.
STADSNIEUWS.
Iets over 't Festival.
Het Concert der Oud-Pompiers,
te Rijsel.
Abonnementsprijs voorop betaalbf»art 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annonceas 15 cent, per drukregel. Rechte
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artike3s, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen of andere beke udmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Puilicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
hoofdopsteller der Ré forme, heeft een
reisje door Vlaanderen gedaan, ten
einde over den politieken toestand een
enkwestje in te stellen.
Hij komt tot de volgende slotsom
Zonder de evenredige vertegen
woordiging is het liberalisme in
Vlaanderen naar den dieperik. De
streek zal nog eenige jaren katholiek
blijven en dan naar het socialisme
overhellen. En, wanneer het socia
lisme zal ingang gevonden hebben,
zullen de bewoners niet kalm en
vreedzaam blijven zooals de werk
lieden der steden, maar wel het land
dat zij bewerlfen willen in eigendom
bezitten, ten prijze zelfs van een boe
renopstand.
Willen dus de zoogenaamde con-
servateurs deze ramp te keer gaan,
zullen zij wel doen deze woorden
eventjes in meditatie te brengen en
ondanks't gebrul van Woeste en C°,
die hervorming aan de Vlamingen toe
te staan.
Wij ontvingen eenen oproep aan de Vlaam
sche Maatschappijen, de Wetten en Bijlagen,
uitgaande van het voorloopig komiteit voor
het inrichten van eenen Vlaamsciien Volks
raad. Deze zal samengesteld zijn uit afge
vaardigden van alle Vlaamsche gewesten
van België en voor doel hebben het bestudee-
ren en oplossen van alle vraagstukken, die
op elk gebied het Vlaamsche volk aanbelan-
g»n. Men wil, met uitsluiting van allen par
tijgeest en daarlating van alle kiesbemoeiin-
gen eene doelmatige inrichting geven aan
alle Vlaamsche strijdkrachten. De beraad
slagingen van den Volksraad zullen des te
meer klank de besluiten des te meer kracht
en gevolgen hebben, daar zijne leden geene
persoonlijke overtuigingen of denkwijzen
meer zullen uitdrukken, maar de tolken zijn
zullen van heel het Vlaamsche volk zelf.
Door doelmatige aanwending van vereenigde
krachten zal men trachten een einde te stel
len aan de verdrukking, welke ons volk
maar al te lang in zijne eigene gouwen tot
aan zijnen haard toe heeft moeten dulden en
verdragen.
Dat is heel zeker een loffelijk doel, welk
die heeren beoogen en zij verdienen volop de
aanmoediging, de ondersteuningen de mede
hulp van lien allen, die de Vlaamsche zaak
genegen en die met Vlaamsche gevoelens
bezield zijn, kortom in wier boezem een
Vlaamsch hart klopt en die voor eigen taal
en eigen zeden nog iets over hebben.
Doch mij gelooven ook dat men wat lang
gewacht heeft met die doeltreffende inrich
ting voor de pinne te komen. Nu, dat heel
ons volk tot de stembus zal geroepen zijn,
valt het niet te betwijfelen of de Vlaamsche
belangen zullen gauw overal de bovenhan 1
hebben en de taalstrijd zal van zelfs met
vereenigde krachten door allen, en door alle
gezindheden geleverd en gewonnen worden.
D.
Deze week hebben er werklieden van ver-
schillige fabrieken geweigerd de engelsche
stuivers en halve stuivers in betaling van
hun werkloon te ontvangen.
Het is zeer spijtig dat men zooveel vreemd
kopergeld in 't land liet dringen; maar nu
dat het er eenmaal is, mag men zich wel de
vraag stellen, of degenen die het weigeren
in betaling te ontvangen, om reden dat En
geland niej aan de Munt-Unie behoort,
rechtschapen of verkeerd handelen.
Vooreerst, de vreemde kopermunt beeft
niets ie stellen met de munt-Unie, die is hier
geheel en al buiten kwestie.
Er bestaan, wat meer is, volstrekt geene
redenen om de engelsche stukken te weige
ren, als men de fransche stukken blijft ont
vangen; integendeel:
12 fransche stuivers zijn waard fr. 1.20
12 engelsche ruim fr. 1.25
Bijgevolg heeft de engelsche kopermunt
merkelijk meer waarde dan de fransche en
die waarde van 1.25 voor 12 engelsche stui
vers is altijd in Engeland te verkrijgen.
't Is hetzelfde gevai met de hollandsche
stukken van 2 1/2 cent.
40 fransche halve stuivers zijn waard fr.
2.00 en 40 hollandsche rvim fr, 2.08.
Hebben degenen die door hun voorbeeld
de weigering veroorzaakten van het koper,
dat niet afkomstig is van een land tot de
munt-Unie behoorende, wel de gevolgen be
seft hunner handelwijze?
Wat moeten de winkeliers, grossiers en
fabrikanten, die hoopen engelsche kopermunt
in hun bezit hebben, nu gaan aanvangen!
De vraag is gemakkelijk om oplossen: de
handelaars, die recht- of onrechtstreeks in
betrekking zijn met engelsche huizen, zullen
ze alléén kunnen aanveerden en dengenen
die geene verbinding hebben met Engeland,
zien zich verplicht er op te verliezeh of hun
ne kalanten bij eenen concurrent te zenden.
Dus harrewar voor den eenen. en verlies
voor den anderen
Zoo dragen weeral handel en nijverheid
de zure gevolgen der onachtzaamheid van de
verschillige staatsbesturen, die zich in Belgie
sedert jaren hebben opgevolgd.
En nogtans bestaan er middels genoeg om
eens en voor altijd, een einde te stellen aan
de koperkwaal, die hier in ons land zoo
onverdragelijk lieerscht. Wij znllen er
maar drij noemen:
1* Uitwisseling der vreemde kopermunten
door den staat, tegen nikkelmunt en hunne
terugzending naar de landen van waar zij
herkomstig zijn.
2' Gedeeltelijke betaling der ambtenaren
in nikkelmunt, die in de kelders der natio
nale bank liggen te beschimmelen of groen
te worden.
Maar ce menschen benauwd maken van
vreemde specien, die in de landen waar zij
vandaan komen meer dan de waarde hebben
voor dewelke zij bier bij ons worden uit
gegeven, en ze van deze munten afschrikken,
zonder maatregelen te nemen om in de ge
volgen van den daardoor teweeggebrachten
toestand te voorzien, is naar ons dunkens,
onvoorzichtig te werk gegaan.
Wij zijn waarlijk gelukkig en kontent,
de waarheid te hebben gezegd nopens het
arm beestje van festival; 'l Nieuwsblad
spuwt vuur en vlam en 't is in eene heilige
kattekolerie. Het liegt daarbij dat 't zelve
gelooft, gelukkiglijk dat de weinige lezers
de redactie kennen en na gelezen te hebben,
zonder de minste verwondering de schouders
ophalen en zeggenwel, welke schroomelij-
ke leugens, hoe durven ze, die gekruinde
mannenI
Ziehier om onze lezers daarvan een bewijs
te geven wat zij schrijven durven in het nr
1386 van Zondag laatst:
Inderdaad, nu zijn wij 't akkoord, mees-
ter neuze, de liberalen en hebben aan nie-
mand geenen cent gegeven enz. enz.
Moet men niet beschaamd zijn zulks te
schrijven. Denkt de schrijvelaar van 7
Nieuwsblad misschien dat d'Yperlingen
geene memorie meer hebben, dat zulke
schoone feesten vergeten gerakenZij herin
neren nog zeer goed dat het liberaal feest iets
anders was; en in plaats van niets te geven,
zooals de krabbelaars nogmaals in hun ge
woon logen papierken schrijven, waren er
dan 3000 franks premiën te winnen, ver
deelt als volgt. 1000, 500, 300, 200, en
10 premiën van 100 fr. Wat zegt ge nu daar
van Denkt ge wel dat de Yperlingen dom
genoeg zijn om uwen boerenpraat te slikken
waarmede gij hun wekelijks tracht in slaap
te krijgen. Gij zijt er wel mede, langgerekte
waarheidverdraaiers.
Heden zullen wij zeker nog eens een staal-
ke uwer eerlijkheid!!?? en waarheidslief
de!!?? krijgen over de terugkomst der Pom
piers van Wervicq toen gij, met 't muziek
aan 't hoofd gevolgd door een twintig dronke
en de overige halfdronke mannen de stad
inkwaamt.. Meer dan 3000 menschen waren
er aan de statie te wachten, niet om de pom
piers en de tuimelaars tot in stad te verge
zellen, maar om de Oude Pompiers die van
Rijsel kwamen de eer aan te doen en de
hulde te brengen, welke zij verdienen. Overi
gens, gij hebt het wel zelf kunnen bestatigen,
en met eigen oogen zien, dat, toen gij van de
statie de stad inkwaamt, er geen 20 men
schen u de eer aandeden u te volgen, terwijl
wanneer 't muziek der Oude Pompiers de
statie verliet om de stad in te komen, er
meer dan 3000 waren die al zingen en
springen 't muziek volgden de straten
waren te eng en nooit zagen wij zooveel
I vreugde en begeestering.
Is dit waarheid of logentaal, schrijvelaar
van 't Nieuwsblad? Zulks gezien en ondervon
den hebbende zult gij wel niet beschaamd
zijn het tegenovergestelde in uw blad te
schrijven, dat weet iedereen en wij ook. Er
zijner, die ter wereld kwamen, logen als
tandentrekkers en dan stierven, niet waar,
drietik D.
Het uitstapje dat de Maatschappij der
Oud-Pompiers naar Rijsel gedaan heeft, om
er een liefdadigheidsconcert te geven, mag
zonder tegenzeg een zegetocht genoemd wor
den. Inderdaad meer dan 400 eereleden ver
gezelden het muziek naar de fransche stad,
en duizende Yperlingen wilden hen eene
uitgeleide doen tot aan de statie.
Te Rijsel
werd de Harmonie aan de statie ontvangen
door de muziekmaatschappij der Madeleine,
de Commissie der Orphéonisten en de Com
missie der Mutualiteit, die haar onder het
spelen van vroolijke pas-redoublés naar
het hotel geleidden, waar hun eene lekkere
maaltijd verwachtte.
Niettegenstaande het slechte weder was
er eene
ontelbare menigte
naar de statie gestroomd om de Oud-Pom
piers te verwelkomen en ze tot aan het hotel
te vergezellen.
Ten 4 ure en half had het Concert plaats
in het Palais Rameau
en, ofschoon het. tot dan toe bijna niets ge
daan had dan regenen, verdrongen zich een
vierduizendtal personen in de reusachtige
zaal om de Oud-Pompiers te hooren en toe
te juichen.
De uitvoering was wat ze zijn moest, 't is
te zeggen
heerlijk en volmaakt.
De geestdriftige toejuichingen, het bravo-
en bisgeroep der toehoorders bewezen ge
noeg dat de Oud-Pompiers zich meesterlijk
van hunne taak hadden gekweten en de
goede faam die zij bezitten verrechtvaardigd
hadden.
Na het Concert bood men de Commissie
der Oud-Pompiers
schoone bloemtuilen en eene
prachtige kroon
aan als een bewijs van sympathie en uit
dankbaarheid voor het liefdadig werk dat de
harmonie kwam te verrichten. Rond 7 1/2
ure bereidde men
eene fakkeltocht
en men deed de maatschappij eene uitgeleide
tot aan de statie, haar al de blijken eener
gulhartige vriendschap gevende.
Een alléén stond daar op dien grooten bij
val, op die vriendschapsbetuigingen te grijn
zen gelijk een aap die persen peelt
't was de reporter van 't Journal
d'Ypres.
Ja, lezer, de aartsleugenaar, de galachtige
lasteraar van al wat eerlijk en treffelijk is.
Hij was naar Rijsel gegaan om te zien of hij
nergens iets zou vinden dat dienen kon om
de Oud-Pompiers op flesschen te trekken.
Maar hij was in zijne verwachting teleur
gesteld en van daar zijne woede en zijn vin
nig gezicht. Al wat hij in zijn godvruchtig
lasterblad vertelt of vertellen zal is loutere
uitvinding, en men weet dat hij niet aan zijn
proefstuk is want hij heeft zijn diploma van
aartsleugenaar sedert lang verdiend.
's Avonds geschiedde de terugreis in de
zelfde voorwaarden als het vertrek. De Oud-
Pompiers waren verheugd over het goede
onthaal dat zij te Rijsel ontvangen hadden
en over den grooten bijval dien zij er had
den verworven. Bij hunne aankomst in
Yperen stonden nogmaals
duizenden stadsgenooten
op hen te wachten om hen toe te juichen en
te vergezellen naar het lokaal waar zij zich
begeven zouden. Spijts al de moeite die aan
gewend was geweest om het volk met het
stadsmuziek mede te lokken, niettegenstaan
de de vroolijke tonen van Reusje die het
stadsmuziek aanhief, bleef de menigte in de
straten wachten tot dat de Oud-Pompiers
voorbijkwamen om hen toe te juichen.
Welk verschil
tusschen het uitstapje der Oud-Pompiers
HET WEEKBLAD