VAN IJPEEEN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. DE ONNOOZELE. Achtste iaar. Zaterdag 16" December 1893. Nummer 51. Een klein wonder. Hard maar waar. Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: i fir. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechte lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere beke ndmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanceren, alsmede die voor tiet buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteek end toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Twee franschen, die over Belgie schrijven zonder ons aan Duitsch- land te verkoopen, dat mag wel een wonder heeten En toch 't is gebeurd,..,, maar zonder de toestemming van Madam Adam, wel te verstaan. Die twee wonder-Franschen zijn Charles de Mazade en Charles Malot. De eerste in zijn werkje E Europe et les neutralitésde tweede in eene reeks artikels in le Journal des Dé- batsover het kamp van Malmedy. Beide studiën mogen ter lezing met aandrang aanbevolen worden. Daartoe halen wij ten bewijze uit beide werken eene treffende zinsnede aan. die hier niet zonder weerklank zal blijven. Charles de Mazade schrijft: La première condition, pour les Beiges, s'ils veulent être respectés, est évidemment de se mèttre en mesure de se faire respecter, et. ils ne le peuvent que par un système militaire suFFisANT pour sauvegar- der l'inviolabilité de leur territoire, pour déjouer les tentations de la force et les suprises. Zeer ernstige woorden aan 't adres van onze onvaderlandsche antimili taristen, die van geen persoonlijken dienst of van geen legervermeedering willen hooren. Die mannen behooren tot dat slag van Belgen, waarvan onlangs de Berlijnsche briefberichter der Gazette schreef, dat ze [dan eerst de nood zakelijkheid van militaire opofferin gen gewaar worden, als de vijand in 5<i« Vervolg. Voor de eerste maal, sedert den dood van haren echtgenoot, gevoelde Edith de gedachte aan haar ongeluk wijken voor haren moed en haar vertrouwen. Zij zag haren schoon, vader met strakken blik aan, en zoo zij al den trots, van mevrouw Archer niet bezat, nam zij eene harer weerdige houding aan. Ga, mijnheer, antwoord zijik volg u niet, Ik wil geene getuige zijn van de ver nietiging van al de hoop, die ik op mijnen zoon gebouwd heb. Gij hebt echter te haastig gehandeld, toen gij hem voor zijn geheel leven veroordeeldet. Wie kan de toekomst voorspellen? Mag men wanhoopen aan Gods goedheid en ontferming jegens hem De toekomst, hervatte de heer Living stone, voor mij is de toekomst de dag van heden. Wanneer ik iets verrichten wil, moet ik dit 's morgens doen, en kan ik niet ai- wachten wat mij den avond zal aanbren gen. Doe dan, zooals gij hebt voorgenomen, antwoordde Edith. Ik voor mij zal naar 't land is en het land verwoest en geplunderd heeft. Zoo ging het her haaldelijk in 't verleden. Dat het in eene nakende toekomst weer zoo gaan zal, voorspelt ons Charles de Mazade zeer duidelijk als de ware vaderlan ders hunne stemniet doen hooren Oaze redding als volk is in den persoonlijken dienst. De andere Franschman, Charles Malot, is wel zoo goed te willen be kennen dat het groote legerkamp dat de Duitschers bezig zijn met maken op onze grenzen, niet in samenzwee ring met ons is ontworpen om Frank rijk, dóór Belgie, aan te vallen. Hij vindt het eenvoudig dat. wan neer Frankrijk, van Rijsel tot Mau- buege, eenen heelen gordel forten maakt, waaruit het in één oogknip pen geheel Belgie kan overslroomen, de Duitschers hunne voorzorgen ne men, ten minste op één punt, en hij besluit heel verstandig een Franschmanmet deze woorden Si, actuellement, l'Allemagne, appuyée sur l'Autriche et l'Italie, se considère comme en mesure de tenir tête a la France et a la Russie reünies, soit quelle prenne l'offensi- ve sur ses deux frontières, soit quelle ne la prenne que sur l'une, en observant provisoirement la dé- tensive sur l'autre, il peut se présenter tel cas oü, réduite a ses r propres forces, elle soit forcée de se fenir sur la defensive des deux cö- tés la fois. II n'en faut pas davan- tage pour expliquer, a notre sens, une mesure qui' outre la précieuse liberté de manoeuvres, peut leur de woning terugkeeren. waar ik vei blijf hield voor ik u kende. Ik zal daar weder heengaan met uwen kleinzoon, mijnheer Livingstone met het kind dat uwen naam zijn eenig erfdeel draagt, waarvan, ten minste geene aardsche machten hem kunnen berooven. Eene week later vertrok Edith uit het prachtige hotel met haar zoontje op den arm, even als op den dag dat zij dit rijke verblijf was binnen getreden. Mevrouw Ar cher leidde haar tot aan de deur uit. Een gevoel van belangstelling in het leed van an deren, overschaduwde op dit oogenblik het heimelijke genoegen, waarmede zij de me dedingster van haar zelve en van haar kind zag vertrekken. Uit het treurige gelaat der bedienden bij haar vertrek bleek, hoe spoedig en hoe zeer Edith zich bij hen be mind had gemaakt. IV. Edith had nu het huis verlaten, waarin de eenige wezens woonden, op wier belang- slellings zij aanspraak kon maken. De wereld lag thans voor haar als eene woestenij. Weinig tijds na haar vertrek keerde de heer Livingstone naar Liverpool terug. Het is onmogelijk zich een denkbeeld te permettre de parer, le cas échéant, aux... accidents qui peuvent tou- jours arriver. Wat er nu ook van zij, al dat ge schrijf over den toekomenden oorlog is verre van geruststellend voor ons. Men zal er zoo lang en zoo veel van spreken tot hij komen zal.... gelijk Paschen Wij vinden dat het hoog tijd is onze oogen te openen en wat minder met vaderlandsliefde te spotten of in werkelooze onverschilligheid de ge beurtenissen af te wachten. Genoeg burgerlijk egoïsme. Han nibal is voor de poorten Wie zich leiden laat in zijn oordeel over Frankrijk door onze belgisch- fransche pers, moet er niet van af te brengen zijn dat het Fransche volk het eerste volk der wereld is; zijne taal de meest verspreide; zijn gebied het uitgestrekste; zijn karakter bo ven allen blaam en faam verheven. De keerzijde van dat oordeel is, dat al de andere volkeren van Europa, te beginnen met ons eigen volk, nauwe lijks in tel komen, met Frankrijk vergeleken. Daar hebt ge nu de Flandre libé rale, die zich een fransche correspon dent geeft; geen Belg, die te Parijs wonachtig, de zaken en denkbeelden kan nagaan van een belgisch stand punt af, maar een zuivere Fransch man uitstort en ons al zijne chauvi nistische zienswijzen opdreunt. Vol gens dien heer, is het fransche volk, sedert het bezoek der Russen, een vormen van een gemoedelijker leven dan hetgeen Edith Livingstone leidde, sedert zij naar hare kleine woning en tot 't penseel was teruggekeerd. Zij werkte ieverig en met goeden uitslag; doch vergat niet herhaalde en vurige gebe den op te zenden tot Hem, die haar zoo zwaar en op eeue zoo onbegrijpelijke wijze in haar kind beproefd had. Terwijl zij. aldus bad, wierp zij een blik vol vertrouwen op het gelaat van haren zoon, alsof zij verwachtte het licht in zijne ziel te zien opgaan, dat daarin uitgedoofd scheen en dat alleen door hoogere macht weder kon opflikkeren. Onbeschrijfelijk waren de pogingen die zij aanwendde om de dichte wolken te verdrij ven, die Robert's verstand benevelden. Zij beproefde alles om zijne sluimerende geest vermogens op te wekken. Zij las hem voor, speelde met hem, liet hem platen zien doch vruchteloos. Als een echo herhaalde hij al leen de laatste woorden welke men tot hem sprak. Zij verhaalde hem van God, beproefde om hem te leeren bidden, doch hij vouwde alleen de handjes en wierp den blik zelfs niet omhoog. Zekeren dag wendde zij eene uiterste en voor haar zoo smertelijke poging aanzij gansch ander volk geworden. Nu, zegt die Franschman, dat het niet meer vreezen moet door Duitechland aangevallen te worden, is het volk van Frankrijk vol vertrouwen in zich zeiven engereed vooreene groote toekomst. Te beter! Maar wij, en de En- gelschen en de Hollanders, en de Duitschers, en iedereen, buiten de Franschen, we dachten altijd dat van Duitschland geen gevaar van aanval dreigde, als Frankrijk zich wilde gedragen en niet eeuwig van revanche en herovering van het vroe ger Duitsche en thans weer Duitsch geworden Elzas-Lotharingen droo- men. Wij denken nu dat de vrede veel meer bedreigd is als Frankrijk weet dat het op Rusland rekenen mag, dan gedurende de 23 jaar dat het al leen stond in Europa, Als nu Frankrijk eene groote toe komst te gemoet wil, in alle vreed zaamheid en rechtzinnigheid, wij herhalen het te beterDaarmee heeft Frankrijk werk genoeg, te oordeelen naar het tafereeltje, dat een Franschman zelve, de heer Emile Blémont, in de Revue du Nord voor onze oogen ophangt. Men leze Notre peuple a-t-il done dégénéré? A-t-il perdu ses qualités si caractéristiques? S'est-il abandonné, trahi lui-mème? On serait ten té de le croire, en voyant partout aujourd'hui, sur les deux continents, le reeul d'une race qui, en ses printemps sacrés, d'un élan cou- vrit l'univers Nous avons perdu l'Asie et l'Amérique. l'Indus et le Gange, le Mississipi et le Saint- verhaalde Robert de dood van zijnen vader daar zij vertrouwde dan dit ten minste een traan uit zijn oogen zou persen. Doch het kind viel in slaap, teewijl zij sprak. Er wer den, wel is waar tranen vergoten maar zij vloeiden uit de oogen van Edith. Het kind groeide nochtans voordeelig op, en naarmate hij grooter werd, nam hij in schoonheid toe. Wanneer men hem slechts korten tijd beschouwde, zou men de onbe weeglijkheid zijner trekken kalmte genoemd hebbea doch, zij die hem kenden, zagen in den onwillekeurigen glimlach, die onafge broken op zijn gelaat versprei lag, het tee- ken dat hij inderdaad was gelijk zij hein noemden; een arme idioot. Moeders denken er weinig aan welk geluk zij ondervinden, wanneer zij hare kinderen zien weenen. In elk t: aan ligt eene gedachte, een wensch of kreet opgeslotenhet is een teeken dat de kinderen het bewustzijn van 't leven hebben gekregen. Eilaas! Robert was altijd stil. Zoo hij geruimen tijl van zijne m ieder was gescheiden, legde hij zekeren angst en ruste loosheid aau den dagmaar was hij weder aan hare zijde, dan liet hij niet de minste vreugde blijken, maar werd slechts rustiger. Wordt voortgezet). mrnaummimmi in HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1893 | | pagina 1