TAN IJPEREN EU IET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
GrROOTE MEETING
Een dag voor de bruiloft.
Nummer 6.
De Belgische Schuld.
STADSNIEUWS.
Vrij zinnige Yoiks bond
Nog het programma der liberale
Associatie.
Mirakuleuze vangst.
W illems—Fonds
Abonnementsprijs voorop betaalbaar.- 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncent 15 cent. per drukregel. Rechte
lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle
berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. I)« annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede
die voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alls hoegenaamd® artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en
onderteekend toe te zenden. Artikelen on ge teekend of personnaliteiten bevattende worden niet opganomen.
Lezer lief, hebt gij u wel ooit een
gedacht gevormd van de Belgische
schuld?
Ziehier eenige cijfers, welke wij u
ter overweging geven
Het budjet der openbare schuld
beliep in 1892 tot de som van
103,221,797 fr. 57 c.
In 1893 steeg het tot 106, 850,021
fr. 17 c.
Voor 1894 zal het de sommen be
dragen van 107,613,522 fr. 77 c.
Men ziet de gedurige en spoedige
verhooging. En men bemerke het
wel dat deze 107 millioen slechts ge
rekend worden voor het betalen der
intrestenen afkortingen der schuld.
Maar van afkorten is er al niet
veel geen spraak, vermits onze
schuld gedurig aangroeit. Immers,
de Belgische schuld bedraagd, tegen
woordig de kleinigheid van 2 millards
100 millioen (2,100,000,000.)
Welnu, wanneer wij den Annu-
aire Statistique raadplegen, wij
vinden dat in 1835 onze openbare
schuld slechts wat meer dan 117
millioen bedroeg.
In 1840, beliept zij tot 280 mil
lioen in ronde cijfers.
In 1850, reeds 626 millioen.
In 1860, al 634 millioen.
Men ziet dat zij onder het liberaal
bestuur maar weinig verhoogde.
Van 1830 tot 1860, dus in 30 jaar,
was men gekomen, tot 634 millioen
in 't geheel.
In de .dertig volgende jaren, van
1860 tot 1890, is de schuld verdrie
dubbeld, aangezien ze gestegen is
van 634 millioen tot omstreeks 2
millards.
De lasten van ons land zijn niet in
evenredigheid meer met de inkomsten
en daarom zal den openbare schuld
jaarlijks grooter worden; zal gedurig
meer en meer stijgen, aangezien men
niets uitbetaald, maar jaarlijks nog
er bij leent.
En gelijk men het gemakkelijk,
vooral in den Annuaire Statisti
que kan vaststellen, het is telkens
onder een katholiek bestuur, dat de
verhooging der openbare schuld op
eene onrustwekkende, wijze vermeer
dert.
Waar zal dat ons land naartoe
leiden.
van het arrondisssement Yperen
In de nieuwe zaal
der Oud-Pompiers, Seminariestraat,
OP ZONDAG 4a FEBRUARI 1894, om 3 ure
namiddag.
De schrijver van het Journal d' Ypres
schijnt niet voldaan te zijn over ons ant-
2eVervolg.
Aubry verdubbelde zijne schreden met zij
ne dochter aan den arm, welker onrust met
ieder oogenblik aangroeide. Twee minuten
daarna waren zij onder het gastvrije dak
van Jacob Leroi, die niets verzuimde om het
toevallig bezoek zijner vrienden alle moge
lijke eer aan te doen.
De pachthoeve van Leroi, het schouwtoo-
neel eener gebeurtenis welke wij thans me-
dedeelen willen, bestaat nog ten huldigen
dagemaar verscheidene huizen hebben de
toenmalige eenzaamheid vervroolijkt, die de
pachthoeve en hare bewoners bijna verderfe
lijk geworden was.
Zij bestond uit een groot, een verdieping
hoog gebouw, dat met het voorste gedeelte
naar den landweg gekeerd was; de muur op
de linkerzijde was voorzien van een klein
venster, dat vrij hoog boven den grond was;
onder hetzelve lag een hoop takkebossen,
tot omtrent vier voet van het venster, dat
evenals al de andere van eikenhouten luiken
voorzien was, het gansche huis toonde groo-
te vastheid, had sterke met ijzer beslag ene
deuren, en scheen van de gevaren bewust,
aan welke het door zijne eenzaamheid bloot
stond.
Onder den mantel van eenen ouderwet-
schen schoorsteen zittende, besloten Aubry
en zijne dochter, na vijf uren gewacht te
hebben, het overige van den nacht bij Jacob
Leroi door te brengen, die een goed avond
eten had laten opdisschen onder het nutti
gen van hetzelve was men opgeruimd en
spraakzaam. Marga-etha, die nu en dan in
hare oude droomerijen verviel, ontwaakte
daaruit en onderhield de j onge dienstboden
van de pachthoeve over de wonderlijke
pracht van haar bruiloftstoilet. Leroi en
Aubry rookten ongestoord hunne pijp en
spraken over oorlog, vrede, oogst, roovers
en diergelijke.
- Mijnheer, zeide een der meiden, die
het vee in de stallen teruggedreven had, de
bode Peter heeft mij verteld dat er weder
een pachter bij Onze-Lievevrouw-Tenbosch
vermoord is geworden.
Welnu, antwoordde Leroi, het huis
staat midden in het bosch, men moet wel
een uur loopen, eer men aan de eene of
andere hut komt; daarover kan men zich
niet verwonderen.
Het schijnt mij echter, dat ook gij hier
zeer eenzaam en afgelegen woont, zei
woord nopens de strekking der liberale Asso
ciatie. Het is hem niet genoeg te weten dat
wij zullen trachten die indringers van 1891
van het Stadhuis te werpenhij stelt ons
eene menigte wagen voor, die wij op tijd en
stond zullen beantwoorden, maar voor het
oogenblik willen verzwijgen. Om des te ge
makkelijker de wormen uit onzen neus te
trekken, begint hij met te zeggen dat ons
doel loffelijk en wettig is en hij eindigt met
te willen doen gelooven dat de liberalen geen
programma hebben.
Die wijze van redeneeren is hoogst be
lachelijk, het ware alsof men een leger, dat
naar den strijd gaat, wilde beschuldigen
geene wapens te bezitten, en men moet al de
sluwheid, al de huichelarij van eenen aan de
katholieken verslaafden schrijver bezitten,
om zoo iets te durven veronderstellen.
Een woord nochtans schijnt hem in den
neus te kittelen, het is dat wij de mannen
van den nacht van 1" Februari, met den
naam van zeuraars hebben bestempeld, en
hij besluit met te zeggen dat het den libe
ralen niet afkomt dit woord te gebruiken,
daar zij hunne kiezing zagen ve'rbreken en
niemand hunne verdediging durfde nemen.
Maar hij vergeet er bij te voegen dat deze
verbreking voorop beschikt was, dat het
aau de medeplichtigheid der bestendige De
putatie en van het ministerie te danken is
dat de rechtzinnige katholieken er in ge
lukt zijn bij middel van rooskleurige papier
tjes en andere oneerlijke middelon eene uit
gekochte meerderheid te bekomen.
Heeft men ooit een liberaal voor het Assis-
hot zien verschijnen onder de beschuldiging
van omkooperij? Neen, nimmer, maar
zooveel kan men van de katholieken niet
zeggen..Mijnheer 31 is er een bewijs van.
Dat de schrijver van het Journal liever
rechtuit bekenne dat'de waarheid kwetst.
Eene huismoeder op St. Pieters, die, aan
Aubry.
O! Dat is wat anders,: hernam Leroy,
mijn huis heeft stevige deuren en vensters,
en dan zijn wij hier altijd met drij man,
goed gewapendhet lood uit onze geweren
is het beste middel tegen dergelijk wild
braad.
Het zoude toch gevaarlijk zijn hier eene
opentlijke verdediging te beproeven. zeide
Aubryin een dorp zoude zoo iets gaan,
daar kan men licht hulp krijgenmaar hier
zoude men tienmaal vermoord kunnen wor
den, zonder dat iemand het weet.
Gelooft gij dan, lieve vader, dat wij
hier in gevaar zijn, vroeg Margaretha, die
plotselings uit hare droomerijen ontwaakte,
evenals hadden de laatste woorden van haren
vader een treurigen weerklank in haar ge
moed gevonden.
O, neen, mijn kind, wij praten slechts
van de bloote mogelijkheid, die echter in
het geheel geene betrekking op onzen toe
stand heeft, maar zeg mij eens, wat zal Al-
bert meenen, wanneer hij ons toevallig een
bezoek in Tervueren geven zoudeonze af
wezigheid zou hem veel stof tot denken kun
nen gevenals hij iets van onze reis wist,
hij konde...
Welke gedachte, zeide Leroi, men
de kraan van het stadswater, een pot water
getapt had, om soep te koken, stond niet
weinig verbaasd er een grooten dikken pa
ling in te zien krinkelen.
Verschrikt ijlde ze de denr uit, op hare
geburen roepende, die toesnelden om dit
wonder te zien. De paling werd algauw ge-
l vangen en het vel uitgedaan. Gansch de fa-
I milië heeft er 's avonds eens goede sier mede
l gedaan.
Er zijn verscheidene palingen gevonden
geweest in deze laatste dagen, van zestig
centimeters lang en vijftien centimeters cir-
conferentie, die de buizen der waterleiding
verstopten
Is de filter te Dickebusch zoo slecht dat
5 hij zulke visschen laat doorgaan of is de slijk
en zijn de microben welke onze waterleiding
behelzen zoo gunstig voor de palingen, dat
ze in het kort zoo groot worden.
Het is niet te verwonderen dat gedurig
smettelijke ziekten te Ieperen heerschen, als
men denkt wat afschuwelijk water ons volk
moet drinken.
Vrijzinnige volkscholen afschaffen broe
ders en nonnescholen begiftigen om den
geest van het volk te vergiftigen dat doen
onze stadhuishazen, maar zij hebben geen
geld om het water te zuiveren en onschade
lijk aan de gezondheid te maken.
Wac geld hun de gezondheid van het
volk, als ze het maar onder de hiel der pa
pen kunnen houden, en den katholieken
geld winkel maar draait.
Wij hebben verleden week eene eivolle
zaal voorspeld.
Ze was zoo.
Wij hebhen voorspeld dat de voordracht
gever eenen bijzonderen indruk zou nalaten,
welke hij den toeschouwer vertolkt wordt
door het bondige
Wat man!
-'t Was zoo.
kan zeer goed eenen dag van huis zijn, zon
der juist door de wolven gegeten te worden;
stel u gerust mejufvrouw; voor de bruiloft
gaat eene bruidegom niet licht verloren.
Op dit oogenblik sloeg de klok negen ure,
en de twee knechten van Jacob ontvingen
van hem nog eenige bevelen voor het werk
van den volgenden dag; hierop wenschien
zij Aubry en zijn dochter eeneh goeden nacht
en gingen naar hunne slaapkamer.
Ik ken de gewoonten des landmans te
goed om mij daaraan niet te onderwerpen
gij hebt vele bezigheden, die u noodzaken
om vroeg op Ie staan, breng ous daarom
naar onze kamers en laat ons vroegtijdig
wekken.
De brave pachter stak eene lamp aan en
voerde Aubry in eene kamer, die voor hem
toebereid was. Het was een groot duister
vertrek, waaraan een kleiner vertrek paal
de, dat zijn licht door het zoo even beschre
ven venster aan de linkerzij van het huis
ontving. In deze kamer was een bed voor
Margaretha gereed gemaakt, die zich ge
heel gekleed daarop legde en spoedig in den
slaap deelde, waarin het gansche huis als
begraven lag.
[Wordt voortgezet
i
HET WEEKBLAD
I