Eene noodzakelijkheid.
STADSNIEUWS.
Tuindag.
Begraving van den heer Edward
Van Iseghem.
A nos procureurs-généraux et h. nos pro
cureurs prés les Tribunaux de première
Instance d'y tenir la main, et tous com
mandants et officiers de la force publique d'y
prêter main forte, lorsqu'ils en seront léga-
lement requis
En foi de quoi, le présent jugement a été
signé et scellé du sceau du Tribunal.
Pour expédition délivrée a
Maltre Bossaert, avoué du
demandeur,
Le Greffier du Tribunal,
L. Vanaerde.
De kiezingen zijn aanstaande en
overal komt er zoo wat beweging
onder politiek opzicht.
Eenieder vraagt zich af; welke zal
de uitslag zijn van het nieuw kies
stelsel
De vraag stellen is eenvoudig, doch
ze oplossen niet. Want niemand kan
voorzeggen tot welke denkwijze de
nieuwe kiezers behooren. Zooveel
personen men hoort spreken, zooveel
verschillende gedachten hoort men
vooruitzetten.
Iets wat echter niet te betwijfelen
valt is, dat er in de provinciën groote
veranderingen zullen gebeuren en
dat een gunstig uitslag voor de libe
ralen geenszins tot de onmogelijke
zaken behoort,
De groote zaak is deze: Hoe zal
men zich te Brussel verstaan
Genoeg heeft gansch het land voor
de verdeeldheid der Brusselsche libe
ralen geboet.
Tien jaren klerikaal bestuur zou
den, ons dunkens, de leiders der
Brusselsche partijen de oogen
moeten geopend hebben en Iten wat
meer moeten aanzetten om de onder
handelingen te bespoedigen en geza-
melijk den strijd te kunnen aan
vangen.
Noch vooruitstrevers, noch doctri
nairs, noch werkliedenpartij mogen
eraan denken alleen de zege te be
halen, dat is onmogelijk,
Dat is tot vervelens toe gezegd en
herhaald en toch schijnt men van de
vereeniging niet te willen weten bij
de gematigden en de werklieden.
De eerste plicht van iedereen, die
aanspraak maakt op vrijzinnigheid,
is nochtans te zorgen dat er een einde
gesteld worde aan het klerikaal
bewind.
Van dien last ontslagen, zal het
land terug vrij kunnen ademen en
zal er kunnen spraak zijn van ersti-
ge hervormingen tot stand te bren
gen.
Het gezegde van Gambetta: Le
cléricalisme, vóild l'ennemi, is nog
altijd toepasselijk en 't is in dien zin
dat eerst en vooral de pogingen der
liberalen zich moeten richten.
Daarom heeten wij de vereeniging
en de samenwerking eene noodzake
lijkheid, die slechts de beste vruchten
kan afwerpen.
Geene stijfhoofdigheid van welken
kant zij ook kome, stijlhoofdigheid
was de oorzaak van de neêrlaag der
liberalen in 1884 en van eene tien
jarige vernederende en verstompende
papenheerschappij. Dat men zulks
niet vergete en overal eensgezind in
October ten strijde trekke tegen het
klerikaal wangedrocht, het verplette
en een tijdperk van vrede en wijze
hervormingen doen aanbreken voor
het Vaderland
Dat is, geloven wij, de rechtzinni
ge wensch van al degenen die zich
onder de blauwe vlag scharen.
De Tandmeester EMANUËL
HUISMAN is allen Woensdagen,
te raadplegen van 9 tot 3 u. bij M
Charles Nuytten Schoenmaker (in
de Vergulde pantoufle), Boterstraat,
12, Yper.
Het Journal d'Ypres protesteert tegen
ons artikel van over acht dagen, waarin wij
de onbeduidenheid der feesten deden üïf-
schijnen, welke ter gelegenheid van Tuindag
zullen gegeven worden maar het doet zulks
met eene schuchterheid die zou laten geloo-
ven dat het zich schaamt (indien het huiche
lachtig Journal zich schamen kon) eene
slechte zaak te pleiten.
Het beweert dat wij maar hekelen om te
hekelen, 't is te zeggen om al wat het stads
bestuur doet op flesschen te trekken. Men
herinnert zich, zegt het, hoe dof, om niet
te zeggen hoe nietig de Tuindagfeesten
waren onder het liberaal bestuur. Behalve
de jaren dat er eene kiezing moest plaats
hebben, was er niets, volstrekt niets.
Dit is een kolossale leugen, want nog
nooit, wij herhalen het, hebben wij van Yper-
lings geheugen zoo een mager beestje gezien
als nu; en nochtans volgens de beloften die
ons vóór de kiezing van 1890 en het zeu-
raarsspel van 1891 gedaan werden,gingen de
katholieken alles betrachten om de lasten-
betaiers profijt en neering te gunnen.
Wat doen zij nu om het volk aan te trek
ken Yan den eersten tot den tweeden Zon
dag is er volstrekt niets anders dan 's mid
dags en 's avonds een uur muziek op de
Groote Markt.
Wij vragen het, zal dit de vreemdelingen
naar Yperen lokken en zijn die twee Con
certen daags voldoende om zelfs de ingeze
tenen in de stad te houden Zeker neen En
men zou moeten zeer naïef zijn om het te
durven hopen.
Nu, zegt het Journal, hebben de fees-
ten een ander karakter genomen. Alle ja-
ren is er nieuws onder de vermakelijkhe-
den die gegeven worden.
'i Is zeker ook om eene nieuwigheid in te
voeren dat men dit jaar alle vermakelijkhe
den afschaft en Yperen wil doen gelijken aan
een kerkhof.
Wat, ernstig gesproken, wat hebben wij 1
Opstijging van eenen
Suchlhal.
Die vermakelijkheid is zoo nieuw, dat zij
dood versleten is en niet een landman van
den omtrek zou zich nog op weg zetten om
zulk feest te komen bewonderen, verre dat
men van vreemde steden zou komen zien en
eenig verteer in Yperen doen. Dus, niets
voor de neeringdoeners.
Het Vuurwerk
dat zal afgeschoten worden is ook niet ge
schikt om de menschen van buiten naar de
stad aan te lokken, want het heeft plaats op
een uur dat alwie in de stad niet woont
moet vertrekken of reeds vertrekken is. Dus,
fiasco voor de neeringdoeners.
Het doneert
dat den tweeden Zondag zal plaats hebben
ten voordeele van den arme is zeker een lof
felijk feest. Maar, ernstig gesproken, is het
van aard de vreemdelingen aan te lokken
en alzoo een winstgevenden dag aan de las-
tenbetalers te schenken Bijlange niet,
men zal het bekennen, en het zap is hier de
boonen niet waard.
Het Torn feest
schijnt nog de bouquet te zijn van al de ver
makelijkheden, maarja, ja, Journal, er
is een maar bijdit feest is nog niet van
aard om vreemdelingen te zien toekomen;
het is slechts een feest voor de Yperlingen
die er eenig verzet maar duivels weinig pro
fijt zullen in vinden.
't Is waar dat Burgemeester Surmont ge-
zeid heeft dat vele Yperlingen naar de Ten
toonstelling van Antwerpen zullen gaan en
diensYolgens dat men zoo nauw niet moest
zien om feestelijkheden te verzinnen.
Dit is eene verkeerde redeneering, want
het is juist ter wille der Tentoonstelling dat
men alles had moeten uitdenken, niet alleen
om de Yperlingen in de stad te houden, maar
ook nog om vreemd volk aan te trekken.
Wat het stadsbestuur moet beoogen in het
geven van feesten, is de bloei van den han
del; 't is het belang der lastenbetalers dat
moet ingezien worden en 't is juist hetgene
onze schrandere stadhuisbazen uit het oog
verliezen.
Doch wezen wij rechtzinnig. Er zal een
feest plaats hebben dat op h"t programma
niet is aangeduid en dat nochtans van groot
belang isvoor onze katholieke grappen
makers. 't Is de
Inhuldiging van het
katholiek Volkshuis
Dit is nu een keer eene uitvinding die alles
overtreft, en de vogel die deze uitvinding
gedaan heeft, is zeker wel een vogel met een
bek.
Toe I Yperlingen, gaat tnaar naar het ka
tholiek VolkshuisVandage drinkt gij voor
niet, morgen voor gel 1 en overmorgen zult
gij moeten in de processie gaan met een flam
beeuw. Leve het katholiek Volkshuis
Nu is de handel gered, nu zullen de her
bergiers jubelen, juichen en vroolijk wezen.
Zij zullen mogen rusten en met de armen
overkruist aan hunne deur staan, terwijl het
werkvolk uitgeDOodigd wordt naar het ka
tholiek (!?l) Volkshuiswaar de grappenma
kers, uithongeraars, vervolgers en haatdra
gende stadhuismannen hen zullen onthalen
op eene lekkere pint bier aan half geld, en
450 fr. prijzen
Allo jonge wachten, xaverianen, patro-
nagiemannen, linten wevers en andere ge-
dwongene slaven, snelt er naartoe, vliegt er
henen, 't is eene inrichting défianl toute
concurrence
J.l. Maandag had hier de begraving plaats
van den heer Van Iseghem, luitenant-kolonel,
bevelhebber der Rijschool onzer stad, officier
der Leopoldsorde, gedecoreerd met het mili
tair kruis, officier van het orde des Heilands
van Griekenland en Commandeur van het
orde der kroon van Ruinenie.
Eene indrukwekkende menigte was toege
stroomd om eenen blijk te geven van de
achting en de genegenheid, waarmede de
overledeneomringdwas en van dediepe treur
nis, welke zijn afsterven onder de bevolking
van Yperen verwekt heeft.
De rouw was geleid door den heer L. Co-
myn, onder-luitenant der schutterij, schoon
zoon van den aflijvige. Onder de personen,
die onmiddellijk na het lijk kwamen, be
merkten wij: de HH. Generaal du Roy de
Bliquy, staf-overste, gezonden, door Z.K.H.
den Graaf van Vlaanderen, om hem bij de
lijkplechtigheid te vertegenwoordigen; Gene
raal Baron Lunden, bevelhebber der 2e rui-
terij-afdeelingGeneraal Butnell, adjudant
van Z. K. H. den Graaf van Vlaanderen
Generaal Baron de Wykerslooth de Rooyen-
stein; adjudant des Konings; afvaardigin
gen uit alle ruiterij-regimenten,samengesteld
uit hooger en onderhoorige officierenoffi
cieren en onder-officieren der Burgerwacht
en der Brandweer; de HH. Iweins, Voorzit
ter van den rechtbank van ln aanleg, Wou
ters, Prokureur des Konings, Ferd. Merge-
lyncK, arrondissements-commissaris, Baron
Surmont de Volsberghe, Burgemeester, de
leden van den Gemeenteraad, der Godshui
zen en van het Weldadigheidsbureel en eene
tailooze schaar andere aanzienlijken.
De krijgseer werd den aflijvige bewezen
door heel de Rijschool, het 2® bataljon van
het 3e Linie onder bevel des heeren Majoor
Sironde regimentsschool van dit regiment
onder bevel des heeren kapiteins Cougnet.
Als een blijk van achting en hoog aanzien
jegens den overledene had het stadsbestuur
aan het stadsmuziek bevolen aan den lijkstoet
deel te nemen en den gang er van te openen.
De hoeken van het baarkleed werden ge
houden door de H.H. Majoor Courtin, bevel
hebber ad-intérim der Rijschool; de Kapi
tein-bevelhebber Beernaert, b8velhehber van
het onderrichtings bataljon der schoolde
Kapitein-bevelhebber Swartz, van den genie,
en de Kapitein-bevelhebber Malaise, van het
39 Linie.
Achttien prachtige kronen, het meeren-
deel aangeboden door het personneel der
Rijschool, de officieren van het 2ds bataljon
van het 3e Linie, de ruiterijregimenten enz.
werden door onderofficieren en ruiters der
Rijschool gedragen.
Op heel den doortocht van den stoet ver
drong er zich eene bewogene menigte die
het lijk met ingetogenheid groette van dien
dapperen hoofdofficier, dien ons leger nu
missen moet. Hetbeklag.dat wij alom hoor
den uitspreken, is de schoonste lofrede voor
den aflijvige en bewijst dat hij, die er het
voorwerp van was, de achting van alle
krijgsmannen on burgers genoot.
Bij de lichting van het lijk werden er drie
lijkreden uitgesproken. De eerste door den
heer Majoor Courtin, namens de Rijschool;
de tweede door den heer majoor de Kessel
namens de schutterijofficieren en de derde
door den heer Generaal Baron Lunden, Ge-
neraal-Inspecteur der Rijschool.
Wij vereenigen ons van ganscher harte
aan die lofspraken, aan die uiterste vaar-
welzegging zoo talent- en gevoelvol uitge
drukt en wij brengen met een bewogen eer
bied eene laatste hulde aan de stoffelijke
overblijfselen van den diep betreurden Lui
tenant-Kolonel Van Iseghem, te vroeg, he
laas I ontroofd aan zijne waardige familie,
aan zijne tailooze vrienden, aan het Leger,
aan het Vaderland!
Ziehier de lijkrede door den generaal Ba
ron Lunden uitgesproken.
Messieurs,
Comma Président du Jury d'examen,
comme Général inspecteur de l'Ecole, je
viens au nom de la cavalerie, remplir le bien
ti'iste devoir de rendre un dernier et juste
hommage aux brillantes qualités qui distin-
guentle Lieutenant-Colonel VAN ISEGHEM.
II a lutté jusqu'au dernier jour; il tombe
comme les braves en plein service, au mo
ment oü il allait terminer, par le grade de
Colonel, une existence si bien remplie.
J'ai connu VAN ISEGHEM au débutde
sa carrière dans la cavalerie, oh l'appelaient
toutes ses aptitudes et ses aspirations.
Caractère sérieux, énergique; nature
loyale et modeste; travailleur infatigable, il
a parcouru les premiers échelons de la hië
rarchie sans avoir jamais mérité un repro-
che. II n'avait qu'un souci: celui de bien
faire.
Trés sévère pour lui-même, il était in
dulgent pour les autres.
- Arrivé au grade d'offlcier, son zèle ne
se ralentit pas. II est distingué par tous ses
chefs qu'il satisfait et qui le désignent pour
toutes les fonctions spéciales.
Officier supérieur, a 1'age ou tant d'au-
tres aspirent la vie tranquille, il accepte
une position oü, plus que partout aiileurs,
il faut déployer toute l'année, avec la jeu-
nesse, un travail rude et incessant.
Tous les jours il est a l'oeuvre. Les in
structeurs guidés par ses exemples et ses
conseils donnent généreusement tout ce qu'ils
peuvent. Ils se dépensent, si je puis m'ex-
primer ainsi, pour imprégner leurs élèves
de leur science. Ils leur parient autant avec
1'intelligence qu'avec le coeur. Aussi sont-iis
compris tout d'abord, et leurs élèves em-
ploient toutes leurs forces physiques et intel-
lectuelles les satisfaire.
C'est sous ces nobles inspirations que
VAN ISEGHEM obtint ces brillants succès
que jamais la discipline la plus sévère n'a
pu produire seule, quand on ne s'adresse
pas au coeur de ses natures d'élite.
II avaitle don d'inspirer cette confiance
naturelle entre instucteurs et élèves. Aussi,
que de liens d'affection ont pris racine A
l'Ecole qui dureront toute la vie.
II ne fallait pas vivre dix jours au milieu
de cette sympathique jeunesse pour appré-
cier jusqu a quel point VAN ISEGHEM a su,
par son tact, sa bonté, sa fermeté, son esprit
de justice, en un mot par sa direction intel
ligente, établir et cimenter ces rapports
affectueux et dévoués, si difficiies a obtenir
d'une facon compléte.
Aujourd'hui, ce sont d'heureuses tradi
tions que le Colonel lègue, non seulement a
l'Ecole, mais qui rayonneront dans toute
l'armée qu'elles fortifleront.
N'est-ce pas 1&, de tous les services qu'il
a rendus, le plus précieux titre A la recon
naissance de ceux qui ont eu le bonheur de
servir sous ses ordres, comme a la recon
naissance de l'armée et du pays?
VAN ISEGHEM, dans la vie privée est
encore irréprochable. II fut le meilleur des
époux, le plus tendre des pères, le plus sür
guide de ses enfants et de ses beaux-enfants
qui l'adoraient. Le major Courtin vous a
initiéa toutes ses vertus domestiques;il vous
a montré son intérieur représentant le bon
heur parfait ici-bas; aussi était-il heureux
de réunir son personnel comme ses élèves
autour de lui et de les associer sa vie inti-
me.
x Si un bonheur éternel doit récompenser