VAN IJPEREN IN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Het prins-bisdom Luik. Ghemin de fer. Zaterdag 26" Januari 1895. Nummer 4. Zij bestrijden de dronkenschap. Naar Congo Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncem 15 cent. per drukregel. Rechte lijke eerherstellingen: i fr. per regel. - Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer.Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Daannoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen loor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Heures de départ a partir du ler Octobre d'YPRES pour Poperinghe, 5-20 6-54 8-52 9-03 9-43 TRAM YPRES-FURNES. 4-40 - 7-22 9-46 1-00 3-40 6-30 10-36 (le samedi seuleaient). FURNES-YPRES. Wij lezen dikwijls in de clericale gazetten ellenlange artikelen tegen de drankplaag. Is dat bij hen wel gemeend In de provinciesteden en platte landsgemeenten, ja, zelfs te Brussel en inde voorsteden, zijn er dikwijls feesten en bijeenkomsten van Xa- verius genootschappen inhuldigingen van klerikale kringen, werkmans huizen, kinderkransjes, enz., waar op de klerikalen van andere gemeen ten uitgenoodigd worden. De pas toors zetten, hunne klerikale scha- {27® Vervolg). 't Was onder zijne regeering dat de Lui kenaren een schoon voorbeeld van broeder lijkheid gaven, door aan de uitgehongerde stad Gent, welke, onder het bevel van Phi lips van Artevelde, tegen haren graaf den dwingeland Lodewijk van Male, in eenen bloedigen kamp gewikkeld was, zes honderd karren graan te sturen, en de Vlamingen door deze onverwachte hulp in staat te stel len om met vernieuwde krachten, den strijd voor recht en vrijheid voort le drijven. XIV Tot beden toe was de luiksche bevolking immer in Kleinen en Grooten verdeeld ge bleven en elke partij had haar deel in het bestuur der gemeentezaken. Deze verdeeld heid der staatsmacht had menigmaal tot bloedige onlusten aanleiding gegeven, daar het volk immer pogingen aanwend om de uitoefening des gezags uitsluitend in handen te krijgen, terwijl de groote burgerij alles in het werk stelde om hare oude voorrech ten te behouden, en, hetgeen zij eene weder rechtelijke aanmatiging des volks noemde, tegen te werken. De verzachting en lang zame verfijning der zeden, de vreedzame betrekkingen die de twee partijen met el_ pen aan zulke manifestaties te gaan bijwonen en opluisteren, juist alsof voor werkmenschen reizen geen geld kostte. Er is erger. Op het programma van de meeste dier feesten, lezen wij: om dat uur, bezoek bij de vrienden. Weet gij waar dat bezoek in be staat'? Op gezegd uur trekken de deelne mende maatschappijen stoetsgewijze door de gemeente. Aan de deur van eiken klerikalen herbergier, blijft de stoet staan, en de mannen trekken de herberg binnen drinken daar bier en jenever, en herhalen die christelijke daad zoolang er een klerikale her bergier te bezoeken blijft. Dat heet de vrienden begun stigen! Uit wiens beurs? Uit die van den armen domper, die meent alzoo een goede daad te ver richten. Maar vrouw en kinderen Ja die hebben het dagloon van va der hoogst noodig om te leven, en al wat er op reis en bij de vrienden verteerd is, brengt gebrek in het huisgezin. Maar daar bekreunt M. pastoor zich niet omhet was voor de goe de zaak en het zal, in den hemel dubbel teruggegeven worden. Lijdt intusschen maar armoede. En na dat bezoek bij de vrien den, hoe ziet de man er dan uit? Half bedronken, gansch bedron ken, ja soms smoordronken, en on- kander onderhielden, de willekeur en de moedwil dtr prinsen, die, in hunne wets verkrachtingen soms noch Grooten noch Kleinen spaarden, hadden de verbittering, die voorheen deze twee partijen tegen el kander opjoeg, langzamerhand gekoeld. De Grooten waren overigens bijna volkomen uitgeput, want menig adelijk geslacht was, in deze onophoudende oorlogen, teenemale te niet gegaan, Zij beseffen hunne zwakheid tegenover het volk, wiens aantal dagelijks aangroeide, wiens rijkdom zich onophou dend uitbreidde. Zij begrepen dat zij niet meer bestand waren om aan hunne oude te genstrevers het gezag te betwisten, en von den het dus geraadzamer om goedschiks af te staan, hetgeen hun anders van zelf uit de ontzenuwde vingers zou vallen. Zij verzaakten dus aan hunne oude patri- ciaatsrechten, en deden zich in een der Ambachten inschrijven. Het volk juichte aan deze schijnbare vrijgevigheid toe; en zonder achterdocht reikte het de hand der verzoe ning en der verbroedering aan diegenen, die meer dan ooit zijne vijanden waren, en die, niet uit belangloosheid, maar wel uit nood, deze toenadering tusschen de twee partijen bewerkstelligd hadden. Voorzeker bevonden zich, onder de nieuw ingelijfden, mannen, die den eed, bij hunne intrede in het Am- bekwaam des anderendaags zijn werk naar behooren te verrichten. En vrouw en kinderen, wanneer vader, van zulke reis, dronken te huis komt? Wij zullen maar liefst den sluier werpen over de tooneelen, welke dan maar al te dikwijls tehuis plaats hebben. De clericaleu bestrijden dien kan ker der samenleving, de dronken schap. O! ja! Vindt gij het ook niet lezer? Naar Congo wie gaat er mee wie gaat ermee? 'tis er warm., en niemand is er arm Naar Congo wie gaat er mee wie gaat er mee 't is er heet... en niemand staat er in 't zweet Zoo zingen onze kleuters, en zoo balken onze piotten, als ze een stuk in hunnen kraag hebben gedronken. Welnu, dat straatairken met zijn' kara- mellenverzen is op het punt van eene groote waarheid te wordon. Onze soldaatjes gaan naar Congo en wor den er van onze centjes betaald. De millioentjes, die wij aan onzen koning betalen, vinden ook al hunnen uitweg naar Masala's gewesten. En de 25 millioen, die wij reeds als voor schot hebben gegeven, de 10 millioen, welke wij aan den spoorweg hebben geschonken, en de millioenen en dozijnen millioenen, welke die Afrikaansche olifant ons nog gaat kosten die trekken altemaal hetzelfde baandje op die verhuizen stelselmatig en onverranderlijk naar den Congoleeschen afgrond bacht afgelegd, trouw eerbiedigden. Maar velen bleven ook aan hun woord te kort, en wierpen in de Gilden de kiemen dier verbas tering, welke den Adel tot zijn verderf had geleid. Zij maakten weldra van die bloeiende Neringen, kleingeestige politieke maatschap pijen, waarvan zij zich bedienden om de openbare ambten en de eereplaatsen te ver overen waaruit de oude eensgezindheid en vrijheidszucht verbannen waren, en plaats hadden gemaakt aan twist en tweedracht, kuiperij en heerschzucht. Het jaar 1834 zag dus den eeuwenouden steedschen Adel als afzonderlijke klas, en erfgelijk gezag verdwijnen. Voortaan noch Grootennoch Kleinen meer! enkel Burgers! Adelijke oorsprong baat niet meer! Dezelfde wetten beheeren de gansche natie. Allen genieten dezelfde vrijheden, endezelfde voor rechten. Iedereen is kiesbaar en iedereen is stemgerechtigd. Wat het gezag der prinsen betreft, dit is duidelijk beperkt? De staten stemmen de wetten, de rechtbanken vellen de vonnissende vorst is aan het hoofd der uitvoerende macht. Luik bezat dus, vier eeuwen voor de fransche omwenteling, eene grondwet, waarvan de overige volkeren om zoo te zeggen niet het minste gedacht had den. Helaas deze grondwet stond slechts op het papier maar wierd nooit eene werkelijk- A la chaudière den ketel in 1 zeggen ze op de foor en in ons landeken roepen ze sinds eenige jaren Naar Congo iedereen naar de Congo alles naar Congo De Congo for ever 11 Allen treunt terzij gelaten, moet het e9n publiek schaandaal geheeten worden, want in zake van Congokwesties op touw is gezet, want nu achter de schermen wordt gebernikt, en wat binnen twee drie weken misschien een voltrokken feit zal wezen. In het jaar 1890, den 7"en Juli, werd tus schen onzen koning en ons landeken het volgende akkoord geteekend Belgie geeft seffens 5 millioen en 2 mil lioen jaarlijks tot in 1900. In ruiling daarvan mag de Belgische Staat, 10 jaar dus na contrakt, tot de inlijving van Gongo- land bij Belgie overgaan. Vier jaar zijn sindsdien nog maar ver- loopen. De koning kan de uitgaven niet meer blijven dekken, welke de Afrikaansche slok ker hem veroorzaakt; de inkomsten van dezen Staat meerderen niet en 't deficiet stijgt van jaar tot jaar en daarom juist zou België nu, dadelijk, seffens, oogenblik- kelijk dat gulzig beest op zijnen stal moeten zetten I En er worden ministers gevonden, die dat durven voorstellen en men zegt, dat er eene clericale meerderheid bestaat, die zoo iets zal durven stemmen ja men zegt en rnen schrijft, dat die inlijving, die overname reeds zooveel als eene besl'ste zaak moet aanschouwd worden Maar sacrebleu in wat land van dom koppen en ezelsmutsen wonen wij dan toch Komt alle macht uit het Volk, ja of neen? Is het volk geraadpleegd? heeft het vrede met de voornamen van den Afrikaanschen veelvraat willen de Belgen hunne oorden aan dat waagspel besteden Wie zou dat durven bevestigen Geene enkele verkiezing is op de Congo- heid. 't Valt licht te begrijpen dat zulke fiere instellingen niet strookten met de gedachten eens vorsten, zooals Jan van Beieren die, in 1390, nauwelijks zeventien jaren oud zijnde, den troon besteeg. Hij was de zoon van Aalbrecht van Beieren, graaf van Hene gouwen, Zeeland en Holland, en vermaag schapt door zijne zuster M irgareta met den hertog van Burgondië Jan zonder Vrees; het grootste deel zijner jeugd had hij aan het fransch hof doorgebrachtook had hij van jongs af al de gebreken en al de driften zijner verkankerde omgeving aangenomen. Verstokt in het spel, hoogmoedig van- ka rakter, wreed en bandeloos van aard, dit waren hartstochten hem door de kroniek schrijvers zijns tijds doorgaans toegekend. Uit louteren moedwil, door snoevernij moe ten wij zelfs zeggen, trotste hij op recht kinderachtige wijze, de nationale zeden en gebruiken, kwetste hij diep 's volks eigen waarde. Sinds onheugelijke tijden, was het den benoodigden inwoner van Seraing toe gelaten om het dorre hout in de domi- nale bosschan der omgeving op te ra pen. Wordt voortgezet). HET WEEKBLAD 11-45 2-43 3-43 6-24 8-10 9-41. Poperinghe-Hazetirouck, 6"54 8-52 9-03 11-45 3-43 6-24 8-10. Houthem, 5-13 8-00 10 59 5-02 7-38 Comines 5-13 7-44 8-00 —9-41 9-46 10-59 2-29 2-35 5-02 7-38 8-40 Comines-Armentières, 5-13 7-44 10-592-29 5-02 8-40. RouIers, 5-58 6-45 - 7-46 - 10-20 - 12-03 2-38 3-47'—6-23. Langhemarck-Ostende, 6-56 9-45 11 57 3-39 6-03. Courtrai, 5-13 8-00 9-41 - 10-59 2-29 5-02 7-38. Courtrai-Bruxelles, 5-13 9-41 10-59 2-29 5.02. Courtrai-Gand, 5-13 8 00 10-59 2-29 5-02 7-38. De Poperinghe vers Hazebrouck, 7-11 9-19 12-03 4-Oi -6-38 8-27. 4-15 7-26 9-50 1-05 3-45 6-22. a

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1895 | | pagina 1