VAK DPERÏÏJ EN HIT ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Het prins-bisdom Luik. Tiende jaar Zaterdag 10" Angusti 1895. Nummer 32. In de grootste gevaren Abonnementsprijs voorop betaalbaar: 3 50 fr. per jaar voor de stad. 3 fr. voor den buiten. Per 6 maanden: 1 fr. 75. Annoncen: 15 cent. per drukregel. Rechte lijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 10 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 8 fr. per 100. Alle berichten van verkoopingen of andere bekeudmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanaeren, alsmede die voor het buitenland worden ontvangen ioor den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamd® artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij fin onderteekend toe te zenden. Artikelen ongexeekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. zijn de vrijheid van geweten, yan gods dienst, van onderwijs in ons land. De goesting komt al etend zegt het spreekwoord en dat is nu wel het geval met onze klerikale meesters. Zij hebben hunne hatelijke gemeente kieswet gestemd en het geheele land is niet opgesprongen van verontwaar diging; zij hebben hunne wet op de beschermende rechten doorgehaald en alles heeft zich in Belgie bepaald bij eenige geschrevene protestaties en eene groote betooging te Antwerpen; en nu die twee schandewetten zoo goed van stapel geloopen zijn, komt de gulzigheid onzer meesters meer dan ooit voor den dag. Nu komen zij met een onderwijs wet voor den dag, die alle goede onderwijs in Belgie moet vernietigen, de laatste offieieele onderwijzers doen verdwijnen en op den hoop toe eene onzer meest ge liefde vrijheden de vrijheid van godsdienst, uit onze grondwet moet schrappen. Ja, de klerikalen zijn thans de meesters en zij doen het ons, liberalen bitter gevoelen. Het is vooral in de voorlegging der nieuwe schoolwet dat al hunne verwaandheid, al hunne onbeschoftheid tegenover de minder heid zich lucht geven. Men ziet het dat er een ordewoord bestaat onder de meerderheid laten praten en toch stemmen in weerwil van alles, Zal dezen keer al wat eenigszins vrijzinnig is, of nog een greintje fier- (48e Vervolg). De eerste dezer drie vorsten bad den loop der voorvallen van dichtbij beschouwd, en kunnen bestatigen dat het volk doorgaans in zijne eischen was rechtvaardig geweest. Daarom aanzag hij alle geweldig© maatre gelen als ontijdig en ongeschikt, en spoorde hij den bisschop aan om met bedaardheid en toegevendheid te werk te gaan. De luiksche bevolking aanvaarde deze rechtschapene bemiddeling, en ontving met vreugdeblijken de pruisische legerbenden, welke gedurende de onderhandelingen met den prins, het land zouden bezetten. Alles liet verhoopen dat het geschil in der minne zou verleend worden: Hoensbroeks trots en stijfhoofdigheid deden echter deze hoop in rook verdwijnen. Bij hem geene in williging! Hij eischte de volkomene, de volstrekte uitvoering des vonnis van Wetz- lar. En in tegenwoordigheid van zulken hardnekkigen wederstand, riep Frederik- Willem zijne benden uit het Sticht terug (lü April 1790). (1) Dit was de oorlog, een oorlog die den heid bezit met zijne nationale vrijhe den, niet. opkomen, de stem verheffen en door schriften en betoogingen zij nen afkeer toonen voor het hatelijkste der wetsvoorstellen. Of is het den Belgen nog niet dui delijk wat al onheilen de nieuwe schoolwet moet stichten indien zij ge stemd wordt. Voor den onderwijzer brengt zij de geestelijke inkwisitie in de school en zelfs in zijn bijzonder leven. Zelfs de onderwijzers der groote steden zullen miet meer vrij zijn vermits de minis ter, volgens het verslag van Woeste, en gemeenteraad en deputatie, zal mogen over het hoofd zien om den onderwijzer, die niet geloofd en denkt zooals onze Roomsche dwepers willen op te schorsen of af te stellen. Geen vooruitzicht op verbetering in zijnen toestand, vermits hij in den loop van vier en twintig iaren trouwen dienst slechts 600 frs. verhooging zal kunnen krijgen. Een bestendige toestand van minderheid tegenover de geestelijk heid, een hatelijke dwang niet alleen in zijn openbaar, maar ook in zijn bijzonder leven, en daarbij geene hoop op verbetering. Hebben de on derwijzers nog niet genoeg geleden en steekt hun de vooruitgang van het onderwijs in de liberale steden nog te pijnlijk in het hart Moeten zij ook daar de onderwijzers vervolgen Ja, zoo zal het zijn. Fiere, verlichte mannen kweeken een fier en verlicht geslacht en zulk een geslacht willen ondergang van eone der partijen onvermij delijk voor gevolg zou hebben. De luiksche Staten antwoordden aan Hoensbroeks halsstarigheid door een dekreet van afzetting (19 April). Tezelfdertijde namen zij devereischte maat regels om het land in staat van tegenweer te stellen. Van allen kant kwamen de vrij willigers toegestroomd; rijke giften lieten der regeering toe om aan rijk en arm wa pens te bezorgen. De geestdrift was zoo groot dat de vrouwen zeiven hunne juwee- len op 's lands outer kwamen offeren. Bonceel, die als kolonel in het oosten- rij ksch leger had gediend, en die wegens onze meesters niet. Ons land moet terug naar de onwetenheid der mid deleeuwen, aan Rome verslaafd zijn zoo groot als het is en daarom moet het volk in domheid opgroeien, daar om moet het door slaven of door sla vendrijvers geleid en gedrild worden en daarom ook wil men den onder wijzer al zijne vrijheid, al zijne fier heid ontnemen. Zal de vrijzinnige partij zulks dulden? En als de liberale partij het niet noodig acht voor de onderwijzers in de bres te springen, dat zij dan over- wege wat al kwaad de schoolwet aan de burgerij zal berokkenen. Geene gelijkheid der Belgen meer voor de schoolwet. Zij en nog meer hunne kinderen, gerangschikt in 2 klassengeloovigen en ongeloovigen en de laatsten als dusdanig vervolgd en misprezen. Geene kosteloosheid meer voor de kinderen in onze scholen, of de ouders moeten van de armbesturen trekken. "Wie in de kleine gemeenten 10 fr, en in de groote 15 frs belasting betaalt zal schoolgeld voor zijne kinderen moeten betalen. Men wordt dus dub. bel, drie- en soms vierdubbel belast, wanneer men te fier is om bij het armbestuur te gaan bedelen of om reden van handel of nering of om andere redenen reeds belast is. Het is dus eene nieuwe onrechtstreeksche, maar drukkende belasting, die staat om ingevoerd te worden. Geene vrijheid van godsdienst zijne vrijheidsliefde, zijnen moed en zijne vastberadenheid, eenen grooten invloed op het volk uitoefende, stond aan het hoofd de zer vrijwilligershij wist hun zijnen gloed in het harte te storten en hunne begeeste ring te onderhouden. Op 20 April rukten de Munstersche en Paltse lijke krijgsbenden over de Ma'es en overmandden Maaseyck, Stockheim en Bil- sen.Het leger der Patriotten trok den vijand te gemoet. Als behendige bevelhebber, legde Donceel de grootste behoedzaamheid aan den dag, vermeed de kleinste neerlaag, versloeg den vijand in twee schermutselingen te Zon hoven en te Sutendael (18 Augustus) en noodzaakte liem tot op de uiterste noorde lijke grens der Kempen terug te wijken. Deze twee kleine voordeelen, door de volks geestdrift in groote overwinningen herscha pen, waren goed geschikt om den moed der Luikenaren aan te vuren, en om hen in hunne gedachten van weerstand te verster ken. Ook wilden zij van Hoensbroeks moge lijke terugkomst volstrekt niets meer hoo- ren, en teD einde desaangaande hun vast besluit met des te meer klem te doen uit schijnen, benoemden zij den Prins van Rohan, aartsbisschop van Kamerrijk, tot voogd des bisdoms (13 September 1790). Ondertusschen had de keizer van Oosten rijk, Leopold II, den brabantschen opstand, meer, vermits geene scholen zullen toelagen krijgen, indien er de cate chismus niet onderwezen wordt en de pastoor geenen vrijen toegang krijgt om alles, ten allen tijde, te be spieden, en middelen te zoeken om dezen te treffen, die anders denken dan zij willen. Het is degelijke officieel onderwijs, door de liberalen van 1879 ingericht en waarvoor zij zoo hardnekkig ge streden hebben zal tot in den wortel uitgeroeid worden; alle degelijke boeken over wetenschap en kunst zullen verwijderd worden uit de school indien zij niet goedgekeurd zijn door de bisschoppen en men weet op welke voorwaarden zulke goedkeu ring gegeven wordt. Geen openbaar onderwijs meer, vermits de vrije scholen of liever de katholieke scholen, zullen opschieten als paddestoelende arme kinderen naar hunnen kant trekken ten na- deele der gemeentescholen, welke laatste dan ook een bitter kleine of beter, geene toelagen zullen krijgen, hoe goed de onderwijzers daar ook mogen werken, want het komt er niet op aan op goed onderwijs maar op eene groote schoolbevolking. Laat de kinderen dan maar dom blijven, men bekreunt er zïch niet meer om. Haat en nijd zullen de kinderen van op de schoolbanken ingeprent worden tegenover andersdenkenden, ofschoon de wet van 1879 zoo zeer de broederlijkheid huldigde in de welke door da dwarsdrijverij van Vaudernoot en zijnen aanhang zijne kundigste aanleiders verloren had, gedempt, en Hoensbroek zijn zegepralend leger ter hulpe gezonden. Te vergeefs hadden de luiksche Staten, Frankrijks hulp ingeroepen. Deze natie was, helaas! in volle omwenteling; zij had zelve zware en gewichtige vraagstukken op te lossen, welke haar niet toelieten om zich voor het oogenblik ia de zaken barer gebu- ren te mengen. De Nationale Vergadering wenschte de Luikenaren geluk voor dep moed en de zelfverloochening, welke zij in hunnen strij4 tegen de dwingelandij getoond haddenzij overlaadde de gezanten met schoone beloften. HelaasDaar bleef het blij. Het luiksche volk aan zijne eigene krach ten overgelaten was niet bij machte om aan de vereenigde krachten van Hoensbroek en Leopold II te weerstaan, en moest voor het noodlot den nek buigen. Een gedeelte der burgerij had den tegenstand tot op het uiter ste willen voortdrijven. De meerderheid her dacht de bloedige dagen van Brusthem en Othée, de afschrikkelijke uitvoeringen der burgondische en beiersche prinsen, en wei gerde den oproep der hardnekkigen te be antwoorden. Zij gaf de hoofdstad op lijks- genade over.... (wordt voortgezel). HET WEEKBLAD (1) 't Was rond dit tijdstip dat de Belgen, in oor log met de Oostenaijkers, bij de Luikenar n op de vorming van eenen Bondstaat (federatief gemeene- best) aandrongen. Dit voorstel wierd door de stiohtbewoners van de hand gewezen. Zulk bond genootschap was inderdaad onmogelijk. De oor zaken der omwenteling in het Luikerland en die des opstands in de andere belgiscbe provincies waren volstrekt tegenstrijdig. Want terwijl de bewoners des bisdoms hun bloed in eenen eeuwen ouden strijd tegen kerkelijke en adellijke dwin gelandij vergoten was het juist de geestelijkheid, en den adel die aan het hoofd der brabantsche om wenteling stonden, die eene domme gefanatiseerde menigte tegen vrijheidslievende burgers ophitsen, die de vaderlanders zooals Vonck en Vander- meersch met smaad overdekten en uit het land verjoegen om het bestuur aan den onbeduidenden, maar heerschzuchtigen VanderNoot over te leveren die de wraakroepende godsvruchtige moordena- rijen van Brussel en elders inrichtten, om ten slotte de omwenteling te doen mislukken.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1895 | | pagina 1