STADSNIEUWS. De Waterwerken. De wei-Schollaerfc in den vreemde beoordeeld. Oorsprong van den Poperingschen Rei Over onze Rijschool. Prijsdeelingen. Vervolg.) Aan hst Nieuwsblad, dat niet durft antwoorden. De katholieke drukpers, die altijd zoo klapziek was, tijdens liet oud gemeentebe stuur, om de werken of de leveringen te hekelen, (getuige de levering van een hon derdtal gieischen plaaljes om de waterope ningen der stad aan te duiden) blijft nu stom en doof en schijnt, door hare stilzwijgend heid op onze menigvuldige vragen over de waterwerken, onze zienswijze te bevesti gen. Niet één kalotenblad heeft het tot nu toe durven bestaan een verslag te geven over de zittingen van den Gemeenteraad van 10" en 17n Augusti. Op straffe van dood zonde is het den katholieken verboden libe rale gazetten te lezen; en in de katholieke gazetten maakt men de menschen leugens wijs of men verzwijgt de huichelarijen die door een kalotebestuur gepleegd worden. En zeggen dat er nog menschen gevonden worden die zulke pillen willen slikkon Wij hebben bewezen dat het huidige stads bestuur, vertegenwoordigd door zijnen Bur gemeester, (gezien de vrijwillige terughou ding van den schepen van openbare werken) maar gunsten heeft voor zijne politieke vrien den, dat het onrechtvaardig en arglistig is jegens de andere verworpene mededingers, en dat de burgervader met zijnen gemeente raad den spot drijft. Nieuwe verandering aan het lastenkohier De steenen der grondmuren in paarsach tige zandsteenen (grezen) waren in het las tenkohier voorzien aan 120 fr. den kubiek - meter; nu, het gebeurt dat die steenen in den handel 200 fr. den kubiekmeter kosten J de aannemer is bemachtigd, zonder goed- keuring van den Gemeenteraad, ruwe j steenen van Soignies te gebruiken, i die te Yperen geleverd, maar 85 fr. f den kubiekmeter kosten. Wij maken ons sterk het bewijs te geven van hetgeen wij zeggen en het is het geze geld papier niet van M. Surmont dat het ons zal beletten. Begrijpt gij zulks, Nieuwsblad (Wordt voortgezet) Onder den titel Het Belgische klerikalism, leest men in de Petite République hel vol gende artikel "De wet Schollaert is gestemd. Door 81 stemmen tegen 52 en 4 onthouding, heeft de belgiscbe Kamer het geheel der schikkin- gen van de nieuwe schoolwet bekrachtigd, die de lagere school onder de oppermachti- ge heerschappij der katholieke geestelijk- heid stelt. Het zoo klaar aangewezen doel in het vertoog van het werk van M. Schollaert, gesteund op de raadgevingen van M. Woes- te, de kortgerokte generaal der jezuiten van België, is dus volkomen bereikt. Het godsdienstig onderwijs is wederom aan het hoofd gesteld van het programma der ver- plichtende vakken van het lager onder- wijs en dit onderwijs zal gegeven worden onder de leiding der priesters, die weder- om almachtige meesters geworden zijn van het gansche wereldlijk onderwijzers- korps. 't Is te vergeefs dat liberalen en socia- listen zich in eenen bond hebben veree- nigd tegen die ongelukswet die het school- regiem van 1842 doet horleven, 't Is te vergeefs dat het belgische volk in mon- stermeetingen geprotesteerd heeft tegen dien grooten aanslag op de gewetensvrij- .1 heid, de dompers, de slaven der bisschop- pen hebben gezegepraald. Maar gelukkiglijk zijn er zegepralen die niet lang duren, onze vrienden van Bel- gie, die overigens dat einde voorzagen, zullen daarom niet ontmoedigd worden.» Zullen onze Ypersche leeuwen, die deze i wet gestemd hebben, nu toch beseffen wat j men van hen denkt Zullen Surmont en Struye, Colaert en Henritje zich nog den titel van volksvrien den durven toeëigenen? Zij die kruipen voor de voeten der bisschoppen, als vuige slave.)j zij die het kind van den werkman willen i berooven van een degelijk onderwijs; zij diemaar genoeg daarover, zij hebben reeds te veel getoond dat zij het vertrouwen der kiezers niet verdienen, hunne goedkeu ring der uithongeraarswet is meer dan vol doende om hen voor altijd overal buiten te kegelen, zoowel in de Kamers als in den Gemeenteraad en hen te vervangen door mannen die de belangen der kiezers stellen boven de heerschzuchtige belangen eener hoogmoedige en aloverheerschende geeste lijkheid. opgedragen aan JANUS COLAERT. Den Zondag 2" Augusti 1863 vierde men in Yperen de Verbroedering van al de ■maatschappijen van 't arrondissement. Talrijke genootschappen waren toegesneld om den oproep der inrichters te beantwoor den, en onder andere de vlaamsche tooneel- maatschappij de Victorinen van Poperin- ghe, die zich onderscheidde door hare zinne beeldige groepen. Ziehier hoe de Opinion, in zijn Nr van 9n Augusti 1863, over dezen stoet zich uit drukte Wat er van zij, de vlaamsche Maatschappij De Victorinen van Poperin- ghe, heeft zich onderscheiden door de gees tige zonderlijkheid barer intrede. Aan het hoofd van den stoet gezeten op eenen ezel gelijk de Messias in de vlucht naar Egypte, kwam traagzaam de onsterfelijke Heer Gib- ben vooruit, wiens schriften weggenomen werden uit de archieven van Poperinghe tijdens de groote fransche omwenteling en naar Parijs zijn vervoerd geweest, waar zij berusten in de keizerlijke bibliotheek, vak 503, Nr 2. Heer Gibben was een fier libe raal, een vooruitslrever, een vrijmetse laar. In zijn III® deel, bladz. 23, schreef hij opentlijk aan zijne medeburgers die, ten dien tijde, slechts geloof hechtten aan de woor den van den grooten abt van Sint-Berti- nus, hun tijdelijke en geestelijke bestuurderj Mijne vrienden! wanneer de machtige abt u het Evangelie zal uitleggen, aanhoort hem met den eerbied aan het woord Gods verschuldigd. Bewaart in uw hart de les- sen van liefde en broederlijkheid die hij u zal geven volgens de heilige boeken. Maar van het oogenblik dat hij van op zijnen preekstoel zich het recht zal aanmatigen uwe stappen te leiden in het openbaar le- ven, mistrouwt hem, hecht geen geloof meer aan zijne woorden, want hij zal zoe- ken u te bedriegen in het belang zijner eigene overheersching. Gij ziet het, hij is meester van een groot deel van uw grond- gebied. Zijne kloosters bedekken de stad en slorpen uwe erfgoederen op. Watu nog toebehoort is met geestelijke lasten gesla- gen. Gij betaalt verderfelijke tienden aan de kloosters. Uwe magistraten zijn de ge- kozenen en de slaven van den abt. Uwe jongelingen maken zich monnikken en worden knechten. Het schoone aangezicht uwer dochters wordt met eenen zwarten sluier bedekt, zij gaan achter de traliën van het klooster de schoone ziel uitdoo- ven, die God haar gegeven had om hunne ouders ie beminnen. Met uwe kinderen wordt de erfenis uwer voorvaderen in den afgrond verzwolgen. Vrienden, ontwaakt, schudt het boetkleed af waarmede de abt u bedekt om u beter te overheerschen. Wordt vrije burgers, doet uwe zaken zelf, en zendt den abt naar zijne kerk terug. Heer Gibben, had gelijk ten tijde van den abt van St-Bertinus, en de huidige Po- peringhenaars zouden wol doen zijne woor den le overwegen en zijne raadgevingen te volgen. Zondag laatst, op het verbroederings feest, heeft iedereen bemerkt dat Gibben een overgrooten kei nevens zich hield, welks zicht alleen het gelach der toeschouwers verwekte. Van alle kanten kwam men toe gesneld om den Poperingschen Kei te zien. Heer Gibben de oude zinspelende op de onwetendheid der Poperinghenaars van zijnen tijd en op de onderwerping van hunnen geest aan den papenboel, schreef dat in hun hoofd een groote kei lag dien men er noodzakelijk moest uitrukken bij middel van het onderwijs. Met dit doel sticht te hij eene vlaamsche maatschappij, De Vic torinen, en gaf liaar den kei voor zinne beeld. 't Is die zinnebeeldige kei, welke op het stadhuis berust, waar hij in eere wordt gehouden, dien Gibben de nieuwe te vergeefs gevraagd heeft aan M. Van Renyn- ghe, (1) om hem in den stoet van Yperen aan al de nieuwsgierigen van het arrondis sement te toonen. M. de burgemeester heeft hem met haastigheid geweigerd, zeggende Wat den Heer Gibben aangaat, dat hij naar den duivel loope, kei moe; hier blijven, wij houden er aan. Ook was het de ware kei niet dien Gib ben nevens zich op zijn rijdier gelegd had. De ware is zorgvuldiglijk bewaard op het stadhuis van Poperinghe, en ten ware dat heer Gibben weder op aarde verscheen, zal er veel tijd noodig zijn om hém er uit te krijgen. Nu echter dat wij in alles vooruitstre ven, vergenoegt zich de afstammeling van Heer Gibben niet meer op eenen ezel te rijden, hij laat zich voeren door twee ezels; den te draagt hij niet in zijne hand, maar op zijne gebenedijde schouders en daardoor bewijst hij dat zijn geest, zijn verstand, zijne denkvermogens meer uan ooit onderworpen zijn aan den wil der geestelijkheid, spijts de vermaningen van zijnen voorganger. Het is reeds nagenoeg eene maand dat de heeren officieren en onderofficieren, die de leergangen der Rijschool volgden, onze stad verlieten om hunne wederzijdsche re gimenten te vervoegen. Onze neringdoeners zijn het nu maar al te wel gewaar, welk een voordeel die School voor hunne belan gen oplevert. Hunne ontvangsten zijn nu veel minder en zij verlangen zeer naar de aankomst van hen, die de aanstaande leer gangen zullen volgen en om reden ook. Wat zijn die tijden ver, toen de heeren officieren en onderofficieren door hunne fratsen de ruststoorden en de burgers wat de keel uithingen, telkenmale zij Baccus wat te lustig gevierd hadden. Heel het laat ste jaar door, niets van dat alles meer. Zelfs 's avonds voor hun vertrek bleef alles rus tig, geen enkel belleke werd geklonken, geene enkele kwajongensstreek uitgevoerd en daar vermaakten die heeren hen niet te min goed oin. Dank aan het goede orde en bevelen van den zeer ge waardeerden heer Majoor Courtin. Hij weet die heeren officieren en onder officieren met zooveel takt, zooveel wijs beleid, zooveel hartelijke goedheid, zooveel vaderlijke genegenheid te behandelen, dat zij alle te luidruchtige vermaken, alle, hoe wel onschuldige, ruststorende poetsen en kluchten vermijden, niet uit vrees van de straf, die hen zou kunnen wachten, maar uit vrees van den goeden en braven bevel hebber te misdoen of onaangenaam te zijn. De Rijschool werd dus in bekwame handen toevertrouwd. Daarover zullen allen het wel met ons eens zijn. En de goede uitslagen zijn daarom niet te minder; wel integendeel. Ziehier wat wij desaangaande in oen Brus- selsch blad lezen: De examens van 't einde van 't jaar die over eene maand in de Rij school afgelegd werden voor eenen Jury, voorgezeten door den Generaal-Majoor de Baeremaecker bevelvoerder over de le schut terij-brigade, zijn heel schitterend geweest. Zij lieten toe eens te meer vast te stellen welke uitmuntende leerwijzen men in onze Rijschool toepast om de jonge officieren en onderofficieren der ruiterijregimenten en schutterij batterijen te volmaken in de ver scheidene vakken der rijkunst. Meermaals reeds, namelijk't laatste jaar nog in 't Park van 't vijftigjarigjubelfeest ter gelegenheid van den rij wedstrijd heeft de Brussslsche bevolking ook, overigens, zich rekening kunnen geven van wat het onder richt waard is, in onze alom befaamde krijgs- rijschool gegeven. De uitslagen van het ver- loopen jaar moeten in niets onderdoen voor die vroeger verkregen. Het werk van hooge school uitgevoerd door de onder-onderricht- gevers, zonder stijbeugels paarden bestij gende van zuiver ras, het schoolwerk en het krachtwerk uitgevoerd door al de afdee- lingen, waren al even merkwaardig. De uitstekendheid der leerwijze, toegepast om bij het paard de bekwaamheid in het sprin gen te ontwikkelen, is vooral in 't licht ge steld geweest en men mag zeggen, zonder van overdrijving te kunnen beschuldigd worden, dat, wanneer men er toekomt de 3/4 der paarden, eene afdeeling uitmakende, 1,50 m. hoog te doen springen, de uitsh prachtig is. Noemen wij heel bijzonderli een springer-verschijnsel die door zijni eigenaar, een officier, aangeboden wer Deze gelukte er in met zijn dapper paard dat verscheidene maal achtereenvolgen eene barrière van 1,82 m. hoogte over springen. Die uitslag is wellicht nooit ve kregen geweest in eenig land, en wij kunni instaan voor de echtheid van dat fabelacht hoogspringen. Het is niet te verwonderen, dat, tijdei de examens, de Voorzitter des Jurys mee maals zijne gansche tevredenheid luide hooge blijken liet aan den Bevelhebber d School, den heer Majoor Courtin, en a de officieren die dezen bijstaan als onde richtgevers. Is 't welsprekend genoeg? Wij zijn gelukkig onze lezers te mogt verzekeren dat het getal officieren en onde officieren, die binnen eene maand de leei gangen der Rijschool zullen volgen, no talrijker zijn zullen dan verleden jaar e onder het flink en knap bevel des heere Majoor Courtin zal alles wederom als o wielkes loopen. Onze neringdoenders zulle er zich ook zeer over verheugen. Jl. Maandag, om 3 ure namiddag greep c prijsuitreiking plaats aan de leerlingen or zer kostelooze stadsjongensschool, bestuur door den heer Verduyn. Met muziek aan 1 hoofd trokken de leerlingen in stoet ter Hal len. Allen even netjes gekleed, flink in ran^ in de beste orde. Daar gewent men de kin deren aan orde en netheid en niemand zo gezegd hebben dat het daar de kinders onze arbeiders waren, zoo rein, zoo mooi geklee waren allen. Dat strekt ook de ouders zee ter eere. Heel de plechtigheid liep als os wielkes en was gauw voorbij. De Koorzang Les Clochettes een puik stuk, werd me echte kunst vertolkt, juist, gezamentlijk er knap gezongen. Dat was ten minste muziek Talrijk waren de prijzen van hen, die te; minste de 7/10 der punten in alles te zamei genomen, gewonnen hadden. Dat en de li diploma's in de voorlaatste wedstrijden be haald, bewijst ten overvloede dat de knaper daar niet alleen eene degelijke opvoeding maar tevens een solied onderwijs genieten. Eere en dank aan de heeren Bestuurde; en onderwijzers, die niets ontzien, al hui vernuft, al hunne beste krachten, al hur weten opofferen om onze jongens tot deftig* en eerlijke leden der samenleving op t« leiden. 's Anderdaags, op 't zelfde uur woondei wij de prijsuitdeeling bij aan de leerlingei der stads kostelooze meisjesschool, bestuu door Mevr. d'Haeseleire. Hier ook sprong orde en reinheid alom in het oog. Alles lie] goed van stapel en genoot den meesten bij val. De koorzangen en de kiadertooneeltje waren hier heel talrijk en daarom niet t min goed weergegeven. De moedige en talent volle damen Bestuurster en Onderwijzer esse; hebben, door den bekomen uitslag, stelii; bewezen dat zij volkomen op de hoogte hare moeilijke en vooral lastige ea stroeve taal zijn. Zij halen eere en roem van haar werk Een gulhartig proficiat voor haar en har degelijk ontwikkelde leerlingen! Moge lepe ren nog lange jaren op zulke scholen roeme; als onze stadsscholen zijnWij hopen da de nieuwe onderwijswet dat prachtig werk door het vorig liberaal bestuur met zooveë moeite en opofferingen stuk voor stuk to stand gebracht en verbeterd, niet kome on dermijnen om het naderhand heelemaal ii puinen te doen vallen. Daarom Ieperlinge; roepen wij u toe goed uit de oogen te zie; en u door geene mouwstrijkerij, geene zeem zoete beloften te laten paloeteren. Het hei uwer lieve kinderen kan er van afhangen Denkt daaraan en gij zult ia der eeuwighei niet falen, maar immer manhaftig uwe. plicht doen van verlichten en vrijzinnige kiezer, die zijne moederstad en haren grot en bloei liefheeft. Amen. CORRESPONDENTIEN in tie bus. (1) In dien tijd was de lieer Van Renynghe bur gemeester van Poperinghe en volksvertegenwoor diger voor het arrondissement Yperen. (De Red.) Omdat A. hypnotiseert was en hij geloofde het. 03 Toen men hem wakker maakte, had hij een goed tukske geslapen. Eu hij meende dat het gebeurt was. J. zei, hij zou mij niet lilen in tien minu ten was hij 4 fr. kwijt al niet slapeR. 0,1 Hij heeft algelijk de prijs van innocence i ontvangen.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1895 | | pagina 2