VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
VADER EN SCHOONZOON
Elfste jaar.
Zaterdag 11° Januari 1896.
Nummer 2.
De wet op de Kloosters.
Ze gaan 'ne gang mefc ons oorden
Vaders en moeders
Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2.50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50 Per 3 maanden 1 fr. Annoncen 15 cent.
per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100-
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der bei ie Vlaanderen, als
mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat; BruÉfel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag' vrij
en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
De beruchte wet op de kloosters
die reeds een klerikaal ministerie ten
gronde wierp, gaat opnieuw te ber
de komen.
Althans zoo kondigt het blad aan,
de XXe Siecle, in de volgende be
woordingen
Het wetsontwerp over de Be
roepsverbonden zal volledigd worden
door de bepalingen aangekondigd
tijdens de bespreking der Kieswet.
De regeering immers, heeft haar
inzicht bekend gemaakt in dezen zit
tijd, de «burgerlijke verpersoonlij
king» toe te staan aan de vereent-
gingen die voor doel hebben het on
derwijs uit te breiden
«Dit ontwerp zal eerstdaags ten
uitvoer worden gebracht; men voor
ziet dat er geen tegenstand in de
Kamers zal gevonden worden en het
land zal dit ontwerp met genoegen
vernemen».
Wij hebben hier alweer met jesuie-
tiesche trukken te doen...
Die zoogenaamde «Vereenigingen
die voor doel hebben het onderwijs
uitte breiden» zijn, in 't vlaamsch
gezegd, niet anders dan de kloosters..
Wel kunnen onderwijsgestichten
als de katholieke hoogeschool van
Leuven, de vrije hoogeschool van
Brussel en andere, daaronder ge
rangschikt worden, doch het doel is
kloosters, toe te laten net als de
eerste burger de beste op hun naam
eigendommen te bezitten, giften aan
te nemen en erfenissen op te strijken.
Een verhaal uit Bluchers's tijd.
(1* Vervolg).
De eerste klank der welluidende stem
scheen den ouden man uit zijne droomen op
te wekken; hij keerde zich scnielijk om en
stond nu in stijve, kaasrechte houding, met
de hand eveneens aan de muts, voor haar.
Terwijl daarbij zijn blik onafgebroken op de
schoone verschijning ruste, vloog er een
glimlach als een zonnestraal over het gerim
pelde gelaat, dat er door den grijzen snor- en
knevelbaard nog krijgshaftiger uitzag; einde
lijk liet hij een eigenaardig fluitend geluid,
bij hem het teeken van groot welbehagen,
tusschen de tanden hooren en antwoorde
Freule Lotje, freule Lotje, waar haalt gij
toch altijd de woorden vandaan, om mijn oud
hart, zoo innig genoegen te doen God weet
het, als ik aan den tijd denk, toen ik het
lieve, kleine juffertje op mijn arm gedragen
heb, en dan toen zij grooter werd, al de
grappen die wij samen uitvoerden.
Jawel, viel het schoone meisje hem
lachend in de rede, ik moest rijden, vechten
en leeren schermen als een jongen en was ik
eens zoo ongelukkig bij het soldaatje spelen
De doode hand, die zulke kolossale
uitbreiding heeft genomen, zal daar
door nog ontzagelijk aangroeien.
Gansche steden als Mechelen, Leu
ven, Brugge, Ronsse, enz., hooren
reeds aan kloosters toe, alhoewel die
kloosters zoogezegd niet bezitten
mogen.
Wat gaat het worden als zij hunne
eigendomstitels aan hun vaandelstok
zullen mogen hangen,
j Reeds knagen paters en nonnen
ons de ooren af, het geld wordt
schaarsch, de boeren zweeten onder
de zware pachten, niemand weet nog
vooruit te komen en nochtans koopen
de kloosters altijd bij, alsof het geld
met vierduimers werd in hun kelders
gebracht.
Dit is nog niet voldoende, zij moe
ten nog meeer bezitten, daarom moet
de «Wet op de kloosters» er komen.
Frère-Orban, de groote staatsman,
die met zulk prachtigen luister, ten
grave geleid, heeft ons in zijne bro-
chuur,La Main-Mor te et la Charitè
(De Doode Hand en de Liefdadighied)
al het gevaar afgeschetst der uitbrei
ding dezer zwarte plaag.
De gevaren van 1854 zijn dezelfde
vandaag.
Het ministerie Dedecker viel bij
aanbieding der Kloosterwet; Wij zul
len zien of België laag genoeg geval
len is om in 1896 iets aan te nemen
dat in 1857 als eene openbare kala-
miteit werd aanzien.
Wanneer voor 't kleine volkje ver-
eene fout te begaan, wal werd mijne strenge
leermeester dan driftig, en hoe dikwijls
zuchtte hij; Ja, als de lieve Heer onsin
plaats van het kleine meisje een jonker had
geschonken, die zou alles beter doen, maar
het is bepaald verkeerd. Zulke woorden
maakten mij steeds zeer bedroefd en ik deed
ieverig mijn best om ten minste het beeld
van een kleinen onverschrokken jonker na
bij te komen. Weet gij lieve Kasper, ging het
meisje na korten tijd voort, voor de tienjari
ge, moederlooze Leonore was het zeker een
geluk toen voor acht jaar die hevige oorlog
uitberstte en ik, daar mijn vader met u naar
zijnregimentmoest terugkeeren, aan vrouwe
lijke handen werd toevertrouwd. Het was
dan ook lijd, want nooit zal ik vergeten hoe
mijne strenge tante, toen zij mij voor 't eerst
aanschouwde, over mijn voorkomen en mij
ne manieren schrikte, zoodat zij bijna in on
macht viel, en vervolgens met een afwerend
gebaar hare handen naar mij, klein verwil
derd meisje, uitstrekte.
Nu ik had toen wel van schaamte en
woede in den grond willen zinken; bromde
Kasper, met een knorrig gezicht, en toen
moest ik mijne boosheid stil verkroppen,
want, dat mag gezegd worden, mevrouw
uw tante verstond beter dan iemand de
kunst om streng tucht te voeren; in het veld
betering van positie wordt gevraagd,
opslag van loon voor hongerlijdende
barreelwachters douaniers, en brief
dragers klinkt het gedurig geen geld
in de kas!..
Doch komt het er op aan een paap
tot over de ellebogen in de staatskas
te laten grijpen, dan zijn er oorden
voorhanden...
Men kent de truterij der opzieners
van 't geestelijk onderwijs, die er zoo
noodig zijn, als vioolspelers bij eene
begrafenis, en die aan lastenbetalers
een schoonen stuiver gaan kosten..
Men heeft de rekening opgemaakt-
van de sommen die deze brave pas
toors en heeren dekens uit de kas
gaan opvisschen en ziehier de slot
som
Er zullen 9 diocesane inspecteurs
voor de provinties zijn, aan 4000 fr.,
dit maakt36.C00 fr.
Er zullen 18 inspecteurs van
2d klas zijn aan 3,300 frank, dus
59,000 fr.
Daarbij gevoegd de reiskosten der
protestaansche en Israëlitsche inspec
teurs, komt men tot een totaal van
100,000 fr.
Dus 100,000 fr, 's jaars verte
genwoordigen een kapitaal van
2,500,000 fr. aan 4 0/0 die wij belgs-
kens moeten leenen, om onze schoone
centen aan die mannen voor te
werpen.
En noteert dat al die inspecteurs
reeds postjes bekleeden als kanunnik
en deken, die hun reeds de schoone
som van 4.009 fr. 's jaars inbrengt.
brachten wij menigen slapeloozen nacht
door, wanneer wij, mijnheer de overste en
ik, er aan dachten hoe hard zij ons verwend,
lief, klein meisje zou behandelen; om de-
kleine een traan te besparen, zou ik mij
liever duizendmaal in stukken hebben laten
scheuren. Toen wij echter na jaren terug
keerden, verzoenden wij ons met mevrouw
uw tante; zij had den kleinen wilden jongen
in eene zoo fijne, schoone, welgemanierde
dame herschapen, dat men haar niet kon
aanzien zonder dat een warme zonnestraal
het hart verkwikte, en het beste daarbij was
nog, dat zij hare oude vrienden niet had ver
geten. en haar hart hun trouw was geble
ven. Zij had nog altijd een vriendelijken
blik, een lief woord voor den knorrigen
ouden Kasper!
De oude man was aangedaan, en wischte
zich met de vlakke handen de oogen af. Het
schoone gelaat van Leonore kleurde sterk
bij die loftuigingenzij legde nu hare hand
op den arm van den ouden man, en zegde
zachtjes:
Goede, beste Kasper, slechts zou het
van mij zijn, als ik den leider, den onder
wijzer mijner vroegste jeugd vergeten kon 1
Maar! vervolgde zij toen op vroolijken
toon, daar zijn wij zoo ongemerkt aan het
praten geraakt, en ik was alleen hier geko-
Zij zullen dus een inkomen hebben
van 8,000 frank, of zooveel als
bestuurders in 't ministerie, hoofd
ingenieurs die 30jaren dienst hebben,
zooveel zeggen wij, zij alleen, als 8
komiezen der posten die van Nieuw
jaar tot St-Silvester mogen knoeien
dat 't zweet hun de broekpijpen uit
zij pelt.
M. De Coninck, katholieke sena-
teur had geen ongelijk toen hij in den
senaat uitriep
«Wij, katholieken, hebben sedert
vier jaar zooveel beestigheden be-
gaan, dat het waarlijk tijd wordt
een weinig rust te nemen.»
Velen van u zien reeds van heden met
een angstig en beklemd hart naar den dag
der loting uit
Geen dag wordt meer in de hutten der
armen, in de huizen der kleine burgers, in
dorp en stad gevreesd, dan die gevloekte
ure, waarop het dwaze en blinde toeval
over de verloting van menschenvleesch zal
uitspraak doen.
IJselijke stonden voor hen die niets of wei
nig bezitten; uitverkoren oogenblik voor de
rijken om met een handvol baukbrieven uit
de geldkas van vader op verpletterende wijze
te betoonen, dat het goud machtiger is dan
de wet en zij met hunne verfijnde aristo-
kratieke ledematen in de kazerne niet kun
nen gaan aanvrijven tegen de ruwe banken
van onze volksjongens.
En iu de Constitutie staat er: Alle Belgen
zijn gelijk voor de wet.
Daarom krijgt de rijke vier stemmen, de
arme één slem.
Daarom koopt Jonker X zich van de loting
vrij en zet zijn leven van niets-doen of van
men om papa goeden morgen te zeggen,
maar zoo als ik tot mijn spijt zie, te laat;
de lieve papa is heden morgen al buitenge
woon vroeg naar 't bureel gegaan.
Kasper trok de wenkbrauwen op, zoodat
zijn gezicht eene eigenaardige sluwe uitdruk
king verkreeg, toen hij hernam: maar wie
zegt dan dat mijnbeer uw vader reeds naar
't bureel is? Zijne genade, mijnheer de
overste, is mijnheer zijn neef een vriende
lijken morgengroet gaan brengen, zoo luid
den zijn eenige woorden bij zijn vertrek.
Ik geloof, Kasper, riep Leonore zeer
verbaasd, dat we nog niet recht wakker
zijn! Papa's morgensom acht ure naar neef
Karei, alleen eene geheel bijzondere oor
zaak zou hem tot zoo iets ongewoons hebben
kunnen nopen.
Het moet ook iets heel bijzonders zijn,
freule Lotje, antwoorde Kasper bedaard;
want wij hij zegde gewoonlijk wij als hij
van zijnen heer sprak waren zeer driftig
en slecht gehumeurd. Hij zal wel weer het
een of ander guitenstukje hebben uitgevoerd
mijnheer de neef, ik zou niet graag in zijne
plaats willen zijndaar onder die brieven,
denk ik, moet wel iets zijn wat ons zoo in het
harnas gejaagd heeft 1
Wordt voortgezet).
HET
1