VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. VADER EN SCHOONZOON In de Kamer. Elfste jaar. Zaterdag 22° Februari 1896. Nummer 8. Daghuurdieven. Het liberalism is dood. Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2 50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoncen: 15 cent per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Aiie berichten vanlverkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden*eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der bei Ie Vlaanderen, als mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Er zijn twee manieren om het geld, waarvoor men werk moet leveren, niet te verdienen. De eerste is niet te werken, te luieren binst den tijd die men betaald wordt de andere is slecht werk maken. In beide gevallen is men daghuur- dief. Geen grooter daghuurdieven dan de katholieke volksvertegenwoordi gers. Zij richten letterlijk niets uit dat goed is. Soms liggen ze weken en weken te zagen op onbeduidende dingen, een andermaal haasten zij zich, maar het is om de eene of andere slechte daad te bedrijven, zooals men de toelage voor eerediensten de ge meentekieswet, de wet op het onder wijs, enz, enz., stemmen zij zonder onderzoek, zonder bespreking. In an dere gevallen gaat het geheel anders wij vinden er hier weder een schitte rend bewijs van in de tabakswet. Het ontwerp van M. de Smet-de Naeyer is sedert maanden in behan deling men heeft er reeds meer dan 30 zittingen aan gewijd, karrevrach- ten amendementen voor gemaakt, en nu heeft de minister zijn ontwerp in getrokken. Van geheel zijne wet kan er niets dienen. Het is dus klaar dat die mannen niet eens in staat zijn goede wetten te maken. Vroeger was het de schuld der lin kerzijde dat de wetgeving zoo on vruchtbaar bleef in het goede, wij zijn benieuwd op wie zij het nu gaan steken. Een verhaal uit Bluchers tijd. (4e Vervolg. Hoe 1 riep Blucher verbaasd, diezelfde duizendkunstenaar, die iemand door zijne deklamatiën nu door zielroerende toonen, dan door potsierlijke voorstellingen door het lacben de tranen in de oogen dreef I Dezelfde, Uwe Excellentie 1 antwoord de de overste! daar komt hij juist met lui tenant van Espe de zaal binnen Mag ik u wel aanbevelen, overste, vooral in dienst op hem het oog te houden want een dichter en een komediant moet noodwendig een slecht soldaat zijn! Met uw verlof Excellentie! hernam de overste vergenoegd: Bij Leipzig heeft 4e^ jonge man bewijzen van het tegendeel ge gevendaar heeft hij zich de officiersepau - letten verworven, en op mijn bureel is hij de meest geschikte en ieverigste ambtenaar. Nu, dat is goed, dat doet mij genoegen! zegde Blucher. Zeg eens, jong mensch, sprak hij met verheffing van stem, terwijl hij zijne hand tamelijk onzacht liet neerda len op den schouder van Waldenburg, die hem juist met een eerbiedigen groet was Het liberalism is dood, het libera lism is vernield! Zoo juichen sinds lang onze tegenstrevers in gehuichel- den triomf. En, de oogen voor de waarheid sluitend, zoeken zij zich daarvan te overtuigen,fMaar waarom dan de haat dien zij ons toedragen, waarom die gedurige aanvallen tegen een lijk dat toch zou moeten onscha delijk zijn? Het is omdat zij niet zoo zeker zijn als zij schijnen van hetgene zij volgaarne zouden doen gelooven. Want, wat zij er ook van zeggen mogen, het liberalism is niet dood, het heeft niet eens een ziekte waarvan het verkwijnt. Is de zon gebluscht omdat een schuivende volk voor een oogenblik haar glans verduistert De wolk is voorbij en meer schitterend dan ooit stroomt haar glanzend licht over ons. Zoo is het nu ook gesteld met het liberalisme; een wolk drijft voorbij, anders niet. Eti zoo mag het ook wezen! Onze gedachten zijn schoon, en waar en rechtvaardig. Het schoone, het ware, het rechtvaardige alleen zullen blijven bestaan ten eeuwigen dage. Daarom zullen de liberale gedach ten groeien en bloeien, dat er gebeure wat wil. Alles bewijst dat dit de waarheid is. Eeuwen lang zijn onze grondbe ginselen met woedende aanvallen be stormd geworden. Zooals een forsche boom na een orkaan de kruin weer ten hemel verheft, zoo hebben zij zich telkens opgericht en langzaam maar voorbijgegaan. StilgestaanIk heb veel goeds van u geboord en hoop dat men in al de grappen die men heden heeft uitgevoerd den soldaat niet vergeet! Gij verlangt im mers niet uit den dienst te treden Om u te dienen, Excellentie! antwoord de Waldenburg; als de krijgsdans opnieuw begint, zal men mij op de rechte plaats vinden Braaf gesproken, jonge kameraad sprak Blucher, terwijl zijne schitterende oogen met zichtbaar welgevallen op de krachtige jongelingsgestalte rustten. Te Weenen zullen ze er wel voor zorgen, dat onze rust niet van langen duur is. Nu, ik zal op u denken, als de poppen weêr aan het dansen gaan/ Er is hier wel veel verlei ding voor zulke jonge, krijgshaftige man nen; die schoone vrouwenoogen zijn dik wijls zeer gevaarlijk, maar een moedig sol datenhart vreest zulk een aanval niet. En na den jongen officier nogmaals vriendelijk te hebben toegeknikt, keerde Blucher zich om naar eene andere groep van het nu lustig dooreen gewarelende ge zelschap. De overste von Hohnegg vatle Waldenburg's hand, en dankte hem voor de vele moeite die hij had genomen om de uit- zeker hun weg vervorderd zonder zich aan hinderpalen te storen. Wel kan er, zooals nu, een tijd ko men van stilstand die zelfs jaren kan duren. Maar wat zijn eenige jaren, wat is het leven zelf van een mensch wanneer liet geldt steeds dichter en dichter bij de volmaaktheid van het menschdom te komen? En daarom sur sum cor da, het hart hoog, wat er ook gebeure. Dat elk van het zijne bijdrage, dat elk zijn steun geve aan het grootsche gebouw van vooruitgang en beschaving. Want eenieder is ter wereld geko men met het doel, naarmate zijn mid delen, het algemeene welzijn te ver meerderen. Helpen wij dus, waar wij kunnen, het menschdom vooruit op zijn langen weg naar de volmaakt heid. Dat is het doel, dat is de reden van bestaan van ieder denkend ver mogen. En wie dat gedaan heeft, al zag hij geen merkbaar gevolg aan zijn stre ven, mag in vrede het hoofd ter ruste leggen, hij heeft zijn plicht als mensch vervuld. Zitting van 20 Februari De zitting wordt ten 2 ure geopend. Wetsontwerp op de tabak. De bespreking der artikels wordt voortge zet van art. 9. Dit artikel wordt aangenomen, evenals 10 en 11. Wij deelen aan onze lezers enkel den tekst mee van de artikels, welke een hoofdzakelijk belang hebben. Art. 12.§1. Het vergunningsrecht wordt bepaald als volgt voering der levende beelden zoo goed te doen gelukken, hetgeen alleen door zijne heer lijke deklamatie mogelijk was geweest. Ik ben u ten hoogste verplicht en wensch slechts in de gelegenheid, te zijn u te kunnen bewijzen hoezeer ik uw vriend ben Dit waren de laatste woorden van den overste. Mijnheer de overste, hernam de jonge man ik ben waarlijk verlegen over uwe goedheid; ik heb zoo weinig gedaan, en als het slechts uwe en aller goedkeuring heeft mogen wegdragen, dan ben ik reeds rijkelijk beloond. Van alle zijden verdrong men elkander rondom Waldenburg, hoewel men hem vroeger nooit in de hooge kringen had oni- moethet was toch niet onopgemerkt ge bleven hoe Blucher van iedere gelegenheid gebruik maakte om hem een vriendelijk woord toe te spreken. OoR graaf Gueisenau had op luidruchtige manier reeds eenige malen een gesprek met hem aangeknoopt en Waldenburg's innemend voorkomen, de volkomen ongedwongenheid waarmeê bij zich ook hier bewoog, misten nergens hun gunstigen indruk: ja menig liefdevolle blik uit schoone oogen zocht te vergeefs de zijne. Minimum 5fr. Maximum voor de hande laars en de fabrikanten 1000 fr.; voor de uit- vensters 500 fr. 2. Wat aangaat de uitvensters, wordt het minimum van het vergunningsrecht vast gesteld op de volgende wijze Gemeenten van min dan 5.000 zielen, o fr. van 5,000 tot 15,000, 10fr.; van 15,000 tot 30,000, 15 fr.van 30,000 tot 60,000, 20 fr.; boven de 60,000, 25 fr. 3. Kunnen ontslagen worden van het ver gunningsrecht de uitvensters van dranken in de landelijke gemeenten, die toevoegelijk verkoopen, zonder uithangbord noch uitstal ling, andere gefabrikeerde tabakken dan sigaren en sigaretten. MM. Hoyois en de Rouillé leggen elk een amendement aan dit artikel neer. De heer minister van financiën sluit zich aan bij dit van M. de Rouillé en verwerpt datgene van M. Hoyois. Het amendement van M. de Rouillé strekt om te ontslaan van het vergunningsrecht de uitvensters die toevoegelijk zonder uithang bord noch uitstalling, gefabrikeerde tabak verkoopen. M. Meeus bestrijdt dit amendement om dat hij er een voorrecht in ziet. Hij wil de gelijkheid voor iedereen in zake van be lastingen M. Hoyois.— Mijn amendement is bree der dan datgene van M. de Rouillé. Het breidt de ontslaging van het vergunningsrecht merkelijk uit. M. Jourez drukt den wenscht uit dat 1 zal verworpen worden. M. Nerinckx hoopt dat men tot de af schaffing der accijnsrechten op de tabakteelt zal geraken. Het evenwicht kan hersteld worden door eene ernstige toepassing van het patent. Verklaart de heer minister van financiën, dat hij het vergunningsrecht noodig heeft om het bedrog te beteugelen, wij zullen het hem geven doch op voorwaarde dat het vergun ningsrecht voor iedereen worde gebracht op 5 frank. M. Liebaort is van hetzelfde gevoelen. Was hij dan gevoelloosNeen! Dat weêr- spraken de bewonderende blikken op de koningin van 't feest. Naast de eene ver zinkt alles in 't rond, ais in een nevel ge huld; toch waagt hij 't niet haar, die steeds door bewonderaars is omringd, te naderen; tegenover haar voelt hij zich nederig be- stroomd en onhandig. Leonore is betooverend schoon in het blauw gazen kleed en de witte rozen in het volle, donkere haar. Yan waar de schaduw, die, trots den wierrook, die men haar van alle zijden toezwaait, baar gewelfd voor hoofd verdonkerd? Tusschen beide zweven nare schitterende oogen ongeduldigd door de zaal, wien zoeken zij! Wat duivel, kameraad 1 waarom staan we hier als een bedeesd rekruut, die 't niet wagen duift het hoofd te bieden aan het gloeiende geschut uit schoone oogen! Voor waarts! Laat ons de - vesting stormderhand veroveren, opdat de schoone vijand zich niet verbeelde dat Waldenburg op de dansplaats geen moed heefi! Mij dunkt toch dat het wel de moeite weerd is ue rozen die hier bloeien te veroveren! {Wordt voortgezet). HET WEEKBLA 11 ihhbi II I *BTBlTiH~WTTr* *"r

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1896 | | pagina 1