Geene verhooging van lasten
Nog iets anders
Onderscheiding.
Verdronken.
Overreden.
In 'fc water.
Door den kop geschoten.
Poperinghe.
STAD POPERINGHE,
SERE1T wA-ZDIE
Burgerstand der Stad Poperinghe.
Yerschrikkelij ke brand
te St-Pieters-Jette.
bekomen en de stad zou er bij winnen in
inkomsten op de huidige wijze van verpach
ting.
Ziedaar dus, Mijnheer de Opsteller de
bemerkingen die ik gedacht heb u te mogen
maken, hopende dat zij zouden kunnen aan
belangend zijn voor de personen die zich op
dit oogenblik met de kwestie van het vis-
schen bezig houden.
Wij vinden groote waarheden in hetgeen
deze liefhebber voorhoudt, doch er zijn nog
eenige bemerkingen te maken en het zyn de
volgende
1° Om te beletten dat zij, die van hun
pachtrecht zouden willen misbruik maken
met de visch te verdelgen, zou men de ver
pachting dadelijk moeten opschorsen, en niet
wachten tot dat men nieuwe vernielingen
hebbe aangericht.
2° Een waakzaam oog te houden op de
pachters die zich het recht aanmatigen te
slepen langs de kanten en alzoo eene aan
zienlijke schade veroorzaken.
3° Men zou moeten doen waken door de
bevoegde overheid op de pachters van de vaart
en zien dat het allaam waarvan zij zich be
dienen niet strijdig is met de reglementen
op het visscheri. Indien wij goed ingelicht
zijn is de grootte der mazen van de vis-
schersnetten bepaald, en wij weten uit goe
de bron dat vele netten aan die bepalingen
niet voldoen.
4° Sommige pachters nemen hulpen om
te visseben en betalen die niet in klinkende
munt, maar met de visch zelve die gevan
gen wordt. De wet is daaromtrent duidelijk
en zij wordt nochtans over het hoofd gezien.
In een volgend nummer komen wij op
deze zaak terug. Een lijnvisscher
schreeuwden zij voor de kiezing.
In deze week droeg men hier de belasting-
brieven voor 1896 te huis en de lastbetalers
trokken een gezicht als eene uitgedroogde
citroen, die tandpijn heeft. Men heeft eens
duchtig op den portemonaie geklopt, 't Is al
lastenverhooging dat de klok slaat. En wie
perst er ons tot de lasten duit af? Kijk op
uwen contributiebrief en in de kolom geti
teld: op centiemen tenvoordeele der pro
vincie en der gemeente en gij zult zien dat
onze felle kleppers zijn die ons zulk een ge
schenkje als paaschei onder de neus duwen.
Een luide verontwaardigingskreet ging over
al op tegen het heilig goedje, dat eens over
alle daken schreeuwde van lastenverminde
ring en ons nu zoo deerlijk fopt, paloetert, op
flesschen trekt en in doekskes draait.
Geen werkman ging moeten de stad ver
laten zegden zij wij zullen handel en nij
verheid doen bloeier, iedereen de middelen
aan de hand helpen om in zijne geboortestad
zijn brood te verdienen zonder naar Fran
krijk te moeten, en het lot van den werk
man verbeteren. Dat was het deuntje dat de
godzalige jappers op alle tonen floten voor de
kiezingen. Yperen zou voor den arbeider
een echt luilekkerland worden waar hij on
bezorgd, in voorspoed, welstand en geluk
leven ging als de kadodders maar op 't stad
huis heer en baas bleven spelen. De kiezin
gen zijn voorbij en de klerikalen meer dan
ooit onze bazen. Doch wat al bittere teleur
stelling voor den arbeider. Min dan ooit kan
hij aan den kost komen.
Geen enkele familie keerde uit den vreem
de weder, maar wekelijks zijn heele buurten
verplicht de stad uit te trekken, willen gan-
sche huisgezinnen niet van gebrek en ellende
omkomen. Nooit ging bet den werkman
slechter en nooit heerschte er meer armoede,
omdat er geen werk te vinden en dus geen
brood te verdienen is. De werkers ook wer
den dus leelijk bedrogen, in 't zetelke gezet
en om den tuin geleid. Gij hoort van hier al
het gemor en al de vermaledijdingen, die
tegen de volksfoppers overal opstijgen. Vele
godzalige ooren moeten er deerlijk van tui
ten.
nen in eenen prijskamp waaraan al de ge-
neesheeren van het leger geroepen waren
deel te nemen.
Inderdaad, de algemeene opziener van den
gezondheidsdienst van het leger heeft in eenen
wedstrijd de kwestie voorgesteld der oorza
ken van de ontsteking en andere ongevallen
aan de voeten die bij de voetgangers voor
komen tijdens de tochten, en de middelen om
die ongemakken te voorkomen, die in de
veldtochten ernstige gevolgen kunnen hebben
door een aanzienlijk getal mannen buiten
dienst te zetten.
M. de doctor Logie heeft deze zeer belang
rijke kwestie opgelost.
Wij zijn zooveel te gelukkiger deze onder
scheiding kenbaar te maken aan onze stads-
genooten, daar M. de doctor Logie voor-
deelig gekend is in onze stad waar hij ver
want is met eene der achtbaarste familiën
van Yperen en dat hij een oud-leerling is van
het stadscollegie, dat afgeschaft is geweest
door de mannen van den nacht van ln febr.
1891.
Onze oprechte gelukwenschen.
Een der onderscheidenste geneesheeren
van het leger, M. Logie, regiments-doctor
van le klas bij het 3e lansiers, in garnizoen
te Brugge, komt zich den prijs te zien toeken"
In den nacht tusschen Maandag en Dinsdag
11. is de genaamde Van Mechelen, boeren
werkman op eene hofstede te Brielen, in het
water gevallen nabij de herberg Café du
Boulevard en verdronken. Dinsdag morgend
heeft men zijn lijk opgevischt, dat geene
sporen van geweld droeg.
Men veronderstelt dat de man door den
donkeren misleid, in het water is gesukkeld.
Zekere De Pauw, soldaat bij de Rijschool
te Yperen, had iets ontvreemd van een zij
ner makkers; denkende gestraft te worden,
nam hij Dinsdag avond het besluit te deser
teren. Daar hij geen geld had om met den
trein te vertrekken, ging langs de baan, niet
ver van het Bardelen Kot bij de Rijsel-
poort, en wachtte er den trein af dat rond
9 ure 's avonds uit Yperen vertrekt om er
op te springen terwijl hij in gang was. De
trein kwam aan, De Pauw waagde den
sprong, met het ongelukkig gevolg dat hij
de leuning miste, onder de wielen geslin
gerd werd en een zijner twee beenen letter
lijk afgereden werd.
De Pauw heeft bekent dat hij in staat van
dronkenschap was.
Men heeft hem ter verpleging naar het
militaire hospitaal overgebracht.
Woensdag speelde het 5 jarig knaapje van
Garlier buiten de Rijselpoort op den boord
der vestinggrachten, toen het eensklaps uit
gleed, viel en in 't water rolde, Toen men
het redden kon gaf het bijna geen teeken
van leven meer. Nu nog verkeert het in zeer
zorgwekkenden toestand.
Te Pilkem, op een paar kilometers onzer
stad, heeft een werkman zich door den kop
geschoten. Hij had eerst zijne vrouw en kin
deren onder verschillende voorwendsels ver
wijderd. Het schijnt dat de man niet goed bij
zijn verstand was.
BURGERSTAND
van den 3 tot den 10 April 1896.
Geboorten.
Mannelijk geslacht, 5. Vrouwelijk id. 4.
Huwelijken
Devers Emile, boekbinder, en Lemeire
Euphrasie, modemaakster.
Gekiere Emile, zager, en Deleu Pharaïlde,
naaister.
Cardinael Karei, daglooner, en Hof Marie,
kantwerkster.
Leupe Emile, schoenmaker, en Gisquiere
Marie, dienstmeid.
Gisquiere Guidon, daglooner, en Viane
Celine, kantwerkster.
Bossaert Emile, dienstknecht, en Kirtz
Marie, dienstmeid.
Victor Henri, daglooner, en Spinnewyn
Marie, naaister.
Bruneel Pieter, daglooner, en Verhille
Philomene, dagloonster.
Vandewiele Desiderius, daglooner, en Van-
here Hermine, herbergierster.
Ovei-Ilj dens.
Plancqueel Felicie, 33 jaar, winkeldochter
ongehuwd, Lange Thouroutstraat.
Dugardyn Clemence, 64 jaar, zonder be
roep, ongehuwd, Boesinghestraat.
Maerten Melanie, 75 jaar, zonder beroep,
echtg. van Moerman Pieter, Elverdinghestr.
Messiaen Karei,42 jaar, schoenmaker, echt-
noote van Segers Virginie, Thouroutstraat.
Malfait Marie, 36 jaar, dagloonster, wed.
van Vandamme August, St. Jacobs-buiten.
Caenen Marie, 72 jaar, zonder beroep, wed.
van Derathée Karei, Lange Thouroutstraat.
Van Mechelen Karei, 48 jaar, landbouw-
werkman, ongehuwd, Maloulaan.
Calmeyn Mathilde, 86 jaar, zonder bereep
weduwe van Collard Thomas, St. Janshos-
pitaalstraat.
Dehaene Amelie, 73 jaar, kantwerkster,
ongehuwd, Almoesenierstraat.
Six Benoot, 71 jaar, zonder beroep, on
gehuwd, St. Nikolaas-buiten.
Kinderen beneden de 1 jaren.
Mannelijk 2. Vrouwelijk 3.
De nieuw gekozene raadsheeren hadden
overvloed van gelijk een beknopt verslag
dei- laatste zitting van den gemeenteraad uit
te geven. De twee duizend exemplaren wer
den op eenige uren tijds uitverkocht, zegge
uitverkocht en niet uitgedeeld zooals men
doen moet om de papiertjes van den K. K.
Kring aan den man te brengen. Is dit niet
een bewijs dat de nieuw gekozen meer en
meer in de gunst van het volk staan.
Het verslag eigentlijk heeft veel indruk
gemaakt ,- velen waren verbaasd en veront
waardigd over de menigvuldige en jammer
lijke onrechtveerdigheden welk voor den dag
zijn gebracht. In menig gezelschap, herberg
en huisgezin werd daarover druk gesproken
en voorzeker is de openbare meening op
verre naar niet vleiend voor het oude stads
bestuur.
Dat onze volksgezinde raadsheeren maar
immer zonder bekommernis de taak voort
zetten welk zij op zoo lofwaardige wijze tot
nu toe hebben aangevangen en het lijd geen
twijfel of zij zullen bij de eerste kiezing op
nieuw zegepralend uit de stembus komen.
Ja, noch 't Volkshuis, noch Onderlingen Bij
stand, noch geestelijken noch niets zal dit
kunnen beletten.
Stouten Karei zal er misschien een ziekte
van maken, zijn zweerd begin reeds te
roestigen? Alles was zoo goed op touw ge
steld om de vermaledijde demokraten met
d'eerste kiezing weg te hebben. In den Kring
heeft men de stad verdeeld in sectien, aan
't hoofd van iedere sectie staat een hoofd
man met verschillige anderen die belast zijn
klerikale propaganda te maken, de kiezers
te bereiden in vooruitzicht der toekomst, enz.
daarbij is er kwestie in den Kring eena
Jonge Wacht te stichten waarover kapel
haan Proot of liever Stouten Karei de kom-
mande zal voeren.
Doch alles zal te vergeefs zijn, lijk het
fransch spreekwoord zegt: A blanchir un
nègre on perd son temps et son savon
Un maitre coup de balai dans les
écurles d'Augias.
Onder bovenstaande titel bevat het blad
Le Progrès van Yper een uitmuntend
opgesteld artikeltje over de zitting van
den gemeenteraad van Poperinghe en het
verslag welk er van is uitgegeven.
Augias, was een oude Grieksche koning,
hij bezat drij duizend ossen in stallingen
welke dertig jaren lang niet gekuist werden.
Herculus de beroemde reus der fabelleer om
ze te reinigen was verplicht een gansche
rivier van loop te veranderen en hare waters
door de stallingen te doen vloeien II
Ons Poperingsch stadsbestuur welke de
nieuwe raadsheeren aan 't zuiveren zijn,
wordt dus vergeleken op den vreemde aan
een vervuild koeistal. Wat zegt gij nu
daarvan.... hé??
Burgemeester Berten krijgt ook het zijne,
men noemt hem eenvoudig en echte rijke
Amerikaanschen monDonkel, en men is ver
baasd dat zulkdanig slecht bestuur onder
het voorzitterschap van een man als hij,
oud notaris en volksvertegenwoordiger kan
geschieden.
Poperingnaars, leest het Progrès van
Donderdag, dit artikeltje is van gouden
waarde.
MAATSCHAPPIJ PHILHARMONIE.
PROGRAMMA
van de
gegeven aan M. J. VAN MERRIS,
ter gelegenheid van zijnen naamdag
OP ZONDAG 12 APRIL 1896,
om 11 ure 's morgens.
1. Marche Militaire avectrom-
pettes et tambours G. Nazy.
2. Die IrrfhartOuverture de Suppé.
3. Mazurka Viennoise Ziehrer.
4. Fantaisie sur Rigoletto Verdi.
5. Polka du Moulin Buot.
6. Souvenir des beaux Jours
Valse. o. Faust.
Ten 8 ure 's avonds,
A VONTDM AAL
gegeven door den heer Voorzitter,
aan de werkende leden, leerlingen
en Oud-Pompiers.
van den 2 tot den 9" dezer maand.
G E B OOR T E N.
Mannelijk 4. Vrouwelijk 3.
HUWELIJKEN.
Frangois Caudron te Rijssel en Leontine
Markey, te Poperinghe. Remi Lobelle, te
Oostvleteren en Leonie Lermytte, te Pope
ringhe. RenéMetsu en Philomene Baillieu,
beide te Poperinghe.
Sterfgevallen.
Hauwen Sophie 90 jaar, weduwe van Ce-
sar Vandenberghe Gasthuisstraat. Pape-
gaey Melanie 74 jaar, weduwe van Cornelis
Vermeulen Wyk K. Goemaere Casimir,
79 jaar, echtgenoot van Rosalie Devos, Gast
huisstraat. Sohier Sophie, 78 jaar, wedu
we van Xavier Delanghe, Boegscheepstraat.
Turkry Fraciscus, 74 jaar, echtgenoot
van Amélie Carton, Wyk H.
Kinderen beneden de 7 jaar.
Mannelijk geslacht, 1. Vrouwelijk lid
Vijf personen in de vlammen
omgekomen.
Een verschrikkelijke brand was in den
nacht aldaar uitgebroken in eene danszaal
der Laxenstraat, nabij de dorpskerk te Jette,
gehouden d®or een schrijnwerker-onder
nemer.
De woning welke tot heiberg diende, de
danszaal en het werkhuis werden door het
vuur ten gronde vernield en vader, moeder
en drie kinderen kwamen in de vlammen om.
Ten 3 ure 's nachts verwittigde de kom-
missaris van Jette aanstonds de pompiers
van Brussel, welke onder de bevelen van
luitenant Sulmont en vergezeld van den
korps-geneesheer Requette, ter plaats der
ramp snelden.
De vijf verkoolde lijken werden door onze
dappere brandweermannen rond 4 1/2 ure
van onder de puinen gehaald.
Het alarm. Moedige redding.
De Vrede had maandag avond eene
vergadering gehouden en rond 12 1/2 ure
's nachts verliet de laatste klant de herberg.
Het was ongeveer 2 ure, toen de koster
der dorpskerk, welke naast het tooneel der
ramp woont, uit den slaap werd gewekt
door eene kinderstem welke om hulp
schreeuwde. De koster opende het venster
zijner kamer en bestatigde weldra dat het
huis zijner buren in lichtlaaie vlam stond. De
kreten kwamen uit de hoogte en weldra be
merkte hij dat een knaapje op het dak der
woning zat, wanhopige kreten slakend.
Aanstonds begaf de moedige man zich langs
het venster op het dak en redde het kind
uit zijn neteligen toestand.
De koster legde het kind op zijne kamer
in het bed, snelde naar de kerk, onderweg
eiken bewoner opkloppende, en begon ver
volgens de noodklok te luiden.
Het pompierskorps, bestaande uit een 30
tal mannen, snelde aanstonds ter plaats,
gevolgd van eene groote volksmenigte. Het
woonhuis en de werkplaats vormden echter
reeds een overgrooten vuurgloed.
Ten 5 ure stortte het woonhuis met een
ijselijk gedruisch in,
vijf lijken
onder zijne puinen begravende.
Bijna al de bewoners van het dorp be
vonden zich thans ter plaats, met den angst
in het hart, luid de ongelukkige familie
Gijssens bejammerende. Het was zes ure en