"VAN IJ PEREN' EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Hotel-Museum Mergheljack Elfde jaar. Zaterdag 6n Juni 1896. Nummer 23. In de knip. Arme landbouwers. Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2.50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50 Per 3 maanden 1 fr. Annoncen15 cent per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 frper regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Door de aanhoudende, striemende zweepslagen der vrijzinnige druk pers gedwongen, komt het Gouver nement de kwestie van het kiesrecht voor de provincie voor de Kamers te brengen. Dat het ontwerp der regeering geenszins vooruitstrevend is dat kan men zich best verbeelden en nu, juist tegen de algemeene Kiezingen zitten vele klerikale Kamcrheeren, die door eener. schijn van volksge zindheid aan te nemen op de kussens kwamen, deerlijk in nesten met de houding welke zij zullen gedwongen zijn te nemen. Het volk eischt dringend meer gelijkheid in het kiesrecht en de klerikale slavendrijvers willen de voorrechten en ongelijkheden ver eeuwigen. De linkerzijde vraagt hardnekkig het zuiver algemeen stemrecht. Dit heeft natuurlijk geene kans van lukken. Doch tusschen twee vuren geplaatst zullen de beveriks der meerderheid wel eenen overgang's maatregel vinden, bijvoorbeeld van het stemrecht op 25 jaren zooals voor de Kamers 't Ware reeds iets gewonnen en 't is stellig te hopen dat de vrijzinnige volksvertegenwoordi gers de gelegenheid niet missen zul len om bij gebrek aan beters, dit nieuw voetjen voorwaarts te stem men. HET 't Was met het doel, er een relaas over te schrijven, dat wij ons lieten aanmelden om bovengenoemd hotel-museum te mogen be zoeken. De gevraagde toelating werd onver wijld, zelfs graag, verleend, en 't was de eigenaar zelf die ons afwachtte en met de meeste bereidwilligheid rondleidde. Jonker Arthur Merghelynck is lid van verscheidene buiten- en binnenlandsche ver- eenigingen voor Kunst, Geschiedenis en Oud heidkunde, officier der Académie de France en een hartstochtelijk liefhebber van alles wat vroegere Kunst betreft, zoodat hij er niet tegen opziet zijn overigens aanzienlijk fortuin aan te spreken, als 't er op aan komt eene zijner woningen twee hotels te Ieperen en zijn kasteel te Wulveringhem met een pronkstuk of zeldzaamheid te verrijken. Derhalve zal het ook geen verwondering baren, dat hij het hotel zijner overgroot ouders in 1892 aankocht, toen het in veiling ging komen en bedreigd was tot een kruide niersmagazijn en dito bergplaats onteerd te worden. Hij heeft het onmiddellijk van onder tot boven, zelfs de geringste vertrekken, doen herstellen in den oorspronkelijken trant, doen schilderen en van huisraad voorzien, alles volgens het tijdperk zijner oprichting, zoodat men moeilijk in ons land de groot ste steden niet uitgezonderd eene bijzon dere woning van dien tijd vinden zou, welke een volmaakter geheel als stijl, schikking, versierselen en meubileering kan aanbieden Het hotel, zeer lang, maar ondiep, en ge- 't Is tegen de kiezing en daar de klerikalen weten hoe populair zij zich gemaakt hebben, komen zij nu uit met verhooging van jaarwedde voor de iager bedienden. Waarom moest het zoolang duren 1884-1896 zal men hun vragen? Wel dat kost zooveel tijd die studie, 't is zoo eene moeielijke, netelachtige re geling al die kleine jaarwedden na te zien en op elke eenige vijffrank stukken 'sjaars te verdeelen. Doch, wanneer het zaak is brief- kens van duizend verhooging te geven aan hooge, oude pruiken die er waren en zitten, en nieuwe, vette kiespostjes te scheppen, dan is zulks in eenen pennetrek gedaan. In de knip moeten zij zitten, onze meesters, om tot zulke ellendige middeltjes hunnen toevlucht te ne men. Meenen zij dat de kleine bedien den het twaalfjarig schrikbewind, waaronder zij gebukt gaan, zoo licht zuilen vergeten, en om die armzalige verhooging van een paar franken in de maand, zullen stemmen voor hunne verdrukkers, voor de partij, die hun alle vrijheid als burger en zelfs als mensch ontroofde? Dat is te flauw. In de khip zitten de kadodders en het hangt alleen van den moed der vrijzinnige partij af hun gansch den berg af te stooten. legen op den hoek der Rijselstraat en Oude Kleêrmarkt, is, behalve de trapleuning en een salon-slaapkamer, in zuiveren stijl Lode- wijk XVI van 't eerste tijdvak en werd opgericht, in twee jaar tijds (1774-1776), voor de overgrootouders van den huidigen eigenaar. Overigens, al de plannen, rekeningen en andere stukken, het gebouw betreffende, be staan nog en alzoo is het mogelijk geweest zijne geheele geschiedenis op te maken, wel ke men bondig vernemen kan uit een tweetal muurplaten, (in marmerschildering), die het oog treffen zoohaast men het portaal bin nentreedt. De opschriften zijn tweetalig en min of meer naar de oude spelling. Het eerste, rechts, vermeldt de namen der familieleden Merghelynck, die het hötel ge bouwd, bewoond of hersteld hebben. Ziehier den Vlaamschen tekst De regen laat zich maar wachten, hardnekkig duurt de droogte voort. De vruchten verkwijnen allengs en het voeder voor het vee zal weldra geheel ontbreken. Bedroevend is de toestand onzer arme boertjes, die door dien onge- hoorden tegenspoed dag aan dag dreigender den ondergang zien na deren. Al hun arbeid en hunne zorg verloren; al hunne uitgaven naar de maan, zoo voor loon als voor meststof. Smartelijke belooning voor zooveel moed, iever en opofferingen Nog dubbel pijnlijk moeten de vooruitzichten zijn der landbouwers wanneer zij, hunnen toestand ook van den anderen kant beschouwende, bedenken dat eigenaar en schatkist onverbiddelijk klaar staan om zoo gezegd het hunne, al of niet met ge weldige middelen te bemachtigen. Alléén staat de noeste landman om alle lasten te dragen, en ook al léén staat hij om verliezen te onder gaan; en toch zijn de winsten in de goede jaren nog zoo gering! Door zijn werken en zijne bemes tingen vermeerdert de boer jaarlijks de waarde van den grond, doch wan neer tegenspoed, ziekten of andere rampen den ongelukkige neder vellen, en de hardvochtige rentenier, wien de hofstede toebehoort, hem uitschudt naar de gewone uitdrukking langs De tweede muurplaat, links, draagt de namen, data van geboorte en afsterven, mits gaders eenige levensbijzonderheden, van bijna al de kunstenaars en ambachtslieden, die hunne medewerking tot de oprichting en voltooiing des gebouws verleend hebben hier, wordt van die verbeteringen geene hoegenaamde rekening gehou den». en de uitzuiger zou wel tot het bed toe verkoopen om de schuld? voldaan te krijgen. Wanneer de een of andere boer, door veel geluk, er toe komt wat welstand te veroveren, staat hij ge durig in angst en vrees dat men hem zal onderpachten, want de broodnijd wordt onder de landlieden met even veel hevigheid als onder de andere nijverheden; onophoudend moet hij er zich aan verwachten dat zijn vrek kige eigenaar er zijn voordeel mede doen zal en de pacht meer en meer verhoogen. Waarlijk boer zijn is geen plezierig baantje, en onder duizend opzichten zijn onze landbouwers diep te be klagen. Wat deden de klerikale bewind- doenders voor die verdienstvolle klas der bevolking? Alle beloften, de schitterendste voorspiegelingendoch alle ware hervormingen, die tot le niging van den onhoudbaren toestand dienen moesten, werden hardnekkig afgewezen; de wetsontwerpen daar over ingediend, werden de eene na de andere voor immer in de kartons begraven of verworpen. Zullen de landbouwers van het geheele land eindelijk de oogen ope nen Zullen zij eindelijk begrijpen dat er van de klerikale albelovers niets Wordt vervolgd). Med. Verrest. WEEKBLAD TE IEPERU T- -T- 1774- 1 Opgebouwd (1774-1776) ten behoeve van Jon ker Francies-Ignaes-Jozef Merghelynck, heere van der Camere-Hellackere, erfachtig raed- tresorier deser stede, hoogbaljuw der stede en graefschap van Meesen, en van zijne gemalin, Vrauw Amelia-Anna Strabant, van Veurne, in dit huis alle twee ontslapen, hij den 11" Februa ri 1795, oud 52 jaren; zij den 24«" January 1787, ter elde (i) van 42 jaren. 179S-1834, Jonker Francies-Lodewijk-Xaveer-Jozef Mer ghelynck hun oudste zoon. geboren den le" de cember 1767. is ook in dit gebouw overleden, jongman zijnde, den 30" April 1834. 189». Gekocht, daarna hersteld en gemeubeld door hunnen achterkleinzoon, Hoogwelgeboren Jon- Elde=ouderdom. Dit woord bestaat nog in het West-Vlaamsch dialect te Rousbrugghe-Haringhe, Abeele en andere plaatsen rond Poperinghe (Eerste elde p jeugd. ker Arthur-Maria-August-Karel Merghelynck, ridder van de heiligen Jacobsorde van Portugaal, &a, lid van den Belgischen raed van Adel, te Yper geboren den 9" Maert 1853, (2) zoon van Hoogwelgeboren Jonker Leopold-Fran- cies-Emmanuel Merghelynck, schepen deser stede, er geboren den 24" December 1819 en overleden den 24" October 1866, en van Mevrauw Elisa - Charlotte - Hendrika - Ghislena Carton, te Yperen geboren den 7" Maart 1820 en te Brussel overleden, den 31 October 1871 kleinzoon van Hoogwelgeboren Jonker Clemens- Pieter-Aloijs Merghelynck, in dit huis geboren den 8" Januarij 1776, te Yperen overleden den 11" Juny 1833, en van Mevrauw Sophie-Cathé- rine-Victoire de Langhe de Scheurpittb en de Visschewalle, in deze stad geboren den 21e" July 1776 en in den Heer ontslapen den 6«" Ja nuary 1843. 1774-1777. Bouwmeester: Thomas-Frans-Jozef Gombert, leerling van Vigné de Vigny, Bouwmeester van den Ito'ning Lodewijk XV, te Parijs, (1744); bijgevoegde bouwmeester van de stad stad Rijssel, en stichter der school van bouw kunde (1760), daerna Opperbouwmeester der zelfde stad, herbouwer van de Munto, (1773) en van de huizen der geslachten van der Cruissen de Waziers, Cardon de Montreuil, du Mesniel, enz., van de kerke van Loos, eindelijk hervormer van het klooster en nol- legie der Jesuiten in krijgshospitael (1781) Raed van den Koning, Procureur van de staten van Rijssel, Douay en Orchies, op pertoeziener van bruggen en wegen der provinciën van Waelsch Vlaenderen en 't Atrechtsche; te Rijssel geboren den 5" Ja- (2) In deze opengebleven plaats moeten later overlij densdatum enjaartal bijgevoegd worden. nuari 1725, overleden te Rault (Lestrem) den 9e" Oktober 1801. De stad Rijssel om het geheugen te bewaren van een harer bekwaemste kunstenaars heeft zijnen naem aen een harer straten gegeven. Metser: Maerten-Jozef Roffiaen, Yperling, 13 Maert 1728 f 12 Septemher 1803. Gehouwde witte steenen: Fideel-Archangelus- Jozef Lutun, Rijsselnaer, Bouwkundige- Teekenaer. 13 Maert 1744 f 30 Januari 1827. Niklaes-Jozef Lutun, Rijsselnaer, Meester Steenhauwer. 24 Juny 1723 f 2 January 1776. Timmerman: Sigismond-Augustin De Brier, Yperling, 8 December 1711 f 2 Januari 1794. Pleisteraar en Gregoor-Jozef Adam,van Valen- Ornementmaker: cijn, 28 Januari 1737 f te Yper 21 September 1820. Marmerbewerker: M. J. Jonniau te Besamjon (Doubs). Schrijnwerkers: Frans-Lodewijk De Leu, Yper ling. 18 Juni 1744 f 10 November 1801. Antoon-Jozef Roussel, Yperling, 14 Juli 1743 f27 Mei 1816. Beeldhouwers: Antoon-Jozef Deledicque, Rijs selnaer, meester snijwerker in hout, heeft namelijk het beeldhouwwerk van de groot© eetplaets gemaekt, nam deel aen de tentoon stelling van sehoone kunsten te Rijssel (1779). 5 Mei 1747 f 23 Januari 1798. Jacob Beernaert, Yperling, misk de leu ning van den trap. 12 Juli 1747 f 19 November 1796. Maerten-Jozef Maerten, Yperling, 17 Juni 1729 f 22 Januari 1812. Smid en Slotenmaker: Arnold-Koenraed Swae- gher, Yperling, 5 Januari 1703 f 22 Oktober 1784.

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1896 | | pagina 1