Vrijzinnige Volksbond. Het effekfc der Momrechten. Hoe men in België Uit het Staatsblad van 4 Juni. STADNIEÜWS. ZEER GEWICHTIGE DAGORDE. Inhaling. Tombola. Poperinghe. Burgerstand der Stad Poperinghe. Verschrikkelijke ramp te Moscou in Rusland. Schrikkelijke onweders ia België. te verwachten is, en dat alleen de vrijzinnige partij het goed meent met hen. De klerikalen tellen in hunne ran gen de groote grondbezitters en dezen zullen zij nimmer misnoegen, zij kunnen ze niet missen. De vrijzinnigen integendeel strij den het gansche land door met een gemakkelijk te verwezentlijken land- bouwprogram, dat veel hulp aan den kwijnenden boerenstiel moet bren gen. Over dit programma in een toe komend nummer. Landbouwers, sluit u aan bij de vrijzinnige partij zoo gii nog hoop op redding voedt. Wij hebben steeds gezegd en herhaald, dat de inkomrechten op het brood en de boter, zoogezegd ingesteld om den landbouwer te redden plaasters op houten beenen zouden zijn. De gebeurtenissen komen ons volledig ge lijk geven. Over eenige dagen is door de Correctio- neele rechtbank van Brussel een heerschap veroordeeld geworden omdat hij... zijne margarine had vervalscht bij middel van... boter... Gij hebt goed gelezen niet waar?... Mar garine vervalschen met boter... Alhoewel het kwaad in zich zelve maar klein is, viel het niettemin onder toepassing der wet. En men weet hoe dwaas de wetten ten onzent worden toegepast. Is dit niet de comble der combles. En de klerikalen die zwoeren bij hoog en laag dat met de inkomrechten op boter en brood, de appelen en de kiekens, geroosterd en gebraden aan onze boerkens gingen in den mond tuimelen. Wilt ge er een voorbeeld van: Op de markt te Yperen, in 't hart van West-Vlaanderen, werd over eenige dagen de boter aan fr. 1,40 den kilo verkocht en de margarine, eerste kwaliteit, aan fr. 1,80. Zuze un peu, indien er nu geene rechten op de boter stonden, dan kreeg men voorze ker een pond, gratis op den hoop toe, als men een brood bij den bakker gaat halen... Het wordt tijd dat de boeren uit hunne oogen beginnen te zien, of de dure tijd zal gaan aanbreken. de menschen vergiftigt met slecht paardenvleesch In eene bijzondere briefwisseling uit Lon den aan den Eloile beige lezen wij het volgende Over ongeveer eene maand verscheen een voerman vóór eene rechtbank van policie om te verantwoorden over eene beschuldi ging van mishandelingen op huisdieren. Die man had wreedelijk twee oude paarden geslagen welke hij naar de docks leidde om ze daar in te schepen in bestemming voor Belgie. Gelijk de rechter verwonderd was dat men zulke oude dieren, die teenemaal onbruikbaar waren, deed reizen, legde de baas van den voerman uit, vooi allen die het hooren wilden, dat die paarden geschikt waren voor het verbruik en moesten veran derd worden in amerikaansch rundervleesch, in een antwerpsch werkhuis. Acht dagen waren nog niet verloopen toen een lid van het Lager Huis aan het gouvernement vroeg of dit paardenvleesch, eens dat het door de nijverheid van gedaante was veranderd, in Engeland weêr mocht in gevoerd worden om tot voedsel der Engel- schen te dienen. Er werd hem geantwoord dat niet één pond van dit slecht vleesch in Engeland terugkwam en dat dus deze zaak nog slechts de Belgen aanging. Ik verhaastte mij u dit incident mede te deelen en ik drukte de hoop uit dat een lid van het belgi- sche Parlement liet initiatif zou nemen op eene nuttige wijze tusschen te komen, derwijze onze landgenooten te beschermen tegen de gevolgen dezer ingerichte vergif tiging. Heden maken de engelsche dagbladen groot geraas over de afvraging van M. Car tuyvels en, ra een weinig ongerustheid te hebben laten blijken, verheugen zij zich over de te platonische oplossing die het gouver nement er aan gegeven heeft. De kwestie is hoogst belangrijk. Het is noodig er op weder te keeren. Indien ik de eer had gehad M. Cartuyvels te kennen, ik zou het mij als eene plicht aangerekend heb ben hem al de documenten mede te deelen die hem zouden toegelaten hebben aan zijne protestatie al de uitgestrektheid en de nauwkeurigheid te geven die hem ontbreken. Het is geen 6000 stervende of zieke paarden dat de Engelsche in den loop van 't verleden jaar in Belgie hebben ingevoerd, 't is 22,564 paarden. Ik waarborg de nauwkeurigheid van het cijfer en de achtbare heer Cartuyvels zal het kunnen nazien zonder te veel moeite met aan het ministerie van buitenlandsche zaken te Brussel mededeeling te vragen van de verslagen die daarover opgemaakt zijn geweest door onze diplomatische agenten en consuls in Engeland. Hij zal er in vinden dat het jaar 1895 niet rekent onder de bloeiend- ste dezer nijverheid en dat voortijds elk jaar meer dan 24000 paarden in rundervleesch werden veranderd. Er is nog meer. Onder de paarden welke de engelsche nijverheid door uwe werklieden eten doet, waren er vele in zulken staat dat zij stier ven als zij nauwelijks ontscheept waren. Men leverde dus ongeslacht vleesch aan het verbruik, het vleesch van dieren die van uitputting of van ziekte gestorven waren. Ziedaar wat de Engelschen de arme bevol king van België te slikken geeft. In zijn antwoord aan M. Cartuyvels heeft de redenaar van 't. gouvernement ge sproken van maatregelen die te nemen waren en heeft onder andere middelen aangekon digd dat hij de levende paarden, die voor het verbruik beschikt waren, zou doen brand merken. Daarmede heeft men te Londen eens hartelijk gelachen. Er is maar een middel om de engelsche prij aan den afkeer van den verbruiker te doen kennen, 't is van niet het levende dier, maar de metalen doos te tee kenen waarin het snottig paard is opgesloten dat men in samengeperst rundervleesch heeft veranderd. Den dag op welken de kooper op eene dezer doozen zal lezenUit treksel van slecht paardenvleesch uit Engeland ingevoerd, zal hij ten minste weten waaraan zich te houden en hij zal zich van die vergiftigde conserven verwij deren. Buiten dit voorschrift is er niets te doen, tenzij versch vleesch eten, hetgene da gelijks van langs om moeilijker wordt. Londen ontvangt iedere week bij hon derden kilos runder- en schapenvleesch en visch, die in verkoelende toestellen bewaard zijn. Indien M. de Bruyn zich inbeeldt dat er geene groote hoeveelheden in België drin gen,'t is dat de opvoeding van dien staats man te hermaken is. En daar komt er min van Amerika dan van Londen of Southamp ton. Houden wij ons voor het oogenblik slechts bezig met de paarden die in conser ven veranderd zijn en, in het belang der openbare gezondheid, houden wij ons er ernstig mede bezig. Aan dezen die aan dit vraagstuk weinig belang hechten zullen wij doen opmerken dat 24000 paarden jaarlijks omtrent 9,600,000 doozen valsch ossen- vleesch voortbrengen aan een pond de doos. Dit is voor België meer dan eene doos en half per inwoner. Wij vragen nu aan onze lezers of het gou vernement niet zou dienen rekening te hou den van de interpellatie van M. Cartuyvels. Zouden onze vertegenwoordigers in de ka mer niet moeten aandringen om zulke mis bruiken, zulke vergiftigingen te doen ein digen! zij die zoo hoog opvliegen met hunne volksliefde, zij die gebaren zich alleen met de belangen van het volk bezig te houden, zouden een bewijs van oprechte volksliefde geven met te beletten dat men den werk man straffeloos vergifiigt met engelsche voortbrengsels die de Engelschen zelf niet willen. Ja, maar wat scheelt hen den werkman? Met woorden zouden zij hem troetelen, maar met daden helpen sterven. En dit zijn de volksvrienden. Passchendaele. De delegatie, ge geven aan MM. A. Vanoverberghe en P. Cal- meyn, schepenen, om bij afwezigheid des burgemeesters het ambt van openb. minist. uit te oefenen bij de politierechtbank wordt goedgekeurd. Zondag 7n Juni om 1/2 «ui" stipt 's avonds algemeene ver gadering. Dat niem^id ontbreke. Gisteren Vrijdag rond 6 ure 's avonds,was er aan de statie eenen grooten toeloop van volk, iedereen vroeg zich af, wat er te doen was? Bij het aankomen van den trein van 6 ure hoorde men de Brabanconne spelen en wel dra vernamen wij dat het ter eere was van onze jonge stadsgenoot M. Albert Van Egroo, die in de muziekschool van Brussel den tweeden prijs bekomen had in de hoogste klas van muzieklezen. Wij bieden den jongen artiest, onze beste gelukwenschen aan. Wij vernemen dat de trekking der tom bola, voor de twee kunstvoorwerpen ge maakt door M. Emiel Coffyn-CoutrezZon dag 14 dezer in de groote halle zaal zal plaats hebben. Wij kuunen de liefhebbers van kunstwer ken niet genoeg aanwakkeren deze twee voorwerpen te gaan bezichtigen, en eenige loten te nemen, daar zulke occases maar zelden aanbieden. Naar alle waarschijnelijkheid zal het con cert, gegeven door 't stadsmuziek, op de halle plaats hebben, en seffens na 't Concert de trekking, de twee voorwerpen zullen op de halle ten toongesteld worden. BURGERSTAND van den 29 Mei tot den 5 Juni 1896. Geboorten. Mannelijk geslacht, 3. Vrouwelijk id. 5. Huxveli j ken Goemaere Julien, daglooner, en Dejaegher Emma, zonder beroep. O verlij den s Robaeys Pelagie, 64 jaar, winkelierster, ongehuwd, Rijselstraat. Wullus Arnold, 62 jaar, daglooner, weduw naar van Verhaeghe Reine, L. Thouroutstraat. Priem Aloïs, 47 jaar, landbouwer, weduw naar van Wemeeuw Eugenie, Sl Nikolaas- buiten. Ameel Rosalie, 76 jaar, zonder beroep, weduwe van Demoor Karei, Rijselstraat. Desmedt Jeanne, 64 jaar, winkelierster, ongehuwd, de Stuersstraat. Kinderen beneden de 7 jaren. Mannelijk 2. Vrouwelijk 2. Dubbale vergiftiging. Te Recht- spoed, bij Bergues, (Frankrijk) waren acht metsers aan 't werk in de pastorij. Dö pas toor is ziekelijk en moet zich met een zeker vocht inwrijven. De meid schonk acht borrels vol voor het werkvolk dat zou aankomen terwijl zij in de kerk zou wezen. Ongelukkiglijk had zij zich vergist en de flesch genomen met de medi cijnen, uitwendig gebruik, van den pastoor. De twee metsers, die de eersten aankwa men, dronken elk eene van die borrels, vie len ten gronde en stierven eenige stonden nadien. Een hunner laat zeven minderjarige kin deren achter. Gevecht. De kerels die zondag nacht zoo erg in de Cassel- en Boescheepstraat gevochten hebben, zijn maandag wederom aan 't werk geweest. De deugnieten liepen de straten rond en pleegden overal allerlei deugnieterijen. Onder andere in de herberg De Violet hebben zij de lamp stoelen en pintglazen aan stukken geslagen. Een kalant die rustig met de kaart aan 't spelen was, werd door de woestaards op den grond ge worpen en onmenschelijk getrapt. De politie werd geroepen, doch wanneer deze ter plaats kwam waren de kwaaddoe ners reeds verdwenen Zij zijn evenwel ge kend en zullen met het gerecht af te rekenen hebben. van den 28 Mei tot den 4- dezer maand. GEBOORTEN. Mannelijk 3. Vrouwelijk 3. HUWELIJKEN. Jean Knudde gendarme en Eleonore En- nebeck, zonder beroep, beide te Poperinghe. Florent Vandenbunder, wagenmaker en Maria Gesquière, naaister, beide te Poperin. Henri Room dienstbode, en Eugenie Inion dienstmeid, beide te Poperinghe. Sterfgevallen. Kinderen beneden de 7 jaar. Mannelijk geslacht, 1. Vrouwelijk id. 0. 1100 dooden. 3000 gekwetsten Eene ontzaglijke massa volk had zich vrijdag naar het plein vanRodynski begeven, waar een feest der kroning van den tzar en en eene uitdeeling van geschenken aan de armen zoo plaats hebben. Reeds van den dag te voren waren dui zenden daar aangekomen om de eersten te zijn. Zij sliepen er in de opene lucht. Eene rij tenten van een kliometer lang was daar opgeslagen en reeds des morgens ont stond er gedrang, zoodat de Kozakken er tusschen gezonden werden. Zoodra de uitdeeling plaats had vernam men dat duizende buitealieden in aantocht waren. Men vreesde zijn deel niet te krijgen en het gedrang werd verschrikkelijk. Verschei dene honderd duizenden stroomden toe en zij die de eersten gekomen waren werden onweerstaanbaar voortgedreven naar het eind der pleinen, waar een 10 meters diep bergholte lag. In weinige oogenblikken was de put ge vuld met menschen, misschien wel 4 a 5000 in getal. 't Was iets verschrikkelijks Er steeg een oorverdoovend gehuil op, maar er kwam geen einde aan het gedrang. Een briefwisselaar vertelt het ongeluk als volgt Rond 6 ure ontstond eene buitengewone beweging; het gerucht liep in de menigte der fabriekwerkers dat de boeren aankwa men en de eersten gingen worden bediend. Onder de moujiks ontstond een schrikkelijk gedrang. Toon werden de barakken en tenten door de menigte ingenomen, alles werd verbrijzeld en gebroken. Langzamerhand trokken mou jiks vooruit zonder aandacht te nemen, tot aan de bergholte, en de menigte werd in de diepte geworpen, op elkander. Het tooneel was verschrikkelijk. De kuil werd gevuld en op zulke wijze dat de menig te, die achteraan kwam, al vallend zich geen leed meer veroorzaakte daar de holle weg reeds vol was met menschen. Toen het alarm gegeven en het gedrang opgehouden had, kon men hulp bieden. Men haalde meer dan duizend lijken en omtrent drieduizend gekwetsten op, waar onder meer dan vijfhonderd zullen sterven. Dezelfde briefwisselaar zegt dat des na middags de feestelijkheden voortduurden ondanks deze verschrikkelijke ramp. Wat moet de armoede groot zijn, daar waar acht honderd duizend menschen toe- stroomen en zich dooddringen om een pakje levensmiddelen of een nietig geuchenk. En nu heeft den tzar besloten, de families der slachtoffers ter hulp te komen. Zonderling, dat nu al deze Te Deums de goede God zich toch niet geneert zooveel slachtoffers te maken. Ongelukken. Branden. De onweders die in de laatste dagen over België losbraken, veroorzaakten eenige droe ve ongelukken. Brand te Grooten-Bijgaerde Te Grooten-Bijgaerde, in de omstreken van Brussel, viel de bliksem op het strooien dak der hoeve van M. P. Gandens. Op eenige stonden werden al de gebouwen door het vuur aangetast. Tsesnellende ge- buren konden slechts de aanpalende wonin gen vrijwaren. De hoeve van M. Gandens, met al wat ze bevatte: meubelen, twee koeien, landbouw- gerief en een varken werden vernield. ft ■-

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1896 | | pagina 2