VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
J
II
Elfde jaar.
Zaterdag 29n Augustus 1896.
Nummer 35.
Een kaakslag.
De uitspraak van 'fc volk.
STADNIEUWS.
Escobar aan 't werk.
Voorzichtig, als 't u belieft.
Bijbelsch verhaal
in eenen katholieken kring.
Eeii derde woord over hei; nationaal
Concert.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2.50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr 50 Per 3 maanden 1 fr. Annoncen 15 cent
per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens .gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als
mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicilé, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij
en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Wanneer wij, liberalen, met de
proef op de som bewijzen, dat ons
volk op verstandelijk gebied achteruit
gaat, dan schreeuwen de klerikalen
moord en brand en zeggen dat wij
overdrijven of... liegen. Halen wij
statistieken voor den dag waardoor
aangetoond wordt dat enkel in de
groote, liberale steden, aan het kind
van den minderen man een degelijke,
kosteloos onderricht wordt verschaft,
dan houden onze tegenstrevers tegen
weer en wind in staan dat onze cijfers
valsch zijn.
Wie herinnert zich de harde
woorden niet welke een Fransch
senator naar het hoofd van den heer
de Burlet slingerde toen hij veront
waardigd uitriep, dat België in Eu
ropa het eenig land is waar het gou
vernement met hand en tand werkt
om het officieel onderwijs te ver
nietigen
Ditmaal is het een Amerikaansch
geleerde, lid van het Kongres der
Vereenigde Staten, die aan minister
De Smet de Naeyer een duchtige
smoutpeer toedient. Jammer genoeg,
dat wij, door zulk heerschap te dul
den, in zijne schande moeten deelen
Volgens hoogergemelden statistieker,
die een tabel heeft opgemaakt der
ongeletterden in een groot aantal
landen, komt België met 15.22 ten
honderd tussehen, Rumenië met
17,25 en.... Turkije met 14.79
Daarna Spanje, 8,71 Ierland7.27
Frankrijk, Engeland, Noord-Ne
derland met 2 t. h. Duitschland
met 2.49 t.h. Zweden, Denemarken
en Zwitserland met minder dan één
t. h.
Nu mogen wij het laddertje op
halen, niet waar lezer? Mag die voor
ons zoo vernederende toestand blijven
voortduren? Wij zeggen neen! dui
zendmaal neen
Het is bewezen dat het volk de
eenige mandaatgever, de aansteller
van alle gezagvoerders, de ware
machthebber en regeerder is.
Mag men daaruit stoutweg afleiden
dat het volk altijd onverbeterlijk
wordt bestuurd
Neen.
Waarom 1
Omdat het volk evenals elke
persoon in 't bijzonder maar kan
handelen volgens zijne beschaafdheid
en zijn verstand, en zijne hoofden
en beheerders de mannen zijn die het
volgens zijn oordeel als dusdanig
goed gevonden heeft.
Daarom is de regeering van een
land, eene provincie of eene ge
meente als de maatstaf van de wijs
heid der onderdanen. Aan zijn be
stuur kan men zien hoe wijs het volk
is.
Naarmate een volk wijs is, is het
gelukkig. Wij beklagen de onwe
tende volkstammen die in verre bai1-
baarsche streken nog geen edeler
bestaan kennen dan een deerniswek
kend lot. Een mensch bezit geen
grooter wapen dat hem verdedigt,
geen grooter macht die zijn eigen en
wezenlijk geluk bewerkt dan zijn
verstand.
Een verstandig burger betracht
ook het geluk van anderen, want het
maakt deel van zijn eigen welzijn.
Daarom wil hij mede werkzaam zijn
om de samenleving te verbeteren.
Dat wil hij, en daartoe ziet hij rond
naar mannen aan wie hij de zorg
van het bewind en de verbetering der
maatschappij kan opdragen.
Maar hij vindt mannen met gansch
verschillende inzichten en gevoelens.
Hier treedt een persoon te voorschijn,
met het uithangbord zijner zelfopof
fering, zijner liefde voor het volk en
het inzich om dezes belangen te
behartigen. Inwendig, nochtans, ver
bergt hij niets dan zelfzucht en
eigenliefde. Wat in hem leeft is de
begeerte om zichzelven te verheffen,
om de eerste en de grootste te zijn,
of zijn voordeel te putten uit de
plaats en de bediening die hij heeft
weten te veroveren. Daar stelt een
ander persoon zijne bekwaamheden,
zijne diensten, zijne algeheele toe
wijding beschikbaar aan de menigte.
Goed te doen en nuttig te zijn, is zijne
zuivere en oprechte bedoeling. Hij
bemint het volk en wil het door al
zijne daden bewijzen. Zijn hart
wenscht niets vuriger dan de ver
heffing, het stoffelijk en zedelijk wel
zijn zijner medeburgers.
Aan het volk is de zware ver
plichting eene goede keus te doen.
Valschheid, bedrog, vleierij, geveinsd
heid, schoone beloften, dwang noch
gebod, niets zal op den verstandigen
burger van invloed zijn. Vrij zal hij
oordeelen over degenen van wie hij
recht of onrecht, goed of kwaad te
verwachten heeft. Vrij als de gedach
te, vrij als het verstand zal hij over
wegen wat hem te doen staat, en
in geweten wil hij zijnen plicht
vervullen.
In al hetgeen het Journal dYpres voort
brengt komen leugen en laster vóór de
pinne. Het heeft met genoegen bestatigd,
zegt het, dat onze zienswijze over het Concert
van 2" Augusti overeenkwam met de zijne,
doch slechts op eenige punten. Nu, dit is eene
bijzaak en wij willen er niet op aandringen
doch ziellier waar het rechtzinnig, deugd
zaam en godvruchtig Journal nogeens liegt
gelijk een tandentrekker Het zegt dat wij
destijds eens van gedacht waren, wanneer
wij de zaak van het lijnvisschen verhan
delden; Dat wij zelfs eenige artikels aan
zijne kolommen hebben ontleend en dezelve
als de onze doen doorgaan.
Welnu, Journal die leugen is zoo kolos
saal groot als de Eifeltoren en desnoods zullen
wij het bewijzen per dag en datum. Wij
hebben de gewoonte niet ons artikelen van
andere gazetten toe te eigenen,- wij kunnen
ze overnemen maar duiden er den oorsprong
van aan, doch wij zouden ons tweemaal
moeten overpeizen vooraleer uwe artikels
over te nemen, omdat wij weten dat er niets
dan valschheid en sluwheid onder uwe zoo
gezegde verslagen en verklaringen schuilt
dus wij mistrouwen u.
Het kan wel gebeuren dat wij op sommige
punten dezelfde meening deelen, maar nim
mer schrijven wij om u te behagenwij
zeggen de zaken zooals ze zijn zonder ons af
te vragen of zij u bevallen of niet en dit be
wijst ten onzen voordeele.
Zeker is het ook dat wij niet, als blinde
over de kleuren, willen oordeelen met par
tijdigheid wij prijzen wat prijsbaar is en
hekelen wat verdient gehekeld te worden.
Valt ons schrijven in uwen smaak, te beter
voor u; mishaagt het u, 't is ons onverschillig
wij zeggen maar de waarheid, maar nooit,
verstaat gij, Journal, nooit zullen wij uwe
proza overnemen om ze voor de onze te doen
doorgaan... Wij zijn geen letterdieven.
Men werkt op dit oogenblik aan het dak
van het Justiciepaleis. De dekkers rukken
met groot geweld de oude schaliën af, die
met groot gedruis in het St. Maartenstraatje
vallen.
Dit straatje wordt ten halven afgestopt
door eene verzameling planken van een hal
ven meter hoog.
Verscheidene personen zijn r'eeds bijna ge
kwetst geweest door de stukken.
Deze week nog, viel een geheele schalie
langs de schouder van een voorbijganger,
ofschoon deze, uit voorzichtigheid, zich te
gen den tegenovergestelden muur hield.
Had die jersoon moeten getroffen zijn,
hij zou ongetwijfeld erg gekwetst zijn ge
weest.
Velen reeds hebben zich beklaagd, en niet
zonder reden over de nalatigheid van een ge
meentebestuur dat zich zoo weinig bekreunt
om bet leven zijner medeburgers.
Aangezien er eenig gevaar is, waarom
doet de policie deze smalle straat niet afstop
pen?
Is het hare plicht niet te waken?
Zouden er eerst eenige ongelukken moeten
gebeuren vooraleer zekere maatregelen te
nemen.
Komaan, heeren, herinnert u het spreek
woord
De voorzichtigheid is de moeder van
den porceleinen winkelen weest wat meer
bekommerd met de veiligheid uwer ingeze
tenen.
Er was te Ieperen een man, en die man
was zeer vroom en ziet, de heer had hem
zeer lief. En er was ook een kring, en die
kring was zeer christelijk, en ziet, de heer
had hem zeer lief.
En de heer sprak Uw kring moet sterk
zijn tegen de verleiding van den duivel, en
daarom kiest een' man en plaatst hem aan
uwe deur, opdat de duivel niet in uwe wo
ning dringe
En allen uit den kring vonden zulks goed
en zij kozen de man die zoo bijzonder god
vruchtig was, en ziet, die werd portier.
En langen tijd waren godsdienaars te
vreden over hem, want hij hield trouw de
wacht aan de deur en geen slechte socialis
tische gazet kwam over den drempel, en
geen slechte socialistische geest drong in
huis, en hij schold op al die socialisten die
erger zijn dan den duivel.
En langen tijd leefde de man gelukkig en
was er rust in huis en overvloed in zijnen
kelder. En langen tijd bewandelde hij aldus
den weg der deugd, en hij wandelde niet
alleen, maar ook zijne vrouw ging met hem
en ook zijn nichtje.
En ook deze beiden waren zeer godvruch
tig, vooral het nichtje. En deze laatste was
nog maar zestien jaar en zeer onervaren en
zij genoot onderricht bij den godvreezenden
portier en kwam dikwijls tot hem. En te
zamen gingen zij naar het huis des heeren en
spraken veel over aardsch paradijs, en lazen
dikwijls te samen het Hooglied van Salomo.
En zij oefenden zich in den godsdienst
naar de voorschriften van den profeet, en
offerden dikwijls en sprenkelden veel wij
water op den weg die ter zaligheid voert.
Maar het gebeurde eens dat de man on
achtzaam was, en daar sprong een duiveltje
in huis, en dat duiveltje hield zich altijd bij
het nichtje schuil, en wat de man ook deed
om dat duiveltje weg te krijgen het wou er
maar niet uit.
Toen klaagde het nichtje haar leed den
heere, maar deze antwoordde ni6t. En toen
klaagde zij haar leed den biechtvader, en
deze troostte haar, zeggende De heer
heeft gegeven...» Maar toen dacht zij:
Neen, neen, de portier».
En toen merkten ook de vaders van den
kring dat een duiveltje in huis gekomen was,
en ziet, hunne woede was groot, want de
man was geen trouwe wachter geweest. En
toen werd raad gehouden door de vaders van
den kring, en ziet, de nalatigheid was te
groot geweest, want de socialisten had hij
er buiten gehouden maar den duivel niet. En
men besloot hem voortaan de wacht te laten
houden buiten de deur, op straat.
En zoo geschiedde het; en nu zit de man op
straat, met zijne vrouw, zijn nichtje en het
duiveltje, en hij kijü met verbazing naar het
steeds aangroeiende getal socialisten.
Maar de heer, die alles voorzien had, kijkt
vergenoegd van uit zijnen hoogen hemel, en
trekt een oogje naar die afgrijselijke so
cialisten, alsof hij wilde vragen
Wat denkt gij van de klucht
Het Journal d'Ypres had gelijk, wan
neer het de verledene week voorhield, dat
"r
HET WEEKBLAD
T
__T