VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Liberale Associatie
van Xeperen.
Elfde jaar.
Zaterdag 17" Octotber 1896.
Nummer 42.
Herziening der Kiezerslijsten.
Waarom altijd verhooging van be
lastingen.
Het politiek werk van het liberalism.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2 50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoncen: 15 cent
per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als
mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij
en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Het bureel der Liberale Associatie
doet eenen dringenden oproep aan de
kiezers die, tijdens de laatste kiestijd-
perk, bestatigd hebben dat zij op de
kiezerslijst niet waren ingeschreven
of het niet waren met het getal
stemmen, waarop zij recht hebben
het moedigt ze aan bij hunne onder
linge gemeentebesturen hunne rech
ten te doen gelden.
De kiezers die van wege een ge
meentebestuur melding zouden ont
vangen van hunne naamuitschrab-
bing of van de vermindering hunner
getal stemmen worden verzocht, van
hunne bewijsstukken voorzien, zich
te wenden tot het bureel der liberale
Associatie, Seminariestraat, de Zon
dagen van 11 ure vóór- tot 1 ure na
noen en al de dagen der week van
5 tot 7 ure 's avonds.
Het laatste verwijl om voor de ge
meente overheid te reklameeren ein
digt met 31 October aanstaande.
Door gansch het land wordt vrees
uitgedrukt dat de herziening van de
kadastrale schatting voor de steden
aanzienlijke verhooging van lasten
tot gevolg zullen hebben. Waarach
tig de klerikalen kunnen niet anders
dan de steden uitplunderen en dub
bele lasten doen afdragen, juist alsof
de stedelingen in 't geld zwommen tot
over 't hoofd. Wat belieft er u, lek
kere klerikalen?
In sommige steden zijn de agenten
der Staastkas bezig met meten en
teekenen in de straten. I)e heeren
gaan ook sommige huizen nazien en
zelfs vragen hoeveel ze verpacht
worden. Zulks moet ook in onze stad
worden gedaan.
Dat men dus wete dat de Staat te
genwoordig bezig is met geheel het
kadaster te herzien de katholieke
ministers zijn van meening dat al de
eigendommen veel te laag geschat
zijn... in de steden.
Men mag van nu af verzekeren dat
de kadastrale waarde van huizen en
land met zeer vele zal verhoogd
worden.
Het spreekt van zelf dat de grond
lasten in de zelve verhouding zullen
stijgen en dat de personeele belastin
gen ook zullen rijzen, vermits de
huurwaarde steeds in betrekking
staat met de kadastrale waarde.
Het is dus eene schrikkelijke ver
hooging van lasten, welke men ons
voorbereidt en die zwaar zal wegen
meer op de pachters dan op de eige
naars
Zijn de pachters verplicht te ver
klaren hoeveel zij pachten, of hunnen
pachtbrief te toonen, indien dit hun
door de bedienden van den fiscus ge
vraagd wordt? Neen, daartoe zijn
ze niet verplichtzij moeten alleen
de noodige metingen laten doen van
hunne huizen.
Wij kunnen zelf onze medeburgers
niet genoeg vermanen, dat zij hoege
naamd niets zouden teekenen van
hetgeen de bedienden, die met dat
werk gelast zijn, hun zouden kunnen
ter onderteekening voorleggen.
Wil dat zeggen dat men zich jegens
de bedienden der Staatskas moet
vijandig toonen In 't geheel nietde
heeren zijn verplicht hunnen dienst
te doen.
Maar wanneer de schatting gedaan
is, dan zal men u den eenen dag of
den anderen den uitslag laten kennen
en dan zult gij nog eea zekeren tijd
hebben om te reklameeren, indien ge
de som wat te veel gepeperd vindt.
Indien gij nogtans nu het stuk tee-
kendet dat men u zou kunnen voor
leggen, dan wordt alle reklamatie
van uwen kant nutteloos Ge teekent
u aan de galg.
Wij waarschuwen onze lezers zoo
veel te meer> omdat het van nu af
niet te betwijfelen is dat er vele re
dens tot opspraak zullen bestaan.
Dat de bedienden, daarmede gelast,
hun werk zoo gewetensvol mogelijk
zullen trachten te verichten, wij twij
felen er geen oogenblik aandoch,
de minister vraagt het onmogelijke
en, in dat geval, moet het werk hier
en daar te wenschen laten.
I)it overgroot werk, verzekert men
ons, moet in één jaar tijd geëindigd
zijn en de Staatsbedienden, die het
verrichten, hebben daarom niet min
der hunne gewone bezigheid voort te
zetten, iets wat volstrekt onmogelijk
is. Het eene of het andere, of beiden
samen moeten er door lijden.
Zoodus, beste lezers, als die agen
ten komen, niets teekenen is de leuze.
Aldus zult gij uwe vrijheid behouden
later binnen eenige maanden, op
spraak te maken tegen eene al te
overdreven hooge schatting. Dat is
noodzakelijke, dewijl de verhoo
ging van lasten in elk geval reeds
hoog zal wezen; gelijk wij het reeds
men er goed op zegden, mag rekenen
dat de lasten op sommige grondslagen I
bijna van de helft zullen verhoogen.
Wij hebben een Gouvernement,
gelijk de kiezers er een gewild
hebben
Die partij welke men zegt dood te
zijn en welke zoowel van rechts als
van links eenigeri verwoed vertrap
pelen, laat na zich een gansch roem
rijk verleden van bewezene diensten
aan de zaak der beschaving.
Wij hebben reeds dikwijls zijn
maatschappelijk werk en de tallooze
nieuwigheden aangewezen welke
het ten voordeele der massas veror
dend heeft.
Zijn politiek werk is minder ge
kend en men is het minder indachtig
nu dat de stilling op zoo vele punten
geschied is welke gisteren nog met
bitterheid betwist werden, de wor
stelingen welke men heeft moeten
aangaan om de verdraagzaamheid en
de verwereldlijking in ons openbaar
recht te brengen.
Over twintig jaar voerde het cle
ricalism tegen ons eenen oorlog zon
der genade waarvan de vrijheid van
geweten de inzet was. Het was de
opstand ingericht tegen de wet en de
burgerlijke macht, de openbare en
bekende verloochening der grond
wettelijke princiepen en der heer
schappij van den Staat.
Wij verdedigen, riep Frère-Or-
ban uit, op een klein hoekje
gronds. eene zaak welke zoo groot
s- is als de wereld. Wij verdedigen
de onafhankelijkheid der mensche.
lijke rede en de rechten des gewe-
tens tegen de ondernemingen der
priesterheerschappij
Het is die edele en moedige ver
dediging welke, met eene trotsche
minachting, nieuwe profeten, die
in eenen ommezien het uitzicht
der wereld moesten veranderen,
later de clerico-liberale zwier
noemden.
Zij was nochtans niet onvrucht
baar en het land, het liberalism, de
zaak der vrijheid hebben er eenige
vruchten van geplukt.
Hebben wij het recht niet heden,
en niet zonder hoogmoed, te bestati-
gen en ofschoon de katholieke partij
sedert tien jaren het bewind bezit,
dat, in vele kwestiën, de clericale
terugwerking is overwonnen gewor
den, dat het liberalism het clerica
lism gedwongen heeft toe te geven,
en, eindelijk, dat zoo de clerioalen
over eene schrikkelijke parlementai
re meerderheid beschikken de cleri
cale gedachten nochtans achteruit
zijn gegaan?
De opeisching der kerk, in zake
van geestelijke goederen, zijn door
eene gestadige en afdoende rechts
kunde veroordeeld geworden.
De kerkhofkwestie is gesloten. Zij
is, met geene hoop op goed gevolg,
door den aartsbisschop van Meche-
len zelve begraven geworden, wiens
bevelbrief van 1894 de liberale op
lossing der grafinwijding aanneemt.
De kwestie van het burgerlijk hu
welijk, van het kerkelijk huwelijk en
van de echtscheiding is geen onder
werp van politieke besprekingen
meer.
De netelige kwestie der onderwijs-
fondatiën en der studiebeurzen heeft
een definitieve oplossing gekregen.
Men zou de afschaffing der wet van
1864 niet durven vragen.
Op al deze punten heeft het kleri-
kalism toegegeven. Zekerlijk ziet
men nog soms uit het ingeslapen
brandpunt eenige vonken ontstaan.
Over eenige maanden vroeg de cle
ricale rechterzijde, in de Duitsche
Kamer, de afschaffing van de echt
scheiding. Doch dit zijn onvermogen
de en vluchtige betoogingen.
Kent men nog heden, zooals in
1860, de groote banvloeken, welke
de bals, de schouwburgen en de dag
bladen troffen? En zoo zij vernieuwd
werden, welke gehoorzaamheid zou
den zij aantreffen
Kent men de schandalen vooeger
rondom de burgerlijke begrafenissen
ingericht? Welke ontroering wekken
zij nog op, in den schoot zelve der
katholieke bevolkingen? Hebben wij
den .clerioalen voorzitter der Kamer
geene redevoering zien uitspreken
over de lijkkist van eenen vrijdenker
Ziet men nog, zooals men het eer
tijds zag, eeD clericaal dagblad eenen
leeraar van wijsbegeerte aanklagen,
om het gedwongen vasten op geene
kerkleerige wijze gewaardeerd te
hebben?
Ziet men nog, zooals dit in 1878 is
gezien geweest, dat een pastoor de
absolutie aan eenen procureur des
Konings weigert, welke, in een ni'-v
ces, besloten had in eenen zin dié
met de interesten der Kerk tegen
strijdig was?
Ziet men nog, zooals het in 1873
te zien was, eenen bisschop die de
atheneums en de middelbare scholen,
waar de ministers van alle eeredien
sten zonder onderscheid toegelaten
worden, in den ban slaat, onder
HET WEEKBLAD