VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-Handels- en Annoncenblad. a Tiende jaar Zaterdag 17n September 1898. Nummer 38. De Keizerin Elisabeth van Oostenrijk anarchist vermoord. STADSNIEUWS. Visscherij misbruiken. MIJNHEER EHIBL BRUNFAUT. Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2 50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoncen: 15 cent per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der bei ie Vlaanderen, nis mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publiciló, Magdalcnastraat, Brussel. Men wordt verzocht allo hoegenaamds artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij un onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. door een Zaterdag werd de keizerin van Oostenrijk te Geneve (Zwitserland) door een italiaansch anarchist vermoord. Verhaal der misdaad De misdaad werd gepleegd roud 1 uur, zaterdag middag dus, op de hoogte van het monument van Brunswick, tusschen het Hotel Beau Rivage waar de keizerin ver bleef en de aanlandingsplaats der Witte Bergkaai De moord Een kerel, die gevolgd was van een grij- zaard met witten baard, wierp zich op de Keizerin. Hij gaf haar een hevigen steek met een fijn scherp voorwerp. Vele personen bemerkten den aanslag. Op het eerste oogenblik dacht men dat liet een vuistslag was. De Keizerin was neergevallen. Maar welhaast stond zij op met hulp eener dame van haar gevolg en van eenige perso nen; zij trad naar de aanlandingsplaats en werd op de boot gebracht. Na den aanslag Daar verloor de Keizerin het bewustzijn. De kapitein dacht zooals ieder dat Hare Keizerlijke Majesteit geenszins het slachtof fer was van een moorddadigen aanslag, daar men geene bloedvloeiing bemerkte, en de bezwijming slechts voortkwam van den schrik, veroorzaakt door den aanval van dien kerel. Dit had voor gevolg dat de kapetein der boot bevel gaf te vertrekken. Maar na eeni- gen tijd bemerkte men dat de Keizerin geenszins tot het bewustzijn terugkeerde. Slechts toen de haar omringende dames ze hulp verleenden, zag men onder de onder kleederen der Keizerin een klein bloed- vlekje. De dood Daar werden oogenblikkelijk de docter Gollay en Major ontboden, en een priester geroepen. Men telegrafeerde naar den Keizer. Alle pogingen werden ingespannen om de Kei zerin te redden. Doch alles was vruchteloos Rond 3 uur in den namiddag overleed de Oostenrijksche Souvereine. Het werktuig der misdaad Uit het geneeskundig onderzoek bleek het aldra dat de moord werd gepleegd met een gescherpten fijnen driekantigen moordpriem. De wonden, toegebracht door zulke werk tuigen, zijn bijna ongeneesbaar. De moordenaar op vlucht Zijne aanhouding Na de misdaad, kon de moordenaar de vlucht nemen langs de Alpenstraat en wilde in eene bosschagiedringen, waar hij zich gemakkelijk hadde kunnen verschuilen, toen hij gegrepen werd door twee koetsiets, de genaamde Victor Nuilemin en Charmortein die den aanslag hadden gezien. Zij leverden den gevangene over aan een schipper en den gendarm Kaiser die hem naar het politiebureel brachten. De ellendeling volgde zonder eenigen te genstand, al zingend en onder ander zeg gend Ik heb ze wel getroffen. Zij moet dood wezen. Een anarchist. Zijne identiteit. Op het politiebureel aangekomen, ver klaarde hij anarchist te wezen en het op de rijken te hebben gemunt. Weldra door den onderzoeksrechter op het gerechtshof ondervraagd, weigerde hij te antwoorden. Men kon niettemin vaststel len dat hij de genaamde Luigi Luccheni is, italiaan, geboren op 23 April 1873, en dat hij was ingelijfd bij het italiaansch leger te Parma. Daarna eindigde de moordenaar met eenige uitleggingen te geven. Hij zeide naar Geneve te zijn gekomen om een hoogge plaatst psrsonagie te vermoorden. Het is slechts bij toeval dat hij het verblijf der Keizerin te Geneve vernomen heeft. Na de misdaad Oogenblikkelijk na de misdaad begaf het parket zich naar de plaats van den aanslag. Overal patrouilleerden toen reeds gendarmen en doorzochten struikgewas en wegen om het wapen des inooords te vinden. Tevens werden opsporingen gedaan om te weten of Luccheni geen medeplichtigen had. De ontroering is te Geneva zeer groot. Talrijke magazijnen zijn gesloten ten teeken van rouw. In het kursaal en het Park zijn de vertooningen opgeschorst. Een schipper beweert vrijdag drie kerels te hebben opgemerkt die overal de keizerin volgden welke de stad doortrok,verscheidene boodschappen doende in magazijnen. Het noodlot in eene familie. Het noodlot schijnt de leden der famillie van Habsburg te vervolgen. Men heeft den tragischen dood niet vergeten van haarts- hertog Rodolphe, echtgenoot van priaces Stephanie van België, en den ijselijken dood van hertogin d'Alengm, zuster van keizerin Elisabeth, omgekomen verleden jaar in den schrikkelijken brand van den Liefdadig- heidsbazar te Parijs ramp welke meer dan 200 slachtoffers maakte. Men herinnere zich tevens de moordpoging waarvan in 1852 keizer Frans-Jozef 't slacht offer was, toen 31 jaar oud en die een dolk steek ontving van den hongaar Lubergi. De overledene was tevens de schoonzuster der ongelukkige prinses Charlotte, opgeslo ten in 't kasteel van Bouchout. De moord en dezes straf Luccheni zal moeten gevonnisd worden volgens het strafwetboek in zwang in het kanton Geneve, hetwelk de doodstraf niet voorziet, maar wel eeuwigdurende gevan genis. De moordenaar en zijn slachtoffer (Verdere bijzonderheden) De keizerin verbleef sinds eenige dagen in Zwitserland, vooral te Caux. Zij was naar Geneve gekomen, en het was op het oogen blik toen ze naar de eerste stad terugkeerde, dat ze werd getroffen. De personen van haar gevolg waren reeds heen. De laatste tijdingen melden nu dat de moordenaar verklaarde reeds te Lausanna te hebben verbleven sinds de maand laatst leden. Hij was naar Geneve gekomen, hopend er den prins van Orleans te vinden, en wezentlijk, deze vertoeft er op dit oogenblik. Hem niet ontmoetend, las hij in de dag bladen van het verblijf der Keizerin. Toen volgde hij haar van af vrijdagnamiddag, zoekend het gunstige oogenblik om haar te treffen. Eindelijk zaterdagmiddag zag hij haar knecht het hotel du Beau Rivage verlaten en zich naar de boot begeven. Beseffend dat de Keizerin dra zou volgen, verborg hij zich achter een boom en wachtte. Den moordpriem hield hij verborgen in de rechter mauw van zijn jas. Eenige stonden nadien verscheen de keizerin. Men weet het overige. De lichting van het lijk te Geneve. Woensdag werd het lijk der Keizerinne gelicht en vervoerd door rier in rouw geklee- de paarden. Twee rijtuigen met bloemen en kronen ge- ladden, volgden. De pompiers vormden de haag. De bijzondere trein vertrok om negen uur. Kronen van den Zwitserschen Bondsraad, deze van het consulaire korps, van den Staatsraad en van de Italiaansche kolonie werden vooral opgemerkt. De klokken luidden rouw. Bij de aankomst van den trein te Weenen zal het worden afgewacht door den groot meester der ceremonies, de hofdames, de geestelijkheid, de officiers en de bedienden van het Hof. Bij de aankomst zullen de lakeien de kist dragen van uit deu wagen naar het salon der statie. Daarna zal de rouwstoet zich in beweging stellen. De lijkkoets volgt daarna getrokken door zes met zwart behangen paarden; langs iede- ren kant van den lijawagen zullen zes lijt- wac.hten gaan, zes lakeien te voet, vier rui ters voorzien van lantaarns. De stoet zal worden gesloten doer een schadron ruiterij. Inde Hofburg zal de kist worden gezegend en daarna in de kapel van het paleis worden overgebracht. Menigmaal reeds hebben wij geklaagd over de misbruiken, die zekere geweten- looze visschers plegen in de waters, die rond en buiten stad gelegen zijn. Het zijn altijd dezelfde mannen die wij moeten aanklagen, altijd dezen die gezworen hebben ai de visch te verjagen en te vernietigen, zich steunende op het recht dat zij meenen te hebben als pachters van dit of dat water. 't Is nu in de kaai en in een gedeelte van de vaart dat zij hunne misbruiken voort zetten, na zooveel schade aangericht te heb ben in den Majoorgracht en andere stadswa- teren, tot groot nadeel van honderden lief hebbers, die van het visschen een geliefkoosd tijdverdrijf hebben gemaakt, van talrijke vreemdelingen, die bier op de zon- en feest dagen naar Yperen komen en niet nalaten eenig verteer te maken Wij begrijpen dat de pachters van een water zekere voorrechten hebben, maar wij kunnen niet verstaan dat zij zich het recht aanmatigen tuigen en netten te gebruiken, die door de wet verboden zijn, om de wa ters te ontvolken waarvoor zij, als pacht geld, eenen spotprijs betalen. Wij weten dat er maatregelen zijn geno men geweest om zulks te beletten maar tot nu toe zijn die maatregelen vruchteloos ge bleven, want die verwoesters, om aan de waakzaamheid der overheid te ontsnappen, veranderen van plaats en van waters tel' ens zij hunne misbruiken willen plegen. Maar, zal men ons zeggen, die palingen, die tinken, die snoeken, enz. dis op eene zoo onwettige wijze gevangen worden, ko men toch in onze visebmijn en worden er openbaarlijk verkocht. In 't geheel niet. Die mannen zijn te sluw om hunne mis bruiken te laten veronderstellen zij hebben hunne medeplichiigen, die naar Komen, W'ervick, Poperinghe en andere plaatsen van 't omliggende die visch gaan uitventen en zij deelen de profijten. Wij vernemen dat er door eenige ware liefhebbers klachten zijn ingediend geweest, dat men zelfs beloofd heeft er op te waken, maar zullen die mannen rekening houden van die vermaningen, zij, die zich in hun recht wanen, zij die opentlijk durven zeg gen dat niemand hen temmen zal Waar putten zij die zekerheid ongestraft temogen voortgaan in hunne overtredingen? Daarop ware het gemakkelijk te antwoor den, doch wij willen hierover niet uitweiden,, wij willen ons de beschuldigers niet maken van sommige msnschea die zij zelf als mede plichtigen doen doorgaan en die zij beweren te kunnen uitkoopen. En als men nagaat dat onder de mannen die wij bedoelen, zich een bestuurlid eener visschers maatschappij bevindt, die er be lang bij heeft dat de Kaai en de vaart on geschonden blijven, omdat zij door talrijke liefhebbers bezocht worden en aan de ne ringdoeners dezer wijk eenig profijt ver schaft. Is het niet walgelijk dat honderden vreed zame liefhebbars te lijden hebben door een gewetenloozen Sissen en een even gewe- tenloozen baas, dat onze wateren straf feloos verkracht worden, dat onze visscherij te niet gaat Dienen er niet strenge maat regelen genomen te worden om zulke mis drijven te beletten en voldoening te geveu aan zoovele menschen die nu putten in de steenen klagen Een visscher. BEGRAFENIS van Men schrijft uit Oostende, 10 September: Heden heeft de begrafenis plaats van onzen medeburger M. Emiel Brunfaut, den betreurden bestuurder der Kursaal van Oostende. Eene overgroote menigte heeft het lijk gevolgd van af het vermaard lokaal tot aan de statie, van waar liet vervoer naar Yperen gedaan werd. Men bemerkte er het Schepencollegie, dat zich onmiddelijk achter de familie ge schaard had; talrijke burgerlijke overhe den bijna al de officieren der bezetting; tal rijke vrienden van alle kanten toegesneld, waaronder meer dan een Yperling; vele ge wone bezoekers der Kursaal van allo ge westen. Aan 't hoofd(stapte de uitmuntende muziekmaatschappij Euterpedan kwam eene geheele reeks prachtige kronen, ge schonken door de familie, de verschillende maatschappijen in de Kursaal gevestigd en het personneel van het gesticht; de inwo ners van Oostende en de vreem Ie verblij vers, ingetogen en ontroerd, maakten eene dubbele haag langs den lijkstoet. Vóór de lichting van het lijk werd eene lijkrede, die wij hieronder mededeelen, uit- HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1898 | | pagina 1