VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws- Handels- en Annoncenblad.
De Liederverzameling
Tiende jaar
Zaterdag 24" September 1898.
Nummer 39.
De Zaak Dreyfus.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2 50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoncen: 15 cent
per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als
mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicilé, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoogenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij
en onderteek end toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Wat blijft er over
Onder het opschrift«Wat blijft er over
schrijft de Aurore
Du Paty de Clam is uit het leger gejaagd.
De onderzoeksrechter in het proces-Dreyfus
is uit zijn ambt ontheven.
En wat blijft er nu nog over van het
proces van 1894? Wat blijft er over van
hunne beschuldigingen
Henry heeft bekend dat hij een falsaris
was en opdat hij geen andere bekentenis
zou kunnen afleggen, heeft men hem gezelf-
moord
Du Paty de Clam heeft altijd ontkend.
Maar als hij ontkende loog hij. Het besluit
dat hem heeft getroffen, verklaart dat hij,
evenals zijn medeplichtigen Henry, een fal
saris was.
Het bordereel, het eenige stuk dat in de
acte van beschuldiging van Dreyfus voor
komt, is het werk van Esterhazy. Een
tegelijk is het daarover eens en de heer
Cavaignac heeft dit in het openbaar erkend
toen hij op de tribune er zelfs niet over
durfde spreken.
Het stuk ce canaille de D... dat door
generaal Mercier onwettig werd medege
deeld aan de rechters in de raadkamer,
heeft geene betrekking en kan geene betrek
king hebben op Dreyfus.
De mannen die de wreede dwaling van
1894 hebben doen bedrijven, zijn in de alge-
meene verachting ondergegaan. De beschul
digingen waarop zij bun werk hadden
gebouwd, zijn ineengestort.
Wat blijft er van dat alles over
Eene ontwettigheid en valsche stukken."
Voor de herziening.
Kolonel Robert schrijft in de France Mi
litaire een zuiver militair blad, dat de over-
groote meerderheid van het land en het leger
het besluit van de regeering zullen toe
juichen, waarbij bepaald zal worden dat de
revisie van het proces Dreyfus in het volle
licht zal geschieden.
Bewijzen der onwettigheid
Uit een blad dat tegen Dreyfus is, knippen
wij
Als men het berucht dossier onderzoekt,
vindt men daarin het geschreven bewijs
door de nota van een minister of van zijn
A. BLYAU en M. TASSEEL.
De 26° Juli, feestdag van Sl° Anna,volgens
den Roomschen kalender, is te Ieperen, te
Brugge en te PoperiDghe, wellicht ook el
ders, de rustdag, dus een feestdag, voor de
kantwerksters. In laatstgenoemde stad be.
houdt hij zijnen echten naam, terwijl hij
integendeel te Ieperen Kleinsacraments-
dag - ofwel Spellewerkersmestdag (1)
heet.
Dien dag wordt dus het kantkussen ter
zijde geschoven de kantwerkster kleedt
zich op haar beste trekt s morgens ter
mis... of vergeet het, en viert vervolgens
met hare gezellinnen den heelen dag feest
officieren, dat een stuk is medegedeeld,
geworden aan den krijgsraad, buiten het
tegensprakelijk debat of in de raadkamer.
Deze gewichtige verklaring kan men in
volle letters lezen. Het feit der onwettelijke
mededeeling staat vastgesteld in het dossier
zelf op de stukken van het ministerie.
Dat is niet alles. Niet alleen kan men dat
in het dossier lezen, maar men vindt er ook
den naam in van den officier die door gene
raal Mercier, alsdan minister van oorlog,
gelast is geworden het berucht geheim stuk
aan de leden van den krijgsraad te dragen.
En als ik u, binnen eenige dagen, den
naam van dien officier zal kunnen melden,
dan zal een dikke sluier verscheurd zijn.
Men zal alsdan begrijpen van wat al ver
volgingen deze officier op het punt is geweest
het slachthofïer te zijn en waarom de alge-
meene staf zoo vurig heeft verlangd, voor
goed van hem ontslagen te zijn.
't Is om lat hij inderdaad, de getuige der
onwettelijkeid is.
En er kan geen meer onbetwistbare ge
tuige bestaan, aangezien hij het was die
van den minister het bevel ontving het stuk
te dragen en terug te brengen.
Men verzekert dus dat de verantwoor
delijkheid van generaal Mercier, oud mi
nister van oorlog, thans voor. goed is vast
gesteld
De Petite République bevat een ironisch,
verbazend scherp stukje, onder het opschrift
Persvrijheid van Henry Turot.
Wij zouden ongelijk hebben ons te be
klagen over de gevoeligheid van den genera
le staf.
Het staat vast dat M. du Paty de Glam
een vervalscher is, een bandiet, tot alles in
staat. Wij hebben dit al heraaldelijk, ge
schreven en M. du Paty de Clam schijnt niet
te weten dat er rechtbanken zijn waar hij
zijne beschuldigers kau voor doen terecht
staan.
Wij voegen er bij dat kapitein Lauth
een valsche getuige is, een ellendeling, tot
alle laagheden bereid. M. Lauth gevoelt zich
niet eens beleedigd.
Wij beweren dat generaals Boisdeffre en
Gonse volkomen op de hoogte waren van de
daden van kolonel Henry, die zij goedkeur
den en waaraan zij medeplichtig zijn. De
op zulke wijze, alsof 's anderendaags de
wereld ginge vergaan. De zuurgewonnen
oordjes worden zonder natellen verbrast in
uitgelaten dolle vreugd, onbezonnen uit
gaven, smul- en zuippartijen, uitstapjes ia
char-a-bancs naar den Kemmeiberg of Di-
ckebuschvijver en wat dies meer Van weken
te voren overlegt men reeds, hoe men
Kleinsacramentsdag vieren gaat en dat
gebeurt soms zeer ergelijk, zooals de liedjes
dezer rubriek het vertellen en waaronder
men juist diegene aantreft, welke wij hier
boven als de minst zedelijke vermeldden.
3° Gelegenheidsliederen. Onder deze
rubriek werden al de liederen gerangschikt,
welke onder de twee eerste si orten niet te
huis hooren en waaronder wij aantreffen
verbalende-, minne-, drink-, kerst-, wieg-,
klaag-, nieuwjaarsliederen, enz. Daartus-
schen zijn er allerschoonste, lief en frisch
als eeneydille.
Hiermede dénken wij het werk genoeg
zaam aangekondigd en in tijds bij het letter- i
heeren Boisdeffre en Gonse verroeren zich
niet.
Wij verklaren dat generaal Mercier de
aanlegger van de geheele tegen Dreyfus ge-
smeede kuiperij is en dat hij een vervalscher
is die het leger onteert. M. Mercier buigt het
hoofd en zwijgt.
Men weet wel dat er geen jury meer is
in Frankrijk die deze gegallonneerde bandie
ten zal wreken.
Intusschen, volle persvrijheid is er. Wij
mogen veel zeggen, tegenwoordig 1
Inderdaad het loopt ver, in Frankrijk.
Rond het Duivelseiland.
Dat Dreyfus van het Duivelseiland niet kan
ontsnappen blijkt uit het volgende verhaal
door M. Emile Marlin gedaan.
Deze vaarde met de steamer Georges
Groiset in oogst laatstleden van Paramari
bo naar Cayenne en ziehier wat hij vertelt:
Wij zijn op 7 oogst. Het is 6 ure 's mor
gens. Sinds een half uur rijst de dag op. De
matrozen verplichten ons de kabien te her
winnen, want men gaat het dek wasschen.
De hitte wordt onuitstaanbaar. Tijlens
het déjeuner komt de kapitein zeggen De
Saluteilanden zijn in 't zicht.
Ieder neemt zijn verrekijker, gaat naar
dek, niettegenstaande de alles verschroeien
de hitte en blikt naar land. Wij naderen. De
eilanden worden grooter. Wij verzoeken den
kapitein zoo diebt mogelijk te naderen om
fotographies te nemen van tieteiland waarop
Dreyfus verblijft.
Wij zijn zeer ontroerd. Het is of wij iets
buitengewoons plegen. Op onze vraag ste
vent de kapitein langs het Duivelseiland.
Zeer wel bemerken wij de hnt van
Dreyfus, omringd van eene houten omhei
ning en de gevangene kan slechts den hemel
zien.
Erachter, de woonplaats der bewakers
en alles beheerschend een kanon Hotkiss.
Wij bemerken twee bewakers uitgestrekt
in den lommer van een boom, die ons aan
staren. Eensklaps volgen twee kanonschoten
elkander op. Wij nemen steeds fotografies
van het eiland en de hut van Dreyfus.
Een derde schot volgt, eene bom valt op
20 meters van ons. De kapitein, bet gevaar
bemerkend, stevent de zee in, toen reeds een
vierde schot dreunt en een vernielingstuig
valt op 10 meters van de boot.
en kunstlievend publiek ingeleid. Wat er de
critiek, na zijne verschijning, over denken
zal, is nog niet te vermoedendoch ééne
zaak zal zij stellig erkennen, nl. dat, al liete
z lfs het gehalte van het bijeengebrachte te
wenschen over, hetgeen wel niet te vreezen
is, de Heer Blyau niettemin eene moeilijke
en allernuttigste taak beeft aangedurfd en
dat zijne poging, in andere streken onzes
lands, navolging verdient. Zijn boek zal eene
kostbare bijdrage uitmaken tot de diepere
kennis van ons kloek en vrijheidslievend
voorgeslacht, want niets meer dan het lied
schetst de ziel eens volksin haar juichen en
weenen, beminnnen en haten het zal eens
te meer toonen, dat ons Vlaamsche volk
reeds vroeg zijn aanleg tot de kunst heeft
veropenbaard en het bewijs daarvan in zijne
zangen heeft neergelegd het zal een heil
zaam voorbeeld en eene hoopvolle aanmoe
diging wezen voor degeDen, die op andere
plaatsen onzes lands, de proefneming, welke
de Heer Blyau in het lepersche deed, zouden
willen vernieuwen inderdaad, ziedaar eene
De boot stoomt snel heen en wij vragen
ons af wat de veroordeelde wel heeft moeten
denken tijdens deze kanonneering. Sindsdien
vernamen wij dat iedere boot die het Dui
velseiland nadert op min dan drie mijlen,
zoo onthaald wordt.
De openbare denkwijze.
De groote meerderheid der openbare denk
wijze juicht de herziening toe, als de over
winning van het recht, omdat zij een einde
zal maken aan eene noodlottige crisis, en
omdat zij hoop geeft dat thans een tijdperk
van rust zal kunnen aanbreken.
Met name de Temps roemt krachtig het
besluit van het ministerie, als in overeen
stemming met de gerechtigheid, de waar
heid en het algemeen belang.
De commissie voor de revisie bij het mi
nisterie van justitie zal woensdagochtend
bijeenkomen om een aanvang te maken met
het onderzoek van het dossier Dreyfus.
De commissie bestaat uit drie leden van
het hof van cassatie, namelijk Lepelletier,
Crepon en Petit, en drie directeuren van de
kanselerij, namelijk Laborde, Geoffroy en
Couturier.
Men betuigt zijn leedwezen over de wijze
waarop generaal Zurlïnden, in zijn verzoek
om ontslag, zijne meening heeft uitgespro
ken hij heeft gevraagd of Dreyfus werkelijk
schuldig is, verward met de noodzakelijk
heid dat er recht worde gedaan.
De terugkeer van Dreyfus in
Frankrijk.
Een blad, gunstig aan Dreyfus, schrijft dat
de gevangene slechts zal kunnen terug kee-
ren wanneer de herziening besloten zal zijn
geworden door het Hof van Verbreking. Tot
dan zal er hein geene mededeeling van 't zij
welk mogen worden gedaan. Eens deze be
sloten, keert Dreyfus onmiddelijk naar Frank,
rijk terug. Alles verandert voor den gevan
gene die alsdan slechts zal worden aanzien
als beschuldigde, dat wil zeggen, dat men
hem zelfs uniform, galons en degen zal
weergeven
Welke ontroering zal de beschuldigde dan
niet ondergaan wanneer men hem de klee
deren zal weerschenken die men hem eerst
ontrukte, den degen die werd verbrijzel!
En denken dat op dit oogenblik de ongeluk
kige nog niets weet van de schrikkelijke
worsteling die zijne partijgangers sinds een
streek drie a vier uurtjes breed, welke bon
derden onbekende oude Vlaamsche liederen
oplevert, niettegenstaande zij zóó weinig het
Vlaamsche leven meèleeft, niettegenstaande
hare nabijheid van Frankrijk en hare talrijke
betrekkingen met dat land, niettegenstaande
de ontzenuwing en de verbastering harer
bevolbing uit ons standpunt beschouwd
door eene gedurige en schandalige vorfran-
scbing in onderwijs, bestuur en de meeste
uitingen van het dagelijksch leven Wat zou
dan eene anlere streek, waar het volks
karakter ongeschonden bewaard bleef, niet
opleveren, indien ze zorgvuldig geëxploreerd
werd door eenen moedigen en geleerden
werker als onze vriend Blyau 1
Voorwaar, men zou een onverbeterlijk
pessimist mogen heeten, durfde men veron
derstellen sldchts, dat dergelijk boek onbe
merkt of onbesproken zou voorbijgaan het
zal integendeel opgang maken, hier en in 't
buitenland, evenveel bij den liefhebber-
letterkundige, als in de studiekamer des
geleerden 1 M. V.
HET WEEKBLAD
VAN
(Tweede vervolg en slot).
2° Het Boek der Kleinsacramentsdag -
LIEDJES EN DER SlNTE-ANNALIEDJES.
(1) Mestdag in West-Vlaanderen misdag, afge
stelde feestag in de R. K. Kerk.