VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Orgaan der Liberale verbintenis van Yperen en het Arrondissement. «EENDRACHT MAAKT MACHT.» Veertiende jaar Zaterdag 4n Augusti 1900. Nummer 31. Aan onze liberale vrienden van het arrondissement. De werkersverzekeringen in Duitschland. Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2.50 fr. voor stad. Por 6 maanden 1 fr. 50 Per 3 maanden 1 fr. Annoncen: 15 cent per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 osntieman per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle beriehten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Puèlicilé, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle lioegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij ai onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Brussel, 30 Juli 1900. Mijnheer de Voorzitter, Het Land komt een zijner doorluchtigste burgers te verliezenhet Liberalisme be weent zijnen hoofdman Het is voor hen eene plicht de nagedachtenis van M Jules Bara te doen voortduren en dien verheven staats man een gedenkstuk op te richten dat de onwaardeerbare diensten wettigt die hij aan België, aan de zaak der vrijheid bewezen heeft. De Liberale Bond, waarvan Jules Bara de stichter was, heeft het initiatief dezer daad genomen, met de medewerking van de Burgemeesters der groote steden van het Land en van de hoofden der liberale Partij van het Doornijksche, waaraan hij zoo zeer gehecht was. Wij bidden u, mijnheer de Voorzitter, de inschrijving in uw arrondissement te openen en in te richten, en de noodige maatregelen te nemen opdat Belgie een deel der schuld van het Land zou kunnen kwijten jegens den grooten man die het gediend en ver eerd heeft. Gelief, Mijnheer de Voorzitter, de verze kering onzer volkomene hoogachting te aan vaarden. HET INRICHTINGSCOMITEIT De Eere- Voorzitter Victor Garbonnelle, Burgemeester van Doornijk. De Secretaris, De Voorzitter, Jules Van Zele, Xavier Neujean, Advokaat, Lid der Kamer, Senator, Wetenschapstraat, 35, Brussel. De bijgevoegde Secretaris, Albert Asou, Advokaat en Schepen, te Doornijk. Jules Audent, Senator, Burgemeester van Charleroi. Braun, Lid der Kamer, Burgemeester van Gent. Karel Buls, oud-Lid der Kamer, gewezen Burgemeester van Brussel. Henri Crombez, Lid der Kamer. Léon d'Andrimont, Senator. Graaf de Kerchove de Dentergiiem, Se nator. Frederic Delvaux, Lid der Kamer. Louis Delwart, Schepen der stad Doornijk. Emile Huet, Senator. Edgard Hulin, Voorzitter van den provin cialen Raad van Brabant. Louis Huysmans, Lid der Kamer. Paul Hymans, Lid der Kamer. Gustaaf Kleyer, Burgemeester van Luik. Camiel Liefmans, Lid der Kamer. Lints, Burgemeester van Leuven. Hippolyte Lippens, Senator. Alfred Monville, Advokaat. Mullendorf, Lid der Kamer, Burgemees ter van Verviers. Emiel De Mot, Senator, Burgemeester van Brussel. Baron Osoar de Séjournet, Senator. Jules De Viöne, Lid der Kamer. Louis Dubois, bestendige Afgevaardigde van Henegouw. Henri Frick, Burgemeester van Sint-Josse- ten-Noode. Karel Graux, Minister van Staat, oud- Minister van Finantiën. Rolin-Jacquemyns, oud-Minister van 't In wendige. Ouverleaux, Lid der Kamer. Henry Sainctelette, Senator, Burgemees ter van Bergen. Eduard Simon, Voorzitter van den provin cialen Raad van Henegouw. Van Ryswyck, Lid der Kamer, Burgemees ter van Antwerpen. Inschrijvingslijsten zijn berustende ten bureele der liberale Associatie en bij de hee- ren Eug. Lambin en K. Deweerdt, uitgevers van het Progrès en van het Weekblad. Er werd gedurende den laatsten kiesstrijd heel wat gepocht met het kreupele wetje op de pensionneering der oude werklieden, dat nog heel op 't laatst, en met de gauwte, door de klerikale wetgeving gestemd werd. Alle begin is moeilijk maar hier waren voorbeelden van omliggende landen voorhanden, waarmede men zijn voordeel zou hebben kunnen doen indien men het gewenscht had, en dan alzoo iets dergerlijker tot stand brengen. Dank aan den vooruitgang der so cialistische partij, doet tegenwoordig iedereen mede aan bespreking over arbeidswetgeving en in een katholiek, aristocratisch koopmansblad onzer stad, vinden wij eenige bemerkingen over de duitsche verzekeringsklassen waarvan in de tentoonstelling te Pa rijs de werkingen en uitslagen bij middel van roosters en toelichtende schriften te aanschouwen zijn. Wij nemen het een en ander daar uit over Er zijn in Duitschland, op de zes en vijftig millioen inwoners, tien mil- lioen eigentlijk gezegde werklieden; negen millioen zijn er verzekerd te gen ziektenzeventien millioen tegen de ongevallen en dertien millioen te gen onbekwaamheid tot werken en ouderdom. Sinds 1885 hebben veertig millioen personen van de verzekering genoten ten beloope eener som van 2415 mil lioen mark. Op het punt waar men is aangeko men is er een millioen mark daags noodig, om aan de verkregen rechten te voldoen. In ronde cijfers ontvangen op een jaar 3,250,000 zieke personen 150 millioen merk en 300,000 slachtoffers van ongevallen ontvangen 85 millioen mark. Het getal oude gepensionneerden heeft het getal 520,000 bereikt en het beloop hunner renten bedraagt 80 millioen mark. Indien gij u een gedacht wilt vor men van dit reusachtig werk, ver heelt u eene zuil van massief goud, metende 7 meters vierkant aan de bassis en 15 meters hoogte en de mas sa wegende van 961,000 kilos; dan hebt gij de uitbetaalde schadeloostel lingen. In deze overgroote som komen de bijdragen der werklieden tusschen voor eene som van 1,164 millioen mark, de bijdragen der bazen voor 1,099 millioen mark en rechtstreek- sche subsidie van den Staat voor 150 millioen mark. Voor wat den toestand der werken- kende klasse in het algemeen betreft, zeggen de toelichtende brochuren, dat de verzekering, de bekwaamheid tot werken ontwikkelt heeften het ver trouwen der werklieden in de toe komst versterkt. Gezondheidsmaatregelen door de verzekering tegen ziökte voorgeschre ven, gezonder en beter voedsel, enz. hebben op korten tijd van de duitsche arbeiders de eerste werklieden der wereld gemaakt, na de Engelschen, Zedelijk werd bij hen het gevoel van persoonlijke waardigheid zeer ontwikkeld, het vertrouwen in hun zelve is grooter geworden ten gevolge van de vervanging der verlagende armoede door de schadeloosstelling, door een recht. Een der belangwekkendste uit werksels van deze moreele verbete ring is, dat er bijna geen bedrog door voorgewende ziekten meer ten na- deele van de verzekeringskassen ge pleegd wordt, zoozeer heeft de geest der waardigheid van het geld, de eer van het beroep, de werklieden in al hunne daden doordrongen. Bovendien is de organisatiegeest er fel door ontwikkeld geworden, al lerhande bonden worden voor ver schillende vakken tot stand gebracht. De werklieden leggen zich vrijwillige bijdragen op, buiten degenen waar toe de wet hen verplicht. De bazen die bij de invoering der verzekeringswet erg tegen dezelfde gekant waren beginnen ze nu geheel anders te beschouwen. Toen gaven ze enkel acht op de nieuwe lasten die hun door dezelfde opgelegd werden. Maar nu ziju zij gaan inzien dat het allemaal geene schade is; eenigen zijn er niet ver af te bevestigen dat het al voordeel is. De verplichtende maatregelen te gen de ongevallen en ziekten hebben eenenweldadigen invloed uitgeoefend op de vermindering van het getal slachtoffers van het werk, op de voortbrengingskracht van den arbeid. Vroeger waren deze maatregelen het voorrecht van eenige rijke ge stichten en alzoo konden de fabrikan ten, die minder goede bedoelingen hadden, deze vooruitspringen. De wet. door de verplichtingen gelijk te ma ken heeft ook de§ voorwaarden der concurencie gelijk gemaakt. De patroons verklaren dan ook rondborstig, dat de maatregelen wel ke ten voordeele der werklieden ge nomen worden, in feite aan de pa troons ten goede komen. De gemeenten zijn op hunne beurt onrechtstreeks door het stelsel der verzekeringen bevoordeeügd gewor den. Een bijzonder onderzoek, over de ze kwestie gedaan, heeft eene voor uitgaande en bestendige verminde ring der lasten van de openbare wel dadigheid aan het licht gebracht. Naarmate de gebrekkelijken, de verminkten, de ouden gepensionneerd werden, verminderde het getal bede laars en ondersteunden. Van deze zorg ontlast, houden de gemeenten zich bezig met andere éco nomische instellingen, van heel wat meer belangwekkenden aardzij ge bruikten hunne hulpbronnen tot het inrichten van werkbeurzen; tot het bouwen van gezonde woningen voor de werklieden der openbare diensten en aan de technische opleiding der werklieden. De gemeenten deden lokale onder zoeken en richtten eene ernstige con- trool in op de bouwingen; zij be schermden de verspreiding van de gegevens der gezondheidsleer bij de werkende klassezij verleenden toe lagen aan kunsttentoonstellingen en aan de uitvoering van klassieke too- neelstukken, ter intentie van het volk enz. enz. Zoo luidt dit verslag. Zou men niet rneenen eene voordracht van een so- cialistischen redenaar aangaande de ze kwestie te lezen En werd alles wat nu als eene merkwaardige ont dekking opgedischt wordt, niet lang geleden reeds door ons beweerd? In ons land echter wordt het prin ciep der persoonlijke vrijheid door de heeren der bourgeoispartijen op den voorgrond geschoten; de wet mag niemand verplichten in pensioen- of verzekeringskassen bij te dragen. Dat de weldadigheid voortwoekere dat ziekten ons volk ondermijnen, dat de ongevallen inde fabrieken ver menigvuldigen, dat de nijverheid HET WEEKBLAD 73, Hamerstraat, Brussel. Frère-Orbanlaan, 7, Luik De Schatbewaarder, G. Monteflore Levi,

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1900 | | pagina 1