In den Senaat. Geknipt uit het Laatste Nieuws Het beknopt verslag. De Theorie der Kerk achteruit gaat en de werklieden ze delijk vervallen, dat is alles niets, als het gezegende princiep der persoon lijke vrijheid, dat den mensch zich zelf ongelukkig te maken en op het ongeluk van anderen te speculeeren, maar gevrijwaard blijft. Gelukkig zal door het socialisme een einde aan al deze onzinnigheid gesteld worden. Ondervraging van MM. De Ridder en Delannoy, nopens der overstroo mingen van de Leie. M. Delannoy, een kind van ons arrondisse ment, den 27 Mei Senator gekozen voor Brussel, heeft in de zitting van 10 Juni de zoo belangrijke kwestie opgeworpen der overstroomingen die geregeld de oevergewes ten der Leie verwoesten; M. De Ridder, on ze liberale Senateur, heeft de bemerkingen van zijnen collega ondersteund, zonder dat M. Surmont de Volsberghe of M. Betbune zich de moeite gegeven hebben te denken dat zij ook gekozen zijn geweest door een gedeel te der arrondissementen Kortrijk en Yperen. Ziehier de ondervraging door onze vrien den gedaan, getrokken uit de Annalen Ondervraging. M. Delannoy. Mijnheeren/ eensge zind met M. den voorzitter van den raad, die te gelijk minister van financiën en minister van openbare werken is, en op de vraag van talrijke oeverbewoners der Leie, die de ge meenten Meenen, Wervick, Komen en Waas ten, bewonen, veroorlof ik mij zijne aandacht te vestigen op den staat dezer rivier. De ge meenten die ik kom aan te halen zijn gere geld overstroomd en bijzonderlijk in 1894 werd Komen om zoo te zeggen geblokkeerd Dezen welke die streek bewonen, wete dat in die plaatsen duizenden werklieden verblij ven die het belgisch grondgebied bewonen om reden van het goedkoop leven, maar die in de fransche fabrieken werken. Nu, in 1894 is de overstrooming zoo groot geweest, dat gedurende eenige dagen allen handel onmo gelijk is gemaakt geweest tusschen Frankrijk en België; 't is zelfs met de grootste moeie- lijkheden en niet zonder gevaar, dat men er in gelukt is de inwoners, die zich op de ver diepingen der huizen hadden moeten ver schuilen, van mondbehoeften te voorzien. Het gouvernement is over dezen toestand verwittigd geweest aangezien zijne officieele vertegenwoordiger, M. de baron Ruzette, gouverneur van West-Vlaanderen zich ter plaats begeven heeft en dus rekening heeft kunnen geven van den staat van zaken. Op dit oogenblik doet Frankrijk een werk uitvoeren, te Houplines, daar waar de Leie op het zuiver fransch grondgebied vloeit. Er was in deze plaats, een sluis van 5 meters dat op 15 meters zal gebracht worden. Het werk zal binnen zeer korten tijd voltrokken zijn. Het gevolg daarvan zal zijn dat de over stroomingen, die reeds zeer dikwijls plaats hadden en zeer rampspoedig waren, het in het toekomende nog meer zullen worden, aangezien dat, tot nu toe, de wateren te Hou plines weerhouden waren door dat ontoerei kend sluis en dat zij, voortaan, noodlottiglijk Waasten, Komen, Wervick en Meenen zul len overstroomen. Er is, geloof ik, eene com missie die benoemd is geweestzij is weder- landsch, en, als zoodanig, natuurlijk, moet zij eene oplossing vinden gelijkvormig de be langen der beide landen. Maar, wanneer men de gouvernementeele machien in bewe ging brengt, gaat dat niet dapper vooruit, 't Is alzoo dat deze commissie het program ma der noodige werken moest opmaken, maar zij heeft er de uitvoering niet van be gonnen. De bevoegde personen hebben mij eenen samenhang van werken aangewezen welke men gemakkelijk zou kunnen doen zonder te moeten zijn toevlucht nemen tot de toestem ming van het fransche gouvernement. Eerst heeft men de uitbaggering der Leie. Onder dit opzicht, is deze rivier in een betreurens- waardigen staat. Over acht dagen, mij te Komen bevindende, heb ik een ontladdings- schip gezien dat zich te midden der bedding van de rivier bevondde schipper kon zijn schip niet dicht van den kant brengen omdat het in de slijk zou blijven steken hebben. Hel is zeker dat men daar uitbaggerings werken zou moeten doen die reeds, in eene zekere maat, het afvloeien der wateren zou verge makkelijken. Het werk dat gedaan is geweest aan Pont Rouge dank aan het instorten der brug, is volmaakt. Maar voor Komen af is er eene nauwte; er is om zoo te zeggen geene ontla ding meer mogelijk en te Wervick is er maar eene volstrekt te smalle brug die alle op- vloeiing tegenhoudt. Zoowel dat de wateren in hunne vloeiing tegengehouden worden en overstroomen bij de minste rijzing. Ziehier, mijnheer de meester, welke de werken zijn waarvan de noodzakelijkheid zich schijnt op te dringen, te weten 1° Vergrooting van den uitgang te Meenen en uitbaggering der armen van Leie. 2° Vergrooting van den uitgang te Wer vick. De brug schijnt de eenige uitweg te zijn die bestaat, hetgeen niet voldoende is om de wateren te ontlasten die heden kunnen te Ko men voorbij vloeien; 3° Vergrooting van den uitweg aan de brug van den ijzeren weg te Komen (Komen België naar Komen Frankrijk,) met verschei dene afladingen te bouwen in de aanvulling van den ijzeren weg. Afschaffing der pijlers in metselwerk van de ophaalbrug te Komen en vervanging dezer brug door eene onbewe gelijke brug. Er zijn drie groote pijlers in metselwerk die eene breedte nemen van meer dan 6m20. Die pijlers hebben elk 2m05, op lm20 breedte 4° Reinigen van de molenarm te Komen afschaffing der waterraderen en der pijlers in metselwerk. Thans is de openingsbreedte van 2 meters; met de pijlers in metselwerk af te schaffen bekomt men eenen uitweg van 4m50 breedte. Dit zijn de feiten die ik begeerde den acht baren minister van openbare werken ter kennis te brengenhem vragende of de be woners dezer streek die zeker belangwek kend zijn, mogen hopen in hot kort een hulp middel te zien brengen aan de overstroomin gen die, regelmatiglijk, hen eiken winter, somtijds op eene zachte, andere keeren op eene rampspoedige wijze, gelijk in 1894, ko men teisteren. M. de Smet de Naeyer, minister van finantiën. Mijnheeren, de achtbare heer Delannoy beklaagt zich over den toestand waarin het gedeelte der Leie zicht bevindt dat België van Frankrijk scheidt. De uit te voeren werken aan dit gedeelte der rivier zijn op dit oogenblik het voorwerp der stu diën eener wederlandsche commissie, want eene voorafgaande overeenstemming met het fransche goevernement is noodzakelijk. Ziehier zekere artikels van het programma voorgesteld door de belgische commissie Vermeerdering der afmetingen van het slootje onder de brug van Frelinghien en mogelijken bouw eener overstroomingsboog onder den toegangsweg; herbouwing der Roode brug (Pont-Rouge), waaraan men reeds bezig is; herbouwing der brug van Waasten en het weder recht maken der kromten stroom afwaarts; verbreding der brug van Wervick en van geheel het gedeelte van den dwarsweg der stad, stroomopwaarts en stroomafwaarts dezer brug gelegen. De wederlandsche Commissie houdt zich op dat oogenblik voornamelijk bezig met de werken van Waasten en van Wervick. Zoodra de overeenstemming zal vastgesteld zijn met het fransche goevernement en dit oogenblik is niet verre zal het belgi sche goevernement al doen watin zijne macht is opdat de werken in den kortst mogelijken tijd zouden uitgevoerd worden. M. Delannoy. Ik bedank den acht baren minister der openbare werken over zijne verklaring; ik verwachtte niet min van zijnent wege. Ik zal slechts vragen dat hij spoedig wel zou willen zekere werken doen uitvoeren die van zijn departement afhangen en die onontbeerlijk zijn. Dit nieuw sluis van Houplines, voornamelijk, is van aard om schrikkelijke overstroomingen te veroorza ken. Het is dus noodzakelijk iets te doen en onmiddelijk om de terugkomst der rampen van de overstroöming van 1894 te voorko men. M. de Smet de Naeyer, minister van finantiën en van openbare werk3n. Ikhoud rekening van het punt door den achtbaren heer Delannoy bijzonderlijk aangewezen en ik zal zorg dragen er al mijne oplettendheid aan toe te wijden. M. De Ridder.Ik houd eraan mij te voegen bij den achtbaren heer Delannoy voor wat de bemerkingen aangaat door hem voorgehouden, aangaande den toestand der Leie, voor het gedeelte dat het arrondisse ment Kortrijk doorloopt. Met recht heeft hij gezeid dat de toestand van aard is de gevaren van overstroomingen te vergrooten in het beneden gedeelte der rivier. Er zijn inderdaad ernstige belangen te vrij waren. In geheel het gedeelte ten zuiden van Kortrijk gelegen en stroomafwaarts dezer stad tot bij het arrondissement Gent, beoe fent men veel het roten van vlas. Zoodra er in den zomer groote rijzingen zijn, is de schade zeer aanzienlijk voor de koopwaren. Ik vraag aan M. den minister aan te dringen opdat men den uitweg der hoogere Leie vermeerdere en dat men ook het beneden gedeelte der rivier niet verwaar- looze. M. de Smet de Naeyer, minister van financiën en van openbare werken. Het incident is gesloten. Hopen wij dat het niet zal gaan met al de ze werken, gelijk met deze van Espierres, waarvan men van over vijf en twintig jaren spreekt en waarvan al de klerikale ministers sedert zeventien jaren de zeer aanstaan de uitvoering verzekeren. van Juli 1900. lAinister Surmont de Volsberghe woon de te Brugge een feestmaal bij der veekwee kers van West-Vlaanderen, tot het verbete ren derVlaamsche rassen Op die smulpartij zegde M. Surmont Kind van Vlaanderen, is het altijd met genoegen dat ih weerkeer en er mijne tal- rijke vrienden de hand kom drukken. Is het niet dit zelfde kind van.... Vlaande ren dat tegen de taalwet stemde? Hoe wilt ge dan het Vlaamsche menschen (niet beesten) ras verbeteren, wanneer ge de taal van het volk in een staat van verne dering wilt houden Of stelt die M. Surmont meer belang in de Vlaamsche veerassen dan 't Vlaamsche men- schenras Die Surmont diende daarop eens te ant woorden. Men weet dat vroeger het verslag der Ka merbesprekingen verkrijgbaar was aan i f. 50 voor heel den duur der zittingen. Ten gevol ge van dien goedkoopen prijs was de oplage tot een aanzienlijk getal gestegen. De werk lieden en geringe burgers van alle partijen schaften zich die hoogst belangrijke en leer zame lektuur aan, om zich op de hoogte te stellen van al de zaken die land en volk aan belangen. Maar het klerikalism zag een gevaar in de aanzienlijke verspreiding van het beknopt verslag. Het publiek kon daar te veel politie ke wijsheid uit opdoen en er tevens te goed in merken hoe anti-demokratisch een reak- tionnair Staatsbestuur is en door wat aller hande trukken en bedriegerijen het zich aan aan 't roer weet te houden. En de prijs werd verdrijdubbeld om het aan de werkende klas onmogelijk te maken nog langer die verslagen te lezen. Indien er nogtans een oogenblik kon ge kozen worden om de verslagen der parle- ments debatten, al ware het aan 50 centie men voor een ganschen zittijd, aan het pu bliek te bezorgen, is het wel dit waarop het algemeen stemrecht werd ingevoerd. Ons volk heeft, door 60 jaren politieke rechts- miskenning weinig geleerd over staatskunde; het had er overigens, geheel buiten de staats regeling gesloten als het was, weinig belang bij. Nu echter zou het gouvernement er moe ten voor zorgen, de werkende klas op de hoogte te brengen, haar politiek te ontwik kelen. Het beknopt verslag is daartoe een machtig middel. Zij zou daaruit leeren welke partij met de meeste rechtzinnigheid en zon der tam- tam hare belangen behartigt. Het liberalism, nu het weer zijn rechtma tige plaats in Kamer en Senaat heroverd hoeft, is niet benauwd van de meest mogelij ke publiciteit. Het zou van harte toejuichen indien elke arbeider voortaan kon lezen, wat er in de Kamers omgaat, daar hij dan dra zou ondervinden hoe onzinnig verscheidene socialistische leerstelsels en hoe noodlottig de klerikale handelingen zijn. De kwakzalverstheoriën kunnen er slechts bij verliezen. Goliath. IN ZAKE VAN VRIJHEID Onze lezers zullen zich de kamerzittin herinneren van 21 april, waarin gezei Van dervelde uittreksels voorlas uit den Leer gang van verdediging en Verwerirw [Cours d'Apologétique) van Mgr. Rutten In dien leergang werden de moderne vrij. heden eenvoudig als gevaarlijk voorgesteld en zoo wij ons goed herinneren, de Inkwisi- tie verechtvaardigd, ja opgehemeld. Te vergeefs werd aan minister De Trooz de vraag gesteld, of hij ging beletten dat dit boek onderwezen werd in scholen door den Staat gesubsidieerd. Minister De Trooz gebaarde zich doof en gedroeg zich als een kleine jongen. Verleden week liep nu het gerucht dat de heer De Trooz de bestuurders van voormelde scholen kwam te berichten,dat zezich voor taan van een ander apologetisch boek zouden te bedienen hebben. Nu sprong de klerikale pers te paard en de heer De Tr®oz werd behoorlijk zijn maatje gevuld. Daar is niets wonders aan, maar het heeft ons de gelegenheid geschonken de klerikale pers hare opvatting te hooren uiteenzetten over de moderne vrijheden. Het gerucht zelve was valsch. Maar het geschrevene, in de veronderstelling dat het echt was, blijft. Luistert nu naar het Fondsenblad aan wiens bestuur een priester verbonden is; Die maatregel is diep te betreuren: 1. Omdat het eene toegeving is aan een onge- wettigden eisch der socialisten, die daardoor in hunne anti-katholieke politiek worden aangemoedigd2. Omdat het werk van Mgr Rutten, eene zeer geleerde uitlegging en verdediging van den katholieken godsdienst, volkomen onberispelijk is. Dus vragen dat de veroverde, in de Grond wet neergeschreven vrijheden geeerbiedigd worden, is een ongewettigde eisch der socia listen. Het is voldoende dat de katholieke gods dienst die vrijheden verfoeit, opdat iedereen zonder spreken den knie buigen zou. Fondsenblad steekt dit onder tafels noch banken, want het vervolgt: Het was, inderdaad, gezel Vandervelde die, in de Kamerzitting van 21 april laatst leden den Cours d'Apothogélique |van Mgr Rutten, aankloeg.... als strijdig met de Grondwet, en, om die aanklacht te staven, er eenige uittreksels uit voorlas, betreffende de hedendaagsche vrijheden. Indien er eene vrijheid moet be staan, het is wel die der katholieken over gemelde vrijheden eene vrije meening te hebben en een katholiek minister zou DIE vrijheden eerst en vooral moeten verdedigen. Dat is klaar 1 De eenige vrijheid die wij allen moeten erkennen is deze der katholie ken om de vrijheden van alle andere menschen, de vrijheden bekrachtigd door de wetten des lands, met de voeten te treden. De Kerk alleen is vrij, wat zij zegt is waar, de overtuiging, de wil, de vrijheid van millioenen denkende wezens tellen voor niemendalle. En de Kerk behoudt zich niet alleen het recht van Kritiek dier vrijheden, wat nie mand, wij toch niet, haar weigeren kan, maar zij eischtopenlijk het recht van verzet. In de scholen door den Staat gesubsidieerd breekt zij de staatswetten, 's lands vrijheden af; zij bekampt den Staat met zijn eigen geld en zij zegt tot de ministers harer partij eerst hebt gij de godsdienstige theorien te verdedigen, zelfs ten koste van 's lands wetten, de katholieken hebben 't recht de wetten en de door haar bekrachtigde vrij heden te onderwijzen.! Ziedaar de wezenlijke theorien der Kerk. Zij alleen heeft te bevelen, zij alleen moet meester wezen en wat haar in den weg staat moet verbrijzeld worden. De eeden harer ministers en rechters aan grondwet en koning zijn leugens. Tusschen de grondwet en den godsdienst moet de godsdienst gelijk hebben. Welke uitspraken mag men van dergelijke rechters verwachten? Welke eerbied voor de wetten van derge lijke ministers Welke verdraagzaamheid van zulke men schen? Geen wonder dat zj) met dergelijke ge-

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1900 | | pagina 2