STADSNIEUWS. Een en ander. Officiëele akten. Aanbesteding. Ministerie van finantien en openbare wegen. Oud-Pompiers. Poperinghe. GOÏTGERT op Zondag 9 September 1900, Het zegt hem. Als eerste plicht berust op u het vaderland te dienen. Gij moet u oefe nen om desnoods uw vaderland te verdedi gen 1 Edoch het liberalismus wil niet lan ger meer dat die plicht op eenige jongelin gen verlaten worde. Doordien het eenen plicht, eenen heiligen plicht geldt moet iedereen dien plicht in tijd van nood vervullen. Onze legerinrichting moet radi- kaal vervormd worden in den zin van min dere dienstjaren. De Belastingen. Eene tweede plicht berust nog op den burger namelijk de bekostigingen van 's lands bestuur te helpen dekken. Men kan niet huishouden zonder kosten. Men kan ook niet besturen zonder geld. Maar ons belastingstelsel is verouderd, de gronden waarop het berust zijn niet meer in overeenstemming met den hedendaagschen toestand der fortuin. Landbouw, nijverheid, handel en kleine nering zijn te zwaar belast, terwijl renter, enz., hetgeen men de roerende fortuin noemt, schier niet belast is. Er moet dus uitgezien worden naar een rechtvaardiger stelsel. Dit rechtvaardig stelsel zullen de liberalen toe passen, door eene belasting op het inkomen te stellen. Wij zeggen, dat de liberalen, dit zullen doen en de klerikalen niet, doordien geen enkele klerikaal de belasting op het in komen voorstaat. Geen wonder ook, die hee- ren zouden hun eigen-moeten belasten, en, ge weet, het zijn behoudsgezinden, zij hou den liever alles vast en laten den boer maar leggenDit is zoo gemakkelijk Het Stemrecht. Wanneer het liberalismus nu aan iedereen zijn plichten heeft aangewezen, dan schenkt het iedereen ook rechten. Het zegt tot de volwassen man: Gij volbrengt uwe plichten als burger, wij erkennen u ook als burger en wij geven u het kiesrecht. Edoch wij geven u dat recht niet op klerikale manier, 't is te zeggen, drie maal meer recht aan de rijke vrienden, dan aan den eenvoudigen werkman. Neen, wij geven u het volledig recht op vijf en twintigjarigen ouderdom één stem voor Kamer en Senaat. Eene man een stem. Alle Belgen gelijk voor de wet. Gelijke rechten nevens gelijke plichten De Werkmanswetten. Wanneer het liberalismus nu dien burger heeft groot gebracht, dan hoeft het hem in zijnen levensloop te beschermen en te helpen tegenover en in allerlei moeielijkheden, die hij ontmoeten kan. Door diep bestudeerde wetten moet de arbeid des armen geregeld worden. De overeenkomsten tusschen arbeid en kapitaal te sluiten, moeten op redelijke en rechtvaardige gronden heringericht wor den. De werkman mag niet langer den speelbal blijven van willekeur en over macht. Hij mag ook alleen het slachtoffer niet blijven van de ongelukken die hem kun nen overkomen. Het mag niet langer meer gebeuren, dat de verminkte helden van het arbeidsslag- veld op den bedelzak worden gestuurd. Da Staat moet een stelsel zoeken van ver zekering tegen de werkongevallen zoowel van landbewerker als van fabriek- of mijn werker. Het is een heilige plicht, die slacht offers in de ellende te verhelpen. En dit zullen de liberalen doen door eene wel doordachte wet op de werkmansverzekering. Eindelijk heeft het liberalismus ten opzich te van den burger eene laatste plicht. Deze van voor zijnen ouden dag te zor gen. Eerbied voor de oude afgesloofde wer kers! Ea om dien eerbied werkelijk te be wijzen, zal het liberalismus eene degelijke pensioenkas voor de werklieden inrichten. Er moet gezorgd worden door eene radikale hervorming der openbare weldadigheid dat onze oude zwoegers ordentelijk een wel verdiende rust kunnen genieten En laat het ons om te sluiten zeggen wij, liberalen, willen van geen knoeiwerk noch oogenverblinding! Alles wat de klerikalen in de verschillende bestuurstakken en voor de werklieden gedaan hebben, is loutere foppe rij. Zij hebben zekere wetten gemaakt om het volk tot zwijgen te brengen. Wetten, die hun doel missen of welke zij slecht uitvoeren en toepassen om ze het behoogde doel te doen missen. De klerikalen hebben het volk steeds met beloften gepaaidzij hebben gehandeld zooals sommige vrouwen, die overlast van werk zijn, handelen met kleine kinderen. Wanneer de kleine weent en jammert en moeder heeft de tijd niet om hem de borst te geven, ze steekt hem vlug eene zuigprop of lurk in den mond en het kindje zwijgt eeni- gen tijd, maar is echter toch niet gevoed. Hetzelfde deden de klerikalen. Zij hebben ons volk gedurig doen lurken, en terwijl ga ven ze het beste voedsel aan pastoors, kloos ters en bisdommen, terwijl klerikaliseerden ze het bestuur en 't gerecht, terwijl vervolg den ze onderwijzers en vernielden ze 't on derwijs. In hun bestuur is er geen enkele daad van belang; zij maakten steeds bokken sprongen, er is geen eenheid noch methode: Zij betrachten slechts eene zaakde geeste lijkheid bevredigen. De hoogere belangen des lands zijn ontredderd en in de war. Genoeg van die huichelaars en poetsenmakers. Plaats voorde ware verdedigers der volksbelangen de liberalen. Dat zal de toekomst zijn Wij hebben aan het Journal d Ypres den naam en den voornaam gevraagd van dien zoogezegden M. Tutten,welken het beschul digt een kind opgehitst te hebben om op zij nen trommel te slaan terwijl de processie voorbijging. Zooals wij er ons overigens aan verwachtten, sluipt het weg. Zich willende ontmaken van die moeielijke kwestie, het zendt ons, om uitleggingen te bekomen, naar de plaatselijke overheid die zoowel ingelicht is als hij over de daad die M. Tutten gepleegd heeft. 't Is een uitvluchtsel door het klerikaal orgaan uitgevonden, 't Is het Journal dat aangerand heeft, 't is het Journal dat moet antwoorden. Wij behoeven ons niet te wen den tot de plaatselijke overheid, 't is het Journal d Ypres alléén dat plichtig is en zoolang het ons den gevraagden naam niet zal gegeven hebben zullen wij hem zeggen dat het een gemeene lasteraar is. Wij weten sedert lang dat de katholieke pers ervaren is in de kunst van politieke te genstrevers te beleedigen en te versmaden onder den dekmantel der nameloosheid. Wij hebben altijd gezien dat, wanneer zij tegen den muur gesteld wordt, zij Pontius Pilatus navolgt en wegsluipt. Het is eene handel wijze die zoo kanaillie als oneerlijk is. Het is de plicht der eerlijke drukpers deze eerloosheden te ontsluieren, 't Is eene taak waaraan wij niet zullen tekort blijven. Herhalende wat het openbaar gerucht alom verspreid had, hebben wij in ons num mer van 12 Augusti gezegd dat de militaire overheid de staken had doen wegnemen, die door de stad op de Esplanade waren ge plaatst geweest, om er het Turnfeest van 7 Augusti te geven. Het schijnt, volgens het zeggen van het Journal d'Ypres, dat om verteld te hebben wat iedereen vertelde, de openbare denkwijze ons beschuldigt van....leugentaal. Gaan wij over het woord leugentaal en laten wij het voor de rekening van de ver roeste pen Dus het openbaar gerucht heeft zich ver gist en wi ook wij hebben ons vergist. Maar het publiek wist wel hoezeer de be trekkingen gespannen waren tusschen de plaatselijke militaire overheden en onzen vermaarden burgemeester, en de haast zien de waarmede men plakbrieven uitgeplukt heeft na dat de staken waren weggenomen geweest, mocht het noodzakelijk veron derstellen dat de militaire genie hare rech ten had doen gelden. Het publiek, dat gelijk de opstellingsraad van het Journal d'Ypres geen toegang heeft in de bureelen van het stadhuis om zijnen neus te steken in de briefwisseling, wist niet dat het collegia van Burgemeester en Schepenen van af den 10 Juli de toelating gevraagd had aan de mili taire overheid om over de Esplanade en het Minneplein te mogen beschikken den Dins dag 7 Augusti en den Zondag 12 Augusti, dat den 18 Juli de Luitenant-Generaal, bevel hebber der 1® mililure omschrijving, de ge vraagde toelating toestond, en dat reeds eene nieuwe toelating verleend werd voor het teest van 9 soptember op de Esplanade. Vandaar eene vergissing die, men zal het bekennen, zeer verschoonbaar was. Maar aangename verrassinghet Journal d Ypres meldt ons dat het geschil tusschen den burgemeester en de militaire overheid maar bestaat in onze inbeelding. Wij zijn gelukkig het te vernemen. Zoodus het is nooit verboden geweest, se dert M. Golaert burgemeester is, over de oefeningspleinen te gaan? De bewoners der Esplanade en van het Minneplein zijn nooit belet geweest hunne wasch te laten bleeken en hunne hennen te laten loopen op de mili taire gronden? De toegang der buitenwande- lingen is nooit verboden geweest aan de rij school? Wij hadden dus gedroomd? En ondanks alles, blijft er ons een twijfel over, wij zullen op inlichtingen uitgaan. Het is niet mogelijk, M. Colaert, en zijn hoo- vaardig, trotsch en willekeurig karakter kennende, dat er geen geschil geweest zij en dat dit geschil niet voortdure. Zou het Journal d' Ypres nogmaals zijne lezers gefopt hebben? Wij zullen het algauw weten Bij Koninklijk besluit van 18 Juli 1900 verschenen in den Moniteur van 2 Septem ber 1900, het nijverheids-eereteeken van 1° klas wordt vergund aan de Heeren Hol, Leopold-Maarten, geboren in 1832, ijzergieter, te Ieperen Meyers, Pieter, geboren in 1821, werk meester, te Ieperen. En hetgene van 2e klas aan de Heeren Belettre, Emiel, geboren in 1839, mees tergast-brouwer, te Ieperen; Bertier, Edward, geboren in 1834, mees tergast, te Ieperen Clarisse, Hendrik-Lodewijk, geboren in 1847, timmerman, te Brielen; Gadeyne, Hendrik, geboren in 1833, gaz- werker, te Ieperen Snick.Servaas-Lodewijk, geboren in 1842, metselaar, te Brielen Verdoene, Jan, geboren in 1819, kassier, te Ieperen. MINISTERIE VAN JUSTITIE. Bouwen van eene weldadig'neidsschool TE IEPEREN. Moniteur 2n September 1900. Op Za terdag 22 September 1903, 's morgens, ten 11 ure stipt, zullen, in eene der zalen van Justitie, Hertogstraat, nr 2, te Brussel, vóór den algemeenen bestuurder der weldadig heid of dezes gemachtigde, de inschrijvin gen geopend worden voor de aanneming van het grof werk voor het bouwen eener wel- dadigheidsschool te Ieperen. Ramirg: 585,989frank,Borgtocht: 56,000 frank, waarvan ten minste de helft, vóór het indienen van het aanbod, bij den Staats- kassier moet worden gestort. Het bewijs van storting moet bij de inschrijving ge voegd zijn. De inschrijvingsbiljetten worden gezonden aan den Minister van Justitie bij aangeteekenden brief, uiterlijk op 18 Sep tember ter post besteld. Het lastkohier en de daaraan toegevoegde plans liggen ter inzage in de bureelen van hef Ministerie van Justitie, van 10 tot 12 ure en van 14 tot 16 ure, Zon- en feest dagen uitgezonderd, in het stadhuis te Iepe ren alsook in het bureel van het Handels museum, Augustijnenstraat, nr 17, Brussel, alwaar exemplaren van het algemeen last- kohier, van het bijzonder die aanneming betreffende lastkohier, alsook de plans, te koop zijn. Een Koninklijk besluit van 25n Augustus 1900, verschenen in den Moniteur van 3-4 September 1900, keurt goed de volgende beraadslaging: De provinciale Raad van West-Vlaanderen, Gezien de wet van 1 Augustij en het ko ninklijk besluit van 4 Augustij 1899; Gezien artikel 85 der provinciewet, Besluit Art. 1. Het is verboden, bij het naderen der aangespannen of bereden paarden of trekdieren, gebaren, gerucht of geraas te maken, met het doel deze dieren te ver schrikken. Art. 2. De wielrijdersbanen waar de be stendige deputatie aanwijzer zal doen plaat sen zijn uitsluitend voor de voetgangers en de wielrijders voorbehouden. Art. 3. De aangespannen honden moeten gemuilband worden. Art. 4. Het is verboden AAls trekdieren de honden te gebruiken wier blijkbare gebreken of krankheden de zelve moeten doen beschouwen als ongeschikt voor dat gebruik. De duidelijk volle teven zijn in die klas gerangschikt; B. Gebruik te maken van karren, harnas of muilbanden, die de aangespannen hon den kwetsen. Art. 5. Bij het stilhouden zal de aange spannen hond altijd moeten kunnen vrij op den grond liggen. Art. 6. De overtredingen van artikel 5 zullen gestraft worden met eene boete van 10 tot 20 frank en eene gevangenisstraf van één tot vijf dagen of met eene dier straffen alleen, ongeminderd de toepassing van arti kels 562, 565 en 566 van het strafwetboek. De overtredingen van artikels 1, 2 en 3 zullen gestraft worden mat de straffen be paald in artikel 2 der wet van 1 Augustij 1899 op de politie van het vervoer. Deze overtredingen zullen vastgesteld wor den door de agenten opgesomd in artikel 29 van het koninklijk besluit van 4 Augustus 1899 op de politie van het vervoer. Korps van bruggen en wagen. Bij Koninklijk besluit van 30 Juni laatstle den is bevorderd geweest: Tot den graad van voornamen ingenieur van te klas de heer Feneau Yictoor, tegen woordig conducteur van le klas. Wij bieden de heer Feneau onze warmste gelukwenschingen. Het is Zondag 16 dezer dat deze maat schappij gevraagd wordt te Blankenberghe om in de Casino een luistorlijk Concert te geven. Vertrek uit Yperen ten 6.54 ure. Aankomst te Blankenberghe» 9.16 Concert in de Casino van 3 tot 5 Vertrek uit Blankenberghe 5.59 Aankomst in Yperen 8.31 Prijs gaan-keeren 3de klas 2 55 fr. 2d2 4.25 fr. De leden der maatschappij die wenschen deel te nemen aan dit uitstapje zijn verzocht zich te doen inschrijven in het lokaal der maatschappij, de dagen der repetitiën, of bij M. Dehollander-Harteel, Hondstraat. De lijsten zullen gesloten worden den Za terdag 15, 's middags. De kaartjes zullen uitgedeeld worden in het lokaal den Zaterdag avond 15 September ten 9 ure 's avonds. 3? 3R. O C3- IR, .A. INZE J&/LJK. Koninklijke maatschappij van Landbouw- en Plantenkunde van Gent (Casino) PH1LHARPVSONIE VAN POPERINGHE te 4 ure namiddag. o— EERSTE DEEL. 1. Cortege de Bacchus, du ballet Sylvia (Léo Deslibes) 2. Sigurdtranscription de l'Opéra (E. Reyer) Ia. Fillette et Grand MèreHistoriette (J. Heymans) b. Danse Ilongroise (J. Brahms) 4. Guillaume Teil, ouverture. TWEEDE DEEL. 1. Grande marche Interna tionale (Radoux) 2. Rondo-Valse (J. Verdeyn) Ia. Menuello (Frans Demol) b. Solo pour Flüte par M. Oreel (Mayeur) 4. Le dernier jour de la Ter reurdrame symphoniijue (Litolff) 1 mi»8^8'lMii ■■-7riiSini>-€)-€HSi «nrarg-r.- VAN HET GEGEVEN IN DE DOOR DE

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1900 | | pagina 3