VAN IJPEREN IN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws- Handels- en Annoncenblad.
Orgaan der Liberale verbintenis van Y peren en het Arrondissement.
«EENDRACHT MAAKT MACHT.»
Veertiende jaar
Zaterdag 13" October 1900.
Nummer 41.
Kiezerslijsten.
E in onderzoekscommissie.
Y rouwenstemrecht.
De militaire bruidschat.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2.50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr 50 Per 3 maanden 1 fr. Annoncen 15 cent
per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz 4 fr. pei 00
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen., als
mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht allehoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vit
on onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
-
De voorloopige kiezerslijsten zijn
gesloten sedert 31 Augustus en op
het Stadhuis en het Commissariaat
ter inzage van alle Yperlingen sedert
3 September neergelegd.
Ieder kiezer heeft er belang bij te
gaan zien of hij wel op die lijsten
ingeschreven is, en zoo ja, of hij wel
het noodige getal stemmen toege
kend wordt, waaraan hij recht heeft.
Van heden af is er in het lokaal
der liberale Associatie (CAFÉ DU
SAUMON) een exemplaar van de lijs
ten voorhanden.
Nadere inlichtingen wende men
zich in het bureel der Liberale Asso
ciatie, Seminariestraat, open van s
morgens ten 9 ure tot s avonds ten
8 ure.
Er is ernstig spraak dat ons huidig Parle
ment, gekozen onder het stelsel der Even
redige Vertegenwoordiging, zich zal bezig
houden methet zoo dringend als moeilijk
vraagstuk'der legerhervorming.
f De heer Hymans, afgevaardigde van
Brussel, zal in het begin van den aanstaan
den zittijd voorstellen een extra-parlemen
taire kommissie te benoemen, bestaande uit
Kamerleden en officieren om den toestand
onzer landsverdediging te onderzoeken jen
een grondig bestudeerd [en bepaald plan
van legerhervorming voor te brengen.
Het is een onloochenbaar feit dat onder
ons demokratisch [regiem; van) algemeen
stemrecht de bestaande krijgsdienst niet
langer kan behouden blijven. De geest van
gelijkheid in vaderlandsche plichten ten
rechten, is in onze dagen zoo sterk gewor
den, zoo diep inj de gemoederen van de
massa gedrongen, dat niets den drang naar
verbeteringen zaljweerstaan.
Woeste en Corremans hebben wel hun
oud vermemeld stokpaardje het anti ■mili
tarism te berijden en de plaatsvervanging
een weldaad voor;? de [[mindere standen te
noemen. Hunne eigenbaatzuchtige kiesbere-
keningen zullen de vlag moeten strijken voor
den krachtigen eisch van de groote meerder
heid der natie.
En eer we eenige jaren ouder zijn, zullen
de zoontjes van familie kennis maken met
de kazerne. Die aanraking en samenleving
met de volksjongens zullen heilzaam op hen
werken. Zij zullen er de demokratie beter
leeren kennen en waardeeren en de wrijving
tusschen armen en rijken, brutale maar
angstvolle verschijning, zal er wellicht door
verzacht worden.
Heeft de legerhervorming kans om in de
huidige Kamer te gelukken? t Zou wat al te
gewaagd zijn daarop be vestigend ijL te ant
woorden. Maar er bestaat hoop, meer dan
ooit! De liberale fraktie is de kwestie toe
gedaan, vele socialisten zijn bereid hun steun
te schenken aan een degelijk voorstel van
krijgsdienstverbetering en zelfs tusschen de
klerikalen mag men op bijtreders rekenen.
Alles zal afhangen van den geest waarin
het ontwerp wordt opgevat. Geen algemee-
pe kazerneering, geen overdreven kontin-
genten en vooral een merkelijke verkorting
van den diensttijd zijn hoofdzaken.
Iedereen is overtuigd dat in de gegeven
omstandigheden Belgie een leger noodig
heeft. Een land verzekert zijne onafhanke
lijkheid en zijn eigen meesterschap niet met
aan zijne grenzen palen te planten met het
opschrift: Verboden ingang Maar ons
volk houdt niet van overdreven dingen.
't Ware te hoopen dat de onderzoekskom-
missie, indien ze mocht tot stand komen,
zich van die waarheid diep doordrong.
Goliath.
Er is, ten gevolge van een onlangs door
de socialistische partij genomen beslissing,
weer spraak het stemrecht voor de vrouwen
te eischen.
Het idee is geen nieuwigheid en vond
reeds hier en daar zijne toepassing. In zekere
Staten der Amerikaansche Unie, bijvoorbeeld
heeft de vrouw voor de aanduiding van mu
nicipale en gewestelijke raden, voor de aan
stelling van de openbare armbesturen en het
verkiezen van gerechterlijke magistraten,
haar recht vaD stemmen.
Als men zich op zuiver theoretisch terrein
plaatst, kan er trouwens geen enkel door
slaand argument aangevoerd worden tegen
de sociale en politieke gelijkheid der vrouw
met den man. De bewijsvoering dat de man
alleen geroepen is het vaderland te verdedi
gen en dit als eene politieke bevoorrechting
tegenover de vrouw wildoen gelden, houdt
geensteek. De vrouw die hinderen voort
brengt, zegt Bebel, bewijst de maatschap
pij minstens evenveel nut als de man die
tegen een roofzieken vijand zijn vader
land en zijn huis met zijn leven verde
digt.
Ook over het sprookje der mindere vat
baarheid voor intellektueele omwikkeling
der vrouw, is reeds lang recht gedaan. In
onze moderne maatschappij durft de vrouw
de moeilijkste studiën aan. Zij verkrijgt
soms, op schitterende wijze, haar diplomas
voor advokaat, dokter en andere liberale be
trekkingen. Nijverheid en handel bieden
haar tegenwoordig tal van ambten aan, die
zij doorgaans gewetensvol en met eer ver
vult. Wij herhalen het, op gebied van recht
is er tegen de staatkundige gelijkheid der
vrouw niets ernstigs in te brengen.
Maar zal land en volk, zullen onze be
staande instellingen er wel veel bij winnen
als men de vrouw ia onze politieke strijden
mengt? Zullen onze openbare zaken er beter
om gaan als België in stede van een miljoen
stemmers, er twee miljoen zal tellen?
Ons dunkens hangt de degelijkheid van
een kiezerskorps niet af van zijn min of meer
uitgebreid stemmental, maar van de politie
ke emancipatie der stemgerechtigden. En die
waarheid brengt ons tot de meening dat het
veel dringender en noodzakelijker ware de
mannen-kiezers, door toedoen van het ver
plicht onderwijs, eerst tot weldenkende en
bevoegde staatsburgers te ontwikkelen.
Wij betwijfelen het daarenboven of wij
onze levensgezellinnen wel een uitstekenden
dienst zouden bewijzen haar ter hulp te roe
pen in onze politieke verdeeldheden, met
hun nasleep van bitterheid en teleurstellin
gen, tot den kamp om het bewind, waarin
menigmaal zoovele belanglooze inzichten
met haat en naijver worden beloond.
Wat veel verkieslijker zijn zou dan der
vrouwen het stemrecht te geven en waartoe
de pogingen van allen die de maatschappij
willen verbeteren zouden moeten strekken
is de vrouw geheel aan den huiskring
verbinden. Men telt ze met duizenden en
nog duizenden, de moeders die in werkhui
zen of fabr ieken den dag moeten doorbren
gen om door vaak gevaarlijken arbeid, mede
te voorzien in het onderhoud van het gezin.
In zulke huishoudens moet, niettegenstaan
de de bestaande scholen, kindertuinen en
kribben, de opleiding der jeugd, zoo onder
lichamelijk als zedelijk oogpunt, veel te
wenschen laten.
Wij weten wel dat moeilijke ekonomische
vraagstukken met dien socialen toestand in
verband staan. Maar welke onschatbare
weldaad zou er aan de samenleving bewezen
zijn, indien de moeder uit de volksklas zich
geheel aan de haren kon wijden.
Een Fransche schrijver heeft ergens ge
zegd le chef d'oeuvre de la naturec'est
le coeur d'une mère. Inderdaad, haar
teeder en minzaam gemoed is de blijde koes
terende zonnestraal, die den familiekring
beschijnt en opwekt. Haar lieflijke zorgen
en goedhartige wenken en vermaningen zoo
heilzaam op het hart en den geest der kin
deren, honderdmaal meer dan dit 's meesters
lessen kunnen doen.
Indien men de vrouw moest laten kiezen
tusschen haar stemrecht en hare bestendige
aanwezigheid in het huis, met hoeveel geest
drift zou zij het laatste aannemen. Wat kan
haar een tusschenkomst in de regeling van
het staatshuishouden maken, wanneer zij
zelf een kleineren maar intiemeren kring
heeftin welks verzorging zij haar heele ziol
leggen kan
En als wij ons een oogenblik mogen plaat
sen op het standpunt der partijen zullen wij
het oordeel uiten dat der vrouwen stem
recht een gevaar zijn zou voor de vrijzinnige
gedachten. De vrouw is nog zeer vatbaar
voor godsdienstigen invloed, dit valt niet te
loochenen. Inbeelding en sentimentalism ma
ken haar nog steeds tot den sterksten steun
der kerk.
Hare bemoeing in de staatsaangelegen-
lieden zal dit verbeteren, 't Akkoord! Maar
in afwachting van die nog verre toekomst
zal ontzaglijk veel kwaads en verkeerds ge
sticht zijn, enkel om voldoening te schenken
aaneen grondbegin van gelijkheid.
Goliath.
Indien men in Frankrijk somtijds gekhe
den begaat met veel gedruis, gebeurt het dat
men er ook met klein gerucht zeer goede din
gen verricht.
't Is alzoo dat de minister van Oorlog er de
officieren komt te bemachtigen vrouwen zon
der bruidschat te huwen Dat ziet er mis
schien niets uit. 't Is nochtans eene groote
zaak, een geweldige slag gebracht aan het
vooroordeel dat van den militair een uitge
zonderd wezen maakt, dat somwijlen zulke
zonderlinge voorwaarden van houding aan
zijne begoocheling opdringt.
Men heeft misschien, sedert lang, niets
zoo stoutmoedig verricht om te toonen dat
een officier, alles wel ingezien, in Frankrijk
een mensch is gelijk een ander. Voor wie
een weing den militairen geest onzer gebu-
ren kent, is het aardig aan dezen die de uni
form dragen een recht te verleenen dat hen
gelijk stelt met het gemeene der stervelin
gen.
Zeker was de wet die de geregelde mili
taire bruidschat voorschreef wel eene der
buitengewoonste en der onzedelijkste schik
kingen die men kon uitdenken.
Wat! Ziedaar jongelingen aan wien de
Staat wetenschap, verstand, dapperheid,
eer eene zelfverloochening van alle oogen-
blikken vroeg, zonder van de natuurlijke ge
schiktheid te sprekenen het was niet alles!
Na ze gemeten, onderzocht, betast en ze on
derworpen te hebben aan eene lastige en
langdurige opvoeding, hij zei hun
Dit alles is niet genoeg. Het is noodig
dat gij, om mij te dienen, de neigingen uws
harten beteugelt Het is aan alle meerderja
rigen mensch of aan al wie de toestemming
van vader en moeder verkregen heeft, toege
laten te trouwen volgens zijn goeddunken.
Maar het is u niet toegelaten zulks te doen.
Neen al ware uwe welbeminde, de volmaakt
heid zelve. Voor u zal het huwelijk eerst
eene zaak, eene berekening zijn. Vooraleer
u smoorlijk verliefd te maken, zult gij moe
ten vragen naar de middelen, de bruidschat,
de verwachtingen, Gij zult uwe gemoedsbe
wegingen niet plaatsen beneden een inko
men van zooveel. Vooraleer u aan een jong
meisje te verklaren, zult gij, als 't u belieft
den geldzak moeten beloeren, 't Is noodzake
lijk ofwel ik stem niet toe.... Indien gij
niet zoeken wilt, of indien gij het voor
werp niet vindt dat uwe gevoelens met
mijn reglement doet overeenstemmen, trek
u uit den slag. Loop met de meisjes, zaai on
wettige kinderen of neem uwe toevlucht tot
het overspel. Ofwel geef uw ontslag
Wat nog zeldzamer is, 't is dat men zoo
lang eene begoocheling aan die slavernij
geëcht heeft, 't is dat men dezelfde verrecht-
vaardigd heeft door voorwaarden van waar
digheid, 't Is dat er eene soort van eigenlief
de bestaan heeft zich te laten huwen voor
geld.
't Is daaraan, dat men in Frankrijk een
einde gesteld heeft met den verplichtenden
bruidschat af te schaffen. Het voorbeeld is
belangrijk, komende van een land waar, ge
lijk in dit, de ijdele eer der epaulet bloeit
het is zonderling dat het daar is dat men ge
zien heeft dat het eene grootere eer is moeie-
lijk te leven in een eerlijk huishouden dan in
welstand in de meer of min bekoorlijke on
gedwongenheid van den ongehuwden staat.
De gerelende bruidschat, in Frankrijk af
geschaft, bestaat elders, in landen waar men
honderd koeren de aandacht gevestigd heeft
op de wanorden, het verdriet, de drama's
die hij na zich sleept, zonder te spreken van
de moeilijkheden waartoe hij aanleiding
geeft onder een godvruchtig en willekeurig
bestuur. Het is te hopen dat het niet meer
voor lang zijn zal, en dat de les van zedelijk
heid dóAr gegeven, in een land dat zich be
roemt aan de uniform groote eer te bewijzen,
aan het militair beroep al zijne waardigheid
te behouden, elders zal gevolgd worden.
Wij weten niet hoeveel geloof men mag
hechten aan het gerucht volgens hetwelk
M. Cousebant d'Alkemade zou geschikt zijn
bij ons den verplichtenden bruidschat af te
schaffen.
Maar in het regiment der grenadiers, is
er een jonge majoor die komt te trouwen uit
HET WEEKBLAD
4-