De kleine geheimen van het vatikaan
Een bloedige datum.
Bij het Standbeeld De Brayne
Ministerie van oorlog.
Leger.
STADSNIEUWS.
STAD YPER (Ypres).
Het legaat van M. Capron
en de Disch.
Sterfgeval.
loutere genegenheid en die waarschijnlijk
zeer ongelukkig zou geweest zijn indien inen
het hem had willen beletten.
Het was de kwestie van den bruidschat
niet die hem zou kunnen geprangd hebben
en de snelheid zijner vordering had hem toe
gelaten te wachlen van te trouwen tot hij
den graad bereikt had dat hij er zich niet
meer moest om bekommeren. Maar dat
doet er niets toe.
Die jongeling zal ongetwijfeld eens veel te
zeggen hebben in onze militaire zaken. Het
is toegelaten te hopen dat hij zich dan zijne
gevoelens van heden zal herinneren en dat,
indien de militaire bruidschat niet afgeschaft
is, hij zijnen invloed zal gebruiken om hem
te doen afschaffen zonder te vergeten aan
de jonge getrouwde officieren eene verbete
ring van toestand te verschaffen die hun toe
laat hun klein gezin zonder te veel moeite
op te brengen. (La Gazette.)
De Messager geeft een brief uit, welken
hij van een naamloozen ontvangen heeft
en waarin men verzekert dat de diefte die in
het Vatikaan bedreven werd moet toege
schreven worden aan vier inbrekers, in hun
ne diefte geholpen door twee pauzelijke gen
darmen.
Het roomsch dagblad voegt er bij dat,
volgens zekere geruchten die in het vati
kaan in omloop zijn, de diefte zou op touw
zijn gesteld geweest zijn door eene per-
sonaadje van het pauzelijk Hof, welke den
dief zou opgesloten hebben in de kamer waar
de brandkast zich bevond.
Wij lezen in le petit Bleu van 6 October:
Het geval Béthu:.e door de kristene de-
mokraten beoordeeld.
Ziehier hoe de Volkseeuworgaan van
priester Daens het geval van M. Béthune be
spreekt.
Wij vernemen uit goede bron dat in het
begin van den aanstaanden parlementairen
zittijd, de minister van justitie zal onder
vraagd worden op de beteek mis van het ar
tikel 193 van ons strafwetboek, welk, vol
gens het vonnis van Int beroepshof, niet
toepasselijk is aan schepen Béthune. Men
zal daarenboven een wetsontwerp neerleg
gen om de vrijwillige misslagen, 't is
te zeggen de schurkerijen, het kiesbedrog
en de schrifivervalschingen te beteugelen
die bedreven zijn door de burgemeesters en
schepenen?
Eene goede zuivering, mijnheeren kamer
leien, is hoogst noodig!
De eenjarige Transv. moorderijen.
Het was zaturdag 6 October juist d jaar
geleden dat de oorlog bij ons broedervolk in
Zuid-Afrika losbarste.
Engeland stuurde duizende en duizende
soldaten naar de grenzen van Oranje-Vrij
staat met het doel deze republiek en de
Transvaal in te palmen.
I)e beide broeder-republieken lieten zich
niei zonder verdediging in de engelsche klau-
woo vallen en verzetten zich tegen de in-
palmers.
Gedurende een volle jaar werden er stroo-
men bloeds vergooten, geplunderd, gebrand
en gemoord opdat het bandietenland Enge
land de goud-zilver en diamantmijnen, zoude
kunnen bezitten.
De trio Chamberlain- Rhodes- Jameson
moest zijn bloedig zwaard en de toorts der
vernieling over Afrika zwaaien.
Wat al schuldelooze wezens, wat al onge
lukkige slachtoffers werden niet geofferd I...
En zeggen dat er geen een mogendheid
zich opofferden om onze medebroeders te
helpen, terwijl voor China duizende gereed
•waren om de chineesche te bevechten.
Vloek over die moordenaars, die het braaf
ste, eerlijkste en edelmoedigste volk der
aarde poogt to verdelgen en uit te roeien.
te Blankenberghe.
Ik groete U, diep ontroerd, De Bruyne!
Ik groete U, koene Zoon der duine,
Die hier ter zij van Lippens staat,
Vereeuwigd voor uw' heldendaad 1
Uw somber aanblik baart ontroering,
En brengt mijn' ziele tot vervoering
Een ijslik drama, bloed en moord
Vervoert mij op Lomami's boord.
Uw grootsch gebaar tot uwe vrienden,
Dat Gij uw Lippens moest gaan vinden,
Als U de vrijheid werd geboón,
Is waardig van een Vlaamschen Zoon 1
Niets rijst subliemer uit de tijden.
Dan 't stoïsch heengaan naar uw lijden,
De stemme aanhoorend van den Plicht,
Door diepe trouwheid voorgelicht I
En, als Gij Lippens weêr mocht vilden,
En dan uw ramplot nauw verbinden,
O I hoe was U die stonde zoet,
Beschenen door den heldengloed
Helaas 1 verraden moest Gij sterven,
En saam de heldenkroon verwerven,
Die Belgenland u schenken zou
In eedle fierheid, doch vol rouw
En samen rijst Gij op de Duine,
O Helden Lippens en De Bruyne I
't Beschavingsvaandel in de hand,
Ter eer van stede en vaderland
Door de eeuwen, bij 't geruisch der baren,
Herkomen hier de wereldscharen,
En brengen U hun huldegroet
Herhalend uwe trouw en moed I
23 September 1900. P.-P. Denys
LEOPOLD II, KoniDg der Belgen,
Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden,
Heil.
Willende, door daden van genade, de in
zegening van het huwelijk van Onzen wel
beminden Neef Z. K. H. de Prins Albrecht
van België bevestigen
Gezien artikel 73 der Grondwet;
Op voorstel van Onzen Minister van Oorlig,
Wij hebben besloten en Wij besluiten
Art. i. Kwijtschelding wordt vergund van
alle hoofdstraf tot gevangenzitting de drie
maanden niet te boven gaande, van alle
boete de vijf honderd frank niet te boven
gaande voor zooveel de betaling ervan
niet gedaan is geweest en van de vervan
gende straf, uitgesproken door de militaire
rechtbanken, ten laste van militairen, hetzij
gezamenlijk, hetzij afzonderlijk, vóór 2 Oc
tober 1900.
Art. 2. Dezelfde kwijtscheldingen worden
vergund voor alle straffen teruggebracht op
het bedrag bepaald bij artikel 1, krachtens
aan denzelfden datum voorafgaande beslui
ten van genade.
Worden insgelijks kwijtgescholden, de
boeten boven de vijf honderd frank voor
zooveel de betaling ervan niet gedaan is ge
weest waarin straffen tot gevangenzit
ting, gezamenlijk de drie maanden niet te
boven gaande, ten geheele of ten deele, zou
den veranderd geweest zijn.
Art. 3. Worden nog kwijtgescholden, de
straffen tot gevangenzitting de zes maanden
niet te boven gaande, of tot boete de duizend
frank niet te boven gaande, welke zouden
uitgesproken geweest zijn door de militaire
rechtbanken tegen de militairen die vroeger
geene lijfstraffelijke, boetstraffelijke of po
litie- veroordeeling ondergaan hebben.
Art. 4. In geval van samenvoeging der
straffen, hetzij tot gevangenzitting, hetzij tot
boete, ondergaan uit hoofde van verscheide
ne strafbare feiten, zullen de door hetzelfde
arrest of veroordeeling vereeüigde straffen,
voor de toepassing van liet tegenwoordig be
sluit, worden aanzien als eene eenige straf
uitmakende.
Art. 5. Er wordt ook kwijtschelding ver
leend van het overblijvend gedeelte, op 2
October 1900, de drie maanden niet te boven
gaande
1° Van alle hoofdstraf tot gevangzitting
2° Van alle loopande vervangende gevangen-
zitting,
Art 0. Voorafgaande beschikkingen zijn
niet van toepassing
AOp de militairen veroordeeld tot de mi
litaire afstraffing;
B. Op de mannen uit hot leger weggezon
den, krachtens artikelen 25 of 31 van het
tuchtreglement;
C. Op de veroordeelden gevlucht of ver
borgen op het oogenblik van de bekendma
king van het tegonwoordig besluit, noch aan
deze op welke artikelen 54 en 57 van het
Strafwetboek, aangaande de herhaling van
misdrijven, zijn toegepast geworden.
Art. 7. Kwijtschelding wordt vergund aan
de militairen thans ingelijfd bij eene boet-
compagnie, van aide straffen welke eindigen
vóór 1 Februari 1901.
Art. 8. Er wordt vergund:
1° Aan de ingelijfden bij eene boetcompa-
gnie, der klas van betooning, wier straf
slechts na 1 Februari 1901 eindigt, eene ver
mindering van straf van de helft van den tijd
welken zij nog in hechtenis moeten over
brengen
2° Aan de ingelijfden bij eene boetcompa-
gnie der proefkas, eene vermindering van
straf van het vierde van denzelfden tijd
3° Aan de militairen tot eene boetstraffe
lijke inlijving veroordeeld, en die nog niet bij
de boetcompagniën overgevoerd zijn, eene
vermindering van het vierde van denzelfden
tijd.
Art. 9. Elk onderdeel van ééne maand
heeft eene vermindering van eene volle
maand voor gevolg.
Art. 10. Onze Minister is belast met de
uitvoering van het tegenwoordig besluit.
Gegeven te Laeken, den 1" October 1900
LEOPOLD.
Van 's Konings wege:
De Minister van Oorlog,
A. Cousebant d'Alkemade.
Uittrek uit het verslag der zittingen van
den Gemeenteraad van Yper, van den 29
September 1900.
De Gemeenteraad,
Geboord het verslag, door M. den Burge
meester-Voorzitter in name van het Schepen
Collegie gedaan, aangaande de vlaamsche
benaming der gemeente, waaruit blijkt dat
deze benaming thans op tien verschillige
wijzen geschreven wordt
Overwegende dat het behoort dezen staat
van zaken te doen ophouden en, te dien
einde, eene enkele vlaamsche benaming aan
te nemen, zooals er eene enkele fransche
benaming bestaat
Overwegende dat, naar de woordafleiding
en de oude beteekening, de benaming YPER
als de nau wkeurigste moet aanzien zijndat,
overigens, deze benaming alléén gebruikt
wordt in de gewone taal der streek
Besluit
Het woord Yper (met grieksche i, Yper)
wordt alléén als wettelijke vlaamsche be
naming der gemeente aangenomen.
Het Collegie is gelast deze beslissing aan
de hoogere overheid bekend te maken en
hot gebruik dezer benaming vóór te schrij
ven in de besturen en gestichten van de ge
meente afhangende.
Het publiek, alsook de besturen of corni-
teiten welke met het gemeentebestuur in
briefwisseling komen, zullen verzocht wor
den geene andere vlaamsche benaming te
gebruiken dan deze wdke als enkel wettige
komt aangenomen le worden.
Voor gelijkvormig afschrift
De Burgemeester en Schepenen,
R. COLAERT.
De Secretaris,
M. GO RRISSEN.
Bij zijn testament heeft wijlen M. Jules
Capron aan het weldadigheidsbureel van
Yperen, gifte gedaan van al zijne hofsteden,
vette weiden, meerschen en bosschen, onder
uitdrukkelijk last dat de zuivere opbrengst
dier onroerende goederen, telken jare en
ten eeuwige dage, door het armbestuur uit
gegeven worde in deelingen van broodeD,
kolen, beddegoederen en kleederen, aan al
de armen door den Disch ondersteund, in
geschreven zoo wel op de voor- als op de
achterlijsten. Hij heeft daarbij den wensch
uitgedrukt dat al de bakkers, kolenverkoo-
pers en winkeliers der stad, hun deel heb-
bin in het leveren dezer voorwerpen, on-
aangezien hunne politieke of godsdienstige
overtuiging.
De edelmoedige gever heeft nog bedongen
dat, zoo, naar het voorbeeld van andere
gemeenten, het weldadigheidsbureel van
Yperen werkmanswoningen stichtte, een
deel van de zuivere opbrengst, der gegevene
goedereD, ook zou kunnen gebruikt worden
tot dat uitnemend zedelijk doel.
Om te voldoen aan deze laatste wilbe-
schikking heeft het Bestuur van Weldadig
heid aan den gemeenteraad de aanvraag ge
daan om eene som van 5200 fr. te mogen
gebruiken tot aankoop van 200 actiën of
aandeelen van 26 frs. ieder in de samen
werkende maatschappij Eigen Heird om
werkmanswoningen te bouwen.
Deze zaak werd in de laatste zitting van
onzen stadsraad te berde gebracht. Eene
woordenwisseling greep daarover plaats tus-
schen twee meesters: Colaert en D'Huvet-
tere. De eerste vroeg dat in de beraadsla
ging van den Disch gebracht werde dat er
inschrijving zou worden genomen op de te
bouwen werkmanswoningen tot waarborg
van de 5200 frs.; De tweede beweerde dat
zulks niet mogelijk was en wilde er iets
anders bijvoegen maar M. Colaert verklaar
de dat den draai dien hij aan zijn voorstel
gaf onverstaanbaar was en weigerde zulks
in te schrijven. Wat mag dat toch wezen?
Heeft M. Colaert misschien geen vertrou
wen in Eigen Heird of zijn de actiën van
deze maatschappij van weinig of geen waar
de dat hij boven dezelve nog hypotheek doet
nemen op de te maken huizen?...
Dit schijnt ons zeer duister. In afwach
ting dat de verwarde bespreking van de
zaak klaar getrokken worde of dat er vol
doenden uitleg gegeven worde die ten min
ste verstaanbaar is, veroorloven w-j ons
nogmaals, bij deze gelegenheid, te vragen
wanneer onze politieke dischmeesters, eer
lijk en oprechtelijk zullen voldoen aan den
wil van M. Capron aangaande de leverin
gen. Deze worden bij voortduring op de
partijdigste wijze gedaan en ten voordeele
van hunne politieke aanhangers. Al wat li
beraal is, of de kleriKale partij niet wil
bijtreden of weigert deel te maken van het
Volkshuis, wordt onmeedoogend van alle
werk en levering beroofd. Is dit treffelijk
alzoo den uitersten wil van M. Capron te mis
kennen
Wij raden dus aan al de bakkers, kolen-
verkoopers, winkeliers, schoen- en kleer
makers die hun aandeel niet hebben in de
leveringen van den disch of daar uitgesloten
worden, eene klacht aan de hoogere over
heid in te dienen, cn te vragen dat er hun
recht gedaan worde.
WIJLEN MIJNHEER
Jules KILHDOXK.
Vrijdag, 5 October, had, te midden een
grooten toeloop van vrienden, de begraving
plaats van M. Jules Kilsdonk, oud leeraar
van het afgeschafte stadscollegie dezer stad.
Geboren te Yperen in 1830, had de be
treurde overledene zich vroegtijdig aange
trokken gevoeld tot de letterkundige en wijg-
geerige studiën en de zaken van 't onderwijs.
Na goede voorbereidingen in bovengemeld
collegie, trad hij in de Hoogeschool van
Gent, waar hij spoedig zijne diploma's won
van kandidaat en doctor in wijsbegeerte en
letteren. Hij kwam alsdan naar zijne ge
boorteplaats terug en liet zich hechten aan
het gesticht waar hij zijn eerste onderwijs
genoten en zijne humanoria gedaan had. Hij
bracht er geheel zijne loopbaan door, van af
zijne kindsheid tot op het oogenblik van zijn
pensioen, ofschoon hij meermaals de gele
genheid had op eene voordeelige wijze be
vorderd te zijn in andere gestichten.
Uitmuntende leeraar, hij beminde zijne
leerlingen en was er ook grootelijks van be
mind. En geheel dankbaar geslacht heeft
zijne geleerde lessen bijgewoond, en kan over
de verdiensten van den jongen meester ge
tuigen.
Vlijtige werker; zedig in zjjne neigingen
on in zijne gewoonten; gepast en "waardig
in zijn gedraggematigd in zijne denkwijze;
a
g» ilrfggXv O»
Lomami is de rivier, waar Henri De Bruyne zich kon vrij
maken en weigerde om, in zijne onzekerheid, zijn Luitenant
Lippen 3 op te zoeken.
Gedaan te Yper, den 29 September 1900.
0