Gelijk te Aalst.
De genade, politiek werktuig.
Aan onze Volksvertegenwoordigers.
Schrikkelijke Botsing.
STADSNIEUWS.
Nieuwe buurtspoorwegen.
wattenmakers dat hij eerst moet ver
gaan zijn van den grooten honger!
Ik zou willen weten waar men (voor
al op den buiten) werkmenschen op
den leeftijd van 65 jaar zou vinden
die in weelde verkeeren.
Komt eens met mij, klerikale wet-
heeren, ik die reeds 27 jaar in het
beheer van den disch ben, wij zullen
dan ten naasten winter ne keer eene
ronde doen op den buiten. Ik zal u de
volksellende en den nood laten zien
in al hunne wezenlijkheid.
Het is oprecht schandalig zulks in
eene wet te durven bepalen. Aan
gaande den ouderdom, veronderstel
len wij dat Pieter 65 jaar zal zijn,
maar Lodewijk, die 64 jaar en 11
maanden is, krijgt niets, en wil hij
later wat krijgen, hij moet beginnen
storten. Van waar moet hij het ha
len om te storten? Moet hij het uit de
wolken grijpen? Arme werkslaven
de klerikalen willen u slechts 17 cen
tiemen daags toewerpen als gij op
den boord van het graf zit gelijk een
verdroogd stuk brood dat men smijt
naar een hond die uitgehongerd is
Gij die uw leven, uw zweet en uwen
arbeid ten offer gebracht hebt, om
's lands schatkiste te vullen, en om
gansch de samenleving te onderhou
den, klerikale creaturen komen en
grijpen grof en groot er uit en gij die
opgevuld hebt, gij krijgt er niets uit,
de vrucht van uwen arbeid en uw
zweet ziet gij verteeren door anderen
en eindelijk bezwijkt gij van armoe
de en gebrek.
De klerikalen of de zoogenoemde
vrienden van den werkman, laat ons
maar vlak af zeggen de vijanden, zij
hebben den ouderdom bepaald op 65
jaar. Hewel, ik heb de rekeningen
nagezien van den disch van verschei
dene jaren, en ik vind daar dat er
meer doodkisten geleverd geweest
zijn de jaren dooreen voor menschen
beneden de 65 jaar dan er boven en
het scheelt nog al wat. Ik heb ook in
dezelfde rekeningen gevonden, dat er
alle jaren breukbanden geleverd ge
weest zijn voor ongelukkigendie door
den paardenarbeid die zij moeten
verrichten breuken krijgen; Ik heb
een jaar geweten van negen. Vele
werkmenschen die grooten arbeid
doen zijn kapot gewrocht op den
ouderdom van 55 jaar. Ik moet het
nergens gaan vragen, ik zie het wel
genoeg op de dlschlijsten, dat is het
leven van onze arme zwoegers. Ik
peis dat ik wel gelijk heb als ik zeg:
dat zij die 65 jaar bereiken op den
boord van hun graf zitten, zwart van
armoede en uitgemergd gelijk een
geraamte.
En terwijl zij bezig zijn met in het
graf te zinken, men werpt hen 17
centiemen toe voor reispenning; het
«s monsterachtig! Arme zwoegers,
gij hebt niet veel meer te benijden
aan de barbaarsche tijden der mid
deleeuwen, als wanneer de rijke land
en slotvoogden hunne arme slaven
den kop deden inslaan of in eenen
kerker staken, in het donker, waar
zij moesten vergaan van honger en
dorst, als zij stijf en strem waren en
niet meer konden werken! Was het
om zulke schandelijke voorstellen te
doen, dat er zoo een groot congres
moest gehouden worden te Rousse-
lare, waar geheel Vlaanderen verte
genwoordigd was bijzonderlijk door
priesters en klerikale kopstukken en
waarvan M. de deken van Kortrijk
en M. de Minister van arbeid de voor
zitters waren Ilaklerikale wethee-
ren, gij kent de stoffelijke ellende
niet van den buiten.
Zoo dan, arme zwoegers, gij ver
staat het: indien gij de 65 jaar kunt
bereiken met 1 Januari, gij zult 65
frank 's jaars krijgen, dat is 17 cen
tiemen en half per dag; gij zult daar
mee 14 dagen uw zout kunnen koo*
pen. Daarvoor moet gij niet storten,
neen, maar gij moet kunnen bewijzen
dat gij gaat vergaan van den hon
ger, dat gij niets anders te eten hebt
dan droog brood en patatteschellen.
Die klerikalen zullen komen zien of
er geen gebraden kiekens in uwe
schapraai staan. En gij, werkmen
schen, die geen 65 jaar zult zijn met
den 1 Januari, die maar 40, 50, 55
of 60 jaar zijt, gij krijgt nooit iets als
gij niet kunt storten. En dat kunt gij
meest allen niet, want gij hebt nog te
weinig om te leven. Velen onder u
moeten het hebben van den disch, en
als gij het van daar krijgt, ten is niet
om aan een ander te geven.
Werkmenschen, als het nog ne
keer kiezing is, schopt er uw voeten
door, kiest de liberalen, zij vragen
voor u een frank daags en dat op een
veel minderen ouderdom. Dat is an
dere thé niet waar
Ingezonden door een vriend
van de werkmenschen.
De Echo de Courtrai schreeuwt als ver
moord ter oorzaak van ons artikel van 30
September, betrekkelijk het clericaal schan
daal waarvan onze stad het tooneel geweest
is.
Onze confrater bevestigt dat in het Gilde-
blad de bestuurders der Gilde van ambach
ten protest aanteekenen en beweeren dat
niets laakbaar in hun genootschap is gebeurd.
Waarom die protestatie?
Het is niet noodig zooveel lawijt te maken;
want, wij vragen ons te vergeefs of waarin
en hoe het komiteit der Gilde van A mbach-
ten kon denken dat zij bedoeld is.
Geen enkel woord van ons artikel be
machtigt de leden der Gilde te beweeren dat
het van hen is dat er.kwestie is in de geruch
ten die ter stede in omloop zijn, geruchten
die wij verplicht waren te doen kennen.
De Echo de Courtrai is verdwaald geloo-
pen op een valsch spoor. Het is de eerste keer
niet dat haar zulks gebeurthare misslagen
zijn niet meer te tellen.
L'avenir de Courtrai, 14 October 1900.)
De partij van bedrog, oinkooping en slem
perij is overal dezelfde.
Niet tevreden met de kiezerslijsten te
vorvalschen ten voordeele hunner landge-
nooten, ootmoedige knechten der geestelijk
heid, de klerikalen roepen fransche kaloten
ter hulp. 't Is alzöo dat in eene gemeente
van ons arrondissement, niet verre van de
Leie, een Franschman ingeschreven is
op de kiezerslijst. De verdedigers van den
godsdienst hebben hem zelfs 3 stemmen
toegekend voor de algemeene en provinciale
kiezingen en 3 stemmen voor de ge-
meentekiezing.
Verbergt u, zeuraarsü!
Iedereen weet dat in tijd van kiezing, de
klerikale afgevaardigden hunne propaganda
maken met gouvernementeele gunsten te be-
lovan. Maar weet men dat de pastoors een
ander stelsel van politieke propaganda heb
ben iogericht voor kwijtschelding van straf
fen?
Onze liberale confrater, le Journal de
Gandkomt over dit onderwerp een zeld
zaam document uit te geven, eenen brief ge
richt tot den minister van Justitie, en waar
in de onderteekenaar, een pastoor eener ge
meente der Vlaanderen, de kwijtschelding
eener straf vraagt voor de volgende redens
a) Indien de gunsteling van den pastoor
zijne genade bekomt, zal hij niet nalaten zich
in te lijven in het leger der antisocialisten,
en hij {zal den rug keeren aan de geuzen
b) Indien de minister zijne inzichten bij
treedt, zullen de kalanten van twee uren in
't ronde naar de pastoorij stroomen, en zullen
het leger der mannen van orde versterken
c)De minister heeft reeds verscheidene
keeren dergelijk smeekschrift willen in aan
merking nemen.
Ziedaar waar wij gekomen zijn
[Le Petil bleu, zaterdag 17 October 1900.)
Volgaarne nemen wij dezen artikel op,
verschenen in het Drukkersblad van Roe-
selare, omdat hij niets dan waarheid bevat.
Wanneer wij rondom ons zien, dan
moeten wij bestatigen dat vele, zeer vele
verbeteringen worden betracht voor den
werkersstand. Maatschappijen van onder-
lingen Bijstand, Lijfreut- en Pensioenkas
sen, wetten op het Arbeidskontrakt, enz.,
zijn zooveel zaken die wij toejuichen en
goedkeuren, en de pers in 't algemeen sluit
zich bij die wetten en voorstellen aan, om
dat zij moeten medehelpen om rust en voor
spoed in het land te brengen.
Op het terrein der maatschappelijke wer
ken in 't voordeel van den werkman keuren
wij den Wetgever ten volle goed, maar
droevig is't om bestatigen, hoe die zelfde
Wetgever zich weinig bekommert om de
belangen van den middenstand, van de Bur
gerij, die maar al te dikwijls op den achter
grond worden geschoven of heel en al wor
den verwaarloosd.
Waaraan de onverschilligheid toeschrij
ven waarmede de Burgerij wordt bejegend?
Misschien aan de goedzakkigheid der Bur
gerij zelve, die maar altijd gedwee het
hoofd buigt voor al wat van hooger hand
komt, die niet durft spreken, uit vrees van
de grooten te misdoen, en verkiest zelve het
slachtoffer te zijn der grootste misbruiken,
liever dan die misbruiken aan te klagen.
Zoo kan en zoo mag het niet blijven duren.
En onder die misbruiken is de cumul
d'emplois (1) wel een der schandaligste. In
onze voorgaande nummers reeds kwamen
wij tegen het schreeuwende onrecht op, dat
aau openbare ambtenaars toelaat handel te
drijven of nering te doen, en op dit kapittel
komen wij nogmaals terug, omdat wij meer
dan overtuigd zijn dat daar een der meeste
grieven van de Burgerij is gelegen.
Beziet onze landsche gemeentenbijna
geene plaatsen worden nog gevonden of de
sekretaris is winkelier, agent van assuran
tie of toeziener van goedsoms is hij het
eene en het anderede onderwijzer (2) speelt
drukker-boekhandelaar, en altijd leven die
mannen ten koste hunner medeburgers,
aan wien zij, dank den invloed hunner func
tie, de klanten onttrekken. Deurwaarders,
griffiers van vredegerechten en anderen vol
gen hun voorbeeld, en vragen en bekomen
de toelating, 't zij om handel te drijven, 't
zij om eenen stiel uit te oefenen. Zoo komt
het dat de Burgerij eene doodende concur-
rencie wordt aangedaan door dezen die zij
helpt betalen.
Klagen durft de eenvoudige neringdoener
niet; trouwens sekretaris, onderwijzer en
deurwaarder zijn al heele personnagen op
eene gemeente, en 't zou aan dien winkelier
duur te staan komen, die her wagen zou zijn
gedacht vlakaf te zeggen.
Wisten deze die dergelijke bemachtigin
gen verleenen, welk groot kwaad zij doen
aan vele burgers, gewis zouden zij niet zoo
toegevend zijn; maar zoo gaat het: de aan
vragen zijn ondersteund door eenen invloed
hebbenden persoon, bewezen politieke dien
sten moeten beloond worden, (o die hatelijke
politiek), en zonder verder onderzoek, zon
der de belanghebbenden te raadplegen,
wordt de toelating gegeven. En daar geene
redens bestaan om aan den eenen te weige
ren wat men aan den anderen geeft, zoo
komt het dat wij, burgers, tegenover ons
een gansch leger vetbetaalde bedienden heb-
beDdie ons het werk en het bestaan afnemen
Wij zeggen vetbetaalde bedienden, want
belet het wel, 't is altijd dezelfde categorie
van personen die bevoordeeligd wordt, en
't bewijs dat zij goed kunnen bestaan ligt
hierin, dat zij fortuin genoeg bezitten om
overgroote winkels op te vullen met aller
hande koopwaren en dus verre zijn van te
moeten beklaagd worden. Wel integendeel
Op sommige gemeenten is de winkel van
den sekretaris een echte bazar
Welk verschil met de nederige veldwach-
ter b. v. Voor hem is men onverbiddelijk,
en hij moet maar zien toe te komen met
zijne jaarwedde.
Waarom twee maten en twee gewichten
Altijd zeker is 't onloochenbaar dat de
cumul d'emploi een schreeuwend onrecht
daarstelt en dat het meer dan noodig is dat
hierop de ernstige aandacht getrokken wor
de der bevoegde overheid. Wij rekenen op
onze Volksvertegenwoordigers, wien wij
dit artikel opdragen, en vragen hen de zaak
voor oogen te leggen tor Kamer.
Wij vragen niet veel: geene rijke hulp
gelden, geen pensioengeld, geene onderschei
dingen noch eereteekenswij wenschenen-
kei de loyale toepassing van vroeger ver
schenen ministerieele omzendbrieven betrek
kelijk die zaakdat men er stipt aan houde
dat aan al wie een openbaar ambt bekleedt,
streng verbod worde gegeven handel te drij
ven of nering te doen op straffe van afzetting
en dat het voor goed gedaan zij met de
sekretarissen-winkeliers, griffiers-drukkers,
onderwijzers-boekhandelaars, enz.
Dat onze volksvertegenwoordigers de
zaak behartigen: zij zullen den dank ver
dienen niet alleen van ons, drukkers en
boekhandelaars maar van gansch de Bur
gerij. SlNJOOR.
tusschen twee treinen op de linie Brussel-Luik.
Een machinist en een stoker gevaar
lijk gekwetst. Een treinwach
ter verdwenen. Het verkeer
onderbroken.
Vrijdagavond had er eene geweldige bot
sing plaats tusschen twee koopwarentreinen
nabij de statie van Remicourt, op de linie
van Brussel naar Luik.
Rond 5 ure van den avond, manoeuvreer
de er te Remicourt een koopwarentrein ko
mend van Verviers.
Ten gevolge van eene verkeerde beweging
der wisselnaad, reed er de koopwarentrein
nr 6962, [komende van Antwerpen, samen
gesteld uit een 30 tal waggons en voor een
groot gedeelte geladen met petrool, vlak op.
Al de statiën tusschen Luik en Brussel
werden verwittigd en geen enkele trein
vertrok nog.
De treinwachter van den manoeuvreeren
den trein werd nergens teruggevonden. Men
dacht zijn lijk te ontdekken tusschen de
puinen, doch dit is zoo nietgeweest.
Men onderstelt dat hij bij den schok ver
wilderd, half zinneloos door de velden is ge
vlucht, wie weet tot waar.
In de laatste zitting van onzen gemeente
raad, zijn er twee ontwerpenvanjtramlijnen
medegedeeld geweest voor welke men de
menschelijke tusschenkomst van onze stad
zal vragen
De eene lijn zou gaan van Yperen naar
Dickebusch, de Klijte, ReninghelstJ Locre
en Belle, met of zonder vertakking op Pope-
ringhe.
De andere zou leiden van Yperen, de Klijte
Locre, Belle, met eene'; tweede lijn van Po-
peringhe naar Kemmel, langs Reninghelst
maar voor welke de bijdragen de kapitalen
zou vereenigd zijn.
Hoeven wij het te zeggen dat dit laatste ont
werp voor ons zeer slecht is en de politieke
inzichten van onze meesters verraadt|?
Ook heeft M. D'huvettere,',het eenig raads
lid dat spreken durft en in de zaak klaar ziet,
beweerd dat de lijn van Poperinghe-Kemmel
zeer nadeelig zou wezen voor de belangen
onzer stad. Wij zouden, heeft hij er bij ge
voegd, al het voordeel dat wij zouden kun
nen trekken uit het leggen van een tram van
Yperen naar Belle daardoor verliezen. Het
vervoer ware ten grootsten deele afgeleid ten
voordeele van Poperinghe.
Eene verwarde woordenwisseling greep
over deze ontwerpen plaats. Al de raadsleden
spraken onder een.
Om hun gebabbel te doen eindigen stelde
M. Golaert voor, de twee ontwerpen in eene
toekomende vergadering nader te onderzoe
ken. Hij raadde hun intusschentijd aan deze
zaak te bestudeeren, ten einde eene beslissing
te kunnen nemen die men zou laten kennen
(lj Wij vonden geen gepast vlaamsch. woord.
(2) Hoe verstaan zulke onderwijzers hunne
ambtsplichten.
A
Een machinist en een stoker werden ge
vaarlijk gekwetst.