Is dat Comedie? Het werk der liberale drukpers. Het post-hotel. De werkman's vriend. Examen. Jubelfeest. Fransch theater. LE CHAPERON Le Commissaire est bon enfant Ylaamsche Ster. Marie-Anna of de vrouw uit de volksklas. Sterfgeval. De Iepersche Vliegers aan de commissie der afgevaardigden der be langhebbende gemeenten. Wij vragen ons af boe M. Colaert zich in deze omstandigheid zal gedragen? Zal hij, du hij Burgemeester van Yperen geworden zijn de en in die hoedanigheid vet betaald is, rechtzinnig onze intresten verdedigen of wel zal hij als Popering naar, zijne geboortestad in den duik voorstaan? Dat is de kwestie. Hij moet ons zulks niet ten kwade duiden, want wij herinneren ons nog dat over twee jaar, M. Surmor.t onbe schaamd aan onzen gemeenteraad eene hulp som dièrf, voorstellen tot het leggen van een tram van Poperinghe naar Dixmude langs Oostvleteren. Dit was in plaats van een rechtstreekschen ijzer weg van Yperen naar Dixmude die sedert menige jaren door de koophandelkringen dezer beide steden ge vraagd wordt, en waarvan, zegde hij, de mi nister niet wilde. Onnoodig te zeggen dat zulk een tram het vervoer naar Yperen groo- telijks moest aftrekken en onze markt bena- deeligen. Niettegenstaande dat dit uitzinnig ontwerp hevige tegenkantingen ontmoette in onzen klerikalen gemeenteraad zelve, M. Surmont en Colaert die zich, zooals men weet, zeer •wel verstonden om de Yperlingen in den zak te steken, verdedigden de lijn van Poperinghe naar Dixmude, hetgeen veel opspraak, zoo wel onder de katholieken als onder de libera len, in onze stal verwekte. Besluiten wij dus met te zeggen dat uit de beide ontwerpen van den buurtspoorweg Yperen-Belle, de vertakking op Poperinghe moet weggelaten worden zoo niet de plicht van onzen gemeenteraad is te weigeren er voor een aandeel tusschen te komen. De tweede lijn van Poperinghe naar Kem- mel moeten wij ons niet aantrekken. Pope ringhe en de andere gemeenten langs waar deze lijn zou doortrekken moeten alleen daartoe geldelijke bijdragen stemmen aange zien zij er uitsluitelijk de voordeele nvan zullen genieten. Dus opgepast Yperlingen 1 dat men ons geld niet gebruike tot het leggen van eenen tramweg die, zooals M. D'huvettere zeer wel zegt, ons zeer nadeelig moet wezen, en voor al dat onze meesters deze ontwerpen niet be spreken in geheime zitting zooals M. Sur mont in 1897 gedaan heeft tegenstrijdig aan de gemeente wet. Wij bidden vuriglijk al onze vrienden wel te willen zoo goed zijn, na lezing, de twee weekbladenLe Progrès en Het Weekblad in de bussen te steken die berustende zijn bij MM. Amand D'Hayer, in de Ville de Thou- rout, lange Thouroutstraat 2Auguste Riem in het Zilveren hoofd, Rijselstraat, 55Ar thur Salomé, Klein Yper, Dixmudestraat, 49; Philippe Willems, Bronzen hoofd, Rij selstraat, 75. Die weekbladen zullen in ons arrondisse ment gezonden worden door de zorgen der liberale Jonge Wacht. Het Journal d'Ypres meldt dat het ver nomen heeft dat den 13 November toeko mende er overgegaan zal worden tot de aan besteding der werken betrekkelijk het her stellen en toepassen van het gebouw in de Rijselstraat, (bij volksoverlevering oneigent- lijk genaamd Tempeliershuis), om als post kantoor te dienen. Dit werk is voorwaar lang genoeg uitge steld geweest. Het was in Juni 1897 dat de Staat dit huis en de gewezen brouwerij aan de kinderen van wijlen den heer Froidure-Bonduelle kocht met het inzicht aldaar de brieven post en de spaar- en lijfrentkassen op een behoorlijken voet in te richten. Tot hiertoe heeft het gouvernement zich bepaald bij het herbouwen, over ruim twee jaar, van eenen scheidmuur en het timme ren vóór den ouderwetschen gevel van eene zware stelling die verscheidene duizende franks gekost heeft en die het voorland be lemmert tot groot misnoegen der voorbij gangers. Vermits de stad, volgens het schijnt, thans een werkzame archiefbewaarder heeft, zou deze niet kunnen onderzoeken tot wat voor meld gebouw in vroegere eeuwen gedien^ heeft en wanneer of waarom men daaraaa den naam van Tempeliershuis heeft ge geven Volgens ons is hetzelve nooit bewoond geweest door de Tempeliers, vermits deze hun klooster buiten de stad hadden en dat het huis in de Rijselstraat zeer lange jaren na de afschaffing van hun orde moet gebou wen zijn goweest. M. Alph. Vandenpeereboom, die zooveel bijgedragen heeft ter opheldering der ge schiedenis van Yperen, meent dat dit ge bouw, in zijnen oorsprong, moet gediend hebben als leèrhalle Er valt te bemerken dat in verscheidene wijken der stad, huizen bestonden in den zelfden bouwtrant der Halle, onder andere, twee in het begin der Boterstraat, die wij hebben zien afbreken. Mogelijk waren deze afhankelijkheden van onze vermaarde la kenhalle waar men de koopwaren stapelde. Dit punt, dat voor alsnog duister is zal misschien wel eens kunnen opgeklaard worden. Ondertusschen zeggen wij, dat, volgens onze navorschingen het gebouw der Rijsel straat, in vroegere tijden, zich uitstrekte tot aan het huis thans toebehoorende aan den heer Fraipont. In de plaats van dit laatste maar meer Achterwaarts in de Zeekebeekstraat thans armemeisjestraat, be vond zich in 1541 de leenbeurze. Mogelijk zal onze stadsarchiefbewaarder er veel meer van ontdekken. In ons nummer van 11" Augusti 1900 wij schreven Voor den werkman. Een oude en treffelijk werkman van Yper «sieur Talon.wonende op de Beestenmarkt, n° 6, in den ketel, die vijf en dertig jaren lintjes gemaakt heeft bij den Eer weerden heer Ernest Seys-Staelens, den vermaarden volksvriend en verdediger der oude werk- lieden, is met Tuyndag afgedankt geweest en is moeten naar Wervick gaan slaven om zijn brood te verdienen. Eere aan Mijnheer Ernest Seys Staelens Wij vernemen met genoegen dat Mijnheer Léonce Van Alleynes, oud-leerling der middelbare school en van het Collége de TUnion, met succes zijn overgangs-examen heeft gedaan Ist8 in het 2da studiejaar in de Brouwerijschool, gehecht aan de Hooge- School van Gent Wij bieden M. Léonce Van Alleynes onze rechtzinnigste gelukwenschen aan. Zondag laatst was het feest op de kaai. De huizen bevlagt, praalbogen, versieringen was oprecht mooi. Wij wisten niet wat er gaande wasna eenige inlichtingen genomen te hebben vernamen wij weldra dat het 't Ju belfeest was van den heer Frangois Yanden Bulcke als voorzitter en' stichter der vis- schersmaatschappij de Dappere Lijnvisschers gedurende een tijdstip van 28 jaren. Eenige muzikanten der Oud-Pompiers luisterden het feest op met hunne tegenwoor digheid, 's namiddags om 2 1/2 ure zijn de leden met muziek aan 't hoofd, naar de woonst van den heer Vanden Bulcke gegaan om van daar stoetsgewijze naar het lokaal te trekken, waar men hem als bewijs van er kentenis, zijn portret aangeboden heeft. 'S avonds was het algemeene verlichting op de kaai. Om 6 ure was de familie en de leden der maatschappij in het lokaal vergaard, waar de jubilaris door vrienden en kennissen ge- lukwensching ontving. De muziek speelde de brabangonne en het liedje van Yperen, welke door bravos en handgeklap begroet werd. 's Avonds om 8 ure, dansfeest, waar de grootste vriendschap en levendigheid heerschte. De personen die hun met de versiering be zig houden hebben verdiend allen lof. Wij kunnen niet nalaten den jubilaris on ze oprechte gelukwenschen toe te sturen. Vergeten wij niet dat het DINSDAG aanstaande is dat de troep Moderne op ons schouwburg hare luisterlijke vertooning komt geven bestaande uit: Comédie Vaudeville en 3actesdeE. Duesborg Comédie en un acte de M. Courtelineet Levy. Volgens wij in de dagbladeren lezen, is het eene zeer goede troep, en het is te hopen dat zij hier denzelfden bijval zal hebben als in de andere steden. Begin om 8 ure. Prijzen der plaatsen: le plaats 2 fr. 2" pl. 1 fr. 38 pl. 50 c. Men kan voorop kaarten bekomen bij Th. Degroote, Vandenpeereboomplaats. Met genoegen vernemen wij dat de Com missie dezer maatschappij, reeds maatrege len genomen heeft, om, zooals vorige jaren eene reeksvan vier vertooningen vast te stel len. Met fierheid moet gezegd worden dat het nu reeds op 't 44e jaar is dat de Sterre bestaat en aan 't volk laat zien dat het tooneel eene school van zeden en verlichting is, alhoewel het stadsbestuur haar alle hulpgeld weigert. Zij blijft hare leus getrouw Moedig ondernemend zonder hoogmoed. De leden dezer maatschappij zijn reeds op gang met de lijsten van inschrijving. Mogen er soms personen zijn die de lijsten niet aangeboden zijn geweest, zij kunnen in schrijven bij Karei Deweerd, Rijselstraat 59, te Yperen, waar er eene lijst berustend is. De eerste vertooning is vastgesteld op zon dag 4 november 1900. De volgende stukken zullen opgevoerd worden met de medehulp van Mev. Hebbelynck Verguld van Antwer pen. I8 Het beroemd Drama in 5 bedrijven en het kluchtspel Eene luisterlijke vertooning zooals men ziet. Vrijdag der verledene week is K. Talon, werkman, en baas in d'herberg In den Ketel beestemarkt alhier, in het naar huis komen van Wervick, waar hij werkte, in den trein overleden, hij was aan 't klappen, toen hij ineenzakte en gaf schielijk den geest. Op blz. 38 van den loopenden jaargang van Volkskunde leest men het volgende Volgens Loquela, XVI, 32, is de oude vlie- ger te Ieperen nog bekend. Daar worden de groote uitvaarten bijgewoond door twaalf oude grijsaards, die met een vlie- ger omhangen zijn, d. i. met een blauw lakenen rouwmantel, voorzien van eene krage, die over de schouders hangt en ge- ren opvliegt, als 't waait Op de borst ziet men 't stede wapen van Ieperen: een roodlakenen kruis. Die twaalf grijsaaards heeten aldaar de vliegers of vliegertjes, en zulke uitvaarten, het vliegende geluid. Na de plechtigheid krijgen zij 1 fr. en een - vollaardetje (koekbrood). Ofschoon er nu, naar luid van het legaat, twaalf vlie- gers te Ieperen dienden te wezen, zijn er nu maar negen meer, omdat het getal dier mantels op negen gedaald is. Vliegertjes en vliegers, zoowel de oüwe ventjes als hunne oüwe kapoten, krijgt men te Ieperen zoodanig zelden te zien, dat ik alhoewel gedurende vijfjaar aldaar gewoond hebbend met schaamte bekennen moest, van hun bestaan onkundig te wezen en dus, evenzeer tot bevrediging van eigen nieuws gierigheid als om iets voor Volkskunde te zanten, ter plaatse de volgende inlichtingen inwon. De - vliegertjes of oude mannetjes zijn bevoordeeligden van de Fundatie van den H. Geest (1) en ontvangen elke week, des vrijdags, een vast hulpgeld van zestig cen tiemen. Tegenwoordig zijn ze ten getale van tien en de beheerraad der Burgerlijke Gods huizen duidt een opvolger aan, naarmate er een titularis door sterfgeval verdwijnt. Dit getal is sedert 25 jaar onveranderd gebleven. Dat het wel degelijk oude mannetjes zijn, blijkt uit hun geboortejaar: de oudste zag het levenslicht in 1813, dan volgt er een van 1817 en een van 1818, twee van 1819; de overigen werden geboren in 1820,-23-25,-28 en -29, zoodat de jongste minstens 70 jaar oud is. Het gebruik, de vliegertjes tot groote uitvaarten te noodigen, vervalt te Ieperen meer en meer. Vroeger hadden ze dikwijl der dat buitenkansje en werden ze gevraagd bij de begrafenis van alle rijke ingezetenen: thans gebeurt het wel, dat er maar een- of tweemaal 's jasar aan die arme stumperds gedacht wordt. In den lijkstoet vormen ze dan een groep je, gaande achter het lijk, natuurlijk den voorrang latend aan de familie, vrienden en bijzonder genoodigden. In de kerk nemen ze plaats ter hoogte van den preekstoel nooit verder naar voren en gaan de allerlaat- sten ten offer, met de krijschers of be grafenisbedienden. Vast loon is er daaraan niet gehecht; som mige familiën geven een frank per man, an dere slechts vijftig centiemen; doch steeds wordt er voor tien vliegertjes betaald, al hadden er slechts negen of acht de ande ren soms ziek zijnde de begrafenis kun nen bijwonen. Zij zijn gekleed met een hoofddeksel en broek naar keus, witte halsdoek met vlot tende staarten en omhangen met den zooge- naamden vlieger. Deze is eene oude kuras- sierskapoot, waarop het wapen van Ieperen (recht kruis met vier ongelijke zijarmen) in rood laken insgelijks vervaardigd uit de strepen eener oude soldatenbroek genaaid is. De vliegers of mantels, natuurlijk ook ten getale van tien, berusten bij den knaap of bode der Fundatie van den H. Geest, al waar de vliegertjes ze gaan afhalen, telken male ze dezelve noodig hebben, een half uur voor het heffen des lyks. En daar die oude kapoten al zeldzamer en zeldzamer het volle daglicht te zien krijgen, heeft er de «knaap» heel wat last mede, om ze tegen de verwoes tingen der mijten of «motten» te beschermen. Niet alleen de tien vliegertjes maar ook een groot aantal weduwen worden he den nog door de Iepersche Godshuizen met de fondsen van de Fundatie van den H. Geest ondersteund. Natuurlijk bestaat deze op zich zelve niet meerna den inval der Franschen in ons land, op 't einde der vorige eeuw, werd deze liefdadigheidsinstelling afgeschaft of gecentraliseerd, met zoo menige andere, onder een en hetzelfde bestuur, nl. dit der Burgerlijke Godshuizen, of dit der Bureelen van Weldadigheid; doch te Ieperen zijn de uitdeelingen van geld en onderstand in na- tura nog tot heden ten dage, onder den naam van Fundatie van den H. Geest(1) Iff Talon was moeten naar Frankrijk gaan werken om zijn brood te winnen. De ver- ledene week naar huis komende met zijnen zoonis hij in den trein gestorven. TSmT» til rw (1) De Tafels van den H. Geestzegt professor Dr P. P. M. Alberdingh Thym, in zijn bekroond werk De gestichten van liefdadigheid in Belgie, van Karel den Groote tot aan de XVI® eeuw, kunnen met onze hedendaagsche Bureelen van "Wel dadigheid gelijk gesteld worden, (blz. 104). In de eerste middeleeuwen werden, in weste- lijk Europa, de gasthuizen, in den regel, onder de bescherming van den H. Geest gesteld,dien men als bijzonderen patroon der armen betrachtte... Zoo noemde men den H. Geest de minne ii Gods die hemel en aarde vervult en tot de wer- ii ken van barmhartigheid opwekt. Langzamerhand behield men dien naam uitsluitelijk voor de alge- ii meene of parochiale armenkassen, vooral na de stichting van het beroemde broederschap van den H. Geest. (zefde werk, blz. 77). In den aanvang der XIV6 eeuw had elke Paro chie zulk een armenhuis of tafel van den H. Geest (blz. 177). In veel steden werd de zorg over de weeskinderen aan die Tafels toevertrouwd (bl. 184), ja, zelfs het beheer van het kraamvrouwenhuis (blz. 227). (1) Gwy van Montpellier was de stichter van het broederschap van den II. Geest in de 26 helft der 12° eeuw. Van Montpellier breidde het zich wel haast uit, heel Europa door: in 1186 ontstond het te Kamerik,tot velerlei ondersteuning der armen (ad sustentationem pauperum multiformeri), naar het voorbeeld van dat van Keulen, zegt de stich tingsakte en waaruit men dus kan opmaken, dat ook aldaar dergelijk broederschap bestond. Zoowel de uitdrukking, zegt prot'. Alberdingk Thym, ve lerleiondersteuning, ii als de inrichting der zaak, laat geen twijfel over, dat hier de oorsprong van den naam heilige-Geest-tafels of alleen «do

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1900 | | pagina 3