TAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws- Handels- en Annoncenblad. Orgaan der Liberale verbintenis van Yperen|en het Arrondissement. «EENDRACHT MAAKT MACHT.» Wij herinneren onze vrienden van het arrondissement dat den 31 DEZER MAAND de wettelijke tijd zal verloopen zijn voor de reclamaties betrekkelijk de INSCHRIJVINGEN op de kiezerslijsten en de VERMEERDERING VAN STEMMEN. Wij raden hen ten zeerste aan zich ZONDER VERTOEVEN te begeven ten bureele der liberale Associatie, Seminariestraat, te Yperen, indien zij bemerkingen te maken hebben op het opmaken dezer lijsten. Deze moeten krachtens de wet ter beschikking van het publiek gehouden worden in het gemeente Secretariaat. Zij kunnen ook nagezien worden alle dagen van 9 ure tot 's middags en van 3 tot 8 ure, ten bureele der liberale Associatie, die de kiezerslijsten bezit van al de gemeenten van het arrondissement. Dat al onze vrienden zich de Kiezerslijsten van Aalst herinneren p Veertiende jaar Zaterdag 27" October 1900. Nummer 43. Ministerie van Nijverheid en Arbeid. Arbeidsambt. Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 ft", per jaar voor den buiten. 3.50 ft*, voor stad. Per O maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoncen. 15 cent per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle beriehtenTan verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Do annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag v; en onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Ouderdomspensioenen - Jaarlijksche toelage van 65 frank. LEOPOLD II, Koning der Belgen, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, Heil. Gezien artikel 9 der wet van 10 Mei 1900 nopens de ouderdomspensioenen, luidende als volgt Art. 9. Eene jaarlijksche toelage van 65 frank wordt verleend aan eiken werkman of oud werkman die Belg is, eene verblijf plaats in België heeft, den leeftijd van 65 jaar heeft bereikt op 1 Januari 1901 en in nood verkeert. Naarmate zij den ouderdom van 65 jaar bereiken, kunnen de werklieden, die ten minste 55 jaar oud zijn op 1 Januari 1901, dezelfde toelagen genieten, onder dezelfde voorwaarden echter worden de belangheb benden, die op dezen laatsten datum den ouderdom van 58 jaar niet bereikt hebben, van het voordeel der toelage uitgesloten, indien zij niet, gedurende een tijdperk van ten minste drie jaar, in de Algemeene Lijf- rentekas stortingen hebben gedaan tot een bedrag van ten minste 3 frank 's jaars, in 't geheel 18 frank uitmakende. Gezien de artikels 10, 13, 2e alinea, en 14 dezelfde wet; Overwegende dat het behoort algemeene regelen vast te stellen aangaande het toe kennen van bedoelde toelagen Op voorstel van Onze Ministers van Nij verheid en Arbeid en van Financiën en Openbare Werken, Wij hebben besloten en Wij besluiten: HOOFDSTUK I.Voorwaarden waarvan Art. 1. Om de jaarlijksche toelage van 65 frank, bij artikel 9 der wet van 10 Mei 1900 voorzien, te kunnen bekomen, moot men 1° Belg zijn 2° Eene verblijfplaats in België hebben 3° Ten minste 65 jaar oud zijn; 4° Werkman of oud-werkman zijn 5° In nood verkeeren. Art. 2. De hoedanigheid van Belg wordt vastgesteld door het vertoonen der akten van den burgerlijken stand of van burger schap, evenals in kieszaken. Art. 3. Wordt aanzien als eene verblijf plaats in België hebbende, alwie, sedert ten minste één jaar, in het Koninkrijk zijne wezenlijke woonplaats of zijne voornaamste vestiging heeft. Art. 4. De voorwaarde betreffende den ouderdom, moet bestaan op 1 Januari aan staande, wat betreft de belanghebbenden, die de toelage voor het jaar 1901 aanvragen. Zij mag door alle rechtsmiddelen worden vastgesteld. De werklieden die, op 1 Januari 1901, ten minste 55 jaar oud zijn en voldoen aan de andere voorwaarden, door de wet en dit besluit bepaald, zullen de toelage kunnen genieten, van af den 1" Januari volgende op den dag waarop zij den ouderdom van 65 jaar zullen bereikt hebben. Degenen welke op 1 Januari 1901 min dan 58 volle jaar oud zullen zijn, moeten tot staving hunner aanvraag bewijzen, dat zij, gedurende een tijdperk van ten minste drie jaar, in de Algemeene Lijfrentekas, stortin gen hebben gedaan tot een bedrag van ten minste 3 frank 's jaars, in 't geheel 18 frank uitmakende. Dit bewijs zal mogen geleverd worden door bij de aanvraag, hetzij het boekje, hetzij een getuigschrift van wege die Kas te voegen. Art. 5. Worden als werklieden aanzien, de mannen en vrouwen die tegen loon voor eenen baas of eenen meester handenarbeid gewoonlijk verrichten, hetzij op bepaalden tijd, hetzij op stuk, hetzij buiten, hetzij binnen hunne woonplaats, en dit zonder onderscheid tusschenhuis- of landbouw werk, en nijverheids- of ambachtswerk. Worden ais oud-werklieden aanzien, de genen welke door hunne vorig gewone le- venswijze aan voorgaande bepaling voldaan hebben. De vrouw of de weduwe van eenen werk man of oud-werkman wordt als werkvrouw aanzien, zelfs wanneer zij persoonlijk niet voldoet aan de voorwaarden, bij de voor melde alinea's aangehaald. Art. 6. Worden aanzien als in nood ver- keerende, degenen wier bestaanmiddelen, met hunne lasten vergeleken, gewoonlijk ontoereikend zijn om door zich zelf alleen in hun onderhoud te kunnen voorzien. Om dezen toestand te bepalen, wordt er voornamelijk in aanmerking genomen Aangaande de bestaanmiddelen 1° Het loon van den belanghebbende, van zijnen echtgenoot en zijne kinderen of af stammelingen die met hem inwonen 2° De aard en de oppervlakte hunner eigen dommen en der goederen die zij in huur hebben 3° Hunne spaargelden 4° De onderstand der openbare weldadig heid 5° De bijwinsten die voorspruiten uit za kelijke of persoonlijke rechten, als daar zijn rechten van gebruik of jaargeld tot onder houd Aangaande de lasten 1° Het onderhoud des huisgezins, volgens de gewone levenswijze der werklieden van de streek en van hetzelfde beroep, mits in rekening te brengen het getal en den ouder dom der personen die het huisgezin uitmaken 2" De gebrekkelijkheden; 3° De huurprijs, de belastingen en de za kelijke lasten. HOOFDSTUK II. Wijze van onderzoek. Art. 7. Alwie de toelage van 65 frank aanvraagt, moet daartoe een schriftelijk verzoek indienen, vóór den ln Januari van het dienstjaar waarop de toelage moet aan gerekend worden nochtans, bij overgangs maat: egel, zullen de aanvragen, het jaar 1901 betreffende, tot 31 Maart ontvankelijk zijn. Het verzoekschrift zal naam, voornamen, ouderdom, nationaliteit, beroep en verblijf van den aanvrager vermelden en een kort- bondig uitleg bevatten nopens zijnen stoffe- lijken toestand. Kan de belanghebbende niet onderteekenen, of is hij daartoe in staat niet, dan zal dit vermeld worden en deze verkla ring zal door twee meerderjarige getuigen tegengeteekend worden. De aldus opgestelde aanvraag zal gestuurd worden door bemiddeling van het gemeente bestuur, naar den voorzitter van het Be schermingscomiteit der werkmanswoningen en der instellingen van voorzienigheid, wiens omschrijving de verblijfplaats des aanvra gers begrijpt. Art. 8. De burgemeester volledigt, indien het behoort, de inlichtingen die door den aanvrager werden verschaft na, desnoods, dezen laatsten te hebben aanhoord, en be zigt daartoe een invulblad, gelijkvormig met het voorbeeld bij dit besluit gevoegd; de mel dingen nopens de belastingen worden ge- kantteekend door den ontvanger die met de inning daarvan is belast. Zoohaast mogelijk, en ten laatste binnen de maand in welke de aanvraag werd ont vangen, worden de stukken met het advies van het collegie van burgemeester en sche penen aan den voorzitter van het Bescher- mingscomiteit overgemaakt, Art. 9. Het Beschermingscomiteit doet uitspraak over de aanvragen die hem wor den onderworpen, hetzij in algemeene zit ting, hetzij in eene commissie samengesteld uit ten minste drie leden. Een ministerieel besluit, genomen na het advies der bestendige deputatie, kan daartoe het Beschermingscomiteit in commissiën verdeelen. Geene beslissing mag worden genomen zonder dat ten minste drie leden aanwezig zijn. Het Comiteit deelt zijne op reden gestaaf de beslissing aan den aanvrager mede, als ook aan den gouverneur dor provincie wien het de stukken nopens al do zaken over maakt. Art. 10. Binnen veertien dagen na de keunisgeving, zal de aanzoeker wiens aan- "HET weekblad Laatste oproep aan onze vrienden. (Uitvoering van artikel 9 der wet van 10 Mei 1900.) DE TOEKENNING DER TOELAGE AFHANKELIJK IS. Hj'im

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1900 | | pagina 1