In den pot
de bisschoppelijke Collegiën
De rijkdom der kloosters.
De zaakwaarnemers
der geestelijkheid.
Onze arme Briefdragers.
Het Proces Lemonnier.
STADSNIEUWS.
Gemeenteraad van Yper.
De Bien pubic die nogmaals aan
zijne al te bijgeloovige en goedzakkige le
zers, het oude liedje afgedopt had, aan
gaande de uitslagen van de algemeene prijs
kampen van het middelbaar onderwijs, over
de bovenhand der Collegiën van de Jezuie-
ten, krijgt van La Flandre libérale
het volgende antwoord
Wij bekennen het volgaarne, dat zoo
men latijn wil kennen om pastoor te wor-
den, het wel in de Gollegiën der Jezuie-
ten is, dat men zich hoeft te doen inschrij-
ven. Maar in onzen tijd van nutafwer-
pend en praktisch onderricht en toepas-
sing op de gesprokene talen, is er iets
anders aan te leeren dan latijn en griekschl
Wij zullen eventjes den bilan maken van
de klooslersscholen voor wat de vak-
ken aangaat, die aan de doode talen
vreemd zijn.
En onze confrater, de uitslagen vaststel
lende van bovenaangeduide prijskampen
aangaande de geschiedenis en de aardrijks
kunde, de koophandelswetenschappen, de
natuurlijke wetenschappen, de mathematie-
ken, de fransche opstellen, het viaamsch,
het duitsch en het engelsch. zoo wel in de
sectie van de oude humaniteiten als in die
van de hedendaagsche humaniteiten besta-
tigd dat de uitslag voor de bisschoppelijke
Collegiën van alle soort €3 is.
Zou de Bien public onder de oogen
van zijne lezers die stichtende lijst durven
brengen, die La Flandre libérale op
geeft
De klerikale overleveringen inziende, twij
felen wij er grootelijks aan I
Voegen wij erbij dat het Atheneum van
Gent alleen 93 benoemingen heeft behaald.
Het getal benoemingen door de andere athe
neums bekomen is van 40 tot 60.
in zijne merkweerdige redevoering van
Toulouze, heeft de fransche Minister Wal-
deck-Rousseau gezegd
De weerde der onroerende goederen die de
kloosters bezitten of geb: uiken beliep reeds
in 1880 tot 700 millioen. Heden, overtref-
fen zij een Millard.
En de voorzitter van den franschen Raad
heeft zich deze vraag gesteld: Indien men
met dit cijfer voortgaat, wat mag dan de
dooderhand van de weerden of meubele
goederen wezen
Nimmer zal men het van nabij weten? Is
zij dubbel? Is zij driedubbel?
Deze laatste onderstelling schijnt de waar-
schijnelijkste te wezen. Wat hier ook van zij
hetgeen een vervaarlijk verschijnsel daar-
stelt, 't is dat de gekende rijkdom der geeste
lijke vereenigingen, in twintig jaar, van 45
ten honderd is vermeerderd.
Indien deze blijft aangroeien en er is
geen reden opdat zij het daarbij zou laten
in eene toekomst die van ons niet zeer ver
wijderd schijnt, het grootste deel van den
rijkdom van Frankrijk zal toebehooren aan
de geestelijke vereenigingen.
Dit wil zeggen dat het land in hunne macht
zal zijn. Wat zal er alsdan van de burgerij
geworden?
Indien men zulks in Frankrijk bestatigt,
wat moet do fortuin wezen van de kloosters
in België waar zij van veel meer vrijheid en
voordeelen genieten dan in alle andere lan
den? Hunne rijkdommen, zoowel in onroe
rende als in roerende goederen moeten, ver
bazende onberekenbaar zijn. Het is meer dan
tijd dat hier aan palen gesteld worden, want
dit is een maatschappelijk gevaar.
Journal de Gand heeft de hand kunnen
leggen op het volgende schrijven van eenen
pastoor aan den minister van justicie
16 December 1899.
Mijnheer de Minister,
M. V. P. is herbergier te S. Zekeren dag
wilde hij eenige laatblijvers aan de deur
zetten en daarop brak een hevige twist los.
P. Y. P. ontving slagen in dat gevecht en
gaf er natuurlijk ook, maar hij is slacht
offer der goede orde, aangezien hij het door
de reglementen vastgesteld uur van sluiting
wilde doen eerbiedigen en nochtans M. de
Minister werd hij, trots zijn goed voor
gaande, tot 3 maanden gevang en 15 frank
boete verwezen.
Zijne vrouw en zijne talrijke familie daar
latend vertrok hij snikkend naar het ge
vang. Het jongste der kinderen is slechts
eenige weken oud en de moeder verloor
hare broodwinning.
In dees geval zou M. de Minister een schoon
werk kunnen doen, door den gevangene te
ontslaan van de helft zijner straf.
Wees hiervan ten volle verzekerd M. de
Minister, dat P. V. P. door deze strafvermin
dering voor altijd tot de onzen zal behooren,
het is te zeggen tot de anti-socialisten en
dat hij de geuzen den rng zal keeren om
zich aan te sluiten bij de mannen van orde.
Reeds geheel dikwijls heeft de minister
zich gewaardigd dergelijke smeekschriften
in overweging te nemen en het goede dat
daaruit gevolgd is, is onberekenbaar.
Op die wijze bouwen wij eene oninneem-
bare forteres op tegen het socialisme.
Voor twee uren in de ronie komen onge
lukkige veroordeelden mij hulp en bescher
ming vragen en door deze bewezen diensten,
kan ik de socialisten en hunne dagbladen
uit geheel deze streek verwijderen.
Mijnheer de Minister zal dus de uiterste
goedheid hebben, mij te helpen in dit werk
van bescherming.
Zijne belooning zal groot zijn voor God,
want eene ziel redden is zijne eigene geluk
zaligheid verzekeren.
Ik verwacht met vertrouwen een gunstig
antwoord op deze bede en ik blijf van Mijn
heer de Minister
De zeer dankbare dienaar,
X. pastoor.
Uit dit stuk blijkt eens te meer dat indien
de pastoors in den vollen zin des woords
veel meer kiesdravers zijn dan bedienaars
van den godsdienst, onze ministers, al wei
nig meer zijn dan de zaakwaarnemers van
de politieke geestelijkheid.
En het is voor deze kiesdravers dat on
langs de jaarwedde verhoogd werd en dat
de belastingschuldigen alle jaren ongeveer
een miljoen meer zullen moeten opbrengen
Hel recht van genade werd ons altijd
voorgesteld als een koninklijk voorrecht
dat zijne ingevingen alleen moet zoeken
in een gevoel van menschelijkheid en barm
hartigheid.
De priesters, aangemoedigd door het mi
nisterie der nationale verstomping, hebben
er een kieswapen weten van te maken.
Overal, in alle besturen, in al de afJee-
lingen en vertakkingen van het maatschap
pelijk raderwerk, weten de zwarte mannen
in te dringen en hunnen invloed te doen
gelden.
In de school stellen zij zich boven den
onderwijzer, in het leger stellen zij zich
boven den officier.
Een soldaat vraagt eene gunst, een verlof
b v. De officier die de vraag onderzoekt
bevindt dat zij ongegrond is of geen gunstig
advies verdient wegens het berispelijk ge
drag van een soldaat. Deze wendt zich tot
den pastoor of tot den aalmoezenier en be-
kómt de gevraagde gunst onder den neus
van zijnen overste.
Er zijn dan menschen die verwonderd zijn
dat de eerbied van het volk voor wet, recht
en gezag verzwakt en plaats maakt voor
anarchistische denkbeelden, voor moedwil
ligheid en weerspannigheid, daar waar tucht
en gehoorzaamheid zoo noodig zijn.
Waarlijk, wij leven onder een schoon re
giem 1 Da eerste vechtersbaas de beste heeft
maar den kwezelaar uit te hangen en de
zwarte kiesdravers zullen al spoedig voor
zjjne genade zorgen. Dat is zielen winnen
voor den klerikalen hemel hier op aarde.
De zwarte kiesdravers onder dat oogpunt
volgen goed het voorbeeld van de Gentsche
klerikale gekozenen, die brief kens op den
buiten lieten uitdeelen om hunne bescher
ming te beloven aan de tappers die 't onge
luk hebben zich te laten beet nemen als
overtreders van de wet op 't vergunnings
recht.
Maar nog eens, met al dergelijke loensche
handelingen brengen de klerikalen met de
geestelijkheid aan 't hoofd allen eerbied voor
wet en gerecht onder de voeten en helpen
zij krachtig mede om de anarchistische ge
dachten onder de massa te verspreiden.
Het blad Chempostel heeft dezer dagen
een zeer merkwaardige tabel uitgehangen
van de werkuren en het loon dat aan de
arme brievenbestellers in België wordt uit
betaald. Zij die het lezen zullen de over
tuiging op doen dat deze nuttige beambten
er nog ver van af zijn in een luilekkerland
te leven.
Sinds lang is eene beweging op touw ge
zet om verbetering in den toestand van de
brievenbestellers te brengen, wier werk
steeds aangroeit zonder dat de bezoldiging
in gelijke mate klimt, doch men heeft steeds
gestuit op de onverschilligheid der openbare
machten en den moedwil der groote koppen
uit 't ministerie, die denken als zij maar ge
rust en welgedaan door 't leven geraken,
elkeen moet tevreden en kontent zijn.
Het ware te wenschen dat, zoo men aan
de wetgevende korpsen breedvoerig en dui
delijk het werk onder oogen legde dat deze
postbeambten afleggen, eene stem in de
Kamer zal opgaan om verbetering te eischen
in den toestand van de nuttigste onder de
staatsbedienden.
Wanneer wij een oogslag werpen op de
tabel der werkuren en den duur van den
arbeidsdag, daartegen het uitbetaald loon
vergelijken, staan wij verwonderd dat de
Staat, in die omstandigheden, burgers vindt
die bereidt zijn deze functie met al hare
verantwoordelijkheid te aanvaarden.
Immers 1 uit neergelegde cijfers blijkt dat
de brievenbestellers te Brussel b. v.
moeten te been staan van 4 ure 's morgens
tot 9 ure 's avonds en zulks voor een hon
gerloon van 2.46 fr. daags.
Men vergelijke dit loon met dit van een
straatkeerder der stad Brussel, die 4 frank
daags wint en maar een halven dag werkt.
MeD heeft wel de noodige gelden gevon
den om opslag te verleenen aan de onder
pastoors die het zeer goed konden missen
't is te hopen dat men voor de briefdragers
alweêr het oud airken niet zal ophalen
Geen geld in kas
Maandag 11. voor 't eedgerecht van Brugge
hebben de debatten plaats gehad van 't pro
ces C. Lemonnier. Men weet dat G. Lemon
nier gezamenlijk met Eekhoud werd ver
volgd als aanslag op de zeden door geschrift
hebbende gepleegd in zijn werk L'Homme
en Amour.
Het is te voorzien dat het openbaar mini
sterie na zoo ellendig uitgebrand te zijn met
de vervolgingen tegen Eekhoud ingespannen
bij de eraanvraag der zaak van de vervolging
zal afzien.
Fransche schrijvers hebben aan C. Lemon
nier een krachtdadig protest gezonden tegen
die aanmatiging van het Brugsch parket.
Tusschen de onderteekenaars van dit protest
noemt men Paul Hervieu, Catulles Mendès,
Rosny, Oct, Mirbeau, Zola, Bergerat, Gapus,
Maizeroy, Valdague, Montégutenz. enz.
Zitting van Woensdag namiddag.
Vrijspraak.
De zitting van Woensdag namiddag wordt
hernomen ten 3 1/2 u.
Tamboer Janssens, de koddige procureur,
spreekt de strafvordering uit.
Vaders van familie, beweert hij, zijn
het parket van Brugge komen geluk wen
schen over den veldtocht tegen de onzede
lijkheid gevoerd
Ten einde eenig efïekt te maken op den
geest der gezwoornen meent de procureur
het gepast te herinneren dat Lemonnier ook
te Parijs is vervolgd geworden voor zijne
novelle L Enfant du Crapaud. Wel heeft
hij den kop in den schoot moeten leggen
voor de vrijspraak van Eekhoud, doch hij
eischt ditmaal nog eene veroordeeling.
Mr. De Poortere van Brugge spreekt
daarop eene meesterlijke pleitrede uit en
acht het eene eer voor hem een schrijver
als Lemonnier te mogen verdedigen. De ver
dediger bewijst dat de betichting van onze
delijkheid in rechte noch in feite kan be
staan of bewezen worden, want nooit kwam
het in Lemonnier's geest een aanslag te ple
gen op de zeden.
Op humoristische wijze haalt de redenaar
de experten in zedelijkheid over den hekel
en spaart het brugsch parket niet dat zich
bespottelijk aanstelde in dien veldtocht voor
de preutschheid.
Aan de jury geeft hij kennis van het oor
deel der belgische en vreemde critici over
't werk van Lemonnier, leest eenige blad
zijden voor uit La Belgique, waarin Le
monnier over Brugge spreekt en voorspelt
dat vroeg of laat de schrijver, evenals Cons
cience, door 't belgische volk zijn standbeeld
zal zien opgericht.
En uwe kinderen, lieeren gezwoornen,
besluit Mr De Poortere, zullen dan met fier
heid op dit standbeeld wijzen en uitroepen
Mijn vader maakte deel uit van de jury die
Lemonnier te Brugge vrijsprak.
Deze pleitrede maakt zulk een diepen in
druk dat Ml' Picard het geraadzaam oordeelt
daar niets te moeten bijvoegen.
Ten 7 1/2 u. treedt de jury in beraadsla
ging en keert kort daarop terug met een
ontkennend antwoord, met 8 stemmen tegen
4, op de gestelde vragen.
Ingevolge spreekt het Hof M. Lemonnier
vrij.
Proficiat, Tamboer Janssens 1
Geene incidenten aan te stippen.
Openbare Zitting
van Zaterdag, 20 October 1900.
De leden in getal zijnde ten 5 ure iO m.
verklaart de heer Voorzitter de zitting ge
opend.
Het publiek wordt in de zaal toegelaten.
Zijn tegenwoordigMM. Colaert, Burge
meester-Voorzitter; Berghman en Fraeys,
schepenen; Struye, Iweins, Boone, Begerem
Fiers, Decaestecker, Vandenboogaerde, Van-
derghote, D'Huvettere, Vandenpeereboom,
Bouquet, raadsleden; M. Gorrissen, Secreta
ris.
Het verslag der zitting van 4 Augusti is
goedgekeurd; dat van de zitting van 29 Sep
tember is op het bureel neergelegd ter inza
ge der leden.
M. de Voorzitter laat weten dat M. Sur-
mont de Volsberghe zich verontschuldigt de
zitting van dien dag niet te kunnen bijwo
nen.
Genomen voor melding.
Ordemotie.
M. Iweins. De Gemeenteraad heeft, op
mijn voorstel, een adres van gelukwenschin-
gen gestemd aan Z. K. H. Prins Albrecht,
ter gelegenheid zijner verloving met H. K. H.
Prinses Elisabeth van Beieren. Ik stel u voor,
mijnheeren, heden een nieuw adres te sturen
aan den Koning en aan HH. KK. HH. Prins
v Albrecht en Prinses Elisabeth ter gelegen
heid van het huwelijk des Prinsen en der
Prinses.
M. de Voorzitter. Het Gollegie is de
begeerten van het achtbare Raadslid voor
uitgegaan. M. de Burgemeester geeft lezing
van een ontwerp van adres en stelt voor dien
brief aan den Koning en HH. KK. HH. te
sturen.
Goedkeuring.
1. Mededeelingen.
M. de Voorzitter geeft mededeeling van
het onderzoeksverslag der stadskas.
Volgens dit verslag, waarvan een exem
plaar overhandigd wordt aan elkeen der le
den van de vergadering, er is in kas 25,793-
23 fr.
M. de Voorzitter neemt de gelegenheid
te baat om hulde te brengen aan de stiptheid
en aan de orde van M. den Stadsontvanger.
Teekens van goedkeuring
2. Stadsinkomstenrekening 1899.
M. de Voorzitter doet een mondelings
verslag, namens het Collegie, over de stads
rekening van 1899.
De bespreking geopend geweest zijnde, op
de besluiten van dat verslag en geen lid het
woord gevraagd hebbende, bepaalt de stads
rekening voor het dienstjaar 1899.
Het overschot, zoowel in het gewone als
in het buitengewone, is van fr. 96,028-44.
M. de Burgemeester dat de gemeenteraads
leden met hem zullen zeggen dat de stadsre
kening in de beste voorwaarden megelijk
sluit.
Inwilliging
3. Openbare wegenrechltrekking der
St Janstraat.
M. de Voorzitter. Op den hoek der
If i-,T»-oy u mmrn