TAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws- Handels- en Annoncenblad. Orgaan der Liberale verbintenis van V peren en bet Arrondissement. ((EENDRACHT MAAKT MACHT.» Veertiende jaar Zaterdag 17" November 1900. Nummer 46. Ministerie van Oorlog. Een pluimpje De rijkdom der kloosters. Abonnementsprijs Toorop bataaibaar 3.00 fr. par jaar voor dea buiten. 2.50 fr. voor stad. Por 6 maanden 1 fr. 50 Per 3 maanden 1 fr. Annoncen: 15 cent par drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz 4 fr. per 100 Allo berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als- Made die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicilé, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij ia onderteekend toe te zenden. Artlkolen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Commissie belast met de studie der vragen betreffende den militairen toestand. Verslag aan den Koning. Brussel, den 9° November 1900. Sire, De menigvuldige hervormingen sedert ver scheidene jaren gedaan in de legers van bijna al de Europeesche Staten vereiscben een grondig onderzoek van de vragen betrekking hebbende op 's Lands militairen toestand. Dit onderzoek is niet alleenlijk gevraagd geworden door de militaire overheden, maar ook door de openbare meening en zijne nood zakelijkheid is menigmaal erkend geweest in den schoot der Wetgevende Kamers. De Regeering acht het oogenblik gunstig d8 studie van deze belangrijke vragen toe te vertrouwen aan eene gemengde commissie samengesteld uit leden der Wetgeving en officieren van het leger. Indien Uwe Majesteit deze zienswijze deelt, zou ik Haar verzoeken het hierbij gevoegd ontwerp van besluit dat ik, na overleg met mijne collega's, aan de Hooge Goedkeuring van den Konning onderwerp, met Haar Handteeken te willen bekleeden. Ik ben, met den diepsten eerbied, Sire, Van Uwe Majesteit, Den zeer nederigen, zeer onderdanigen en zeer getrouwen dienaar, De Minister van Oorlog, A. Cousebant d'Alkemade. LEOPOLD 11, Koning der Belgen Aan allen, tegenwoordigen en toekomen den, Heil. Op voorstel van Onzen Minister van Oorlog en gezien het gelijkluidend advies van Onzen Ministerraad, Wij hebben besloten en Wij besluiten Art. 1. Er wordt eene commissie ingesteld, belast om over te gaan tot het onderzoek der vragen betrekking hebbende op 's Lands militairen toestand en om de wijzigingen in aanmerking te brengen welke het zou be- hooren er aan toe te brengen. Art. 2. Worden benoemd tot leden dezer commissie; De heeren Beernaert, Staatsminister, lid der Kamer van volksvertegenwoordi gers; Boel, generaal-majoor, stafoverste van het opperbevel der cavalerie; Braun, lid van den Senaat; Bruylant, generaal-majoor, com mandant der Militaire School; Chapelié, generaal-majoor, adjudant des Koning, hooft van het korps van den staf; Cuvelier, luitenant-kolonel der in fanterie, staf adjunct, algemeene bestuurder van het personeel en van de werving bij het Ministe rie van Oorlog; De Lantsheere, Staatsminister, lid van den Senaat Delbeke, lid der Kamer van volks vertegenwoordigers de Merode Westerloo (graaf), lid van den Senaat De Mot, lid van den Senaat; De Ponthière, lid der Kamer van volksvertegenwoordigers De heeren Deruydts, luitenant-generaal, in specteur generaal der artillerie Descamps (ridder), lid van den Se naat; Devolder, Staatminister, lid van den Senaat Docteur, generaal-majoor, bestuur der vestingwerken in de 2' mi litaire omschijrving; Ducarne, kolonel van den staf, al gemeene bestuurder van de mi litaire verrichtingen en van het onderwijs van het leger bij het Ministerie van Oorlog; Dupont, ondervoorzitter van den Senaat Fontaine, inspecteur generaal van den geneeskundigen dienst; Hellebaut, generaal-majoor, alge meene bestuurder der artillerie bij het Ministerie van Oorlog Helleputte, lid der Kamer van volksvertegenwoordigers Hymans, lid der Kamer van volks vertegenwoordigers Liénart, luitenand-generaal, inspec teur generaal van de vesting werken en van het korps der genie Marchal (ridder), luitenant-generaal commandant; der 4" militaire omschrijving en der 4e legerdivi sie; Ninitte, generaal-majoor com mandant der 5® brigade infanterie Renkin, lid der Kamer van volks vertegenwoordigers Rouen, generaai-majoor, comman dant der 8° brigade infanterie Rouserez, militaire hoofdintendant, algemeene bestuurder van het beheer en van den dienst der ap proviandeering bij het Ministerie van Oorlog Scholaert, ondervoorzitter der Ka mer van volksvertegenwoordi gers; Termote, lid der Kamer van volks vertegenwoordigers Timmermans, generaal-majoor, commandant der le brigade in- fanteiie Tournay, lid der Kamer van volks vertegenwoordigers Van Rijswijck, id. Verbaegen, id. Warocqué.i d; Woeste, Staatsminister, lid der Ka mer van volkvertegenwoordigers; Wouters, algemeene bestuurder der burgerwacht en der militie bij het Ministerie van binnenland- sche Zaken en Openbaar Onder wijs. Hij zal de betrekking van secretaris waarnemen. Art. 3. Onze Minister van Oorlog is belast met de uitvoering van het tegenwoordig besluit. Gegeven te Parijs, den 10n November 1900 LÈOPOLD. Van 's Konings wege: De Minister van Oorlog, A. Cousebant d'Alkemade In het kanton Gedinne zegde een pastoorZoo uwe kinderen naar de officiëele school blijven voortgaan, zullen zij later vader en moeder doo- den. Aan den veldwachter van Ohain, die de ouders aanwakkerde hunne kinderen naar de gemeenteschool te zenden verklaarde een priester: Gij doet eene slechte ronde gij maakt struikroovers en dieven. De pastoor van Roeselare werd be schuldigd gepredikt te hebbenBe ter ware het voor de ouders in het diepste der zee geworpen te worden met eenen molensteen aan den hals dan er toe te besluiten hunne kinde ren naar de officiëele scholen te zen den. Het sermoen des pastoors van Lan- gemarck klonkHet ware beter voor de ouders hunne oogen te zien sterven. In het kanton Sibret bulderde een gezalfdeBarbaarsche ouders, lie ver dan uwe kinders naar de vrij- metselaarsscholen te zenden, ploft hun eenen dolk in het hart, de men- schelijke wetten zullen u straffen, maar voor God zal het eene deugd zame daad zijn. De jesuiet Van Mullem bekende te Destelbergen verkondigd te hebben Wie een kind doodt berooft het maar van een tijdelijk goed en doet het voorbijgaande folteringen aan wie het naar de goddelooze scholen zendt stelt het bloot aan de dood zij ner ziel, dat is aan het verlies van zijn natuurlijk leven. Dit was twintig jaren geleden de zedeleer der priesters Welke vrije geest kan vertrouwen hebben in zulke kerels wie zal zijne kinderen ten prooi werpen aan de lessen zulker mannen O, we weten het, de tijden zijn ver anderd sedert de klerikalen door schandelijke middelen het bewind in handen kregen, maar het officiëele onderwijs is nog immer de doorn in den voet der geestelijkheid. Ja, in de buitengemeenten verging het in puinen, maar in de vrijzinige steden blijft het recht, ondanks al het heilig gebulder, de vervloekingen en vermaledijdingen der priesters, en als een baken staat het daar heldere stralen uitwerpend van beschaving en van vrijheid. Zoo mocht het niet blijven, ook in de gehate gestichten moest met den geestelijke zijn verderfelijk invloed binnendringen. En onze meesters vervaardigden eene wet, waarbij de godsdienstlessen hare intrede deden in de vrijmetse- laarsscholen Had men er zich nu bij bepaald dien leergang in te richten voor eiken leerling die hem vroeg, we zouden niets te zeggen hebben, de officieele gestichten staan open voor leerlingen aller belijdenissen en juist daarom moeten zij ontzijdig zijn, maar de niet gerokte jesuieten van het minis terie \erstonden het anders. Al wie niet vraagt ontslagen te worden van 't godsdienstig praajte is er vurige aanhanger van, beweerden zij, en de Schollaert voegde er hui chelende hij dat wie eene les had ge volgd, alle de andere ten eeuwigen dage bijwonen zou. Tot onlangs bleef ons Atheneum ongerept. Dat moest veranderenen het Staatsblad heeft ons de benoeming van een godsdienstleeraar aangekon digd. Wij kennen den heerniet en hopen zelfs dat de enge onverdraagzaam heid hem niet aankleeft, die zoovelen zijner ambtgenooten kenmerkt, maar toch, hij is een priester, en sedert lang strijd de liberale partij voor de onzijdigheid der staatsscholen. De liberalen moeten dan ook too- nen dat ze die onzijdigheid ernstig opnemen en, met hunne kinderen kan de godsdienstles te ontslaan, ge ven zij enkel getuigenis van hunnen vurigen wensch de wetenschap in de school, en de religie in de kerk te plaatsen. Maar, zooals we hooger zegden, er werd een valstrik gespannen en vele ouders kennen hunne rechten niet. Op de liberale vereeniging woog de taak de vrijzinnige vrienden in te lichten en dat heeft het comiteit be grepen. Vandaar de mededeeling, die wij in ons nummer van zondag opnamen. O, er heerscht woede in 't klerika le kamp, maar daaruit juist mogen wij besluiten dat het comiteit den na gel op den kop heeft geslagen en de dankbaarheid aller vrijzinnigen ver dient. Aan de liberale vrienden thans den ernstigen wenk van de hoofden hunner vereeniging te volgen opdat men moge zeggen dat de onzijdigheid van het onderwijs voor de verdedi gers der gewetensvrijheid geen ijdel woord is. De leeraar in de school, de pries ters in de kerk In zijne merkweerdige redevoering van Toulouse, heeft de fransche Minister Wal- deck-Rousseau gezegd De weerde der onroerende goederen die w de kloosters bezitten of gebruiken beliep reeds in 1880 tot 700 millioen. Heden, ii overtreffen zij een Miljard. HET WEEKBLAD mm m ...I I,--

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1900 | | pagina 1