VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Orgaan fier Liberale verbintenis van Yperen en liet Arrondissement.
«EENDRACHT MAAKT MACHT.»
Veertiende jaar
Zaterdag 24" November 1900.
Nummer 47.
De Toekomst.
De klerikale uitgaven.
De zedeleer in politiek.
De regeering Onzer
Heeren de bisschoppen.
Senaat.
Kamer.
v
Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2.50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50 Per 3 maanden 1 fr. Annoncen: 15 cent
per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als
mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Ofp.ce de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaainde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij
ua onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Zestien jaren geleden zegepraalden
de klerikalen dank aan het misver
stand, dat tusschen de vrijzinnige
partijen ontstaan was en het verschil
van zienswijze over verscheidene
punten van het vrijzinnige program
ma en de te volgen taktiek. Wij
dachten, dat de klerikale regering
van korten duur zou zijn; doch wij
hebben ons bedrogen en bij iedere
nieuwe daarop volgende verkiezing
hebben wij telkens eene nederlaag
van de vrije gedachte moeten vast
stellen, De klerikalen roemen zich
over hun langdurig bestuur: doch
over enkele maanden nog waren zij
vervaard van hunne overgroote, tot
dan toe nooit gekende meerderheid
in het Belgische parlement.
Moed en zelfopoffering waren er
noodig van wege de leiders binst de
zoolange crisis. Wel is waar is,
zijn eenige van hen voor ons verloren;
doch de E. V. heeft de liberale partij
een nieuw leven gegevenverheugen
wij ons en hopen wij
Welke zijn nu de voornaamste
oorzaken van het langdurig bestuur
van die partij, die reeds zooveel
kwaad deed, zooveel onlusten veroor
zaakte en tegelijk zoo hevig bestreden
werd?
't Is de partij die voor niets achter
uitwijkt: brandstichtingen en moord
maken deei van haar programma
't Is de partij van het geld, dat zij
op allerlei manieren van de arme
dutsen weet af te knevelen. De kerk
is de tijpe, de verpersoonlijking van
de aftroggelarijzij doet hoop en
vrees ontstaan, en tengevolge van
die hoop en die vrees, vult zij hare
geldkoffers, ontwikkelt, vergroot en
houdt zij hare macht staande.
't Is de partij van den dwang, van
den broodroof! wanneer zij het roer in
handen nam, verwijderde zij uit de
ambtenwereld alwie voor haar niet
zou willen buigen, alwie verdacht
werd niet te denken als zijthans zijn
alle openbare plaatsen gesloten voor
de mannen met eigen wil en slechts
bereikbaar voor de kruipers!
't Is de partij, die thans beschikt over
het gerecht, dat slaafs de bevelen der
geestelijkheid uitvoert; over het hoo-
ger Middelbaar en lager onderwijs,
dat zij heel en al verpaapscht en de
scholen er van met hare creaturen
tracht te vullenover de politie van
al de gemeenten en der negentienden
der steden, over die onwetende, bru
tale, onopgevoegde politie, die krui
pende voor hare meesters, uit be
haagzucht degenen weet moeilijkhe
den aan te doen, welke onder politiek
gebied, mannen bestrijden, die haar
geldelijk en stoffelijk kunnen bevoor-
deeligen; over de beambten der stad
huizen, die, wetens en willens, de
kiezerslijsten vervalschen en derwij
ze hare meerderheid in het kiezers
korps kunstmatig bestendigen.
Overal, ten dienste van de thans
heerschende klerikale partij, ont
waart men spioenen, overdragers,
bedriegers en lasteraars in het leger,
in de Middelbare en in de lagere scho
len; zij, die het harten het karakter
van den toekomenden mensch moeten
vormen, oefenen het verachtelijk
uit van afluisteraar en overdrager
zoo een zedelijk verval bestond vroe
ger ook in de ambtswereldmaar 't
is meer dan 300 jaar geleden, het
was tijdens de Spaansche inkwisitie,
van ijzingswekkende gedachtenis
Dus laat ons hopen; de tijd is na
kend, waarop de verschillige schakee
ringen van de vrijzinnige partijen het
welhaast zullen eens zijnnog eene
goede beweging van wege de socia
listische werklieden, en al wat anti
klerikaal is geeft malkander rechtzin
nig de hand en wij schrijven in de
grondwet het zuiver algemeen stem
recht en de evenredige vertegen
woordiging onder den kreet van
het ondergediert der papen, verlost
ons Vaderland.
De uitgaven van den Staat zijn vooral ver
meerderd sedert de aankomst van het cleri-
caal gouvernement. Zij waren
In 1880 van 382,908,429
1890 417,893,629
1897 511,398,214
Die cijfers zijn getrokken uit de rekenin
gen. De laatste beslissende rekening is deze
van 1897.
Men ziet hoeveel de uitgaven vermeerderd
zijn. Van 1880, jaar van een liberaal goever-
nement, tot 1897, dertiende jaar van een kle
rikaal goevernement, zijn zij van 382milloen
tot 511 millioen overgegaan. Van 1890 tot
1897, onder het klerikaal goevernement gin
gen zij van 417 millioen tot 511 millioen
over.
Men zal niet kunnen zeggen dat het de
werken zijn voor de werklieden die dezen
toestand gesticht hebben. De pensioenen zul
len, zegt men voor den Staat eene uitgave
veroorzaken van 12 milloen, en van 1890
tot 1897 verhoogden de uitgaven van 94 mil
lioen! Voor welke redens?
Men heeft vele nieuwe plaatsen gemaakt
voor de vrienden en kennissen. Men heeft
onderstandsgelden gegeven aan de klerikale
scholen, men heeft leeraars van godsdienst
betaald, men heeft hulpgelden gegeven aan
de kerken, men heeft de katholieke Kerk op
alle wijzen onderhouden, men heeft gedurig
het getal kapellen en hulpkerken, het getal
plaatsen van onderpastoor en dienstdoende
geestelijk vermeerderd.
En terwijl die uitgaven in bovenmatige
verhoudingen vermeerderen, liet men het
materieel der ijzerwegen vervallen van ou
derdom, men kocht het toereikende materieel
niet aan en men kwam tot den schrikkelij-
ken toestand van heden tot die aanhoudende
afwezigheid van wagens en tot die wanorde
die de grootste vreezen overtroffen heeft.
Ziedaar het goevernement dat wij hebben!
Die toestand moet betaald worden. Het is niet
noodig dat de klerikalen kunnen komen be
weren, na de pensioenen van 65 fr. na de
belachelijke som van 18 centiemen daatrs,
dat indien de uitgaven vermeerderd zijn, het
ter oorzaak is van hetgeen zij zouden gedaan
hebben voor de werklieden. Neen, van die
vermeerdering van 130 millioen der rekening
van 1897 op deze van 1880, hebben de kleri
kalen niets gegeven aan de werklieden en
intusschentijd hebben zij het materieel der
ijzerwegen verminderd op hetgeen het heden
is en zij hebben het openbaar onderwijs ver
nietigd.
(L'Avenir de Courtrai, 18 november 1900).
In een weldenkend blad vinden wij de vol
gende openbaringen
Wanneer, in 1896, het goevernement te
weeg was het ontwerp van herinrichting
neêr te leggen, dat generaal Brassine zijne
collega's onderworpen had, ging M. Woeste
den kabinets overste vinden. M. De Smet de
Nayer, en sprak hem bijna op de volgende
wijze
Gij gaat, M. de kabinets overste, dank
aan de medehulp dat de socialistische linker
zijde u zal brengen, den persoonlijken dienst
plicht aannemen, 't Is perfect. Maar de leden
der socialistische linkerzijde zijn veel meer
aanhangers van de vermindering van het
contingent dan van den persoonlijken dienst
plicht. Ik houd er aan u te verwittigen dat
eenige mijner vrienden en ik besloten zijn,
indien gij aan het ontwerp van generaal
Brassine niet verzaakt, de vermindering van
het contigent voor te stellen en, met de so
cialistische linkerzijde, wier medewerking
wij ook zullen hebben, zullen wij er in ge
lukken dezelve te verkrijgen.
Er blijft u over te kiezen.
Wij zullen niet zeggen dat zulks eene daad
van politieke afzetterij was, maar M. De
Smet de Naeyer had het groot ongelijk het
gat van den timmerman niet te toonen aan
dezen dat hij zelf eens den wereldlijken
Paus genoemd had. Hij had het ongelijk de
ongehoorde drukking, welke M. Woeste op
hem had willen uitoefenen aan de veront
waardiging der Kamer niet te komen aan
klagen. Hij gaf toe. En de eerlijk man, de
rechtschapen soldaat die generaal Brassine
was, ging henen.
Een confrater geeft een belangrijk bewijs
stuk uit, toonende hoe O. H. de bisschoppen
de heeren ministers doen draaien.
Zoodra hij aan het bewind kwam, ont
ving generaal Brassine hot volgende briefje
van den aartsbisschop van Mechelen
De bisschoppen drukken den wensch
uit dat het goevernement het militaire aal
moezenierschap op eene ernstige en krach
tige wijze inrichte. Zij zullen met de groot
ste zorg de voorstellen nazien welke M. de
minister van oorlog hen ten dien einde, wel
zal willen onderwerpen.
De minister van oorlog gehoorzaamde] na
tuurlijk aan 'het'gegeven',bevel,'en, eenigen
tijd nadien, zond men hem het volgende be-
wijsjvan voldoening:
De kardinaal-aartsbisschop van Meche
len, zeer getroffen over dej welwillende
herinneringj die Mijnheer de luitenant gene
raal Brassine mij wel heeft willen bewijzen,
bied ik hem )op mijne beurt, mijne eerbie-
digste hulde en maak het mij eene plicht
mijne grondige dankbaarheid uit te druk
ken aan den oud-minister vanjjoorlog voor
de uitstekende diensten welke hij bewezen
heeft aan de Kerk en aan onze katholieke
familiën.
Die bewijsstukken zeggen veel over het
heimelijk goevernement dat wij lijden.
Zeldzame zaak! Onze confrater beweert
dat, in 1894, er 3 bisschoppen waren op 5
die zich aanhangers verklaarden van den
persoonlijken dienstplicht. Het waren de
aartsbisschop van Mechelen en de bisschop
pen van Luik en van Namen.
De gewone zittijd van 1900-1901 is den
13 November geopend geweest.
Het bureel is samengesteld uit
De heeren: Graaf d'Ursel, voorzitter,
Baron Bethune, le onder-voor
zitter,
Dupont, 2® onder-voorzitter,
Graaf de Ribeaucourt, le secre
taris,
Graaf Goblet d'Alviella, 2e secre
taris,
Baron d'Huart, 1® bijgevoegde
secretaris,
Graaf de Hemricourt de Grunne,
2° bijgevoegde secretaris.
De openingszitting van den gewonen zit
tijd van 1900-1901 heeft den 13 November
1900 plaats gehad.
Het bureel is samengesteld uit:
De heerenDe Sadeleer, voorzitter,
Schollaert, Is onder-voorzitter,
Heynen, 2® onder-voorzitter.
Segers, Francotte, Carton de
Wiart en Defnet, secretarissen.
Zitting van 13 November 1900.
De minister van Justicie legt een wets
ontwerp neêr dat kwijtschelding verleent
aan wederspannigen, achterblijvers en weg-
loopers.
Zitting van 20 November 1900.
Hét wetsvoorstel op de vermindering van
prijs van het abonnement op het Beknopt
Verslag, dat men verschuldigd is aan het
initiatief der heeren Buyl, Vande Venne,
Verheyen, Tonnelier, Nolf en Termote, is
in aanmerking genomen.
Het wetsvoorstel op de pensioenen der
leeraars en gemeente-onderwijzers, neêrge-
legd door de heeren LorandNolf, Féron,
Berloz, Allard en Crombez, is in aanmer
king genomen.
Het wetsvoorstel op de verhooging van
jaarwedde der leden van de Redenkamer,
verschuldigd aan het initiatief der heeren
Féron, Mullendorf, Beernaert, Drion,
HET WEEKBLAD