LASTER
Nog altijd millioenen voor Brugge
en Zee-Brugge.
Kamer van Volksvertegenwoordigers.
STADSNIEUWS.
Een nieuwe kring.
vlammen en angst- en jammerkreten ver
vulden de zaal. Eene kofdame redde den
koning door hem haastig in haar mantel te
wikkelen, maar de koning leed door den
doorgestanen schrik gedurende zijn geheel
leven. Met uitzondering van een der gemas-
kerden die tegenwoordighei 1 van geest ge
noeg bezat, om in een bak met water te
springen, stierven al de deelnemers van deze
maskerade onder de vreezelijkste pijnen. De
dansmelodie werd hun tot requiem.
Uit het maskeraden, de inzonderheid een
geliefd vermaak aan de verschillende hoven
waren, ontwikkelde zich de moderne opera.
In 't eerst verbond men de maskeraden my
thologische voorstellingenen dansen; later
traden de personen op, die spraken of zongen,
en werden er koren ingevoerd. Nog in de
vorige eeuw (de XVIll0 wel te verstaan)
droegen de dansers in 't Fransche oporalhea-
ter maskers.
Wat men in onze dagen een gemaskerd bal
noemt deze vorm van openbaar vermaak
dagteekerit eerst uit den tijd van het Regent
schap in Frankrijk.
Van Frankrijk uit hebben de gemaskerde
bals zich over de geheele wereld verspreid.
De tijd van zulke bals is de Karnavalstijd,
het tijdperk van Driekoningen tot eenige
dagen voor Asch-Woensdag. Het meeste
werk wordt erin Italië van gemaakt, vooral
te Romen en te Venetië.
Vraagt men zich af, hoe het toch wel ko
men mag, dat het gebruik van maskers zich
eeuwenlang in ernstige on moeilijke tijden
staande heeft gehouden, dan zal men het
antwoord op dio vraag op psychologisch ge
bied kunnen vinden: in het streven van het
grootste deel der menschen, om voor iets
anders gehouden te worden dan zij inderdaad
zijn. Goliath.
De vraag om te weten wie verant
woordelijk moet wezen wegens de
schade veroorzaakt door het laatste
onweder aan de voorhaven, is on
langs besproken geweest in den ge
meenteraad van Brugge. Do Burge
meester heeft er verklaard dat het
gouvernement alles zou betalen. Zon
derlinge aanbesteding voorwaar wat
men Brugge Zeehaven noemt.
Schandelijk is het dat ons klerikaal
staatsbestuur millioenen en millioe
nen verkwist aan werken die niet
wederstaan kunnen aan een storm
wind en door de golven weggespoeld
worden.
Dit is immers voorzien en voorzegd
geweest door bekwame ingenieuis.
Die millioenen hadden veel nutti
ger kunnen gebruikt worden dan ze
in de duinen en in de zee te werpen.
Onzinnig zijn ze die eene haven
uitdachten van 35 millioenen welke
VERTELT ZIJNE GESCHIEDENIS
Mijn eerste toestand.
(4e Vervolg).
Want al dien tijd was ik daar ongezien,
verscholen gebleven, dragende in mijn bin
nenste de kiem der vreeselijkste mogelijk^
heden Nu was ik in de wereld gezonden,
cn al zou het Mevr. van der Tongen te
binnen gekomen zijn, dat zij had gezondigd
tegen het IX8 Gebod, en al had zij nog zoo
ernstig gewenscht mij terug te roepen,
al haar leedwezen, en zuchten, en tranen
zouden toch niets meer kunnen baten.
Zóó waar is de spreuke
Van uw ongesproken woord zijt gij de
meester;
"Uw gesproken woord is uw meester
Dank u, dank u! Hoe lief is uw spel 1
Waarlijk ik benijd uwe kunst
De twee dames schenen als om strijd
hem te willen complimenteeren, en Zaluski
die do muziek lief had en gaarne iemand
genoegen deed, zag er waarlijk gelukkig uit.
Ik ben zeker, dat het hem geenzins in-
men gedurig verandert en verbetert,
bij zoo verre dat ze heden reeds 46
millioenen kost, ongeminderd het
geen er nog zal moeten bijgevoegd
worden om de ingestorte werken te
herstellen en de haven te voltrekken.
Alles wordt opgeofferd om aan
Brugge de kloosterstad een haven te
geven die er niet noodig is aangezien
zij reeds aan zee verbonden is door de
schoone en breede vaart van Plas-
schendale.
En zeggen dat onze goedzaks van
Senators en vertegenwoordigers, al
le jaren de begrooting van openbare
werken stemmen, en tot nog toe geen
half millioen hebben kunnen beko
men, om de vaart van Ypernaar Co-
men, sedert meer dan 35 jaar begon-
n ei, te voltrekken, en den Yzer be
vaarbaar te maken, in 't belang van
onzen handel en onze nijverheid.
Ware hunne plicht niet voortaan
tegen al de ontwerpen van ons geld-
verkwistende en bedriegers-ministe
rie te stemmen, zoolang wij geene
voldoening zullen bekomen
Zilling van 5 Februari.
Twea vragen worden door den heer Buyl
gesteld aan den heer minister van openbare
werken. Ziehier de eerste:
Op eene vraag van mijn achtbaar mede
lid, den heer Nolf, aangaande het hervormen
in kasseien van den steenweg van Yper op
Yeurne alleen strekkende tot het bekomen
van de verbetering van den bestaanden steen
weg met het aanleggen van een boord in
macadam van 3 meters breolte terzijle de
baan, werd door den heer minister geant
woord dat de werken tusschen Yper en Ei-
verdinghe waren aanbesteed.
Z'>u, daar tut hiertoe geenê enkele aan
besteding heelt plaats gehad voor het be
steen ie baanvak tusschen Elverdinghe en
en Veurne, de heer minister geen voldoening
kunnen schenken aan de landbouwers, han
delaars en voerlieden, die over den bestaan-
den toïstand klagen, door voor dat gedeelte
der baan het stelsel toe te passen dat werd
aanbevolen door mijn achtbaren collega, den
heer Nolf?
Ziehier de tweede vraag
't Schijnt dat er een ontwerp ter studie
ligt voor het leggen van een kiezelweg tus
schen Rijsel en Oostende, over Meenen en
Thourhout. Dat ontwerp betreft een gekas
seid baanvak tusschen Rijsel en Meenen, dat
maar in kiezelweg zou kunnen veranderd
worden mits tusschenkomst van de Fran
sche Regeering. Die weg loopt daarenboven
door volkrijke gemeenten waar het verkeer
met motorkarren gevaar oplevert en vertra
ging vergt.
In gemeen overleg met mijnen collega,
den heer Nolf, vraag ik den heer minister
viel, dat zijne twee vriendinnen niet op
recht waren, of dat zij hem geen goed
toewenschten. Hij dacht in zijn eigen hoe
eenvoudig en lieftallig de menschen toch
waren te Drabbeghem, en welk eene tegen
stelling dit leven hier toch was met het
woelige leven der hoofdstad. En hij dacht
in zijn eigen, dat hij toch wel dwaas ge
weest was, zoo alleenig te leven als jong
gezel tot bijna dertig jaar, en van eenen
anderen kant weDSChte hij zich geluk zoo
lang gewacht te hebben, aangezien Ger
trude nu nog maar negentien jaar was.
Zonder twijfel, voor zijnen geest ver
schenen zegenrijke beelden der toekomst,
terwijl hij op de beminnelijke woorden bei
der dames antwoordde, en hij schudde
hartelijk de hand van Lina Hoogten, en
opende vol gedienstigheid voor haar de
deur van het salon, en trok zijn horloge
om haar te verzekeren dat zij nog meer dan
tijd had, en zich geenzins hoefde in spoed
te jagen, om op bekwamen stond ter kerk te
komen.
Arme Zaluski! Hij zag er zoo verheugd en
vriendelijk uit. Al was ik ook enkel een
Kleine Laster, al zou men ook veronders
tellen dat ik geen gevoel kon hebben, het
deed me nogtans leed voor bedt, wanneer
of hij niet denkt dat het beter ware Rijsd
met Oostende te verbinden door eene baan
van gemengden aard over Waasten, Yper,
Diksmuide, Nieuwpoort, Middelkerke en
Oostende? Deze richting zou het bezwaar
vermijden van het 't verkeer op kasseiweg
tusschen Rijsel en de grens daar er reeds
een kiezelweg loopt van Rijsel op Waasten
en zou alle tusschenkomst der Fransche
Regeering nutteloos maken. Bedoelde rich
ting zou daarenboven 't voordeel opleveren
aan de touristen uit Frankrijk de kunstschat
ten te doen kennen aan de steden Yper,
Diksmuide en Nieuwpoort, en hun tevens de
gelegenheid verschaffen onze kusten te be
wonderen tusschen Nieuwpoort en Oostende
terwijl de weg over Meenen, Thourout en
Oostende al zeer wéinig aantrekkelijk is.
Zitting van 12 Februari 1901.
De heer de Smet de Naeyer, minis
ter van financiën en openbare werken.
1° Het is niet mogelijk eenen kiezelweg van
3 meters breedte te leggen nevens den kas
seiweg der baan van Yper naar Veurne,
daar de baan op zekere plaatsen in 't geheel
slechts 2m50 breed is
2° Om de steden Rijsel, Robaais en Tour-
conje met de kunst te verbinden is het noo
dig de baan van Meenen te benuttigende
baan van Rijsel naar Waasten loopt nocb
voorbij Robaais, noch bij Tourconje.
Dit belet de verbetering der andere banen
niet; zoo heeft mijn beheer de herstellings
werken aan de baan van Oostende naar
Nieuwpoort onlangs in aanbesteding gelegd.
De Wetsvoorstellen strekkende: 1° tof het
inrichten van het vrijwilligersleger; 2° lot
de uitbreiding daarvan, 3° tot het verlich
ten der militaire lasten, zijn in aanmerking
genomen. Het is hetzelfde met het wets
voorstel betrekkelijk de jaarwedde der ge
meente ontvangers.
Zitting van 13 Februari 1901.
Met 97 stemmen tegen 16 en 4 onthou
dingen. verwerpt de Kamer de eerste para
graaf van het art. der wet in bespreking op
de spelen in de openbare plaatsen en de
uitbuiting der waagspelen, aldus luidende:
De regeering zal, om reden van plaat-
selijke en bijzondere omstandigheden en
op de voorwaarden die zij zal bepalen, de
gemeenfebesturen van Oostende en van
Spa mogen bemachtigen de inrichting toe
te laten, op hun grondgebied, van eenen
kring die niet zal onderworpen zijn aan
de schikkingen van art. 2, Nrs 1, 4, 5 en
6 der tegenwoordige wet.
In de cafés is het gesprek sedert eenige
dagen belangrijker geworden. Het loopt op
de stichting van eenen kring van kooplieden
iedereen vraagt zich af welk zijn doel zijn
mag.
De eenen beweeren dat hij zich niet met
politiek zal bezighouden, hetgene zeer
moeilijk zal zijn; anderen,integendeel, spre-
ik aan de toekomst dacht, en aan al het
leed en verdriet, dat ik voortaan op al
zijne voetstappen zou rnoeteu jagen 1
Mijn tweede toestand.
De lezer zal opgemerkt hebben, dat ik in
mijn eersten toestand, een in verhouding
zwakke en onschadelijke Laster was, met
1 een tintje van erfzondachtigheid, dat ik
natuurlijker wijze van mijne moeder over-
gekregen had. Doch ik groeide op mot
groote kracht en vlugheid, en ik ben zeker
dat de mannen der wetenschap u zullen
zeggen, dat dit steeds het geval is met lager
organismen. Zoo, bij voorbeeld, zijn er ja
ren noodig opdat een man uit een zuigeling
groeie, en maanden opdat een nestkeffertje
een jachthond worde, terwijl een zuigeling-
microob in minder dan een uur een vol
wassen persoon wordt.
Wat mij persoonlijk betreft, ik had veel
liever in Mevr. van der Tongea's mooie salon
blijven sluimeren, want, zooals ik reeds
j vroeger zegde, miju slachtoffer interesseerde
l me, en ik had wel langer willen bij hem
blijven om te vernemen waarover hij sprak.
Doch reeds had ik bevel ontvangen om
in de parochie-kerk den avonddienst bij te
wonen, en aldaar den geest van Lina Hoog
ten in beroering te brengen.
ken reeds over de naaste gemeentekiezing.
Wat te golooven?
't Is genoeg en zooveel dat een groot getal
kleine kooplieden er deel van maken
Volgens de redeneering der kooplieden,
die het initiatief genomen hebben, zou de
kring geen ander doel hebben dan 1° de on
miskenbare onrechtvaardigheden te bestrij
den die gepleegd zijn in de hospicen, in liet
Bureel van Weldadigheid en op het Stadhuis
in de verdeeling van den onderstand en de
leveringen2° onbewimpeld werken tegen
de ongelukkige uitbreiding der samenwer
kende maatschappijen, en 3° krachtige
maatregelen nemen tegen de verderfelijke
uitbreiding van den Boerenbond, die den
ondergang wil der kooplieden in meststoffen,
raap en lijnkoeken chicoreiën, euz.
Het inzicht is dus zeer lofwaardig, men
zal liet moeten in praktijk stellen.
Het is niet voldoende te schreeuwen tegen
het voorrecht, men moet het afschaffen, en
de grieven der kooplieden aan te wijzen,
men zal ze moeten terecht maken.
Oin dat dubbel doel te bereiken zal men
veel moed en krachtdadigheid noodig hebben
want do aangegane strijd zal hevig en aller
moeilijkst zijn.
Het is de kreet des harten, het is de af
keur van het onrecht en der onverdraag
zaamheid die de kooplieden vereenigd heb
ben zij willen dat recht en rechtvaardigheid
hunne plaats hernemeu in de samenleving.
Eene redoneering door kooplieden gehou
den en die ons bijzonderlijk getroffen heeft,
omdat zij logiok en rechtvaardig is, verdient
verteld te worden, hier is ze.
Waarom nemen de II >spicen hunne toe
vlucht tot de openbare aanbesteding voor
het vleesch en de kolen, wanneer zij anders
handelen voor het bier?
De eerlijke en openhartige menschen ver
geten dat de brouwers veel invloed hebben
in tijd van kiezing en dat de kooplieden in
kolen en de beenhouwers in het algemeen
zeer gelukkig zijn te mogen leveren aan
kloosters en andere klerikale gestichten
ziedaar waarom de rijksten kunnen leveren
met winste en dat de kleinen moeten leveren
aan den inkoopprijs; 't is het recht in deze
wereld.
Er dient opgemerkt te worden dat de
stad, de Hosp'cen, en het Bureel van Wel
dadigheid verschillig handelen volgens de
noodzakelijkheid der politiek; de Hospicen
nemen hunnen toevlucht tot de aanbesteding
voor de kolen, wanneer de stad, voor de be
hoeften van het waterkasteel, al de kolen
neemt in hetzelfde huis, aan den prijs van
den dag en zonder de mededinging aan te
nemen.
De samenwerkende maatschappijen be
strijden, zal eene lastige taak zijn, want er
is samenwerkende en samenwerkende, de
sterkste der wereld is de klerikale winkel;
zijn al de klerikalen niet g<-syndikeerd zijn
zij geene lijdzame gehoorzaamheid verschul
digd en zijn zij niet verplicht zich te voor
zien in de huizen die met het geld der kloos
ters en der Jezuieten ondersteund zijn?
Het is meer dan tijd dat er een einde ge
steld worde aan de gedurige uitbreiding de-
Ter wijl we door de Hoogstraat gingen,
klonken de klokken hel en klaar, en ik
kreeg hierdoor dit zelfde gevoel van on
gemakkelijkheid, als toen ik Zaluski be
schouwd had
Nogtans, ik ging verder, en kwam weldra
in de kerk. Deze was een mooi gothisch
gebouw, en de namiddag-zonneschijn door
stroomde de heele plaats; zelfs de witte zer
ken in de beuken waren hier en daar ver
sierd inet schitterende kleurvlekken van de
geschilderde glasvensters. Doch de vreemde
stilte en de kalmte drukten mij, en ik gevoel
de mij hier zoo wol niet te huis als in Mevr.
van der fongen's salon, anders gezegd,
om eene ondermaausche vergelijking te ge
bruiken: ik gevoelde mij als een visch op
het droge.
Gedurende eenigen tijd -kon het mij ook
niet gelukken ingang te vinden in Lina
Hoogten's geest. Ik had goed te pogen, ik
kon haar oplettendheid niet verstrooien of
I haar gedachten niet het minst vasthouden,
en ik durf wel geloo?en, dat ik heelemaal
zou afgescheept geworden zijn, ware niet
de herder onwetens te mijner hulp gekomen,
Wordt voortgezet).
Vrij naar 't Engelsch door K.-H. DE QUËKER.
v