Augia's stal gezuiverd.
Valsche Bewering.
Kamer van Volksvertegenwoordigers.
vigen, de vreeselijke klerikale bevestiging
die al de woede van bet middeleeuwsche fa
natisme, al de middelen der godsdienst oor
logen, al de gruwelen der Spaansche Inkwi-
sitie ophitste.
De katholieken vragen niet om vrijelijk
hunnen eeredienst te beoefenen, vrijelijk
hunne geloofspunten te verspreiden, hun ge
loof geëerbiedigd te zien Neen: zij willen
dat iedereen denkt als zij, handelt gelijk zij,
gelijk zij de algemeene hatelijke tafelschui-
merij hunner paters ondergaat.
God heeft gesproken, zij zeggen het en ie
dereen moet hen gelooven. Hij heeft gespro
ken door den mond hunner bischoppen en de
geheele wereld moet buigen.
En zoodra zij de goddelijke waarheid bren
gen, die de zaligheid der ziel is, hebben zij
het recht dezelve duor geweld op te dringen
door de macht van den Staat en door het
zwaard der wet.
't Is om de zielen 1i redden dat zij dezelve
aan de vrijheid der dwaling onttrekkent is
voor het geestelijk welzijn dat zij hunnen
toevlucht nemen tot de tijdelijke macht.
De rechten van den menscb, van het vrije
geweten, van het vrij onderzoek, van de on
derzoekende en onafhankelijke wetenschap
dit alles is slechts het verderf der ziel.
Er is geen recht voor de ketterij.
De ketterij is eene openbare misdaad.
De protestanten, de joden en de vrijden
kers zijn buiten de wet gesteld.
De drie vierden van het menschdom zijn
buiten de wet 1
Dit waren de aanmatigingen der Kerk ge
durende de lange jaren der sombere en bloe
dige middeleeuw.
Men had kunnen denken dat zij verlaten
waren, honderd jaren na de uitroeping der
rechten van den mensch, die grondwet van
het modern geweten.
Welnu, neen, zij zijn dd&r, altijd dezelfde,
op eene verwaande wijze opgesteld in prac-
tische stellingen, in een boek van 1900.
't Is een schandaal.
Zooals wij reeds gemeld hebben, zal in de
Fransche Kamer kortelings eene wet ter
stemming komen waarbij de kloosterorden
voor het meerendeel zullen ontbonden en
verboden worden.
Er zijn hedendaags in Frankrijk 162 dui
zend nonnen en paters van alle slach, die
aan roerende en onroerende goederen ver
scheidene miljards bezitten. Behalve het ge
vaar dat die steeds tienemende rijkdom der
doode hand voor de maatschappij oplevert,
is het gebleken dat bij onze Zuiderburen de
Kloosters en vooral de Jezuietonorde tegen
de Republiek samenzweren en langzaam de
grondwettelijke vrijheden ondermijnen.
Men zou zich moeilijk een gedacht kunnen
vormen van de onderduimsche werking door
dit legioeD monikken en hun aanhang tegen
den huidigen regeeringsvorm gericht. Be
schikkende over onmetelijke fortuinen en in
hun ondermijningswerk gesteund door 40
duizend geestelijken, die op hun beurt jaar
lijks 50 miljoen van den Staat trekken, is
hun vurigste wensch het gemeenebest omver
te halen en de monarchie van het goddelijk
recht in haar vroegeren luister te herstellen.
Wij hebben onlangs doen uitschijnen hoe
de Jezuïeten het Fransch leger verrot heb
ben, hoe zij tijdens de laatste jaren erin
gelukt zijn hun onderdanige kreaturen bij
duizendtallen in de kaders te moffelen. Wat
hun in het leger gelukte, slaagde hen ook
voor andere instellingen, zoodanig dat de
magistratuur en de openbare besturen krioe
len van de dweepzuchtigste leerlingen van
Loyola.
Het ministerie Waldeck-Rousseau heeft
het dreigend gevaar ingezien en besloten te
handelen. Wel zal de bespreking der wet
een storm van vermaledijding verwekken
vanwege al wat nog in Frankrijk reaktio-
nair is en droomt van koningdom en hof
houding, maar zelfs de gematigste republi
keinen zijn doordrongen van al het hache
lijke des toestands en de wet zal een sterke
meerderheid verwerven.
Het fransch Staatsbestuur heeft gelijk den
A.ugias' stal te kuischen. Lauden waar de
kloosterplaag overvloedig woekert, worden
verbazend snel naar den ondergang gedre
ven. Het volk wordt er uitgezogeD, verlamd,
ontzenuwd, de nationale rijkdom neemt er
af en het pauperism wordt er een soort be
smettelijke ziekte.
Getuige het eens zoo machtig en heerlijk
en thans zoo diep gezonken Spanje. Daar
ook rezen de kloosters bij duizendtallen uit
den grond. Dit zoo mild door de natuur be
deelde land, met zijn helderen blauwen he
mel en zijn dichterlijken volksaard heeft,
na eeuwen kloosterregiem, zelfs de schaduw
van zijn vroegere macht en welvaart niet
meer behouden.
Het monikkenvolkje heeft er, even als el
ders, steeds samengezworen tegen elke re
geering die den weg der moderne ideën
opging. De immer herhaalde Carlistische
opstan len werden in de kloosters beraamd
en op touw ge'.et met behulp der landelijke
geestelijken. Dit is zoodanig waar, dat er
tijdens het jongst Carlistisch komplot een
honderdtal priesters en paters achter 't slot
werden gezet. De justitie vond in bezit van
kloosterlingen de doorslaandste bewijzen
uhnner medeplichtigheid aan de oproerige
beweging.
Wanneer de kloosterlingen in een Staat als
het door en (floor katholiek Spanje tegen een
ann de kerk onderdanige monarchie samen
zweren, wat moet er dan wel gebeuren in
een rapublikeinsch land als Frankrijk, waar
den getst van demokratie en wereldlijk ge
zag in alle daden der regeering doortintelt?
't Werd hoog tijd het kwaad uit te roeien.
Als de republikeiusche meerderheid nu het
zuiveringswerk maar naar behooren vol
brengt en zich door de razende bende der
reaktie geen lapzalvende amendementen laat
ontfutselen. Als men het huis zuiver wil
makeu, mag men geen vuiluisüoopen in
hoeken en kanten laten liggen.
komt steeds weer op
de lang afgezaagde en duizendmaal weer
legde bewering teiug dat hei godsdienstig
onderwijs alleen bij de jonkheid de zedelijk
heid kan inprenten
Men heeft onlangs van Staatswege een
statistiek doen opmaten over de misdrijven
in België sedert het laatste tienjarig tijdvak
gepleegd, en men heeft bevonden dat juist in
de klerikaalste provintiën het cijfer der
misdaden en wetsovertredingen het hoogst
beliep.
Overigens er zijn geen statistieken noodig
om van die waarheid overtuigd te zijn. In
onze fanatieke Vlaamsche dorpen, waar de
geestelijkheid nog een onbeperkt gezag, een
alleenheerschappij uitoefent, staat de bevol
king op zedelijk gebied het laagst. Zagen wij
niet, slechts ettelijke maanden geleden, hoe
een wilde bende boeren in een dorp nabij
Lier, een weerlooze vrouw als een razenden
houd door het dorp sleepten, haar gansch
naakt aan een hoorn bonden en haar geesel-
deu tot ze meer dood dan Levend ten gronde
zeeg?
Bij kermis- en lotingsdagen, wanneer in
de groote liberale steden de vrolijkheid soms
wel wat diuk toegaat, wordt er in de bui
tengemeenten bijna regelmatig gevocnten en
als by die gelegenheden de messen niet te
voorschijn komen, is het stellig een uitzon
dering.
Wie in de gazetten de rubriek moorden
en diefstallen volgt, zal aldra bemerken
dat de misdrijven in den buiten gepleegd,
doorgaans wreeder en beestiger zijn dan die
welke men in groote centrums vaststelt. Het
drankmisbruik woedt er sterker dan in de
groote steden en liet is misschien wel om
die reden dat Conscience de jeneverpest de
plaag der dorpen noemde.
De leering der Kerk met haar hemelsche
belooning en haar helsche straffen, werk}
niet doelmatiger op het zedelyk gevoel van
den mensch dan welk ander dogma ook.
Men kan een goed kristen zijn en toch een
slecht, soms een misdadig burger. En de
Kerk zelf, die haar moraal als de eeuige wa
re en veredelende voorgeeft, heeft die niet in
den loop der eeuwen zich phctitig gemaakt
aan een reeks gruwelen waarvan de herin
nering alleen ijzen doet?
Neen, de moraal ligt in de opvoeding die
het kind in den huiskring en in zijn onrnid-
delyke omgeving ontvangt. Daar vooral
worden de kiemen gelegd die tot zedelijk
heid of verdorvenueid gedijen.
Het goede voorbeeld en daarbij een dege
lijk onderwijs, ziedaar de machtige fakto-
ren der openbare goede zeden.
Men moet het hart on den geest der jonk
heid vormen door het voorbeeld van eigen
onberispelijken levenswandel, door ze te
leeren wat goed en wat kwaad is, door haar
besef van eigenwaarde te ontwikkelen, niet
door haar af te schrikken met hel en vage
vuur of haar te verlekkeren op rijstpap hier
namaals.
Met de verzedelijking onzer volksklassen
zijn een aantal sociale vraagstukken verbon
den, waartusschen wij noemen verplicht
onderwijs, beter en gezonder huisvesting
voor de werklieden, goedkooper dagbladlek-
tuur, verzekering tegen ziekte en werkge-
brek, kostelooze en aangename uitspannin
gen en vooral krachtige beteugeling of lie
ver totale uitroeiing van het draukmisbruik.
Maar we zijn nog een fermen boogscheut
van al die schoone zaken verwijderd die,
eens verwezenlijkt, zulken heilzamen invloed
zouden hebben op den familiekring, waar
de jeugd de eerste maar diepste gemoeds-
indrukken ontvangt en die voor haar later
bestaan vaak van zulk groot gewicht zijn.
(Naar de N. G.)
Zitting van 1 Maart 1901.
Ordemotie.
De heer Nolf. Ambtsplichten hebben
mij gisteren verhinderd de zitting bij te wo
nen en ik had mij met mijnen collega uit
Yper, den heer Colaerl verstaan. Doch ware
ik aanwezig geweest, ik zou voor de kwijt
schelding gestemd en mij vereenigd hebben
met de amendementen van de heeren Janson
en Buyl.
Zitting van 5 Maart.
Op de volgende vraag, verledene week
door M. Nolf gedaan
Hoe komt het dat zekere gemeenten van
West-Vlaanderen in 't arrondissement Yper
mogen nalaten hunne rekeningen en begroo
tingen bekend te maken op de wijze en
binnen den tijd voorzien bij artikel 140 der
gemeentewet heeft de minister van binnen-
landsche zaken geantwoord
De heer de Trooz, minister van bin-
nenlandsche zaken en openbaar onderwijs.
Het uitgeven dier stukken, naar de voor
schriften der wet, behoort meer bijzonder
lijk aan de bestendige deputaties, die over
de begrootingen en de rekeningen der ge
meenten uitspraak moeten doen.
Mijne tusschenkomst ware enkel te recht
vaardigen in geval die colleges niet han
delen.
Interpellatie van den heer Delbastée
betreffende den toestand der brieven
bestellers.
De heer voorzitter. We gaan over
tot de interpellatie, door den heer Delbastée
tot den beer minister van spoorwegen ge
richt, betreffende den toestand der brieven
bestellers.
De heer Delbastée.. 't Is niet de
eerste maal dat de brievenbestellers over
hunnen jammerlijken toestand klagen. Zoo
ik er op terugkom, dan is 't omat er her
haaldelijk op eenen nagel moet geklopt wor
den om hem te doen indringenomdat de
Kamer nieuwe bestanddeelen bevat, en ein
delijk, omdat er onlangs tegen de brieven
bestellers nieuwe willekeurige maatregelen
werden genomen.
Vroeger spraken hier reeds leden van de
verschillende partijen ten voordeele van de
brievenbestellers; dus beoog ik geen poli
tiek doel, doch enkel rechtvaardigheid en
billijkheid.
Men weet dat de brievenbestellers, wach-
tens moe, besloten zelf hunne grieven te doen
gelden. Eerst vroegen ze gehoor aan den
minister, doch geen antwoord krijgende,
besloten ze meetings te houden en verzoek
schriften naar de Kamers en de dagbladen
te zenden.
Dadelijk werd een twintigtal brievenbe
stellers ondervraagddat is inkwisitie 1
Toen werd een plakbrief aangeplakt waar
op de grieven der brievenbestellers werden
bekendgemaakt; een beambte verklaarde dat
de plakbrief onwaarbeden bevatte en be
dreigde de brievenbestellers met tuchtstraf
fen. Eu iuderlaad verschillende hunner
werden gestraft kort daarna 1
Krachtens welke reglementen mag het be
heer zulke maatregelen nemen die de grond
wettelijke rechten afschaffen Verliezen de
brievenbestellers hunne burgerrechten wan
neer zij in dienst treden Zoo ja, ontneemt
hun dan ook het kiesrecht. Er wordt overi
gens niet over politiek gesproken in die
vergaderingen uitsluitend uit brievenbestel
lers samengesteld en er verschijnt geen en
kel politiek man Ik beroep iedereen om het
tegenovergestelde te bewijzen.
Dien omzendbrief inroepen is dus kinder
achtig. Maar andere voorwendsels nog wer
den aangevoerdde brievenbestellers zouden
de handelingen van bet beheer niet in 't
openbaar mogen bespreken I Welnu van
openbare vergaderingen was er geen sprake
want die bijeenkomsten zijn streng besloten
bijeenkomsten. Hebben burgers dan het recht
niet meer de verbetering van hun lot te be
trachten? Eerst hadden zij zich tot den mi
nister, hunnen hoofdman, gericht; maar deze
gewaardigde zich niet te antwoorden 1 On
der die omstandigheden werd de openbare
meening terecht ontroerd door de maatre
gelen te hunnen opzichte door den heer mi
nister genomen en die maatregelen werden
algemeen afgekeurd.
Reeds in 1892 had een onzer achtbare
medeleden, wiens gematigheid wij allen ken
nen, de heer Le Page, .in een intervieuw, de
brievenbestellers aangezet hunne grieven
voor de openbare zienswijze te brengen. Van
zijnen kant beeft Le Patriote den minister
gelaakt en de maatregelen tegen de beschul
digde brievenbestellers voor overdreven uit
gekreten: anderzijds heeft La justice so
ciale verklaard dat de staatsbeambten het
recht hebben zich tot verdediging hunner
belangen te vereenigen.
Doch ik kom tot den algemeenen toestand
van de brievenbestellers. In November laatst
leden ondervroeg ik te dien opzichte den
achtbaren minister die mij antwoordde dat
de gemiddelde jaarwedden dezer beambten
zeer toereikend zijn en veel hooger staan
dan die der werklieden, waarmede men ze
trachtte te vergelijken. Volgens hun ant
woord bedraagt hun loon van fr. 3.30 tot
fr. 10.28 t. h.
Hij voegde daarbij dat de brievenbestel
lers een pensioen genieten dat de drie vier
den hunner jaarwedde kan bereiken en dat
zij veroegdingen trekken voor het innen der
handelseffecten, de protesten, de bewaarge-
vingen in de Spaarkas; in geval van ziekte
worden zij geholpen en bijna heelemaal ge
waarborgd tegen de verliezen die zij moge
lijk konden doen. Eindelijk werd door den
heer minister aangekondigd dat hij niet
voornemens was op de aanstaande begroo
ting kredieten voor te stellen om hunne
jaarwedden te verhoogen.
Volgens de verklaringen van den minister
zouden dus de brievenbestellers een benij-
denswaardigen toestand hebben. Doch de
dienaangaande door hem aangehaalde cijfers
zijn volstrekt onnauwkeurig; dat zal ik be
wijzen. Men zal niet betwisten dat de brie
venbestellers met de uitgelezen werklieden
kunnen vergeleken worden. *Velnu, de brie
venbesteller, met eene jaarwedde van 1,000
frank, wint minder dan die uitgelezen werk
lieden, waarvan de minste fr. 3,50 daags
trekt Er zijn nocktaDs meer hoedanigheden
noodig om brievenbesteller te zijn,dan werk
man: het zedelijk oogpunt daargelaten, zijn
ze niet belast met zendingen van vertrouwen
die veel verstand, nauwgezetheid en eer
lijkheid vergen? Hunne verantwoordelijkheid
is aanzienlijker en dat alles voor 2 fr. 46vC.
per dag 1
Het werk der brievenbestellers verschilt
merkelijk van dat der spoorwegbeambten:
ze moeten talrijke papieren in orde houden
en zijn waarlijk overlast van werk. Te Brus
sel, moet de eerste ploeg kwart over 5 uur
ten kantore zijn, en met de uitdeelingen in
begrepen, zijn ze tot half negen 's avonds
in dienst.
Te Luik gaat het nog ergerde dag be
gint te halfzes en eindigt eerst kwart aver
9 uur 's avonds. Te Charleroi duurt hij van
5 uur 's morgens tot kwart over 9 uur 's
avonds.
En daar deze beambten in voorsteden
moeten wonen, verre van hun kantoor, moe
ten ze een uur vroeger op weg en komen
een uur later te huis.
Zonder overdrijving mag er dus gezegd
worden dat de brievenbesteller van 4 uur
's morgens tot 10 uur 's avonds te been is,
dus 18 uren werk
Wellicht zal de heer minister antwoorden
rwiümrn i