STADSNIEUWS. Onze straten te Yper-buiten. De diamantslijpers. Onze foor. Stad Yper, Groote Markt. Menagerie Camillius. De Groote Theater HENRY OPITZ Dood van Peter Benoit. dat de brievenbesteller niet gedurende dien ganschen tijd arbeidt, dat hij rusturen heeft. Doch, dat is meer schijn dan wezenlijkheid, want zoo te Brussel de dienst wordt ge schorst tusschen 8 en 9 uur, doorgaans kun nen de brievenbestellers er geen gebruik van maken, omdat ze te verre wonen. Goed gerekend, hebben zij anderhalf uur rust per dag. Is dat geen overdreven werk? Worden ze daar ten minste behoorlijk voor betaalVoor de landelijke brievenbestellers is het maximum 1,050 frank, doch 't schijnt dat slechts één dit maximum trekt. Honder den anderen trekken 950 frank. De klasseerders en hoofdfacteurs winnen veel meer, maar de landelijke en plaatse lijke brievenbestellers trekken van 900 tot 1,100 en laatstgemelde kunnen tot 1,200 frank geraken. Dat is een hongerloon, voor een zoo lang en vermoeiend werk 1 Met eene jaarwedde van 1000 frank ont vangt de brievenbesteller fr. 83.35per maand; daarvan moet men aftrekken de afhouding voor het fonds van weduwen en weezen Wat de h. minister ook zegde, de brieven bestellers werken des Zondags en zoo men hunne jaarwedde door 365 dagen verdeelt, dan bekomt men een volstrekt ontoereikend dagloon. Met het oog op bevordering is hun toestand even slecht en moeten zij onge veer twintig jaar wachten om het maximum te bereiken. Ik heb hier de begrooting van eenen brief drager, gehuwd en vader van twee kinde ren; zijne huisvestingen zijn voedsel kosten hem fr. 88 97 in de maand? Voegt men daar bij maar 10frank voor kleederen, schoenen, bijdragen voor mutualiteiten, dan komt men tot fr. 98.47blijven dus 4 frank in de maand als zakgeld en die dienen om zich eene tas koffie aan te schaffen op de dagen dat zijn dienst hem niet toelaat naar huis te gaan eten. Onder die omstandigheden moet de be grooting der briefdragers noodzakelijk slui ten men een te kort en 't is de nieuwjaars gift van het publiek, welke het aanvult. Is het aannemelijk dat de Staat aldus zijne be dienden verplicht de hand te reiken De heer Woeste. Maar zij doen dat geenszins! Wij doen hun die nieuwjaarsgift met het grootste genoegen. De heer Delbastée. 't Is niettemin eene schande zulken toestand vast te stellen. De heer Janson. Overigens moet de Regeering die nieuwjaarsgift niet kennen en er geen rekening mede houden. De heer Delbastée. Inderdaad. Het is haar plicht hare bedienden behoorlijk te bezoldigen. En deze ongelukkigen, die zoo een groot gebrek aan geld lijden, moeten eiken dag brieven met geldwaarde bestellen! Gij zult met mij bekennen dat de eerlijkheid in hen diep moet geworteld zijn om zich niet te laten bekorenHun gedrag is des te meer verdienstelijk daar zij aan allerlei kneve larij van de zijde van het bestuur zijn bloot gesteld, namelijk, wat aangaat de getuig schriften voor ziekte uit hoofde van onge schiktheid tot den arbeid. In dit opzicht is er een schandelijke om zendbrief, over welken een ernstig onder zoek dient gedaan. Zoo hoorde men een ambtenaar zich richten, in de aanwezigheid van gansch het personeel, tot een armen zie ken brievenbesteller in deze bewoordingen: Gij, gij zoudt ziek zijn? Daarom zijn uw ooren veel te rood! (Uitroepingen). Op deze wijze worden de zieke brieven bestellers in het bestuur behandeld. Zoo het betrouwen heeft in zijne geneesheeren, dan moet het hunne getuigschriften doen uitvoe ren; heeft het geen betrouwen in hen, dan moet hef die door anderen vervangen. De heer minister zegde ons dat de brie venbestellers, die de wissels ontvangen, eene som ontvangen buiten hunne jaarwedde. Dat is waar: er wordt hun 5 centiemen voor eiken betaalden wissel toegestaan, doch, daar talrijke personen aan het winket gaan be talen, is die som werkelijk onbeduidend. In dit opzicht ook toont het bestuur zich vrek kig, in plaats van milddadig. Wat de verlofdagen betreft, de brieven bestellers hebben er zoo weinig dat zij niet in aanmerking dienen genomen. Volgens het reglement hebben degenen, die de Zondag- rust niet genieten, recht op twee verlofdagen elke maand mits zij niet gedurende dertig dagen ziek warende anderen hebben recht enkel op één rustdag, en, zoo zij ziek waren, worden de verlofdagen afgeschaft. Zoo min als de andere ambtenaars, hebben de brievenbestellers zich te beloven van de Regeering. Zoo trekt een hulppostontvanger slechts 600, hoogstens 1,000 frank, en ze moeten lokaal, vuur en licht betalen Dat zijn waarlijk ongelukkige beambten en ik verzoek de Kamer medelijden met hen te hebben. De brievenbestellers hebben het recht over hunnen rampzaligen toestand te klagen, alsmede over dien van hunne vrouw en kinderen, die niet steeds het meest on ontbeerlijke bezitten. Derhalve hoop ik dat gij u met ons zult vereenigen, om den heer minister tot medelijden met die nuttige be ambten te overhalen. (Van verschillende zijden: Zeer wel!) Zitting van 6 Maart 1901. De Kamer houdt zich bezig met de tweede lezing van het wetsontwerp op de spelen in openbare plaatsen en uitbating der waagspelen. Het artikel I, voorgesteld door de Regee ring en opgesteld als volgt Het is verboden te spelen in de open- bare plaatsen of deze die tot het publiek toegankelijk zijn, en er te wedden ter gelegenheid der spelen die er gedaan worden, wanneer de inzet of de wed- dingschap klaarblijkelijk en openbaar - lijk gekend is en dat zijne belangrijk- heid meer winstbejag dan uitspanning verraadt, is aanvaard met 85 stemmen tegen 23 en 2 onthoudingen. Zitting van Vrijdag 8 Maart. Laatste vragen uitgaande van den heer Nolf: 1° De wijze, waarop thans de jaarwed den worden vastgesteld, maakt het niet mo gelijk dat de brievenbestellers eene verbete ring van hunnen toestand kunnen verwach ten, dan wanneer zij de gelegenheid hebben van dienst of verblijfplaats te veranderen. Dit heeft voor gevolg dat hunne bevordering voor velen van hen zeer twijfelachtig is. Zoo blijven, bij voorbeeld, op de postbureelen van den buiten veel brievenbestellers hun leven lang aan 't zelfde bureel gehecht. Het gebeurt dat de brievenbestellers op den bui ten de gelegenheid hebben plaatselijke brie venbestellers te worden, slechts wanneer zij eenen ouderdom hebben bereikt die hen on geschikt maakt een zwaarderen dienst te doen. Zou men, om de jaarwedden der brie venbestellers vast te stellen, niet meer reke ning kunnen houden met de jaren dienst, zonder de vermeerdering van hunne wedde als voorwaarde te stellen tot ze van eene klasse naar de andere overgaan 2° Ware het niet noodig over te gaan tot eene nieuwe verdeeling in klassen der postbureelen met 't oog op de jaarwedde der brievenbestellers? De thans bestaande ver deeling bevat leemten, schijnt het. Hoe komt het, bij voorbeeld, dat in 't arrondisse ment Yper de brievenbestellers in de ste den van tweeden rang, zooals Poperioghe (11,498 inwoners). Wervick (8,735 inwoners) Waasten (3,601 inwoners), in de derde klasse zijn gerangschikt, wat de jaarwedde betreft, terwijl die van minder belangrijke steden, als Meesen (1,464 inwoners) in de tweede klasse voorkomen Zou men de postbureelen van groote ge meenten als Langemarck (7,241 inwoners) en Komen (5,657 inwoners) niet gelijk kun nen stellen met de bureelen van steden van tweeden rang Op die vragen zal geantwoord worden in de vergadering van aanstaanden Dinsdag. Peter Benoit is Vrijdagmorgend om 4 1/2 gestorven. Hij werd geboren te Harelbeke in 1834, dus 67 jaar oud. T'is een der grootste verliezen die de vlaamsche kunst ooit onderging. In ons vorig Nr hebben wij doen zien hoe zeer de wegen op het grondgebied der stad door onzen klerikalen schepenraad verwaar loosd en slecht onderhouden worden. Wan neer hij, hier daar, een eindeke straat laat vermaken, dit wordt gedaan in de slechtste voorwaarden die men ergens zien kan. De l mannen daaraan gebezigd, doen wat hun behaagd, de werkregeling laat ook veel te wenschen over, de leiding en het toezicht vooral ontbreken of zijn onvoldoende. Van daar dat de verbeteringen die men aan de straten doet zonder nut zijn en dat ze na kor- ten tijd, wederom zoo ongebruikbaar worden j als voren. 't Is waar dat de stedelijke regeering, schrijft jaarlijks voor de werken aan de beurtwegen te doen, gewone en buitenge wone sommen op hare begrooting; maar wat baat het? zij werden weinig of niet gebruikt en de verbeteringen worden van jaar tot jaar uitgesteld; tot dat men eindelijk verplicht is de straten geheel te vernieuwen, hetgeen aanzienlyke kosten veroorzaakt. Het bewijs hiervan In de rekening van 1898 staat op het ge woon ingeschreven, een krediet van 1500 fr. voor het goed maken van straten op den bui ten, en daarop is alleenlijk verdaan geweest 1061 fr. 13 c. Op het buitengewoon treffen wij voor hetzelfde voorwerp een krediet aan van 3000 fr. op welke som maar uitgegeven is geweest 1401 fr. 30 c. In de rekening van 1899 vinden wij op het gewoon krediet van 1500 fr. slechts voor 540 fr. 49 c. werken uitgevoerd. Op het buitengewoon krediet van "000 fr. is er geen duit op verteerd geweest, en dus de beloofde werken voor welke deze som bestemd was, zijn onderbleven. Uit het voorgaande blijkt dat onze kleri kale meesters, in twee jaar, op de sommen ingeschreven voor de verbetering onzer beurtwegen, en waarmede zij de buitenlie den paaien, 9997 fr. 08 c. gespaard hebben. Is het dan te verwonderen dat de wegen op den buiten heden zoo slecht zijn, en dat sommige raadsleden niet ophouden daarover te klagen en aan onzen slaperigen schepen- raad te vragen dat er aan dien betreurlijken toestand een einde gesteld worde? Door deze gedurig aangespoord, heeft de ze drievuldigheid er in toegestemd op de be grooting van 1 jaar 1901 ter verbetering der straten te lande in te schrijven, een krediet van 7000 fr. op het gewoon en een van 15000 fr. op de buitengewone uitgaven, te samen 22000 fr. Nu valt er te zieu of deze aanzienlijke som op eene meer verstandelijke wijze zal gebruik gemaakt worden om de voorgestelde werken behoorlijk uit te voeren dan M. Co- laert en C" gewoonlijk doen voor degene die zij in stad laten verrichten. Wij hebben reden er aan te twijfelen. Alle dagen, van 's morgens tot 's avonds, scholen bijeen, op do grooie Markt, een hoop jonge mannen meestal leden van het K. Volkshuis die door onze klerikale kopstuk ken tijdens de kiezingen gebruikt worden. Zij zijn gekend, bij onze burgerij, onder den naam van diamantslijpers; zij hebben nooit geen ambacht geleerd en doen andors niet dan hetgeen zij, in hunne taal, loopende werk noemen. Dit bestaat, zooals men weet, in de wagens, in stad aankomende, te vol gen, en de boeren stout en bot lastig te val len om de koopwaren te lossen.'s Zomers bakeren zich die werkloozen in de zon en volgens dat ze draait nemen zij post. Nu vindt men die gasten aan den Vijfhoek of aan het Vleescbhuis waar zij de voorlanden be lemmeren en met hun tabakspuwsel bevui len, dan staan zij tegen de Halle en, wat erger is, omringen den postborn die zij on toegankelijk maken; wanneer eene jonge deerne of eene dienstmeid met een brief op komt, vertellen zij slechte klaps die een bri gadier van schaamte zou doen blozen. En dit alles gebeurt onder de vensters van het poli- tiebureel, en onder het oog van onze waak zame agenten even als deze noch hoorden noch zagen. Het senateurken Iweins schijnt zich zeer te bekommeren over het lot van die weinig verdienstelijke straatslijpers. In eene vorige zitting van onzen gemeenteraad heeft hij de aandacht van het schepencollege geroepen op de menigvuldige klachten die gedaan worden door de winkeliers voor wier huizen dien ongenamenhoop werkeloozen staan; en gevraagd dat deze als standplaats het Nieuw- werk zouden aangewezen worden, waar zij, volgens hem, tegen regen, sneeuw zouden bevrijd worden. Men verzekert ons dat het schepencollege, na te vergeefs eene schuilplaats gezocht te hebben voor onze diamantslijpers, een beter gedacht heeft. Het zal te midden der Markt een paviljoen doen maken in den trant van het marionnettenkotje aan de vischmarkt, maar veel grooter om een dubbel getal le- diggangers te ontvangen. Deze zullen er on- vergeld de warming hebben, en op hun ge- max een partieken kunnen smousjassen, in afwachting dat men van hunnen dienst noo dig heeft. M. Iweins zal hun drank, pijpen en tabak verschaffen. Paleis der Cinematografen. Wie een schoonen en aangenamen avond wil doorbrengen moet het Paleis der Cine matografen gaan bewonderen. In eene rijk versierde tent, waar gemak en weelde heer- schen, geniet men het aangenaamste spek takel dat men ooit te zien kreeg. Het leven van Christus, van af zijne geboorte tot zijne verrijzenis, het stierengevecht, de op tocht der Boeren, de droom van een ster- renkijher, de tentoonstelling van Parijs, en meer andere tafereelen worden daar ver toond en leveren zooveel te meer belang op dat al de personnagiën die er in voorkomen zich bewegen, gaan, keeren, handelen, als waren het levende personen. De begooche ling is volledig. Deze vertooningen zijn uiterst belangrijk voor iedereen en de prijs is in het bereik van alle klassen. Wij zijn verzekerd dat de bestuurder, M. Marrecau, overgroote opofferingen heeft moeten doen om zulke inrichting te beko men. Niets is gespaard voor wat het gemak der toeschouwers en de aantrekkelijkheid der vertooning kan verzekeren. Ook hopen wij dat de voorstellingen van den heer J. Marrecau druk zullen bezocht worden. Door bijzondere toelating der Overheid. Enkel voor eenige dagen. Voor de eerste maal alhier te zien De Henegouwsche Diergaarde Camillius en zijne twee leerlingen Mej. Rosina en Victoria. Wij raden de personen aan die nog de menagerie van den heer Camillius niet be zocht hebben, zich te haasten er naartoe te gaan, willen zij eenen kurieusen avond door brengen. Nooit in Yper hebben wij zulke werkingen gezien, Beeren, Leeuwen, Hyenas Tijgers, Panters, door Mej. Victoria en M. Camillius voorgesteld. Men zou waarlijk sidderen bij het zien van zulke gevaarlijke werkingen. Bij eenige dagen zal er eene liefhebber van Yper; ten midden der leeuwen door den heer Camillius voorgesteld worden, waar zij samen een glas champagnewijn zullen ledi gen. Voor de personen die er willen naar toe trekken. Zullen zij al vroeg voor hunne plaats moeten zorgen. PRIJZEN DER PLAATSEN: ie rang, fr. 1,50; 2® fr. 1,00; 3° fr. 0,50. Gedurende de Voorstellingen brillant or kest onder leiding van den muziekmeester LEIPNITZ. Men koopt oude onbruikbare paarden voor het voeden der Dieren. Uw Dienaar, De dierentemmer CAMILLIUS. (Rechtover het Hotel De Chateilenie) aangemoedigd door het groot succes die hij verleden jaar gedurende de kermis bekomen heeft te Yper, komt hij dit jaar op de zelfde plaats eene reeks vertooningen geven. De groote Theater Henry OPITZ is het grootste etablissement in zijn slach die kan verplaatst worden. Hij voegt bij zijne pracht en gemak van instelling, eene reeks vertooningen gansch nieuw, belang stellend en vermakelijk door de verschil lendheid en de keus der elementen die het samenstellen. - «igMwewwi

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1901 | | pagina 3