Gemeenteraad van Yper.
STADSNIEUWS.
De nieuwe post in de Rijselstraat.
Nieuws uit Yper.
Plechtige begrafenis.
Ons garnizoen.
Wielrijders.
Wettelijke besluiten.
Gij geeft aan die verklaring eene be-
teekenis die ze niet bevatik zal u zelfs de
beleediging niet doen te geloovcn dat gij
uwe eigene beweringen ernstig opneemt.
Gij weet zoo wel als ik dat de wijzigin
gen Janson en Buyl, die ik zou gestemd heb
ben indien ik tegenwoordig geweest ware
en in volle vrijheid over mijne stem had mo
gen beschikken, enkel betrekking hadden
op politieke misdrijven en bestuurlijke over
tredingen, Met er mij voor te verklaren
zooals, overigens, verschillige uwer eigene
vrienden, katholieke Volksvertegenwoordi
gers, gedaan hebben, heb ik alleenlijk voor
doel gehad mij aan te sluiten bij eene daad
van groothartigheid en politieke wijsheid,
geheel en al gewettigd door eene gelukkige
nationale gebeurtenis.
Ik hoef er nauwelijks bij te voegen dat
uwe vrienden en ik er geen oogenblik aan
gedacht hebben anarchistische aanslagen te
verontschuldigen, die door alle politieke
partijen, in de Belgische Kamer vertegen
woordigd, ten strengste afgekeurd en gelaakt
worden,zelfs door de socialisten, die gij in uw
artikel bijzonderlijk bedoelt.
Gelief dit mijn schrijven, gelijkvormig
met de Wet, in uw eerstkomend nummer op
dezelfde plaats als den aanval op te nemen.
Aanvaard, Mijnheer, do betuiging mij
ner hoogachting.
(G.) Ernest NOLF.
N. B. Ambtsplichten hadden M. Nolf belet
in de zitting tegenwoordig te zijn. Maar hij
was overeengekomen met M. Colaert die
ook niet aanwezig was.
De katholieke volksvertegenwoordigers,
MM. Cousot van Dinant en de Kerkhove
d'Exaerde van Gent stemden voor het amen
dement Janson.
De heeren van Limburg Stirum, Colfs,
Debacker, de Brocqueville, Delporte, Lefè-
vre, Mabille, Vanbrussel, Cousot en de Kerk
hove d'Exaerde, allen katholieken, stemden
het amendement Buyl.
Zal het Nieuwsblad nu ook beweren dat
die katholieke volksvertegenwoordigers
anarchistgezinden zijn zooals M. Nolf?
Nota der Redaktie.)
Openbare zitting
van Zaterdag 9 Maart 1901.
De zitting wordt ten 4 ure 40 m. geopend.
Zijn tegenwoordig: de Heeren Colaert,
Burgemeester Voorzitter; Berghman en
Fraeys, schepenen; Struye, Iweins, Boone,
Begerem, Fiers, Vandenboogaerde, Vander-
ghote, Vaudenpeereboom, Bouquet, raadsle
den M. Gorissen, secretaris.
Afwezig: de Heeren Surmont, Decaesteker
D'Huvettere.
Het verslag der zitting van 9 Februari,
geene aanleiding gegeven hebbende tot op
merkingen, is goedgekeurd, dat der zitting
van 16 Februari, 11. wordt ter inzage der le
den neergelegd.
M. de Voorzitter geeft lezing van den
brief bij weiken de Heer graaf d'Ursel zijne
benoeming van Gouverneur der provincie
meldt.
Voor mededeeling.
Dagorde
Rechttrekking der St Janstraat.
M. de Voorzitter. Gij weet, mijnhee-
ren dat wij een ontwerp van verbreeding
der St Janstraat hebben doen bereidengij
zult gezien hebben op het plan dat men eenen
streep grond zal moeten in den openbaren
weg lijven, welke streep deel maakt van den
eigendom van Mev. Six, gebruikt door M.
Van Belle, bakker.
Wij zijn overeengekomen met de eigenares
en den pachterhet onderzoek van commo-
do en incommodo is gedaan geweest; er
blijft ons niets anders over dan het ontwerp
goed te keuren.
Indien niemand het woord vraagt, wij zul
len het aanzien als bepaald aangenomen.
Verleden Donderdag hebben wij in eene
openbare verkooping het huis N° 14 der
Doorgangstraat aangekocht, ten einde met
der tijd de rtchttrekking te kunnen verwe-
zenllijken over eenige jaren bij koninklijk
besluit goedgekeurd. Wij verzoeken den
Raad de dringendheid te verklaren en den
aankoop goed te keuren, die gedaan is ge
weest aan den prijs van 2,700 fr. kosten in
begrepen. Het onroerend goed heeft eene op
pervlakte van 1 are 60 centiaren.
De raad verleent zijne goekeuring.
M. de Voorzitter zegt dat 't ook dringend
is voldoening te geven aan eenen brief van
M. den provincialen ingenieur Vander Ghote
welke de aandacht vestigt op de verwoestin
gen die gedaan zijn aan den weg van Komen
naar Yperen bij het kasteel van Mevr.
Mahieu, ten gevolge van het vervoer van te
groote vrachten bouwmaterialen, en eene
vermindering vragende op 3000 kil. mini
mum van de vracht.
Het College heeft dit vraagstuk onder
zocht en heeft zich gevoegd naar het advies
van M. den ingenieur. De stad zal overeen
komen met den aannemer nopens de ver
goeding.
M. Boone doet opmerken dat men reke
ning moet houden van den erbarmelijken
staat waarin vele buurtwegen zich bevinden
en verklaart dat voor het vervoer waarvan
spraak is in den brief van den ingenieur,
men hoogstens 5000 kil. geladen heeft. De
zwaarste koopwaar die men vervoerd heeft
is kiezelzandhij keurt echter de verminde
ring goed op 3000 k. van het maximum der
ladingen.
M. Vandenboogaerde vraagt op wie 't on
derhoud rust der grachten langs de buurtwe
genen wijst zekere plaatsen aan waar de wa
teren geen uitweg vindende door de grachten
met aarde en puinen gevuld, den weg over
stroomd en groote schade aangericht hebben.
M. de Voorzittersteunende op de wet
van 1841, denkt dat de stad zich moet gelas
ten met het onderhoud dezer grachten en
verzekert dat het College de noodige werken
zal doen uitvoeren.
M Boone vraagt dat men toestellen van
verlichting zou plaatsen in den openbaren
hof der Maloulaan. Sedert de gebouwen al
daar verdwenen zijn is het licht insgelijks
weggenomen geweest. Er is hier en daar
wel eene petroollamp, maar rond 9 of 10 ure
zijn die lichten uitgedoofd. De toestand is
niet zonder gevaar: er bevindt zich in dien
hof een waterplas die noodlottig zou kunnen
worden voor de wandelaars door den donke
ren.
M. de Voorzitter bestatigt de steeds
voortgaande verbetering der verlichting in
den omtrek der statie en kondigt aan dat in
dien de koude M. Valcke belet heeft de veran
dering der lantarens voort te zetten in de
straten die naar de statie leiden, men noch
tans binnen weinige dagen de bekken Auer
hunne klaarheid ook zal zien verspreiden
over de Tempelstraat en de Boterstraatin
deze straten gelijk in deze der Statie zullen
er daarenboven meer lantarens geplaatst
worden.
Ten 4 ure 55 m. vergadert de Raad in ge
heime zitting.
En zeggen dat er menschen zijn die dur
ven beweren dat de werken in Yper niet
gauw en met snelheid vooruitgaan. Het is
nu reeds 3 jaar dat men aan het afbreken
begonnen is en twee jaar dat de stelling ge
maakt is, twee aanbestedingen hebben reeds
plaats gehad. D'eerste aanbesteding was
voor den heer aannemer Angillis, daar hij in
den rechter arm niet ligt van den welbemin
den pudiMudt{Osudui Surmont, werd deze
aanbesteding, door de eene of andere oorzaak
vernietigd. Eenige maanden nadien had er
eene nieuwe aanbesteding plaats, nog eens
was het de heer Angillis die er in gelukte
de overwinner te zijn, 'tis nu te weten hoe
het zal afloopen, misschien zal er nog wel
d'eene of andere oorzaak de aanbesteding
vernietigen, want tot heden heeft de heer
Angillis geen officieel nieuws ontvangen.
Bij eenige weken zullen wij aan onze le
zers de teekening geven van dit gebouw dst
daar reeds drie jaar staat met stelling te
pronken in eene der schoonste straten van
de stad en een waar schandaal is voor de
vreemdelingen die jaarlijks onze stad komen
bezoeken en niets dan planken vinden voor
den schoonen gevel van het tempeliershuis
in Ypres-tourisle aangeduid.
Welk een verschil met het gebouw der
armeklaren, de Stuerstraat, dat begonnen is
in 't jaar 1898 en reeds is opgemaakt en
de arme sloren wonen in hun paleis, in
't jaar 1898 is men begonnen afbreken aan
het tempeliershuis voor de nieuwe post en
nog staat het daar in eenen erbarmelijken
toestand wat verschil hé en zoo laten
de Yperlingen, in kiezings tijden zich bij den
neus lijden door belofte en rotte appelen
gaat dan van dadr naar de klaverstraat zelf
de spel en onze katholieke raadsheeren,
schepenen, burgemeester, provintieraadsle-
den, volksvertegenwoordiger, ministers en
senateurs hebben in zulke zaken niet den
minsten invloed. Allen in eenen zak gesto
ken maken zij samen een groote 01 uit, en
doen niets, hoegenaamd niets voor de stad
en de inboorlingen, 't is schande!
Een minister die deelneemt aan de
beraadslaging van eenen gemeente
raad Is dat wettig?
De laatste zitting van onzen gemeenteraad
werd gekenmerkt door de aanwezigheid
van M. Surmont de Volsberghe, mi
nister van Arbeid. Iedereen weet dat
die weledele baron, vooraleer minister te
worden, burgemeester was te Yper; doch
uit hoofde van overeenbaarheid tusschen
ministerschap en burgemeesterschap, was
hij wel verplicht dit laatste neer te leggen,
nietemin beweerde hij gemeenteraadsheer te
blijvennemend enkel zijn ontslag van bur
gemeester en niet van gemeenteraadslid.
Men kan zich afvragen of zulks wel kiesch
of ten minste wettig is. Onze Liberale Asso
ciatie zou goed handelen, met die quseestie
eens grondig te onderzoekenwant, indien
wij hier voor een misbruik staan, zou het
kunnen navolging vinden in andere steden
en, evenals hier, menig bezwaar medebren
gen.
In elk geval, in gezegde gemeente
raadszitting, heeft de Minister Sur
mont eene overwegende rol in de
beraadslaging gespeeld, vooral in de
discussie over het reglement dat stadspre-
miën verleend aan de leden van lijfrentge-
nootschappen en maatschappijen van ouder
lingen bijstand. Hierin scheen hij Piet boven
Jan te willen spelen, omdat de uitvoering der
wet op de werkmanspensioenen, lijfrente en
mutualiteiten van zijn departement afhangt.
Hij voerde het hooge woord en bewees dat
het ontwerp, door het Schepencollege voor
gedragen, slecht opgevat, slecht ingestudeerd
en slecht opgesteld was.
Ge ziet van hier het gezicht der aanwezi
gen, want de ministerieels tusschenkomst
scheen eerder drukking dan vriendelijke
raadgeving of terechtwijzing; en, met al
het gezag dat bij de ministeriëele waardig
heid behoort, oefende Bon Surmont een ge-
wichtigen invloed uit op de collectie scha
pen, waaruit onze Gemeenteraad thans be
staat.
Onnoodig dus te zeggen, hoe die homeri
sche debati en, waarin burgemeester Colaert
en pater Struye het voorstel van het Sche
pencollege artikel voor artikel moesten ver
dedigen, hier opspraak gemaakt hebben.
Moet men nu gelooven, wat er in den kle-
rikalen kring der Meenenstraat verteld
wordt, dan zou er na de openbare zitting
eene zoet-en-zure woordenwisseling plaats
gehad hebben tusschen onzen huidigen en
voorloopigen burgemeester Colaert en onzen
gewezen en toekomenden burgemeester Sur
mont.
Moet 't naaste jaar het ministerie veran
deren dan komt M. Surmont heel stellig naar
Yper terug, en de man zal het niet anders
willen dan als burgemeestérVoelt ge reeds
de hartkloppingen van onzen tegenwoordi-
gen burgervader, Mons Colaert, die kippen-
vleesch krijgt bij de gedachte alleen, dat
zijn provisoir burgemeesterschap nog hoog
stens eenige maanden te duren heeft.
Sedert minister Surmont de stad verlaten
heeft, is hij tweemaal komen zetelen in den
Gemeenteraad. Ons dunkens zou hij meer
eerbied moeten getoond hebben voor de wet
want, Brussel bewonende, heeft hij het recht
niet meer gemeenteraadslid te zijn te Yper.
Wij zijn in state onze lezers aan te kon
digen dat het bureel onzer Liberale Associa
tie zich bezig gehouden heeft met het geval
van M. Surmont. Het heeft bij 't Beroeps
hof van Gent eene vraag van uitscbrabbing
uit de kiezerslijsten van Yper ingediend en
heeft zich gewend tot de bestendige Depu-
putatie en tot het Schepencollege opdat het
mandaat van Gemeenteraadslid hem zou ont
nomen worden. Minister Surmont bewoond
inderdaad Brussel.
Vrijdag namiddag heeft alhier de plech
tige begrafenis plaats gehad van den heer
Amand Vlaemynck, wachtmeester bij de
maatschappij der Oud-Pompiers.
Zijne talrijke vrienden en kennissen hiel
den er aan hem eene laatste hulde te be
wijzen en hem te vergezellen naar zijne
laatste rustplaats.
De heer Thiebaut, luitenant der Oud-Pom
piers heeft de volgende lijkrede op het graf
uitgesproken
Mijne Heeren,
Nog eenige oogenblikken en dit gapende
graf zal onzen makker ontrekken aan zijn
huisgezin en aan zijne talrijke vrienden.
Laat mij toe hem een laatste vaarwel te
sturen.
Amand Vlaemynck is geboren te Yper,
den 11 Maart 1840. Hij trad in het korps
pompiers op 1 Januari 1863. Voorbeeldig
jegens zijne oversten en van een gemakke
lijk verkeer met zijne gelijken, werd hij
welhaast benoemd tot den graad van briga
dier en naderhand deze van onder-officier.
Op 14 Mei 1888 ontving hij het kruis van
2de klas voor 25 jaren goeden dienst.
Hij verliet het korpi in de omstandighe
den welke iedereen kent, bleef met zijne
makkers als oud-pompier, getrouw aan zijne
oversten, welke hij een onbedwongen eer
bied toedroeg.
Op 15 December 1893, na 30 jaren dienst,
ontving hij door de maatschappij, het kruis
van 1° klas.
In Amand Vlaemynck verliezen wij nog
eenen vriend die de groep is gaan volledi-
gen van al dezen die ons ontnomen zijn
geweest.
Vaarwel, duurbare vriend, rust in vrede,
moge onze smart de tranen lenigen van uw
talrijk huisgezin.
Vaarwel Amand, Vaarwel.
Wij voegen ons bij zijne vrienden om onze
deelneming in den rouw zijner bedrukte
familie aan te bieden. (De R.)
Het le Bataljon van het 3d0 linie alhier in
garnizoen zal op 7 Juni tot 20 Juli naar het
kamp van Beverloo vertrekken.
Eene wielrijdersvereniging komt zich te
stichten in onze stad onder den titel van
Union Cycliste Frontière voor doel
hebbende, het verkrijgen van vrijen ingang
in Frankrijk op vertoog van de lidkaart met
potret welke aan een geringen prys zal wor
den afgeleverd, alsook het bekomen van
wielrijders wegen of het verbeteren dezer we
gen, daar, waar ze verwaarloosd worden,
in een woord, den wielrijder aangenaam te
zijn zooveel het de maatschappij in haar
macht zal gelegen zijn.
De zetel der wielrijdersbond is gevestigd
in het hotel Prins Albert Boulevard
Malou Yper, alwaar ieder wielrijder van
geheel de streek verzocht is zich te laten in
schrijven ten einde een getal te geraken
zooals onze naburen van het Noorden van
Frankrijk, die door hunne vereeniging her
kend zijn door het belgisch tolbestuur en
vrijen ingang hebben bekomen.
Het is wel verstaan dat niemand zich ver
bind aan geldstortingen, met zich lid te ma
ken.
Omzendbrieven zullen in den loop der toe
komende week aan alle Clubs gezonden wor
den, om breedvoerige uitleggingen te geven
over ons programma.
De OndervoorzitterDe Voorzitter,
Alphonse COUCKE. Fr. VAN BESIËN.
De Schrijver,
VANDERSTL'YFT, Fritz.
Koninklijk gesticht te Meesen.
Commissie tot beheer. Voorzit
ter. Benoeming.
Bij Koninklijk besluit van 6 Maart 1901,
is de heer Montens (J rechter bij de recht
bank van eersten aanleg te Yper, benoemd
tot voorzitter van de Commissie tot beheer
IQ»
"BHT"