LASTER De spaarpot van Paus Leo Stemming der wet op de fransche vereenigingen. Kamer van Volksvertegenwoordigers. Ontslag. In illo tempore, 't is al een tijdje ge leden liet men van op den preekstoel in Onze lieve Vrouwekerk te Antwerpen eenige stroopijltjes zien en riep de predikant met tranen in de stem uit Ziehier, beminde parochianen, stroopij le.), getrokken uit den stroozak, waarop de paus in 't vatikaan ligt te kermen en te zuchten. De lieden in dien tijd, wisten niet beter slikten die waarheid als zoetekoek in, en de dubbeltjes kwamen te voorschijn. Sinds is het geweten dat paus Leo de rijk ste man der wereld is. Het blad Italia heeft daarover een klein enkwestje ingesteld en vernam dus ook zeer wetenswaardige bijzonderheden. De spaarpot van paus Leo wordt geschat op 2 milliards 120 millioen fr. Deze fortuin, in rentetitels omgezet, zou een intrest opbrengen van 120 millioen fr. 's jaars dit is 10 millioen fr. per maand, 411.000 fr. per dag over de 17,000 fr. per uur, 285 fr. per minuut en 5 fr. per seconde. Daarbij moeten nog gevoegd worden, de geschenken en giften die van alle streken der wereld toekomen, de verplichte stortin gen van kloosters en gemeenschappen, de opbrengst van St Pieterspenning enz. enz. Daarbij dient gezegd, dat de schatting van 't blad Italia maar oppervlakkig is, daar da rijkdommen van het Vatikaan en van de St Pieterskerk te Rome alle gedacht te boven gaan. Zekeren dag is beweerd geworden dat de werken van Raphael Sanzio die in 't bezit van't vatikaan zijn, genoeg waarde bezitten om er de Italiaansche schuld mede uit te delgen. Overigens is de roerende fortuin van den paus niet te schatten naar juiste waarde, zoolang het Itüiaansch bestuur denjlpaus niet zal behandelen als de eerste burger de beste, ten aanzien der belastingwetten. Eene bijzonderheid, die niet mag verzwe gen worden, is dat de paus tot bewaring en bereddering zijner fortuin weinig vertrou wen stelt in de klerikale bankiers en liefst bij Rotschild gaat aankloppen. Sedert Langrand-Domonceau de prelaten en pastoorsmeiden op flesschen trok, is het inderdaad voorzichtig gehandeld, weinig uit staans te hebben met katholieke financiers. De bespreking der wet op de Vereenigin gen, den 15 Januari begonnen, is den Vrij dag 29 Maart gesloten geweest. De Kamer heeft het wetsontwerp aange nomen met 303 stemmen tegen 224 op 527 stemmers, 't zij met eene meerderheid van 79 stemmen. Na den verloftijd van Paschen, den 24 Mei, zal de Senaat op zijne beurt uitspraak moeten doen over de wet. De fransche dag bladen doen voorzien dat zij met eene groote meerderheid zal aanvaard worden. VERTELT ZIJNE GESCHIEDENIS Mijn eerste toestand. (5' Vervolg). Gedurende de gebeden en psalmen had ik wangopig gestreden, zonder eenen duim veld te winnen. Dan beklom de herder den pre dikstoel, en niet zoohaast had hij zijnen mond geopend of ik gevoelde, dat mijn uur gekomen was, en dat ik de mooiste kans liep om de zegepraal te behalen. Of nu die geestelijke tandpijn had of hoofd pijn, ofwel een zwaar gewicht in zijn brein, dat weet ik niet, maar zooveel is zeker, dat zijne preek nog vervelender en langwijliger was dan de wind in een novembernacht. Sindsdien heb ik opgemerkt dat hij enkel een weinig erger was dan veel andere gees telijke redenaars, en dat eene vreemde en bespottelijke opvatting steeds heerschende is: namelijk dat de godsdienst moet ge- leeraard worden met een verschrikkelijk on- natuurlijken toon in de stem, of met eene soort van treurige eentoonigheid; dat gaat door voor een slach van eerbied, maar ik Ziehier de verdeeling der wet op de Ver eenigingen Voortaan is alle vereeniging toegelaten zonder bemachtiging en zonder verklaring, welk het getal harer leden ook zij, maar op voorwaarde dat zij niet in gemeenschap leven. Wat de Vereenigingen betreft waarvan de leden in gemeenschap leven, 't is te zeg gen de geestelijke Vereenigingen, moet men onderscheid maken tusschen de gemachtigde en de niet gemachtigde Vereenigingen. De eerste, 't is te zeggen de gemachtigde ver eenigingen, zullen morgen zijn wat zij gis teren waren. Zij tellen 70 000 leden, die 600 millioenen goederen bezitten en die mo gen op hunne twee ooren slapen. De niet bemachtigde vereenigingen zullen zes maanden tijd hebben, te rekenen van de afkondiging der wet, om de bemachtiging te vragen welke hun maar zal kunnen toe gestaan worden door eene wet. Indien zij de bemachtiging niet gevraagd hebben, of indien ze gevraagd hebbende zij dezelve niet bekomen hebben, zullen zij zich moeten ont binden. Hunne leden zullen het recht ver liezen te onderwijzen en hunne gescheidene goederen zullen wedergenomen worden door hunne vorige eigenaars of door de recht hebbendon of, eindelijk, bij gebrek aan deze, door den Staat. Ziedaar wat de wet is op de Vereenigingen. De stemming der wet op de Vereenigingen is een bijval voor den voorzitter van den Raad, die geheel het gewicht der bespre king, of ten naasten bij, gedragen heeft. Te Toulouse had hij verklaard dat zijn programma samengesteld was uit drie her vormingen de hervorming der dranken, de wet op de Vereenigingen en de wet op de werkmanskassen. De twee eerste hervor- vingen zijn volbracht. Men zal zich met de derde kunnen bezighouden. De omstandigheden hebben tot hiertoe niet aan vele regeeringen toegelaten aldus hun woord te houden. Het ministerie Waldeck-Rousseau heeft maar eene laatste poging meer te volbren gen om de langstlevendheid te behalen van het republikeinsch gouvernement in Frank rijk. 't Is nog het kabinet Ferry dat het langst geleefd heeft. Het bestond twee jaren en eenige dagen. Het ministerie Waldeck-Rousseau, dat, naar men dacht, maar eenige dagen moest duren, is samengesteld geweest in Juni 1899. Nu, het komt te zegepralen in het geschil over de vereenigingen, en de Kamer is in verlof tot den 14 Mei. Dat het kabinet, bij de hervatting der werkzaamheden, nog eene maand weerstaat, en het zal den ouderdom overtroffen hebben dien het ministerie Ferry bereikt had. Voor een goevernement dat voor dood geboren aanzien werd, is het waarlijk niet slecht. En, wat er ook gebeure, dit lang leven zoo buitengewoon voor Frankrijk, zal hem toegelaten hebben duurzame sporen nagela ten te hebben. veronderstel, dat dit dikwijls mijn vader Mephisto in de hand werkt, zooals het op dit oogenblik voor mij deed. Nauwelijks had de herder gesproken Woorden getrokken uit het vier-en-veer- tigste vers van het achtste kapitel des boeks van den profeet Ezechiel of een soort van verslapping drong in den vrouwelijken geest, dien ik aan 't bestormen was. Lina Hoogten's oplettenheid kan enkel geboeid blijven aan die eentonige preek door de grootst9 kracht inspanning. Zij was een weinig vadzig en deed die inspanning van krachten niet. Zij geveelde hoe aangenaam het was te mogen nederzitten, en de melancholieke predikers- stem wiegde haar aldra in een toestand tus schen luisteren en droomen. Ik vatte de ge legenheid bij het haar, en in een oogenblik was haar gedachte door mij ingenomen. Zij was een meisje van een prikkelbaar en aan alle indrukken onderhevig karakter, en wan neer ik maar even haar hoofd kon binnen sluipen, was niets mij gemakkelijker dan heelemaal hare gedachten in te nemen. Of zij nu daar stond, of zat, of knielde of boog, of woorden uitsprak, hare gedachten bleven teenemaal door mij opgeslorpt. De Magnificat moest wyken voor het beeld van Zitting van Vrijdag 29 Maart 1901. ^/MjIeSmet de Naeyer legt een wetsont werp nêer betrekkelijk de verschotten ge daan door België aan denCongo Vrijstaat.^ Bespreking op wijzigingen te brengen aan het reglement der Kamer. M. Mayer, greffler bij het Rekeningshof is Raadsheer bij hetzelfde Hof benoemd. Op het voorstel der kwestors van de Ka mer zal deze haar paaschverlof nemen te re kenen van Woensdag eerstkomende tot den 30 April. M. Bertrand had voorgesteld van het verlof maar te nemen tot 23 April. De bespreking op de eenmaking der tram ways van Antwerpen zal Dinsdag voortgezet worden. Zitting van Dinsdag 2 April 1901. In de zitting van Dinsdag 26 Maart, deed M. Mansart, socialistisch afgevaardigde van Soniën, aan den minister van financien de volgende vraag Als bedienden hebben fdo brievendra- gers tot nu toe geen voordeel kunnen trek ken van de wet die de werklieden van zekere lasten ontslaat. M. de minister Liebaert, de ondervraging Delbastée waargenomen heb bende om, namens! het gouvernement, te verklaren,«dat hij de brievendragers aanzag niet als).bedienden, maar als werklieden, zou men hen niets kunnen instaan van hunne belastingen en ze in 't vervolg ontslagen van die lasten? M- de Smet de Naeyer antwoordt'daarop: De vraag van M. Mansart\is maar de herhaling, onder\een anderen vorm, van deze onlangs gesteldj door M. Van Lan- gendonck, vaarop geantwoord is\geweesl in de zitting van 26 Maart 11. De kamer neemt in aanmerking, onder voorbehoud, 1° Een wetsvoorstel wijzigin gen brengende aan de wet op de militie en op de inrichting van het leger; Jeen wets voorstel de verplichte voorwaarden vestigen de die moeten ingeschreven worden in de lastenkohieren deropenbarejbesturen3" Een wetsvoorstel den duur van den arbeid, het nachtwerk en de zondagrust regelende. M. Hymans, liberale afgevaardigde van Brussel, zet zijne interpellatie voort over den toestand der landmeters van 't kadaster. De Kamer had verleden jaar een krediet ge stemd om hunnen toestand te verbeteren. Het heeft M de Smet de Nayer niet bevallen dit krediet te gebruiken en hun toe te staan wat de Kamer hun toeschreef. M. de Smet de Naeyer beweert dat zijn reglement zich er tegen verzette. Alsof de wetgevende macht, in zulk geval, moest buigen voor een minis- teriëel reglement. MM. Furnémont en Hymans stellen de volgende dagorde voor: De Kamer, betreurende dat de heer mi- nister van financiën geweigerd heeft eenen maatregel toe te passen gestemd door het Parlement, gaat over tot de dagorde. M. Woeste, de ongeluks man, ofschoon hij bekent dat in deze omstandigheid de Ka- Zaluski en Gertrude Morel. Ik bracht voor haren geest meer vreeselijke mogelijkheden dan in een dik roman zouden kunnen be schreven worden. De aandacht voorgebeden en schietgebeden verstoof als wind voor de herinnering aan ongelukkige huwelijken. Ik sleepte haar geest mede, door Rusland en Nihilisten tot aan de dankzegging, en had haar eindelijk zoover gebracht als ik maar wenschen kon. De congregatie was geëindigd. Lina Hoo- gen, steeds door mij overmeesterd, bleef langer knielen dan de anderen, stond einde lijk op en stapte den kerkbeuk door, en ik kreeg als een gevoel van voldoening en ontlasting. Nu kwamen wij in de open lucht en ik had gezegenpraald. Ik was er zeker van dat zij mij ging overzetten, voortvertellen, aan de eerste persoon, welke zij ontmoette, want zij was geheel door mij ingenomen, en om mij geheim te houden, zou veel meer kracht en zelfverloochening noodig geweest zijn als zij op dat oogenblik bezat. Zij stapte traagzaam over het kerkhof en zag met genoegen, dat de heer vicaris juist de deur der sacristij sloot, en dat bin nen weinig oogenblikken hunne wegen zou- mer recht heeft den minister te laken, stelt de eenvoudige en zuivere dagorde voor. De zuivere en eenvoudige dagorde is aan genomen met 47 stemmen tegen 39 en 4 onthoudingen. Onze volksvertegenwoordiger M. Nolf heeft de dagorde van MM. Furnémont en Hymans gestemd. M. Van Merris heeft de zuivere en eenvoudige dagorde gestemd. M. Colaert was afwezig Zitting van Woensdag 3 April 1901. Voortzetting der interpellatie over de een making der tramways van Antwerpen. M. Demarteau is greffler benoemd van het Rekeningshof. De Kamer gaat uiteen tot den Dinsdag 30 April. M. de Volksvertegenwoordiger Maroille in zitting der Kamer van 28 Maart 1901, heeft aan den Minister gevraagd of M. Maxi- miliaen Vanhemelryck, op 't einde van Januari 11. veearts opziener benoemd, zich mag onttrekken aan de voorschriften der onderrichtingen en der omzendbrieven aan de bestuurlijke overheden gezonden door de heeren Ministers Begerem, Vandenpeere- boom en de Burlet omzendbrieven die door deze laatsten den llVanuari^en den 19 Maart in de Kamer herhaald werden. M. Vanhemelryck, ofschoon de ministeriëele onderrichtingen hem bevelen de stad Leuze te bewonen, verblijft voortdurend te Lens, waar hij zijn mandaat van gemeenteraadslid behoudt, mandaat dat hij moest bedankt hebben, daar hij ambtenaar van het gouver- vernement was. De antwoord van den Minister, Dinsdag 11. gedaan, is slechts een verbazend uitvlucht- sel. M. Vander Bruggen, minister van landbouw, verklaart eenvoudiglijkj dat M. Vanhemelryck maar te Lens verb tij ft tot dat hij te Leuze een huis gevonden hebbe dat hem kan] bevallen (sic) en dat zijn mandaat van gemeenteraadslid zal eindi gen.... zoohaast hij te Leuze gevestigd is. Onnoodig zich af te vragen welke de poli tieke denkwijze is van M. Vanhemelryck. Indien hij liberaal ware het is lang dat hij zich zou hebben moeten onderwerpen aan de ministeriëele voorschriften of zijn ontslag geven van Veearts opziener. Het is ook waar te zeggen dat indien die heer tot de liberale denkwijze behoorde hij nooit had moeten kiezen tusschen die twee ambten, omdat hij nooit als beambte van het gouvernement zou aangesteld zijn geweest. Volgens gij klerikaal of liberaal zijt zal het oordeel van den minister voordee- lig of nadeelig zijn. Hier in Yperen hebben wij een geval van denzelfden aard. Sedert een groot getal maanden is het Raadslid Emile Decaestecker veeartsopzie ner benoemd en, de ministeriëele omzend brieven trotseerende, behoudt hij zijn man daat 1 den kruisen. De heer Hagedoren was enkel vooreen paar of drie jaren geordineerd, en was een weinig jonger en veel minder ervaren in de wereld dan Sigismond Zaluski. Hij was een goede, doorbrave jongen, wel wat kleindor- pig en bevooroordeeld, en een beetje bedor ven door de armbezoekers en de zondag school onderwijzeressen. Doch hij was eerlijk en krachtdadig, en weinigen kwamen hem in arbeidzaamheid nabij voor wat be trof hot bezoeken van arme zieken. Hij scheen echter te meenen, dat, met dat zie- kentroosten werk, zijn arbeid ten einde was, en was niet alijd bezield met die wijsheid, als wel zou vereischt geweest zijn in de Drabbeghem'sche maatschappij. Goeden namiddagI juffer Hoogten! sprak hij. Weet U ook soms of uw broeder te huis is. Ik wou hem juist spreken over ons zangers banket. O, op dit uur zal hij zeker te huis zijn, zei Lina. En zij wandelden samen naar hare woning toe. Het doet mij gonoegen de gelegenheid te hebben u te spreken, zoo begon zij zenuw achtig. Ik zou zeer verlangen naar uwen raad te vragen. I I l m - Vrij naar 't Engelsch door K.-H. DE QUËK.ER. nm» a>-0 O

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1901 | | pagina 2