VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws- Handels- en Annoncenblad. Orgaan der Liberale verbintenis van Yper en het Arrondissement. «EENDRACHT MAAKT MACHT.» Vijftiende jaar Zaterdag 18" Mei 1901. Nummer 20. Over de Wet op de Vereenigingen. Officiëele gekheden of Ministeriëele Stommiteiten. De overloopers. Een koning vrijmetselaar Kiesreligie. Abonnementsprijs Yoorop betaalbaar 3.00 fr. p«r jaar voor den buiten. 3.50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoncen: 15 cent per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. Do annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht allo hocgenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vri; un onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend. of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Men kan de nieuwe fransche wet in twee regels samenvatten. Verbod aan diezelfde geestelijke genoot schappen van te onderwijzen. Verbod aan de niet gemachtigde geestelij ke genootschappen van te bezitten. En dit kort begrip der wet, die samenper sing van haren tekst, in twee heerschende formulen dient om het dubbel doel van wet tige maatschappelijke verdediging, door den wetgever betracht, te doen uitschijnen. Men moet de wereldlijke maatschappij verdedigen tegen de uitbreiding der doode hand. Men moet ze verdedigen tegen de besmet ting der ultramontaansche leeringen. De klerikalen, vóór die maatregelen van maatschappelijke bescherming en openbaar welzijn, schreeuwen vervolging en 't is in den naam der rechten van den mensch en van den burger, tegen de Kerk uitgeroepen door ds omwenteling van 1789, dat zij voor hun ne paters het recht eischen hunne macht van eertijds weder samen te stellen. 't Is altijd hetzelfde stelsel op schaamte- looze wijze door Louis Veuillot beleden: Dóar waar wij minderheid zijn, vragen wij de vrijheid krachtens de grondregels onzer «tegenstrevers; zijn wij meerderheid, wij weigeren ze hun krachtens de onze. Heden, beroept zich de pater op het ge- meene recht en vindt het zeer onrechtvaar dig dat men hem er het voordeel van wei gert. Zeer wel, maar waarom heeft hij begon nen zich buiten dit gemeene recht te stellen onder welks bescherming hij vraagt om te leven Spijts de drogredens door welke men tracht het te bewimpelen, het geestelijke genoot schap verbreekt den maatschappelijken band en maakt letterlijk eenen Staat in den Staat uit. De kloosterling heeft zijne wetten, zijne reglementen, zijn verzamelend belang vol strekt onafhankelijk van dat der andere bur gers hij kent geene andere maatschappelij ken band dan dezen die hem hecht aan het geestelijke genootschap, aan die kleine groep vastgemaakt door de slaafsche gehoorzaam heid en het vergeten der persoonlijkheden. Het geestelijk genootschap breekt de fa miliebanden, het zondert den mensch af om hem geheel en gansch te breken. Het kan zich maar uitbreiden dan op gevaar van het maatschappelijk leven. Eene maatschappij die aan hare bewaring houdt, kan geene vereenigingen erkennen, aanvaarden, beschermen die maar trachten haar te verdelgen. Ziedaar de historische en gerechtelijke waarheid. Eene maatschappij is samengesteld uit ha re leden en niet uit dezen die zich van haar verwijderen. De wet die de genootschappen afschaft doet niets dan het feit hunner vrij willige uitsluiting bestaligen. Is er iets strijdiger, wettenstrijdiger aan het gezond begrip van het recht dan de hou ding van den pater die voor zijn genootschap het vermogen eischt te bezitten en zich te verrijken, wanneer hij hot zich zelf ontzegt. De pater doet gelofte van armoede; hij mag eigenlijk niets bezitten, noch een meu bel, noch een stuk geld, maar hij gebruikt zonder gewetenstwijfeling al de middelen om rijkdom te verzamelen en er het genot van te vereeuwigen ten voordeele van zijne orde. 't Is dóórdat al de volkeren, die bezorgd zijn voor hun behoud het gevaar gezien heb- hen. Wanneer zal ons arm België het insgelijks zien? [Avenir de Courtrai Er bestaat in de wereld niets zoo belache lijk, als zekere formaliteiten, welke de offl- ciëele lui uitvinden om het publiek den dui vel aan te doen. Reeds honderden malen heeft men in ons landje geklaagd over de paperasseries der verschillende ministeriën; doch hetgeen ons nu ter oore komt, overtreft in dwaasheid en in belachelijkheid alles, wat we tot heden te zien en te hooren kre gen. In September van verleden jaar deed het ministerie van Binnenlandsche zaken en openbaar onderwijs aan een zijner vrienden, een achtbaar persoon van Brussel, eene be stelling platen, welke moesten dienen als toelichting der anti-alcoholische voordrach ten, waarmede men thans de te beklagen leerlingen van Athenea en middelbare scho len onzes lands overstelpt. Die verzamelin gen platen werden dus aan de ongeveer 200 Belgische gestichten van middel baar onderwijs gestuurd. Het publiek zou nu meenen, dat de bestel ling, in éénmaal door het ministerie van open baar onderwijs gedaan, ook in éénmaal aan den belanghebbende zou betaald worde»; maar het publiek, dat niets afweet van de gekheden door het bestuurlijk en ministerieel rond de cuirisme uitgedacht, zou zich deer lijk vergissen in zijn naïef geloof. De hooggeleerde ambtenaars van 't Mini sterie van Iwendige Zaken en Openbaar Onderwijs, hebben door het rekenbureel des Departements twee honderd bevelen tot be taling doen opmaken, registreeren, overdra gen en doen bekleeden met het oneindig handteeken van den weledelen Heer Hyacin- thus Van der Dussen de Kestergat. Dan wor den ze het Rekenhof overgemaakt, om er na gezien te worden, opnieuw geteekend door den voorzitter en den griffier dier instelling, om, eindelijk, in het Departement van den heer Minister de Trooz terug te keeren en, van daaruit, naar de besturende bureelen van al de middelbare onderwijsgestichten gestuurd te worden, met den volgenden be geleidingsbrief (Vertaling van het oorspronkelijk stuk). Ministerie van 't inwendige te Mijnheer de Voorzitter, Ik heb de eer U hierbij, met verzoeker mij ontvangstbericht van te zenden, een be- taiingsbevel te sturen ten bedrage van 12 fr. te betalen door het besturend bureel van uw gesticht. Deze toelage is bestemd om het bedrag der kosten te dekken, welke noodzakelijk waren door het vervaardigen van platen, te ge bruiken bij de anti-alcoholische voordrach ten en welke platen gevoegd waren bij den ministeriëelen brief van 29 September laatst leden, nr 1955v. Zoohaast bovengemeld betalingsbevel in uwe handen is, zal de heer secretaris schat meester bij hoogdringendheid het bedrag van hetzelve moeten sturen, met een postman- daat. en zonder hosten, aan den heer Franz Gailliard, koninklijke straat, nr4l, te Brus sel. Voor den Minister, De algemeene Bestuurder (get.) Hyac. van der Dussen de Kestergat. Nu begint eerst het tweede bedrijf van het kluchtspel. De voorzitter van elk der 200 bestu rende bureelen moet dus het betalingsbe vel teekenen, het ook doen teekenen door zijnen secretaris-schatmeester, het onder werpen aan het visa van den agent der schatkist en ter Nationale bank laten inkas- seeren. Dit gedaan zijnde, moet hij, op zijne beurt een betalingsbevel opmaken ten behoeve van den Brusselschen leverancier, door dezen doen kwijtteeken, naar het postkantoor gaan om er een postmandaat van 12 fr. te vragen en dit laatste sturen, met een begeleidings brief aan M. Franz Gailliard, te Brussel! Pauvre gailliard Ziet ge van hier het gezicht van onzen Gailliard, die in plaats van een enkel beta lingsbevel, dat hem gemakkelijk door het ministerie had kunnen afgeleverd worden, te mogen kwijtteekenen, nu verplicht is op die 200 mandaten, welke hem het eene achter het andere, lijk mulderskoeien zul len toekomen, zijnen vroolijken naam te plaatsen? Hij zal verplicht wezen er eenen bediende op na te houden, om nota te hou den op de niet betalers en degenen die beta len, om zijne briefwisseling te openen en als een schietspoel over en weer te draven tus- schen zijn huis en het naastgelegen postbu- reel. En we dringen nog niet eens aan op het tijdverlies, voor het maken der postmanda ten en aankoop van postzegels, voor het werk der stempelaars en der schikkers in het postkantoor, der briefdragers, enz. enz. Welnu, is 't volledig als bestuurlijke stommiteit? J. Hoste. De Regeering heeft een wetsontwerp neer gelegd. dat aan de overloopers van 1879, het recht geeft op pensioen. Het geldt hier, men weet het, de lagere onderwijzers die de officiëele scholen verla ten hebben om in de klerikale scholen te onderwijzen. M. Woeste, die gelast is geweest het ver slag over dit ontwerp te maken, bekent dat de deserteurs van 1879 geen pensioen kun nen vergen ten titel van nauwkeurig recht. Maar hij verhaast zich er bij te voegen Maar de maatschappij haalt er eere van rekening te houden van de uitzonderlijke toestanden, vruchten niet van eene luim of van eene ongehoorzaamheid aan de wet, maar van eene heldendaad, gelijk de af gevaardigde van Aalst zegt. Maar daar is de vraag niet. Veronderstellen wij een oogonblik dat de toestand van L879 het tegenovergestelde zij van hetgeen hij was. Zou M. Woeste zich uitdrukken zooals hij het gedaan heeft in dien er kwestie was van vrijdenkers in plaats van fanatieke klerikalenNeen, niet waar M. Woeste wil maar de klerikale heldhaf tigheid vereeren. Welnu, dat is voldoende om vast te stellen dat het hier eene afge scheiden voorstel geldt dat de goedkeuring niet kan hebben van een rechtschapen mensch, die vooral zoekt de rede en de rechtvaardigheid te voldoen. Eene geïllustreerde uitgave geeft ons het portret van Eduard VII, koning van Enge land en keizer van Indië, versierd met de on- derscheidingsteekens van grootmeester be schermer der engelsche vrijmetselarij. Zijn groot-oom, Leopold I, was ook vrij metselaar. Zijn standbeeld bevindt zich te Biussel op het voorhof der logie van de menschlievende vrienden. Men kan er onzen eersten koning zien, drager van het lint van ridder Kadosch (30° graad). Prins Alexander der Nederlanden was insgelijks beschermer der nederlandsche lo- giën. Eene overlevering beweert dat Pius IX, toen hij nog een prelaat was met liberale gedachten, als vrijmetselaar gehuldigd werd in de logie van Pérouse. En de klerikale drukpers zal nog beweren dat de vrijmetselarij eene omverwerpende instelling is Het incident verwekt door den pater jezuiet Coubé in zijne kiespreek te Lourdes is een bewijs der noodzakelijkheid van den verdedigingsstrijd in Frankrijk geleverd te gen de inneming van het burgelijk en poli tiek domein tegen de genootschappen en de ultramontanen. De jezuiet heeft dezen keer zijne uitdruk kingen niet bewimpeld en hij heeft duidelijk gezegd tot de menigte aan den voet der mi rakelgrot verzameld, dat het eene kiespropa- ganda en een kiesprogramma gold. Het woord is gezegd geweest. Gij wilt hem (Jezus-Christus) Koning ma ken, riep pater Coubé uit, maak er eerst eenen wetgever van. Het masker is afgeworpen. Het zijn de wette* die de meerderheid vaststellen van de geestelijke maatschappij op de burgerlijke maatschappij, 't is de godsdienst van den Staat, 't is het antisemi- tism, 't is de herroeping van de wet van Nantes, 't is eindelijk de politiek van vervol ging tegen al wat ultramontaansch is, ge steund op de stelling dat de vrijheid van ge weten eene pest, eene raaskalling is en slechts de vrijheid der dwaling vertegen woordigt. Ziedaar wat de paters in Frankrijk bren gen in de plooien van hun kleed, ziedaar wat ons bestemd iswant onze klerikale druk pers herhaalt met genoegen do redevoering van Pater Coubé, juicht dezelve toe en maakt korus met zijne dweepzucht. Zij draagt zelfs zorg te zeggen, met de pers der fransche assomptionisten, dat de tus- schenkomst van den bisschop van Tarbes, om de toejuichingen der menigte te bedwingen, geenszins afkeuring inhoudt der stelling van den ki isdraver des gezelschaps van Jezus. HET WEEKBLAD en openbaar onderwijs Brussel, den 8 Dec. 1900 Bestuur van het MIDDEI.BAAR ONDERWIJS le Afdeeling Nr1955 Aan den Heer Voor sitter van het Besturend Bureel (Atheneum van (Middelb. school Bijgevoegd stuk

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1901 | | pagina 1