VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Orgaan der Liberale verbintenis van Yper en het Arrondissement. EENDRACHT MAAKT MACHT. Chemin de fer Vijftiende jaar Zaterdag 31" Augusti 1901. Nummer 35. Chemin de Fer Vicinaux. Volkswil is Godswil. Maar Seminaristen onder 't geweer! Groot Nieuws. Het kan niet genoeg herhaald worden. Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den bulten. 2.50 ft*, voor stad. -- Per 6 maanden 1 fr. 50 Per 3 maanden 1 fr. Annoncen: 15 cent i»r drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als- mode die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht allo hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij - n onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. 1 Juillet 1901. Heures dedépartd' YPRES pour Poperinghe, 5-10 6-41 8-52 9-03 9-43 11-45 2-46 3-43 6-38 8-11 9-41 tfouthem, 5-08 8-00 10-55 12-31 5-02 7-34 Comines 5-08 8-00 9-41 10-55 12-31 2-29 5-02 7-34 Comines-Armentières, 5-39 8-25 11-27 3-16 5-45 9-17 Roulers, 6-41 7-46 10-19 11-56 2-34 3 48 6-07 7-38 Langhemarek-Ostende, 6-54 9-48 11-57 3-39 6-07 (4-00 's m. en 8-13 's av. tot Cortemarek), Oourtrai, 5-08 8-00 9-41 10-55 12-31 2-29 5-02 7-34 (.ourtrai-Bruxelles, 6-11 9-25 10-38 12.30 3-30 6-19 Courtrai-Gand, 6-56 9 39 10-58 12-14 6.17 6-40 9-46 De Poperinghe vers Hazebrouok, 6-57 9-19 12-03 401 6-53 YPRES-FURNES. 4-41 7-41 9-46 10-30 1-01 3-51 645 10-30 (le samedi seulement) FURNES-YPRES. 4-45 7-32 9-50 10-24 1-05 3-55 6-10 1-24 (les mercredis seulement.) YPRES-KEMMEL. 6-55 10-00 11-50 1-25 4-00 6-38 8-20 KEMMEL-WARNETON. 7-20 10-26 1,51 4-26 7-04 8.46 KEMMEL-NEU VtE-ÉGLISE. «-03 7-20 9-13 12-16 1-51 4-26 7-04 10-07 NEUVE-ÉGLISE-KEMMEL. 5-47 7-04 8-22 8-57 10-10 1-30 2-30 5.10 7-28 WARNETON-KEMMEL. 5-27 8-00 8-37 11-40 3.40 6-22 9-30 KEMMEL-YPRES. 0-03 8-38 9-13 10-26 12-16 2-46 5-26 7-44 Onbetwistbaar is het volksleven in deze laatste jaren tamelijk verbeterd; doch, de demokratie die langzamer hand opstijgt, moet op vasten grond staan; onze grondwet namelijk, die vrijheid wil voor allen, gelijkheid voor arm en rijk. Wel is waar moet die grondwet herzien worden, maar daar de Belgen niet eens zijn over de artikelen die veranderd dienen te worden, houd ik het voor een gek heid, wanneer de werkende klas den tijd van lotsverbetering afwacht met de handen in de zakken, als wij de zelve onmiddelijk kunnen genieten, door de handen uit de mouwen te steken. De politiek welke tweedracht in alle rangen zaait moet nu eens ter zijde gezet worden. Zulks is moge lijk sinds de verzoeningswet van evenredige vertegenwoordiging ont staan is; deze geeft aan ieder 't zijn de: eene kliek of een partij zal nooit meer de andere kunnen verpletteren. Die wet is de redplank van alle ech te volksvrienden die voorspoed en vooruitgang lief hebbenzij laat toe aan de mannen van goeden wil de handen in de handen te leggen en te zeggenDaar is het doel dat wij moe ten bereiken: Alle de Belgen zijn gelijk voorde wet! De werkende klas vraagt verplich tend onderwijs en gelijkheid van mi litaire plichten, alsook vermindering van andere lasten; zij tracht ook naar zuiver algemeen stemrecht. Zulk programma kan in ééns niet uit gevoerd worden, maar nu wij, in de Kamers, vertegenwoordigers van al le partijen samen tot hen gaan en zeggen Vóór nieuwjaar zijt gij, volgens de wet, verplicht het getal lotelin- gen te stemmen, die toekomende jaar naar de kazerne moeten gaan. Zal eindelijk, ter dier gelegenheid, de plaatsvervanging afgeschaft worden en zullen de volksjongens nog alleen hun vaderlandschen plicht moeten doen? Wat baat ons de almoes van de remuneratie, als wij werkhuis en huisgezin moeten verlaten in onze schoonste leerjaren? In de toekomen de eeuw mag er geen slavenkas meer bestaan! Weg met de plaatsvervan ging! Weg met ons onrechtvaardig militair stelsel En zulks kunnen wij bekomen, als, van nu af, allen: klerikaal, sociaal en liberaal; vaders, moeders, kinde ren, de gewezen soldaten, allen te gelijk, duidelijk maar bedaard, hun wil doen kennen aan volksvertegen woordigers en burgemeesters van al le gemeenten. Wie kan 'ons weer staan? Wij zijn het getal, wij zijn de macht, wij drukken uit den wensch van den koning, het hoofd van het leger, wij willen ons rechtZoo doen de, bereiken wij den eersten trap, die ons naar ons doel leidt. Het is bij de opening der Kamers dat wij moeten betoogen en werken; het is op biet oogenblik van de opmaking der lotelingslijsten dat wij protest moeten aanteekenen en niet den dag der loting zelf afwachten, want dan is het te laat. Nog eens, propaganda op straat, in de werkhuizen, maatschappijen en vakbonden, in de dorpen zoowel als in de steden, en de plaatsvervanging die ons verslaaft en vernedert, zal verdwijnen. Wij zullen in onze ran gen geen mannen meer tellen, die uit nood of luiaardij hun vel aan on ze hatelijke gouvernanten of zielver- koopers voor een spotprijs gaan leve ren. Het is de schande van ons land; in België alleen is de lafheid van den rijkdom nog toegelaten. Ook moeten de Kamers weerklinken van den 7 volksroep: Weg met de plaatsver vanging. Die maar is 't leelijkste woord onzer taal. Het bederft alles 1 Een heerlijk gedacht, eene edele betrach ting, eene belanglooze poging, worden toe gejuicht, aanvaard, maar.... Dat volgt gewoonlijk na dit terughoudend voegwoord De verschooning onzer ikzucht,onzer klein geestigheid, onzer lafheid. Ja, we zouden willen goed zijn, edelmoe dig, getrouw aan onze grondbeginselen, lo gisch met ons zeiven... maar de wereld is daar, de welvoeglijkheid, de noodwendig heden. We zijn liberaal, dat staat vast, maar wij hebben eene oude suikertant en we moeten voorzichtig zijn. Wij hebben 't vaderland lief, wij beminnen Belgie, we zijn bereid er voor te sterven, maar.... wij verafschuwen de kazerne, wij koopen ons vrij en ontmaken ons zooveel mogelijk van den dienst der burgerwacht. Maar.... is een leelijk woord. Maar is ook de geliefkoosde uitdrukking der schijnheiligen. Gij zijt klerikaal, gij gelooft vol opdat de grondwettelijke vrijheden eene vuilniskar zijn. Gij verfoeit de drukpers vrijheid, gij wenscht eenen staatsgodsdienst, maar... dat zult ge niet altijd zeggen omdat men u met steenen werpen zou. Gij verklaart u dus warme vrienden der wetten gansch verkleefd aan de constitutie, maar... ge wenscht ze naar den duivel, maar... België is niets voor u, maar... Rome is uw vaderland. Ge zijt speler geweest, mijnheer de afge vaardigde, destijds hadt ge bijval bij de schoone vrouwen, heer Senator. Ge zijt dus innig overtuigd dat de eeuwige springfontein van deugd tot de droomwereld behoort, dat men deugdzaamheden met geene wetten regelt. Maar... die stelling zult ge niet luide be kennen, ze zou slecht gekomen zijn in de weldenkende wereld. Maar... gij hebt uw fortuin verloren,maar ge zijt afgemat en versleten, en geauldt thans niet dat anderen jong zijn en een beetje wild en nu maakt ge huichelende wetten om dit alles te beletten. Ge hebt prachtige redevoeringen over de drukpersvrijheid gehouden, heer magistraat. Ge hebt erkend dat men onder voorwendsel de misbruiken te beteugelen men zich niet blootstellen mag die vrijheid te beperken. Gij bewonderd de stoutheid der nieuwe letterkunde. Gij hebt het recht der gedach ten erkend, maar... de minister heeft ge sproken, het gejammer der domkoppen heeft u geraakt. Gij gaat straf vorderen tegen X, maar... gisteren laast gij zijn boek in 't verdoken. Gij waart immers in vacancie. Maar... wat leelijk woord. Het woord der halfslachtigen Rukt het uit uw woordenboek, goede lezers. De groote afschrik, door katholieken be toond tegenover den dienstplicht in 't leger, schuilt in dit feit dat vroeg of laat een radi- kaal ministerie de ecclesiastieke vrijstellin gen zou afschaffen en den kandidaten paters en seminaristen den ransel doen opladen. Daar de kazern afgeschilderd wordt als 't voorgeborchte der hel, de smeltkroes van alle ondeugden, zou de roeping der jonge levieten daar kunnen gevaar loopen, wordt gezegd. Er is reeds opgewezen hoe men de semina risten lastert, met te veronderstellen dat ze niet vaster in den zadel van 't geloof zitten, dan dat bij den eersten schok tegen eene wereldsche klip, zij er hals over kop uitbui- telen. En er wordt dan ook herinnerd aan het artikel over die netelige kwestie, door graaf deSégur, in 't ultramontaansch blad LUni- vers afgekondigd in 1894 en waar deze klaarziende man schrijft Zoo de kazerne afvalligen verwekt, is het dat de roeping dier jongelieden niet vast- geankerd zat en daaruit spuit enkel voordeel voorde kerk, want zij, die gestaald en be proefd door het kazerneleven, naar 't seme- nari terugkeeren, zijn de beste uit den hoop, hebben er leeren gehoorzamen en zijn... man geworden, in één woord 't Geloof heeft zich van dien staat van za ken nog zoo zeer niet te beklagen, zoo wij op 't woord van M. de Ségur mogen steunen. In der waarheid, schrijft hij, congrega- nisten en seminaristen hebben in de kazerne bekeering en redding verwekt. Zij hebben hunne strijdmakkers het bidden aangeleerd, den weg naar den biechtstoel en de commu niebank gewezen en derwijze hebben de vijanden van den godsdienst hun gelegen heid verschaft het leger te verkristelijken. Als dit zoo is, begrijpen wij al minder en minder dat er voor de deugd en de roeping van candidatenpapen wordt gevreesd, wan neer zij ineen piottenpak worden gestoken. Het gerucht loopt in de russische kringen dat de keizer van Rusland beslist heeft de oorlogskwestie der Boeren met den keizer van Duitschland en voorzitter Loubet op te lossen met een vriendschappelijk tusschen- komst. Binst 't verblijf van den Tsar in Frankrijk zou hij Kruger in verhoor ontvangen en hem heel en al den toestand van Zuid-Amerika doen uitleggen. 1° De werklieden die op 1 Januari 1901, den ouderdom van 58 jaren hadden bereikt, zullen het pensioen van 65 fr. genieten zoo dra zij 65 jaren oud zullen zijn. Maar... 2° De werklieden, die op 1 Januari 1901, den ouderdom van 55 jaren bereikt hebben zullen ook hetzelfde pensioen trekken op 65 jarigen ouderdom iudien zij voor dien tijd 3 fr. 'sjaars, gedurende zes jaar, dus in't geheel 18 fr. in de Algemeene Lijfrentkas hebben gestort. HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1901 | | pagina 1