TAN IJPEREN ER HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Orgaan der Liberale verbintenis van Yper en het Arrondissement. EENDRACHT MAAKT MACHT. Vijftiende jaar Zaterdag 16" November 1901. Nummer 19 De Staat en de opvoeding des volks. Wervick. Een man eene stem! Weg, 2, 3 en 4 stemmen Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor dea buiten. 2.50 fr. voor stad. Per 0 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoncen: 15 cent per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij ten onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of persennaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Uit De Stad Kortrijk van Zondag 10 November 1901. De heeren Vande Venne, Buyl, Nolf en andere leden der linkerzijde, in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, hadden over eenigen tijd een voorstel neergelegd, strek kende om het Beknopt Verslag der Kamerzit tingen aan alle Belgen verkrijgbaar te ma ken tegen den prijs van 1 frank, zooals dit tijdens het laatste liberaal ministerie het ge val was. Dit voorstel is onlangs in de afdeelingen besproken geworden en Datuurlijk verwor pen geweest, zooals zulks met alle wetsvoor stellen gaat, die van de liberale zijde uitgaan. Daar verschieten wij niet in, omdat we weten dat de klerikalen alles zullen afbre ken en verwerpen wat hunne tegenstrevers voorstellen. Dat is klerikale gewoonte. Of ze loffelijk is, daar bekreunen die hee ren zich niet om en beweegredens tot ver werping hebben ze algauw gevondenklin ken ze niet, zoo botsen ze, en de dweepzuch tige jaknikkers stemmen toch mede in alles wat hunne bazen goedvinden of afkeuren. Oordeelen doen ze niet. Dat mogen ze niet doen. Maar wat ons verwondert is dat de bazen der meerderheid als beweegreden tot ver werping van het voorstel aanhalen, dat de Staat de staatkundige opvoeding des volks ntet moet op zich nemen, noch er aan helpen. Ziel dat is eene vondst van belang en men moet wel klerikaal en jesuïet zijn om zoo iets te durven zeggen. Zoo, zoo! De Staat moet de politieke op voeding des volks niet op zich nemen? Wie heeft er het meeste belang bij dat het volk staatkundig ontwikkeld, worde, zoo niet de Staat? Gij wordt gebroodroofd in den naam van God. Gij wordt belasterd in den naam van God. Gij wordt verhongerd in den naam van God. Men moet u alle mogelijk kwaadmen foltert en men pijnigt umaar 'tis... voor de zaligheid uwer ziele en in den naam van God. In één woord, al de Ieelijkheden, al de boosheden, die een helsche, een duivelsche haat u kan toedienen, worden schijnheilig- lijk vervuld met zaligheid en liefde Gods. Doch niet alle menschen zijn dom genoeg, verstompt en gevoelloos, om de bekrompen heid en de boosheid van zulke handelwijze te vatten. De verstandige menschen walg voor zulke partijen; hier en daar brokkelen de vooruit strevendste en gewoonlijk de beste mannen af en de katholieken, zooals in Frankrijk, België en Holland, blijven zitten met verach- terde gedeelte der bevolking, dat nog voor een tijd blindelings getrouw blijft aan de kerk, maar door zijne achterlijkheid en zijne onwetendheid, dikwijls gepaard met nog half wilde zeden, een gestadig wapen is in de handen der goddeloozen om de kerk in de oogen der wereld te kleineeren en achteruit te drijven. Is de katholieke kerk voor God verloren in Frankrijk, de bijzonderste oorzaak ervan is: dat de kerk haar eigen verlaagd heeft als eene slavin van eenige politieke klieken en door banbliksems en bisschoppelijke briefjes den toegang heeft afgesneden naar vooruit gang en naar nieuwe wegen; aan de katho lieken, die grove fouten zagen, die onder den schutsmantel der kerk door de politieke klassen bedreven werden. Ministers en kamerleden worden door het volk betaald, zoowel door de kleine burgerij en de werklieden als door de rijken, en het zouden maar de rijken, de weihebbenden zijn, die mogen weten wat er in de Kamers gezegd wordt, omdat zij het tietalen kunnen? Foeil gij heeren vande meerderheid, die zoo hoog oploopt met uwe belangstelling voor den minderen man, die zelfs een mi nisterie van Arbeid hebt ingesteld 1 Eens te meer past gij de spreuk toe: Luistert naar mijne woorden, maar ziet niet naar mijne werken. Al uwe hooge woorden zijn maar bluf; al uwe belangstelling is maar schijn. Gij mint den werkman niet. Gij vaagt uwe botten aan de burgerij. Belastingen betalen, altijd meer belastin gen, dat mogen de Belgen; maar, weten waartoe die belastingen moeten dienen, dat mogen ze niet. Praten mag je, maar beta len moet jel zegt de Hollander, en dat zegt gij ook. Onze werkmansjongens moeten het vader land dienen, huis, vrienden en magen en loopbaan verlaten, om in het leger gedrild te worden, zonder dat zij mogen weten welke rechten en plichten zij als soldaat hebben. Maar daar ligt de hond niet gebonden, heeren der meerderheid. De misslagen de willekeur, die gij zeiven in de toepassing der wetten pleegt, worden in de Kamers aan het licht gebracht en deze mag de gemeene man niet kennen. Gij zijt bang dat er bij het alge meen bekend maken van al uwe domme en schijnheilige streken eene algemeene veront waardiging zou losbreken en u van het be wind jagen. Het volk mag betalen, maar niet weten wat gij doet. Dat is de reden waarom gij het billijk voorstel der heeren Vande Venne, Buyl, Nolf en anderen ver werpt. Wat geeft het u dat het volk onwetend blijft onder staatkundig oogpunt, zoo gij maar te Brussel moogt zetelen en wetten maken om uwe vrienden te bevoordeeligen en uwe dwepersgrillen te voldoen. Recht en rechtvaardigheid voor alle Belgen kent gij niet. Daarom stellen wij aan de minderheid der Kamers voor, algemeen te eischen niet meer te vragen dat het beknopt ver slag aan 1 fr. per jaargang zou verkocht worden. Er is verandering noodig, wij hebben eene meerderheid, die liet licht schuwt, die maar in den donker durft werken. Weg met zulke mannen! Mochten velen van hen bij de eerste wetgevende kiezing den berg afrollen! Dat wenschen wij. Liberalen, laat ons daarvoor streven en werken. Wij ontvangen een volgenden brief Wervick, den 10 November 1901. Geachte Heer Uitgever van 't Weekblad te Yper. Gelief zoo goed te zijn de volgende rege len in uw geëerd bhid op te nemen. In Juli laatstleden vroeg den heer Volks vertegenwoordiger Nolf aan den bevoegden Minister, zonder uitstel te willen overgaan tot het plaatsen van smalle bruggetjes over de Lele te Komen en te Wervick. Dat men mij niet opwerpe, zegde M. Nolf, dat de bruggen zullen moeten her- bouwd worden; dat de smalle bruggetjes maar zullen kunnen geplaatst worden, wanneer de herbouwingswerken zullen begonnen zijn. Indien het publiek naar de uitvoering dezer werken moet wachten, het zal lang wachten. Het is zeven jaren dat de wereldland- sche commissie studeert, en wij zijn altijd even verre. Overigens het plaatsen der kleine brug- getjes kan gedaan worden, onaangezien het bouwen der bruggende plaats be- staat. De staat zal geene nuttelooze uitgaven - doen met dezelve van nu af op te rich- ten; wat er gebeure, hij zal ze kunnen gebruiken. In de zitting van Dinsdag 28Q October vernieuwde M. Nolf zijne vraag in dezer voege - De aanzienlijke handel die bestaat tus- schen de gemeenten Komen (België) en Komen (Frankrijk) van den eenen kant, Wervick (België) en Wervick (Frankrijk) van den anderen kant, maakt het bou- wen van bruggetjes op de Leie onvermij- delijk. Die bruggetjes zouden gemakkelijk kunnen geplaatst worden nevens de brug- gen die nu bestaan, welke zeer dikwijls gedraaid zijn voor de behoeften der scheep- vaart, heigeen het verkeer ten allen tijde van den dag verhindert. Zou de achtbare minister van nu af, vooraleer zelfs de wederlandsche Commis- sie, gelast met het bestudeeren der uitte- voeren werken aan de grens-Leie haar verslag neergelegd heeft, niet kunnen overgaan tot de uitvoering van dit werk, dat sedert jaren gevraagd is. In de zitting van Dinsdag 28 October ant woordde den heer Minister zooals volgt - Reeds in 1889 werd bij mijn bestuur aangedrongen voor het bouwen van voet- bruggetjes aan de draaibruggen te Meenen, Komen en Wervick. Alleen voor Meenen kon voldoening wor- den geschonden, daar de ligging der brug- r> gen te Komen en te Wervick slecht ge- schikt is. Die toestand zal veranderd worden en de voetbruggetjes gebouwd, bij het uitvoeren der noodige verbeteringswerken aan de grens-Leie overeenkomstig het algemeen voor-ontwerp der internationale comrnis- sie, wier studiën nagenoeg voltooid zijn. Er dient echter opgemerkt dat, krach- lens ministerieel besluit van 15 Mei 1889, bedoelde draaibruggen toe blijven op de uren dat de arbeiders er gebruik moeten van maken. Een punt en 't is al!!!... Kon men beter met de belanghebbenden den spot drijven Heer Minister, als gij zegt dat de brug van Wervick slecht gelegen is om eene passerelle te plaatsen, zullen wij u antwoor den, dat gij over die zaak spreekt, juist gelijk een blinde over de kleuren Zooals M. Nolf het u in de Kamers ge zegd heeltde plaats bestaat. Niets belet er van morgen eene passerelle over de Leie l& leggen, later eene nieuwe brug te plaatsen en alle andere werken uit te voeren, welke de internationale Commissie zou hunnen noodig oordeelen. Gij beweert, heer Minister, dat volgens de onderrichtingen der administratie de draaibrug gesloten is, wanneer de werk lieden moeten passeer en. Verschooning, heer Minister, gij zinspeelt op de woorden Volgens de onderrichtingen der admini stratie is de brug gesloten Van 8 ure tot 8 1/2 ure 's morgens. Van 's noens tot 1 ure. Van 4 1/2 ure tot 5 ure 's avonds. Voegen wij er bij dat den bruggedraaier stiptelijh deze voorschriften volgt. Maar, ziehier, Heer Minister, waar den hond gebonden ligt 's Morgens beginnen de fabrieken te Bous- becque (Frankrijk) te Komen (Frankrijk) en te Wervick (Frankrijk) op verschillende uren: ten 5 1/2 ure, ten 6 ure, ten 1/2 ure, ten 7 ure; zelfs zijn er fabrieken die is win ters maar beginnen als 't klaar is. 'S avonds eindigen zij ook op verschil lende uren. Wie zegt u, heer Ministerdat de brug te Wervick op die verschillende door tochten der werklieden gesloten is Moest gij in onze plaats eenige dagen de grens overtrekken, gij zoudt zien dat zeer dikwijls 't is te zeggen verscheidene koe ren daags, bet tegenovergestelde waar is Heer Minister, gedoog dat wij het u vlakaf, zeggen, wat gij Dinsdag 29 Oc tober in de Kamers geantwoordt hebt op de ondervraging van M. Nolf is praat tegen den vaak Dit is de meening der 1800 tot 2000 werk lieden, die alle dagen de grens overtrekken en van alle Wervickanen tot welke poli tieke denkwijze zij ook mogen behooren Om te eindigen bedanken wij den Heer Nolf voor zijne welwillende tusschenkomst en wij hopen, dat hij te naaste jare, nog- eens op die zaak zal wederkeeren, en indien 't noodig is de volgende jaren, tot dat wij voldoening krijgen Iiadde M. Colaert, die, volgens zijn zeg gen 18 jaar in de Kamers zetelt, ieder jaar dezelfde vraag tot den Minister ge stuurd, 't ware reeds lang eene afge dane zaak In de Kamer kiezing en van Mei aan staande zullen wij toonen dat wij het niet vergeten hebben Dank op voorhand, heer Uitgever, en ge lief onze beleefde groetenissen te aanvaarden. Een groep fabriekwerkers. De liberale partij is het geheel en al eens over dit artikel. De partijen die opentlijk en eenparig meervoudig stemrecht afkeuren, behaalde» in de laatste kiezingen i ,020,115 stemmeD, terwijl de achteruitkruipers slechts 995,056 stemmen bekwamen. Dit is een referendum of volksstemming. Het meervoudig stemrecht, riep graaf Goblet d'Aviella uit, moet verdwijnen. Welgesproken, heer Graaf. HET WEEKBLAD I

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1901 | | pagina 1