TAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Orgaan der Liberale verbintenis van Yper en het rroiulisseinent. EENDRACHT MAAKT MACHT. Adolf BUYL Volksvertegenwoordigers. Kamer van Vijftiende jaar Zaterdag 7n December 1901. Nummer 49. BERICHT. De personen die zich op ons blad abonneeren zullen het tot len Januari kosteloos ontvangen. Propaganda. Zondag 15 December 1901. CONFERENTIE Zondag 15 December 1901, GROOTE MEETING Het Algemeen Stemrecht in de Kamer. Abonnementsprijs voorop betaalbaar 8.00 fr. per jaar voor den buiten. 2.50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoncen: 15 cent per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 f!r. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij un onderteekend toe te zenden. Artikolen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Liberale Jonge Wacht van Yperen. ten 3 ure juist namiddag, door Mijnheer Liberale Volksvertegenwoordiger der arrondissementen Diksmuide-Veurne- Oostende. STAD WERIICK lokaal der liberale Associatie, Nieuwestraat, Muzikale kring. ten 6 ure juist's avonds, Sprekers M BUYL, liberale afgevaardigde van Veurne-Oostende-Diksmuide. M. E. NOLF, liberale afgevaardigde van Yperen. M. BUYL zal in 't vlaamsch spreken enM. NOLF in 'tfransch. Vrije ingang. Federatie der Liberale Jonge Wachten van West-Vlaander en. De aanstaande algemeene vergadering zal plaats hebben te Yperen. De verklaring der liberale linkerzijde. M. Neujean. -- Ik wenscb niet eene redevoering uit te spreken, ik wil enkel eene verklaring doen. Uit naam van eene groep vrienden en uit mijnen naam, wil ik zeggen welke stemming ■wij van meening zijn uit te brengen over het voorstel van den heer Vandervelde en waarom wij ze uilbrengon. Het achtbaar lid vraagt dat de Kamer zou beletten dat zij, vóór de oeraadslaging over de begrooting van 's lands middelen, zou overgaan tot de behandeling van het wets ontwerp, waarbij zuiver algemeen stemrecht voor gemeente en provincie w ordl ingevoerd. Moest de heer Vandervelde enkel tot doel hebben de behandeling van dat gewichtig wetsontwerp vroeger te doen plaats hebben, dan zouden wij tot de eerste® behooren die zich met zijn voorstel zouden, vereenigen. Een zeer aanzienlijk deel van de liberale groepen wacht met ongeduld naar het ver vangen van het meervoudig stelsel door het algemeen stemrecht. Dat vraagstuk van het algemeen stemrecht drukt op gansch onze politiek, het dient door het Parlement in acht te worden genomen, het stemt overeen met het algemeen belang, dat gemeld vraag stuk zoo gauw mogelijk worde opgelost, en, mochten wij een wensch uiten ter wille van den openbaren vrede, dan zouden wij vra gen dat geheel het vraagstuk worde opge lost, namelijk, tegelijk met de herziening van de Grondwet. Daarom ook verklaren wij ons zonder aarzelen bereid om ons aan te sluiten bij elke vraag tot regeling der dagorde die de behan deling en de stemming van de begrooting van 's lands middelen niet zal beletten. 't Schijnt ons echter onmogelijk dat de Kamer die beraadslaging aanvange vóór be doelde begrooting. Deze moet aangenomen worden door Ka mer en Senaat vóór 31 December. Alleen door het goedkeuren van die begrooting kan de Staat over de geldmiddelen beschikken die noodig zijn voor zijne verschillende in richtingen geen belasting, geen betaling hoegenaamd zou immers kunnen geïnd wor den na 1 Januari, indien de ontworpene be grooting niet aangenomen werd als wet. De goedkeuring van die begroeting vóór 1 Ja nuari beletten ware dus alle leven, alle be wegingen van Staatsinrichtingen schorsen! Ongetwijfeld is het voor eene Kamer een onbetwistbaar recht, de belastingen te wei geren; dat recht is immers het machtigste wapen in de handen der oppositie. Niemand zou dat recht kunnen afstaan en wij nemen heel goed aan, dat de oppositie het oogen- blik gepast vinde om dat middel aan te wen den, ik bedoel om de begrooting van 's lands middelen te bestrijden. Had de heer Vandervelde er zich bij be paald, dat recht te verkondigen of ons uit te noodigen er gebruik van te maken, waar schijnlijk hadden wij zijn voorstel kunnen toejuichen. Maar het achtbaar lid (of hebben wij slecht verstaan) deed meer: hij verklaarde aan de Kamer dat, zoo zij geenen voorrang toe kende aan de behandeling van het ontwerp, waardoor algemeen stemrecht wordt inge voerd, zijne partij over de begrooting van 's lands middelen zelfs niet zou laten be raadslagen. Leest bladzijde 62 en 63 van 't Beknopt Verslag van gisteren. Zijne motie, aldus uitgebreid, is dus de bedreiging het parlementair stelsel te be lemmeren en de werking onzer instellingen enkel toe te laten op voorwaarde dat de meerderheid eerst het ontwerp zou goedkeu ren waardoor algemeen stemrecht wordt in gevoerd: het is immers bijna zeker dat de behandeling van dit ontwerp al onzen tijd tot voor 1 Januari zal in beslag nemen en de Kamer zal ofwel de beraadslaging over het ontwerp betreffende 't algemeen stem recht moeten schorsen om de begrooting van 's lands middelen te behandelen, wat niet praktisch is en nieuwe onweders zou ver wekken, cfwel het land in eenen toestand brengen die strijdig is met de grondwet. Daai gelaten de tneening die ieder onzer over de qusestie van het algemeen stem- rocht zelf koestert en waarover onze stem ming volkomen voorbehoudingen toelaat, kunnen wij op ons de gebeurlijke verant woordelijkheid niet nemen van zulke gevol gen die al of niet voorzien waren door het lid, dat de motie deed. Wij loochenen het recht niet dat de min derheden hebben obstructionnisme te maken door alle parlementaire middelen om het invoeren van slechte wetten te verhinderen wij eischen dit recht integendeel ook voor ons I Doch wij meenen niet dat wij, niettegen staande de reactionnaire daden en de voort durende uitdagingen der Regeering en der meerderheid, het recht hebben mede te wer ken aan eenen maatregel die op 1 Januari al de diensten van den Staat zou verlammen. Wij zijn dus verplicht tegen de motie van den achtbaren heer Vandervelde te stem men, doch wij herhalen dat wij ons met elke motie zullen vereenigen, die het aange wezen gevaar voorkomt en de hulpmiddelen van den Staat voor den noodigen tijd ver zekert, doch tevens de Kamer verzoekt vóór het Kerstmisverlof de beraadslaging over het ontwerp tot invoering van algemeen stemrecht te beginnen en van nu af daartoe eenen dag te bepalen. Met een weinig goeden wil zullen wij ge makkelijk overeenkomen. (Zeer wel! op ze kere banken links.) M. Liefmans. De verklaring, die ik u ga mededeelen, is in den grond dezelfde als die van den heer Neujeanzij heeft ech ter voor doel beter te doen uitschijnen welke daaromtrent de meening is van verscheidene vrienden, evenals mijne eigen meening. Ik voer het woord niet alleen uit mijn eigen naam, maar ook uit naam van ver scheidene liberale kamerleden. Het voorstel van den heer Vandervelde mogen wij niet onverschillig voorbijgaan. Immers, sedert de Kamers, onder het cijns stelsel verkozen, zelf den hinderpaal van den cijns uit den weg hebben geruimd, heb ben wij ons rechtzinnig vereenigd met het zuiver en louter algemeen stemrecht, innig verbonden met de evenredige vertegenwoor diging. Van dan af koesterden wij de mee ning dat de oplossing, die men als tusschen- middel zou aannemen, slechts een gebrek- kigen, voorloopigen maatregel zou uitmaken, aan meer gegronde bezwaren blootgesteld, nog slechter, ten gevolge van grooter bedrog en meer onrechtvaardigheid, dan de cijns zelf. Wij bevestigden onze meening door daden en reeds in 1892 stonden wij krachtig op de bres voor zuiver en louter algemeen stem recht, verbonden met volledige evenredige vertegenwoordiging; deze hervorming be schouwen wij als de eenige rechtvaardige, billijke, democratische en echt vaderland- sche oplossing van het kiesvraagstuk. Overigens ging het optreden tegen het meervoudig stemrecht uit, zelfs in de Con stituante, van uitstekende leden, zoowel van de rechter- als van de linkerzijde, en, slechts vóór twee jaar, vereenigde zich de betreurde en uitstekende heer Bara in den Senaat met een voorstel tot herziening der Grondwet. Onze strijd is die van een steeds toenemend getal burgers tegen het meervoudig stem recht, getal dat dagelijks Dog toeneemt dank aan liet invoeren van het cijnsstelsel dat afgeschaft was, in ons meervoudig stem recht, door middel van meer en meer ge makkelijk bedrog; dank aan de straffeloos heid, verleend aan de vervalschers der kie zerslijsten dank aan het werkelijk afschaffen van het stemrecht van een aantal burgers, door het konkelfoes der gemeentelijke kies wet Overtuigd dat de meerderheid der Belgi sche burgers en der liberale linkerzijde voorstander is van de afschaffing van het meervoudig stemrecht en van dezes vervan ging door het algemeen stemrecht, gepaard met evenredige vertegenwoordiging, verkla ren wij ons aan te sluiten bij de vraag om onmiddelijk over te gaan tot de behandeling van het wetsvoorstel tot toepassing van al gemeen stemrecht, gepaard met evenredige vertegenwoordiging op gemeentelijke en pro vinciale verkiezingen. Door het huldigen van die hervorming, door alle wettelijke middelen na te jagen, geven wij enkel gehoor aan onze overtui ging en aan ons geweten, zooals deze be schouwingen en onze verklaringen van 27 Juni laatstleden het bewijzen. Als liberalen, die het met de liberale - kerzijde eens zijn over alle punten v liberaal programma, behelze n' afschaffing van hoi m ou <vnr. verwezenlijken wij onze verbh a n zegepraal onzer gedachten, bic van 't programma onzer partij, o wr, r ophouden, algemeen stemrecht gepaard in t evenredige vertegenwoordiging, te betracn- ten en aldus de zegepraal na te jagen van de kieshervormiiig die het meest rechtvaar dig, het meest democratisch, het meest vrij van bedrog en bijgevolg ook het meest vader landlievend is! Als gevolg aan deze vergadering heb ik dus de eer de volgende dagorde voor te stellen: De Kamer beslist onmiddelijk na de be handeling der begrooting van 's lands midde len de beraadslaging te beginnen over 't voor stel om algemeen stemrecht en evenredige vertegenwoordiging op gemeente-en provin cieverkiezingen toe te passen. De ordemotie Lief mans wordt verworpen met 83 stemmen tegen 64. De heeren Golaert en VanMerris stemmen er tegen, M. Nolf stemt er voor. Parlementaire week. Dinsdag 11. heeft de Kamer geene open bare zitting gehoudendie dag is toegewijd geweest aan het onderzoek der budjetten in de afdeelingen. De zitting van Woensdag is voorbijgegaan in incidenten, waarvan het bijzonderste te weeg werd gebracht, door eene motie van M. Delporte Antoon, strekkende om de ver daging te bekomen op 't einde der dagorde, der vervolgingen, ingespannen ten laste van M. Sineets. Het voorstel Delporte is ver worpen geweest met 76 stemmen tegen 14 en 6 onthoudingen. M. Delporie beriep zich ten voordeele zij ner vraag op de vrijspraak van M. Planc- quaert, door de jury van liet assisenhof van West-Vlaanderen, M. Smeets vervolgd zijn de voor soortgelijke feiten. Op het einde der zitting van Woensdag heeft de Kamer de bespreking hernomen der militaire wet en heeft de zittingen van Donderdag en van Vrijdag aan dezelfde kwestie gewijd. r HET WEEKBLAD SMH) <1 ^gJliw

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1901 | | pagina 1