VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT. Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad. Orgaan der Liberale verbintenis van Yper en het Arrondissement. EENDRACHT MAAKT MACHT. Volksvertegenwoordigers. Gemeenteraad van Yperen. Kamer van Zestiende jaar Zaterdag 15" Februari 1902. Nummer 7. Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 ft*, par jaar voor den buiten. 8.50 fr. toor stad. Per 0 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden i fr. Annonce»; 15 cent )per drukregel. Rechterlijke eerherstellingen; 1 fir. per regal. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100 Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureole dozer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office dg Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij wn onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteckend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen. Zitting van Dinsdag 11 Februari 1902. Op de volgende vraag, door M. Nolf ge steld in de zitting van 9 Februari, en luiden de als volgt Het Koninklijk besluit van 9 februari 1891. dat den handel van vloosch regelt, verbiedt op eene algemeene wijze den han del en het vervoer van vleesch die, ten ge volge eener officiëele keuring, niet als ge zond is herkend geweest. Deze keuring is overbodig wanneer het vleesch geldt dat voor den uitvoer bestemd is; zij heeft geene waarde in de oogen der fransche Regeering die, bij den ingang van Frankrijk, tot eene nieuwe keuring doet overgaan. Zij hindert nutteloos den handel met den vreemde. Zou M. de minister het Koninklijk besluit van 1891 niet kunnen wijzigen en het vleesch dat voor den uitvoer bestemd is van de keuriüg ontslaan, behalve als het er op aankomt, de maatregelen te nemen dat dit vleesch in 't land niet kan verbruikt worden? Heeft de heer minister van Landbouw ge antwoord De heer Vander Bruggen, minister van Landbouw. 't Valt erg te betwisten of het keuren van vleesch voor den uitvoer overbodig is. Integendeel is het te vreezen dat niet keuren noodlottige gevolgen zou hebben voor onzen handel met den vreemde het Belgisch vleesch zou aldra verdacht worden. Overigens wordt het mindere vleesch in ons land verbruikt en daarom alleen is 't keuren op 't oogenblik van slachten eene verplichting, volgens de wet van 4 Augus tus 1890. En ware dit zelfs niet het geval, men zou, om uitvoervleesch niet te keuren, formalitei ten moeten op leggen die, om allen waar borg op te leveren, nagenoeg zoo zeer als het keuren, den handel met den vreemde belemmeren zouden. Op de vraag welke M. Nolf in zitting van 9 Februari deed aan den minister van spoor wegen, en die luide als volgt Daar al de gemeenten, die belang heb ben in bet leggen van den buurtspoorweg van Yperen naar Gheluwe, sedert de maand december een gunstig advies gegeven heb ben aan de bestendige deputatie van West- Vlaanderen, over het ontwerp door de na tionale maatschappij der buurtspoorwegen voorgesteld. Zou M. de ministor ons kunnen zeggen wat de aanbesteding der werken tegenhoudt? Werd er geantwoord: De heer Liebaertminister van spoor wegen posterijen en telegrafen. De stuk ken van het ambtelijk onderzoek zijn bij het ministerie nog niet binnengekomen. In dezelfde zitting richt M. Nolf de volgende vraag tot den heer minister van spoorwegen, posterijen en telegrafen Zou de heer minister ons kunnen zeg on wanneer hij hooptte kunnen overgaan tot de aanbesteding der werken tot het aanleggen van de buurtspoorwegen van Poperinghe, Watou, Veurne, de Panne en van Poperin ghe, Grombeke, Westvleteren, Diksmuido? De inwoners die door deze lijnen moeten be diend worden, zijn van alle gemeenschap per spoorweg verstoken; de zaak dient spoe dig opgelost te worden. Openbare Zitting van Zaterdag 1 Februari 1902. De zitting wordt ten 5 u. 15 m. geopend. Zijn tegenwoordig: de hoeren Colaert, burgemeester-VoorzitterBerghman en Fraeys, schepenen; Struye, Boone, Bege- rem, Decaestecker, Vanden Boogaerde,Van- derghote, D'huvettere, Vandenpeereboom, Bouquet, leden; N. Boudry, d.d. secretaris. De heeren Iweins, Fiers en Surmont doen zich verontschuldigen. Het verslag der zitting van 21 Decem ber, geene aanleiding gegeven hebbende tot eenige opmerking, wordt goedgekeurd dat der zitting van 28 derzelfde maand wordt op het bureel neergelegd ter inzage der leden. 1. Mededeelingen. De heer Voorzitter. In den nacht van 30 Januari is een brand in de stad uitge borsten; liet timmerwerkhuis van M. Fiers is door het vuur vernield geweest. I)e pompiers zijn spoedig genoeg ter plaats geweest, oeheel het werkhuis was in brand, er was dus niets anders te doen dan de naburige huizen te behoeden. Men zegt dat indien er water ware geweest, de brand geene plaats zou gehad hebben. Er was water Een man waakt gedurig in het waterkasteel der stad en dien avond was Pinte op dienst. Daar is de kwestie niet, wij kunnen niet meer water geven dan wij kunnen. Het College moet hulde brengen aan de pogingen door de pompiers ingespannen de heer commandant en zijne officieren waren de eerste ter plaats. Wij moeten melding maken van den pompier Priem, die gedurende 30 tot 40 minuten op de lad der Magirus gezeten was. Wij hebben hem doen beneden komen door de tusschen- komst van den commandant. Priem heeft bewijs gegeven van een waren heldhafti- gen moed. Het was bitter koud, niettegen staande dat is hij op zijnen post gebleven. M. Boone denkt dat de stadsoverheid hem eene eerebelooning zou moeten toe staan; het ware eene welverdiende beloo ning en terzelfder tijd eene eer voor het gansche korps. De heer Voorzitter denkt het niet. Hij heeft zich bepaald met boven op de ladder te blijven, maar het is eigentlijk geene moedige daad. De achtbare Burgemeester deelt de meening niet van M. Boone. Het is zijn leven niet blootstellen, zegt hij, met op eene ladder te zitten. Het ware ver kieslijker de zorg te laten aan het College met den Commandant overeen te komen. Goedkeuring. Af. Boone denkt dat, in geval van brand, men diende het water te bezuinigen en de verschillende wijken der stad te onderdee- len. Het achtbare raadslid heeft den be diende van het waterkasteel geraadpleegd en het ware mogelijk het water te stop pen om het te beletten in de andere plaat sen der stad te gaan. M. D'huvettere. Dit ware niet zeer praktisch. De heer Voorzitter. Dat kan gedaan worden maar zoo gemakkelijk niet; zoo als M. D'huvettere het zegt, dit ware niet zeer practised M. Boone. Het is maar in deze om standigheid. De heer Voorzitter deelt de zienswijze niet van M. Boone. Dat zou groote kosten veroorzaken en mén zou, in het geval, de werklieden der stad moeten gebruiken, welke men niet altijd aan de hand heeft. De heer Burgemeester. Een zeker dagblad der stad heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om te zeggen dat het zot huis, gelegen op den Vlamertingschen steenweg, een voorrecht geniet en dat het nooit opgehouden heeft het water der lei ding den dag door te hebbendat is niet waar. I. D'huvettere. Wat dit dagblad zegt is waarschijnlijk. Dit gesticht heeft altijd water evenals al de huizen die langs den Ylaurertingschen steenweg gelegen zijn, doordien de stad zich moet voegen aan de overeenkomst gesloten met de Maatschap pij der spoorwegen van West-Vlaanderen. De heer Voorzitter. Het is dus geen voorrecht dat wij aan het zothuis gedaan hebben, aangezien al de huishoudens der naburige huizen er gebruik van maken. M. D'huvettere. Zij maken er niet alleen gebruik maar ook misbruik van. M. de Voorzitter. Wat aangaat te zeggen dat het water aan dit gesticht al leen gegeven is, dat is niet waar. M. de Burgemeester geeft lezing van het verslag van overzicht der stadskas. Er volgt uit dat document dat het overschot van 9,342-50 fr. was. De verkooping van hakhout groeiende op de vesting van de Meenenpoort naar de Rijselpoort heeft eene som van 433 fr. en centiemen opgebracht. M. Boone. Er is sprake geweest de legging van den buurtspoorweg van Yperen naar uhelnwe te veranderen De achtbare raadsheer verzoekt het College hem eenige inlichtingen nopens dit punt te geven. M. de Voorzitter. Men heeft gespro ken van er eene wijziging aan te brengen en eene afdeeling Yperen-Uheluvelt en eene andere Wervick-Kruiseecke naar Be- celare te stichten. Dit ontwerp is verworpen geweest en ik hoop dat wij de beraadslaging zullen be houden die nopens die zaak is genomen geweest. Men zou op die beslissing niet moeten terugkomen. In alle gevalle, wij zullen de noodige maatregelen nemen op dat de legging die door ons aangenomen is geweest, gevolgd zij M. D'huvettere. Indien de Maatschap pij van den buurtspoorweg eene andere richting volgt, welk zal de toestand zijn van dezen die op den nieuwen Boulevard gebouwd hebben M. de Voorzitter. Het middenpunt zal hetzelfde blijvenvan Yperen naar Ghe - luwe of met eene andere vertakking. M. D'huvettere. Indien de beslissing der gemeenten vernietigd is, zullen wij, in dat geval, den nieuwen Boulevard behou den M. de Burgemeester. Ja, wij zullen hem maken indien de Regeering wil tus- schenkomen. De kost zal ten minste van 70.000 tot 80.000 fr. zijn. Hr dient ontei gend te worden; er is een keiweg; riolen, wegen, verlichting, enz. noodig. M. D'huvettere. En indien de Regee ring niet tusschenkomt, welk zal het lot zijn van dezen die langs de» ontworpen Boulevard gebouwd hebben M. de Voorzitter. Er is een weg voor dezen die gebouwd hebben. M. D'huvettere. Daar wij van dezen Wijk spreken, ik herinner u de belofte de waterleiding te leggen voor de inwoners van de wijk gelegen over de Kaai, wij naderen den zomer en zoohaast het wöder gunstiger zal zijn, zou men met de weaken moeten beginnen. M. de Voorzitter. Dit we.rk zal gedaan worden van de maand April of Mei. M. Decaestecker verzoekt h«et College een kleinen voordam te doen leggen in de Kal- verstraat, voor de nieuwgebouwde werk manshuizon. M. de Voorzitter. De onteigening is uitgesprokenwij zijn in bez it der onroe rende goederende huizen die moeten afge broken worden, zullen het zij»; het vraag stuk zal onderzocht worden. M. Decaestecker dringt a£*.n opdat het College de hand aan 't werk sla voor het leggen van de nieuwe beloofde voordam- men langs de Maloulaan. M. de Voorzitter. Men k»n niet alles ineens doen. Wij zullen insgelijks de vraag van M. Decaestecker onderzoeken. 2. Overeenkomst voor het plaatsen der kramen op de f oir en. Deze overeenkomst is hernieuwd voor den termijn van vijf jaren, aan dezelfde voor waarden als vroeger. Mme W° «Croigny ver plicht zich aan de stad 0 fr. pe» vierkanten meter te betalen en zij zal voor de nieuwe pacht 2400 fr. ontvangen. 3. Pompierskorps: rekening/ 1901. Ontvangsten tr. 4.715-55 Uitgaven 4.004-66 Overschot ÖY. De rekening wordt goedgekeurd. 660-89 4. Hulpkas der Pompiers:-. Rekening 1901. Het document bestatigd een overschot van fr. 233-11 en de Raad geeft er zijne goed keuring aan. 5. Bureel van Welda ligheidZrekening 1900 en beg rooiing 1902. Na eene lange bespreking neesmt de Raad de bosluitselen aan van het versliag luidende dat hot Bureel van Weldadigheid jaarlijks aan de GoishaLon eene som vun 3.500 fr. zal geven voor de verschillende lklassen van ondersteunden. Er wordt lezing gegeven van do versla gen besluitende tot de goedkeuring der re kening van 1900 en begrootiug 11002 van dit weldadigheidsgesticht. De eerste sluit met een boni vam 2.674-39 fr. in de tweele zijn de ontvan.gsten en de uitgaven gelijk aan de som van fr105.649-60 HET WEEKBLAD

HISTORISCHE KRANTEN

Het weekblad van Ijperen (1886-1906) | 1902 | | pagina 1