IK STEM VOOR NOLF;
T
De Meeting van Waasten.
Verslag der katholieke meeting
van Bixschote.
Ik stem voor Nolf
Ik stem voor Nolf
Ik stem voor Nolf
Ik stem voor Nolf
Ik stem voor Nolf
Die Nolf is mijn kandidaat
Nolf zal de gekozene des
Volks zijn!
Kamer van
V olksvertegenwoordigers
Onze Rijschool.
zelve nutteloos vermenigvuldigd te hebben,
en het land met onderwijzers te overstroo-
men. Welnu, wat hebben zij gedaan als zij
aan het bewind gekomen zijn? Zij hebben 14
Staatsnormaalscholen afgeschaft, maar zij
hebben 38 normaalscholen van de geeste
lijkheid aangenomen zoowel dat in paats
van 27 normaalscholen te hebben gelijk in
1884, wij er tegenwoordig 51 hebben! En
de aangenomene normaalscholen hebben in
het laatste driejarig tijdperk meer dan 1700
diplomas afgeleverd, terwijl de Staatsnor
maalscholen er maar 534 afleverden.
In der waarheid, de katholieke partij
jaagt op schoolgebied geen plan na van ont
voogding, maar een plan van verovering en
van heerschappij. Langdurige toejuichin
gen).
Op militair gebied, gelijk op schoolgebied,
is de klerikale politiek verstorend en anti
nationaal.
Wij zijn geene militaristen, noch dwe
pers. Maar wij hebben een degelijk leger
noodig om ons te verdedigen. De Koning
Leopold I heeft gezegd dat België het meest
blootgesteld land was van Europa, door zijne
aardrijkskundige ligging. Tot nu toe hebben
wij den vrede genoten. Maar er zijn vele
oorlogzuchtige elementen in de wereld. En
wat zouden wij geworden in eene algemeene
staatsomwenteling indien wij onze verdedi
ging niet verzekerden
Wij moeten dus een leger hebben. En wij
willen dat het gesteund zij op een beginsel
van rechtvaardigheid, op de gelijkheid der
militaire lasten. Wij willen dat de groote
heer en de dorpeling, de rijke en de arme
op gelijke wijze hunne schuld betalen aan
het vaderland en dat men zich door de be
taling eener som geld niet kan vrijmaken
van den plicht zijn land te dienen. (Bravos).
Wat hebben de klerikalen gedaan? Wij,
liberalen, wij hebben onze oprechte mede
werking aan de Regeering aangeboden om
het militaire vraagstuk op te lossen en zij
is verstooten geweest, ofschoon het eene na
tionale kwestie geldt, die zou moeten zwe
ven boven geraeene politieke mededingingen.
Wij hebben een gewezen katholieken minis
ter zich met onbeschaamdheid hooren roe
men den persoonlijken dienstplicht niet te
hebben doen stemmen, waarvan hij de recht
vaardigheid en de noodzakelijkheid erkende
liever dan de portefeuille zijner vrienden in
gevaar te brengen.
In plaats van ons een nationaal leger te
geven, heeft men ons met het vrijwiliigers-
stelsel begunstigd, versleten stelsel dat over
al verlaten is. Geen een minister van oorlog
in Europa zou het durven verdedigen, be
halve in België. Engeland alleen gebruikt
het vrijwilligersstelsel en de oorlog der
Boers bewijst dat het geen reden heeft om
er zich geluk over te wenschen. Men heeft
in het leger den geest van opoffering, die
den soldaat groot maakt, vervangen door
den geest van winst, die hem verlaagt. Toe
juichingen
Ziedaar de klerikale politiek. Wij bestrij
den ze zonder verzwakking, 't Is tegen de
klerikale politiek en niet tegen den gods
dienst welken wij eerbiedigen, dat wij den
oorlog voeren. Wij willen dat de priester
zich houde in zijne evangelische zending.
Indien hij in het kiesstrijdperk treedt en
den godsdienst doet dienen voor de belaDgen
eener partij, bevuilt hij zijn kleed en brengt
den godsdienst in gevaar, 't Is hetgene de
fransche bisschoppen begrepen hebben die de
geestelijkheid hebben uitgenoodigd vreemd
te blijven aan de politieke twisten.
Wij verdedigen de gewetensvrijheid. Wij
vragen ze voor allen. Onze politiek is eene
politiek van verdraagzaamheid en van broe
derlijkheid.
Wij vragen aan het belgische volk haar
den 25 Mei naastkomende de zegepraal te
verzekeren. Gij zult uwen plicht doen met
allen te stemmen voor uwen uitmuntenden
uittredenden afgevaardigde, den heer Nolf.
(Langdurige toejuichingen. Ovatie.)
De heer Liefmans spreekt tot het publiek
in 't vlaamsch. Daar het uur van den trein
niet veel tijd overlaat, verklaart hij zeer
weinig te voegen te hebben bij de welspre
kende redevoering van den heer Hymans.
Hij poogt te toonen welk kwaad de lange
klerikale overheersching gedaan heeft aan
het land en maant al de toehoorders aan
mede te werken tot het welgelukken der
kiezing van den heer Nolf. De redenaar, die
overig gemakkelijk en heftig spreekt is vu
rig toegejuicht.
De heer Victoor bedankt vuriglijk de twee
voordrachtgevers en heft de zitting op te
midden der grootste geestdrift.
Nog lang zal men van den dag van 27
April spreken.
De twee groote zalen der herberg in den
Rooster waren reeds proppens vol toen de
heeren Ernest Nolf, uittredend liberale af
gevaardigde en Auguste Lesaffre, advokaat,
er toekwamen. M. Emiel Méauxsoone, lid
van het Comiteit der liberale arrondisse-
ments-Associatie en Voorzitter der vergade
ring, opent de zitting en, na de twee spre
kers bedankt te hebben, geeft het woord
aan M. Lesaffre. Spreker weidt uit op het
klerikale werk sedert 18 jaar: hij toont hoe
rampspoedig het geweest is voor het land.
Hij maakt dan eene vergelijking tusschen
dat werk en het verlangen der liberale par
tij, die alleen bekwaam is al de ernstige
vraagstukken, waarvan de toekomst van
het volk afhangt met roem op te lossen.
M. Nolf (langdurige toejuichingenont
wikkelt punt voor punt het programma dat
hij in de Kamer verdedigt. Hij handelt met
welsprekendheid over al de vragen die er
ingeschreven zijn en geeft rekening van zijn
parlementair mandaat. De liberale partij,
zegt hy, die de partij der verdraagzaamheid
is, eerbiedigt al de rechtzinnige gedachten.
Zij strijdt uitsluitelijk op het gebied der
princiepen en valt nimmer persoonlijkheden
aan terwijl de heeren klerikalen boven dien
rechtmatigen strijd, een geheel van laak
bare middelen verkiezen, die hen met meer
zekerheid naar het doel leiden. Spreker wil
altijd deze vermaarde liberale overleverin
gen volgen en niet, gelijk zijne tegenstre
vers, zijne toevlucht nemen tot de leugentaal,
den laster, de arglistigheid en de beleedi-
ging. Langdurige toejuichingen).
M. Méauxsoone maakt zich den tolk der
geestdriftige gevoelens van de vergadering
jegens de sprekers en bedankt hen hartelijk
in den naam der liberalen van Waasten.
M. Louis Leterme maakt alsdan eene
zinspeling op een artikel van het Journal
d'Ypres waarin gezegd wordt dat al de kle
rikale pogingen nu moesten strekken om de
kantons van het zuiden te veroveren. Mak
kers, zegt hij, gij zuit u niet laten vreer-
aanjagen, gij zult meer en meer strijden en
dan, ondanks alles, zal de zegepraal aan
ons zijn
De meeting van Waasten is een groote
bijval geweest.
Uitmuntende dag voor de liberale partij.
Wij ontvangen uit Bixschote:
op Zondag 5 Mei laatst.
De Kandidaten Colaert, Van Merris en
Thevelin zijn binnengeleid in de groote zaal
van het Gemeentehuis door den Pastoor.
Thevelin zegt zijn van buiten geleerd lesje
op over landbouw, onderwijs, socialisten,
dynamiet, enz.
Van Merris spreekt over pensioenen,
nieuwe krijgswet en over dynamiet.
Colaert spreekt zoo wat over alles, maar
bijzonderlijk over M. Nolf, dien hij verwijt
den gevangene en den man der socialisten te
zijn. Jammer dat M. Nolf daar niet was
om zich te verdedigen. Geheel zijn praatje
liep uit dat zij moesten 3 representanten
hebben in plaats van 2 1/2 (Twee en Nolf).
Vele werklieden waren opgekomen, pein
zende dat zij een goed teugsken gingen krij
gen. Maar, o wee,geen pintje voor niemand;
zij zelve dronken zelfs geen kappertje. Tous
pingres!
Een boertje, dat nog al opmerkzaam is,
ging met mij uit de zaal. Hebt gij het be
merkt, zei het Wat? vroeg ik? Vele
katholieke kerken met liberale torens in de
zaal, zei het. O ja, zei. ik
Die heeren pissen een plas,
En drinken geen glas,
En laten Bixschote als het was.
Bertje.
Hetzelfde verslag is toepasselijk aan al de
meetingen die er gegeven worden door de
klerikale kandidaten.
De kiezers zijn moe sedert zoo lange jaren
bedrogen en gefopt te worden. Zij eischen
eene verandering die hun beter zal gaan.
niet omdat hij zich liberaal noemt, want li
beraal, katholiek en socialist aanzie ik als
holklinkende woorden, als nietsbeduidende
uithangborden, maar als redeneerend dier,
vel ik mijn oordeel, niet ten opzichte van
eene rood of blauwkleurige etiquette, maar
van daden die mij in slaat stellen onpartij
dig mijne zienswijze te rechtvaardigen.
omdat ik de handelwijze onzer Vertegen
woordigen ter Kamer naging en Nolf alleen
mij voldoening gaf, omdat al zijn streven
naar de rechtvaardigheid was gericht, om
dat al zijne stemmingen ten gunste waren
van menschenliefde en broederlijke gelijk
heid.
omdat hij de belangen van ons arrondisse
ment ter harte nam, niet als een kwakzal
ver of een antomatisch wierookvat, maar-
als een ernstig manomdat hij immer ton
voordeelo der mindere pleitte en in alles en
vóór alles het algemeen welzijn beoogde,
omdat hij, in de militaire kwestie voor de af
schaffing der loting eene wraakroepende
onrechtvaardigheid stemde, omdat, in
dien een waar leger noodig is, rijk en arm
denzelfden tol aan 't Vaderland verschuldig
zijn, omdat indien een vrijwilligersbende vol
staat, het des te schandaliger is zoovele arme
lieden onder den dwang der krijgswetten te
houden,
omdat hij voor het Algemeen Stemrecht was
tegen het Meervoudige voor het Recht te
gen het Onrecht voor de volstrekte gelijk
heid van werkman, boer, burger en heer,
zegde U waarom: ware Nolf katholiek, ware
Nolf socialist en hadde hij ter Kamer die
stemmingen uitgebracht die hem mijne
voorkeur verworven, ik zou, juist zooals
nu, voor Nolf stemmen. Nolf liberaal, Nolf
katholiek, Nolf socialist, dat doet mij niets
ter zakel Maar Nolf, eerlijk man; Nolf
volksjongen; Nolf, vriend der minderen en
der verongelijkten; Nolf, steun der recht
vaardigheid, gelijkheid en naastenliefde
en ik hoop dat alle verstandige, dat alle
eerlijke lieden, zonder onderscheid van
denkwijze, met den ouden slenter der roode
en blauwe kandidaten zullen afbreken en
alleen de daden zullen inzien dergenen die
de eer hebben ons te Brussel te vertegen
woordigen.
Gaat het zoo, dan kan het niet anders of
Ben Nieuwkerknaar.
Zitting van Vrijdag 2 Mei 1902.
Voortzetting der bespreking over de fabri-
keering en den invoer van alcool.
Zitting van Maandag 4 Mei' 1902.
Overeenkomst betrekkelijk het beheer
der suikers. Het geheele van het ont
werp wordt aangenomen met eenparigheid
der 86 stemmers.
Bij kredieten, overdracht en regeling
van verschillige begrootingen van 1901.
Aangenomen met 76 stemmen tegen 8.
M. Nolf stemt voor.
Tolbeheer toepasselijk in zekere bijzon
dere gevallen. Aangenomen met 80 stem
men tegen 6 en 5 onthoudingen. M. Nolf
stemt voor.
Afschaffing van het art. 38 der wet van
1879 op den zeehandel. Aangenomen
met 88 stemmen tegen 2. M. Nolf stemt
voor.
M. de Smet de Naeyer stelt voor al de
begrootingen te stemmen zonder bespreking.
M. Vandervelde bekent dat de Kamer op
dit oogenblik al de begrootingen niet kan
bespreken: de verantwoordelijkheid valt op
de verslaggevers die te laat hunne verslagen
neêrgelegd hebben.
M. Hymans ook verklaart dat die toe
stand te wijten is aan den onuitlegbaren
uitstel van het neêrleggeu der verschillige
i verslagen 't Is alzoo, zegt hij, dat wij maar
over acht dagen het verslag ontvangen heb
ben over de begrooting van 't inwendige,
opgemaakt door den heer Colaert, en dat
van een merkwaardig plat gezegde is. 't Is
misschien, voegt hij er bij, een der gevolgen
van het feminisme. (Men lacht). Het is maar
j drie dagen dat het verslag over de begroo-
ting van den arbeid neergelegd is geweest.
M. Woeste is van hetzelfde gedacht.
Begrootingen der spoorwegen, poste
rijen en telegrafen. M. Janson vraagt
I verminderingen op den vervoerprijs der rei-
j zen, voor de blinden, de kinderen, de leden
i van het onderwijzend personeel en voor ze-
kere bedienden. M. Liebaert maakt al zijne
j voorbehoudingen.
j Het geheele der begrooting wordt aange-
I nomen met 75 stemmen tegen 16 en 1 ont-
houding. M. Nolf stemt voor.
Begrooting van Justitie. Aangeno-
j men met 73 stemmen tegen 14 en 1 onthou
ding. M. Nolf stemt voor.
Vermeerdering van het personneel van
verschillige rechtbanken. Aangenomen met
83 stemmen tegen 2. M. Nolf stemt voor.
Herziening van de jaarwedde der vre-
1 derechters en der greffers, alsook de re
geling der jaarwedden van de greffers
en hulpgreffers der hoven en rechtban-
I ken. Uitgesteld op het voorstel van den
minister.
Wijziging van het art. 157der wet van
1869 op de rechterlijke inrichting. Uitge-
steld op voorstel van den minister.
Begrooting der gendarmerie. Aange
nomen met 74 stemmen tegen 9. M. Nolf
stemt voor.
Begrooting van den landaouw. Aan
genomen met 76 stemmen tegen 5. M. Nolf
stemt voor.
Begrooling van Oorlog.
De Generaal-majoor Coussebant d'Alke
made, minister van oorlog, verklaart dat
de Regeering het amendement niet
aanvaardt door M. Nolf neêrgelegd,
die voorstelt een krediet van
264.000 fr. te stemmen voor wer
ken aan de Rijschool van Yperen,
de Regeering heeft al hare kapi
talen noodig voor de kazernee
ring. (Beknopt verslag).
Zitting van Dinsdag 6 Mei 1902.
De begrooting van 't inwendige en van
openbaar onderwijs en de begrooting van
oorlog zijn aangenomen rechterzijde te
gen geheel de linkerzijde.
De begrooting van nijverheid en arbeid
wordt aangenomen met 89 stemmen tegsn
27 en 2 onthoudingen. M. Nolf stemt voor.
Fabrikeering en invoer van alcools.
Een amendement der heeren Denis en Lo-
rand, zeggendeIn het jaar dat zal
volgen op de afkondiging der wet, zal de
regeering verslag geven aan de Kamers
over hare uitvoering, wordt verworpen.
De Regeering wil dus geene kontrol.
Het geheele van het wetsontwerp wordt
aangenomen, de rechterzijde tegen gansch
de linkerzijde.
Begrooting der begiftigingen. M.
oanson vraagt aan de Regeering deze begroo
ting te behouden tot in November omdat zij
zware grondwettelijke opwerpingen oplevert.
De Regeering stelt er zich tegen. M. Janson
doet de huidige houding der rechterzijde uit
schijnen met de hoffelijkheid waarmede de
linkerzijde het voorstel der Regeering aan
vaard heeft al de begrootingen te stemmen
zonder bespreking.
De Begrooting wordt aangenomen met 71
stemmen tegen 1 en 9 onthoudingen, (de hee
ren Devigne, Lepage, Nolf, Termote, Van de
N. d. R. Gelijk altijd, niets voor ons arron
dissement, alles voor elders, 't Is treffelijk!!! Allo,
kiezers, op 25 Mei zult gij allen stemmen voor de
klerikalen die altijd alles beloofd hebben en die
geene enkele belofte hebben gehouden.